nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel I worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. Onderdeel A komt te luiden:
A
Artikel 29 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het tweede lid wordt vernummerd tot derde lid.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels
worden gesteld met betrekking tot het eerste lid, aanhef en onder a en b.
Daarbij wordt bepaald in welke gevallen een verblijfsvergunning als bedoeld
in het eerste lid wordt verleend aan de vreemdeling, bedoeld in onderdeel
a of b.
2. Onderdeel C komt te luiden:
C
Artikel 32, tweede lid, komt te luiden:
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels
worden gesteld met betrekking tot het eerste lid. Daarbij wordt bepaald in
welke gevallen een verblijfsvergunning als bedoeld in het eerste lid die is
verleend op grond van artikel 29, eerste lid, onder a of b, wordt ingetrokken
dan wel de aanvraag voor verlenging van de geldigheidsduur van zodanige verblijfsvergunning
wordt afgewezen.
Toelichting
Met de voorgestelde wijzigingen wordt in de delegatiebepalingen duidelijk
tot uitdrukking gebracht dat de delegatie (mede) de regelgevende bevoegdheid
omvat om te bepalen in welke gevallen imperatief gebruik wordt gemaakt van
de in artikel 29, eerste lid, respectievelijk artikel 32, eerste lid, van
de Wet neergelegde facultatieve bevoegdheden. De delegatiebepalingen zijn
aldus geformuleerd dat de desbetreffende regelgevende bevoegdheden niet verder
strekken dan strikt noodzakelijk is voor de implementatie van de richtlijn.
Voor een verdere toelichting hierop wordt verwezen naar paragrafen 2.2.6 en
2.2.7 van de nota naar aanleiding van het verslag.
De minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin
De staatssecretaris van Justitie,
N. Albayrak