nr. 16
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER VLIES
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Na artikel 7 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 7a Wijziging van de Wet kinderopvang
De Wet kinderopvang wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, eerste lid, onderdelen m,n,o,p,q en r vervallen.
B
Artikel 1a vervalt.
C
De hoofdstukken 2 en 5 vervallen.
D
Artikel 87 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel c, vervalt.
2. In de laatste zin van het eerste lid vervallen: «artikel
7» en «hoofdstuk 5, paragraaf 2».
3. Het tweede lid vervalt.
4. Het derde lid wordt vernummerd tot tweede lid en in dat lid vervalt:
en tweede.
E
De artikelen 113 en 114 vervallen.
II
Artikel 11 komt te luiden:
Artikel 11 Inwerkingtreding
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan
worden vastgesteld.
Toelichting
Dit amendement laat de kinderopvangtoeslag en de tegemoetkomingen, die
door gemeenten of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kunnen
worden verstrekt op grond van de Wet kinderopvang vervallen. Vanwege de eenvoud
van de regelgeving op het gebied van de financiële bijstand voor gezinnen
is het wenselijk dat het budget dat nu beschikbaar is voor de kinderopvangtoeslag
wordt overgeheveld naar het budget dat beschikbaar is voor het kindgebonden
budget. Naast eenvoud in de regelgeving en vermindering van de administratieve
lasten wordt met dit amendement tevens bereikt dat het kindgebonden budget
voor alle ouders gelijk is, ongeacht de vraag of zij gebruik maken van formele
of informele vormen van kinderopvang. Voor de verdeling van het beschikbare
budget voor het extra geld voor het kindgebonden budget kan worden aangesloten
bij de in artikel 2 van dit wetsvoorstel voorgestelde systematiek.
Om de overschakeling zo soepel mogelijk te kunnen laten verlopen heeft
ondergetekende aan artikel 11 toegevoegd dat de inwerkingtreding van de wet
op verschillende momenten kan plaatsvinden. Meest voor de hand liggend is
de in dit amendement bedoelde regeling gelijktijdig in te laten gaan met de
invoering van het kindgebonden budget per kind, dus per 1 januari 2009.
Dan is er nog voldoende tijd om de invoering grondig voor te bereiden.
Van der Vlies