30 912
Regels inzake de aanspraak op een inkomensafhankelijke financiële bijdrage in de kosten van kinderen (Wet op het kindgebonden budget)

nr. 16
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER VLIES

Ontvangen 21 juni 2007

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Na artikel 7 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7a Wijziging van de Wet kinderopvang

De Wet kinderopvang wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, onderdelen m,n,o,p,q en r vervallen.

B

Artikel 1a vervalt.

C

De hoofdstukken 2 en 5 vervallen.

D

Artikel 87 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel c, vervalt.

2. In de laatste zin van het eerste lid vervallen: «artikel 7» en «hoofdstuk 5, paragraaf 2».

3. Het tweede lid vervalt.

4. Het derde lid wordt vernummerd tot tweede lid en in dat lid vervalt: en tweede.

E

De artikelen 113 en 114 vervallen.

II

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Toelichting

Dit amendement laat de kinderopvangtoeslag en de tegemoetkomingen, die door gemeenten of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kunnen worden verstrekt op grond van de Wet kinderopvang vervallen. Vanwege de eenvoud van de regelgeving op het gebied van de financiële bijstand voor gezinnen is het wenselijk dat het budget dat nu beschikbaar is voor de kinderopvangtoeslag wordt overgeheveld naar het budget dat beschikbaar is voor het kindgebonden budget. Naast eenvoud in de regelgeving en vermindering van de administratieve lasten wordt met dit amendement tevens bereikt dat het kindgebonden budget voor alle ouders gelijk is, ongeacht de vraag of zij gebruik maken van formele of informele vormen van kinderopvang. Voor de verdeling van het beschikbare budget voor het extra geld voor het kindgebonden budget kan worden aangesloten bij de in artikel 2 van dit wetsvoorstel voorgestelde systematiek.

Om de overschakeling zo soepel mogelijk te kunnen laten verlopen heeft ondergetekende aan artikel 11 toegevoegd dat de inwerkingtreding van de wet op verschillende momenten kan plaatsvinden. Meest voor de hand liggend is de in dit amendement bedoelde regeling gelijktijdig in te laten gaan met de invoering van het kindgebonden budget per kind, dus per 1 januari 2009. Dan is er nog voldoende tijd om de invoering grondig voor te bereiden.

Van der Vlies

Naar boven