nr. 17
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 november 2007
In vervolg op mijn brief van 8 oktober jl.1
ontvangt u hierbij mijn nadere reactie op de motie van de leden Van Hijum
c.s.2 In de motie wordt de regering verzocht te
onderzoeken hoe het UWV de bevoegdheid kan worden gegeven om aan uitzendkrachten
en andere werknemers (vangnetters) ook over zaterdag en zondag ziekengeld
uit te keren, mits dit reguliere werkdagen zijn.
Uit nader onderzoek naar aanleiding van de motie blijkt dat de huidige
uitkeringssystematiek tot gevolg heeft dat een vangnetter die op zaterdag
en/of zondag werkt en dan ziek is, in sommige situaties in de eerste week
van zijn ziekte minder ziekengeld ontvangt dan de vangnetter die op de doordeweekse
dagen een vergelijkbare periode ziek is. Een voorbeeld hiervan is de vangnetter
die van dinsdag t/m vrijdag werkt in vergelijking met de vangnetter die van
donderdag t/m zondag werkt. In de situatie dat deze vangnetters in de voornoemde
periodes vanaf de eerste werkdag vier dagen ziek zijn en twee wachtdagen van
toepassing zijn, krijgt de eerstgenoemde vangnetter over donderdag en vrijdag
ziekengeld uitgekeerd, terwijl de laatstgenoemde vangnetter geen ziekengeld
ontvangt.
Naar mijn mening moeten vangnetters in situaties als hierboven over hetzelfde
aantal dagen recht hebben op ziekengeld. Ik heb onderzocht op welke wijze
dit kan worden geregeld op een wijze die zo min mogelijk gevolgen heeft voor
de huidige vijfdaagse uitkeringssystematiek en de daarbij behorende dagloonsystematiek.
Ook heb ik de randvoorwaarde gehanteerd dat een eventuele wijziging van de
uitkeringssystematiek niet mag leiden tot een forse toename van de uitkeringslasten,
administratieve lasten en uitvoeringskosten.
Binnen dit kader ben ik tot de conclusie gekomen dat het onderhavige probleem
kan worden opgelost door de vangnetter die op zaterdag en/of zondag werkt
in de eerste kalenderweek dat hij ziek is ook over de zaterdag en/of zondag
ziekengeld uit te keren, zolang hij in die week (na toepassing
van de eventuele wachtdagen) nog niet over maximaal vijf dagen ziekengeld
heeft ontvangen. In de tweede week en verder kan de huidige uitkeringssystematiek
van kracht blijven, omdat de uitkeringsweek op maandag start en uiterlijk
tot en met vrijdag loopt. Dit betekent dat alle vangnetters vanaf de tweede
week tot ze weer hersteld zijn op gelijke wijze recht hebben op ziekengeld.
Een dergelijke aanpassing van de uitkeringssystematiek leidt tot een beperkte
stijging van de uitkeringslasten en uitvoeringskosten en een eenmalige kleine
administratieve last voor bedrijven.
Het aanpassen van de uitkeringssystematiek vergt een wijziging van de
Ziektewet. Deze wijziging ga ik de komende periode in gang zetten. Ik verwacht
de wetswijziging in het tweede kwartaal van 2008 bij uw Kamer te kunnen indienen.
Tot slot wil ik ingaan op de motie van de leden Van Hijum c.s.1 die is aangehouden tijdens de plenaire behandeling van
het wetsvoorstel ter bevordering van de activering van personen die aanspraak
maken op een uitkering op grond van de Ziektewet.2
In deze motie wordt gevraagd om een onderzoek naar de voor- en nadelen van
een regeling om ziekengeld uit te keren aan werknemers die een vasteén
een tijdelijke arbeidsovereenkomst hebben bij dezelfde werkgever.
Op basis van de huidige wetgeving en jurisprudentie is de samenloop van
meerdere arbeidsovereenkomsten bij dezelfde werkgever als volgt geregeld.
Indien een werknemer naast zijn reguliere dienstbetrekking een tijdelijke
arbeidsovereenkomst sluit, dan bepalen de werkzaamheden die in het kader van
die tijdelijke arbeidsovereenkomst worden verricht, of de werknemer na afloop
van die tijdelijke overeenkomst recht heeft op ziekengeld. Dit eventuele ziekengeld
sluit dan aan op de loondoorbetaling bij ziekte door de werkgever in de periode
dat het tijdelijke contract van toepassing is.
Er is geen recht op ziekengeld indien de werkzaamheden op grond van de
tijdelijke overeenkomst niet wezenlijk verschillen van de werkzaamheden op
grond van de reguliere arbeidsovereenkomst. Er bestaat dan geen enkele grond
om een splitsing van twee dienstbetrekkingen te maken. Indien binnen de tijdelijke
overeenkomst wel wezenlijk andere werkzaamheden worden verricht, dan kan de
werknemer na afloop van de tijdelijke overeenkomst aanspraak maken op ziekengeld.
Deze lijn is ook gevolgd in de zaak waaraan ik refereerde tijdens de plenaire
behandeling van het voornoemde wetsvoorstel.
Op dit moment staan mij geen gegevens ter beschikking van de mate waarin
werknemers bij dezelfde werkgever twee of meer arbeidsovereenkomsten hebben.
Aangezien de huidige regeling adequaat en voldoende duidelijk is voor zowel
werknemers als het UWV, acht ik nader onderzoek niet nodig.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner