30 922
Voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (aanpassing tarief levende dieren)

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gelet op de bepalingen van de Zesde BTW-richtlijn noodzakelijk is het toepassingsgebied van het verlaagde tarief van de omzetbelasting voor levende dieren in te perken;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In tabel I, onderdeel a, post 4, van de Wet op de omzetbelasting 1968, komen de onderdelen a en b te luiden:

a. levende dieren die kennelijk zijn bestemd voor de voortbrenging of de productie van de in post 1 bedoelde voedingsmiddelen, alsmede dieren die kennelijk zijn bestemd voor het fokken van die dieren;

b. dieren die kennelijk zijn bestemd voor gebruik in de landbouw;.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van het eerste kalenderkwartaal na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige handhaving de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Financiën,

Naar boven