30 902
Wijziging van de Gemeente- en Provinciewet in verband met de evaluatie van de dualisering van het gemeente- en provinciebestuur

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het naar aanleiding van de evaluatie van de dualisering van het gemeente- en provinciebestuur wenselijk is de Gemeentewet en de Provinciewet te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 8, eerste lid, komt te luiden:

1. De raad bestaat uit:

9 leden in een gemeente beneden de 6 001 inwoners;

11 leden in een gemeente van 6 001–10 000 inwoners;

13 leden in een gemeente van 10 001–15 000 inwoners;

15 leden in een gemeente van 15 001–20 000 inwoners;

17 leden in een gemeente van 20 001–25 000 inwoners;

19 leden in een gemeente van 25 001–30 000 inwoners;

21 leden in een gemeente van 30 001–35 000 inwoners;

23 leden in een gemeente van 35 001–40 000 inwoners;

25 leden in een gemeente van 40 001–50 000 inwoners;

27 leden in een gemeente van 50 001–60 000 inwoners;

29 leden in een gemeente van 60 001–70 000 inwoners;

31 leden in een gemeente van 70 001–80 000 inwoners;

33 leden in een gemeente van 80 001–100 000 inwoners;

35 leden in een gemeente van 100 001–200 000 inwoners;

41 leden in een gemeente boven de 200 000 inwoners.

B

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. Een wethouder heeft toegang tot de vergaderingen en kan aan de beraadslaging deelnemen.

2. Aan artikel 21 wordt een derde lid toegevoegd luidende:

3. Een wethouder kan door de raad worden uitgenodigd om ter vergadering aanwezig te zijn.

C

Artikel 33, derde lid, komt te luiden:

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden met betrekking tot de ambtelijke bijstand en de ondersteuning van de in de raad vertegenwoordigde groeperingen nadere regels gesteld.

D

Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. De raad kan besluiten dat het wethouderschap in deeltijd wordt uitgeoefend.

2. Het vierde lid komt te luiden:

4. De raad stelt bij de benoeming van de wethouders de tijdsbestedingsnorm van elke wethouder vast.

E

Artikel 43, tweede lid, komt te luiden:

2. Met uitzondering van het ontslag, bedoeld in artikel 49, gaat het ontslag in met ingang van de dag, gelegen een maand na de dag waarop hij zijn ontslag heeft genomen of zoveel eerder als zijn opvolger de benoeming heeft aangenomen.

F

In artikel 49 wordt na de eerste volzin ingevoegd: Het ontslag gaat in terstond na de bekendmaking van het ontslagbesluit.

G

Artikel 198, tweede lid, komt te luiden:

2. Indien de raad tot het standpunt komt dat de in de jaarrekening opgenomen baten, lasten of balansmutaties, die niet rechtmatig tot stand zijn gekomen, aan de vaststelling van de jaarrekening in de weg staan, brengt hij dit terstond ter kennis van het college met vermelding van de gerezen bedenkingen.

ARTIKEL II

De Provinciewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 21, tweede lid, komt te luiden:

2. Een gedeputeerde heeft toegang tot de vergaderingen en kan aan de beraadslaging deelnemen.

2. Aan artikel 21 wordt een derde lid toegevoegd luidende:

3. Een gedeputeerde kan door provinciale staten worden uitgenodigd om ter vergadering aanwezig te zijn.

B

Artikel 33, derde lid, komt te luiden:

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden met betrekking tot de ambtelijke bijstand en de ondersteuning van de leden van de in provinciale staten vertegenwoordigde groeperingen nadere regels gesteld.

C

Artikel 42, tweede lid, komt te luiden:

2. Met uitzondering van het ontslag, bedoeld in artikel 49, gaat het ontslag in met ingang van de dag, gelegen een maand na de dag waarop hij zijn ontslag heeft genomen of zoveel eerder als zijn opvolger de benoeming heeft aangenomen.

D

In artikel 49 wordt na de eerste volzin ingevoegd: Het ontslag gaat in terstond na de bekendmaking van het ontslagbesluit.

E

Artikel 202, tweede lid, komt te luiden:

2. Indien provinciale staten tot het standpunt komen dat de in de jaarrekening opgenomen baten, lasten of balansmutaties, die niet rechtmatig tot stand zijn gekomen, aan de vaststelling van de jaarrekening in de weg staan, brengen zij dit terstond ter kennis van gedeputeerde staten met vermelding van de gerezen bedenkingen.

ARTIKEL III

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Naar boven