30 922 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (aanpassing tarief levende dieren)

Nr. 7 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 maart 2011

Het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 met betrekking tot de aanpassing van het btw-tarief op levende dieren1 is aanhangig bij de Tweede Kamer. De behandeling van dit wetsvoorstel is aangehouden in afwachting van de uitkomst van de procedure die de Europese Commissie had aangespannen tegen de huidige toepassing van het verlaagde btw-tarief op levende dieren, meer specifiek paarden.

Op dit moment kan op grond van de Nederlandse btw-wetgeving zowel de levering van dieren die kennelijk zijn bestemd voor de voortbrenging of productie van voedingsmiddelen onder het verlaagde btw-tarief worden gebracht als ook expliciet de levering van rundvee, schapen, geiten, varkens en paarden. In het aanhangige wetsvoorstel wordt het verlaagde btw-tarief beperkt tot «levende dieren die kennelijk zijn bestemd voor de voortbrenging of productie van voedingsmiddelen». Het specifieke verlaagde btw-tarief voor rundvee, schapen, geiten, varkens en paarden wordt daarbij geschrapt.

Op 3 maart jl. heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie arrest gewezen met betrekking tot het verlaagde btw-tarief op de levering van levende dieren. Het Hof heeft bepaald dat de leveringen van rundvee, schapen, geiten en varkens, ongeacht hun bestemming, onder het verlaagde btw-tarief kunnen worden gebracht omdat deze dieren gewoonlijk bestemd zijn om te worden gebruikt in de menselijke en dierlijke voedselketen. Paarden daarentegen kunnen, aangezien zij gewoonlijk en in het algemeen niet bestemd zijn voor gebruik bij de bereiding van levensmiddelen, uitsluitend onder het verlaagde btw-tarief worden gebracht indien de levering met oog op slachting is.

Een kopie van het arrest treft u als bijlage aan.2

Het aanhangige wetsvoorstel zal overeenkomstig het arrest van het Hof middels een Nota van wijziging aangepast worden.

De staatssecretaris van Financiën,

F. H. H. Weekers


X Noot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2006−2007, 30 922.

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven