30 897 Aanpassing van de Vreemdelingenwet 2000 aan richtlijn nr. 2004/82/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de verplichting voor vervoerders om passagiersgegevens door te geven (PbEU L 261)

G VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 10 januari 2013

De vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-raad1 heeft

bij brief van 14 september 2012 enkele vragen gesteld over het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de uitbreiding van de vooraf door de luchtvervoerder te verstrekken passagiersgegevens (standaard API-set).2

De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel heeft op 23 oktober 2012 geantwoord.

Naar aanleiding daarvan heeft de commissie de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op 14 november 2012 een brief gestuurd met een aanvullende vraag.

De staatssecretaris heeft op 21 december 2012 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad, Kim van Dooren

BRIEF AAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Den Haag, 14 november 2012

Bij brief van 14 september 2012 heeft de commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-raad enkele vragen gesteld over het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de uitbreiding van de vooraf door de luchtvervoerder te verstrekken passagiersgegevens (standaard API-set).3 Bij brief van 23 oktober 2012 heeft uw voorganger, de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, de vragen beantwoord. Onder dankzegging voor de beantwoording wenst de commissie nog een aanvullende vraag te stellen.

De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel stelde in zijn brief dat het onderscheid tussen de API-richtlijn en de (voorgestelde) PNR-richtlijn primair gelegen is in het doel waarvoor de gegevens mogen worden gebruikt. Dit heeft consequenties voor de vraag door welke autoriteiten deze gegevens mogen worden gebruikt en welke voorwaarden daarbij gelden, zo stelde de minister. De commissie zou u erkentelijk zijn wanneer u zou willen aangeven welke autoriteiten gebruik mogen maken van de API-dataset en welke autoriteiten gebruik mogen maken van de PNR-gegevens en welke voorwaarden daarbij gelden. De commissie stelt deze vraag om zeker te stellen dat een functionaris die kennis kan nemen van de ene dataset deze gegevens niet gebruikt voor het realiseren van het doel waarvoor de andere dataset is bedoeld.

Graag ontvangt de commissie uw reactie binnen vier weken na dagtekening van deze brief.

De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, P.L. Meurs

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 december 2012

Bij brief van 23 oktober jl. heeft de toenmalige minister voor Immigratie, Integratie en Asiel de vragen beantwoord die door de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad zijn gesteld op 14 september jl. en die betrekking hadden op het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de uitbreiding van de vooraf door de luchtvervoerder te verstrekken passagiersgegevens (standaard API-set)4.

Bij brief van 14 november jl. van de Voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad is een aanvullende vraag gesteld naar aanleiding van het ontwerpbesluit. De commissie verzoekt om aan te geven welke autoriteiten gebruik mogen maken van de Advance Passenger Information (API) dataset en welke autoriteiten van de Passenger Name Record (PNR) dataset, en welke voorwaarden daarbij gelden. De commissie stelt deze vraag om zeker te stellen dat een functionaris die kennis kan nemen van de ene dataset deze gegevens niet gebruikt voor het realiseren van het doel waarvoor de andere dataset is bedoeld.

Zoals reeds aangegeven in de bovenbedoelde brief van 23 oktober jl., is het verschil tussen API- en PNR-gegevens primair gelegen in het doel waarvoor de gegevens mogen worden gebruikt. Dit heeft consequenties voor de vraag door welke autoriteiten deze mogen worden gebruikt en welke voorwaarden daarbij gelden. Daarbij geldt dat het gebruik van beide soorten gegevens nadrukkelijk gescheiden dient te worden.

De uitbreiding van de gegevensset van artikel 2.2a van het Vreemdelingenbesluit 2000 brengt geen verandering in de huidige mogelijkheden tot informatie-uitwisseling tussen betrokken diensten van API- en PNR-gegevens. Deze mogelijkheden zijn ingekaderd op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens en de Wet politiegegevens.

Standaard API-set

API-gegevens, zoals omschreven in het nieuwe artikel 2.2a, derde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000, worden volgens de thans geldende wetgeving gebruikt door de Koninklijke Marechaussee (hierna: KMar), als ambtenaar belast met de grensbewaking, in het kader van het tegengaan van de illegale immigratie en verbetering van de grenscontroles. Deze gegevens worden sinds 1 januari 2012 bij internationale vluchten afkomstig van luchthavens met een (hoog) risico op illegale immigratie, verstrekt aan de KMar, die deze verwerkt in het zogenoemde API-centrum van de KMar. De KMar verwerkt de API-gegevens ten behoeve van de doelstelling, zoals vastgelegd in de API-richtlijn5, te weten het tegengaan van de illegale immigratie en de verbetering van de grenscontroles.

Op de verwerking en uitwisseling van API-gegevens door de KMar is de Wet politiegegevens van toepassing die garanties biedt dat alleen daartoe gerechtigden toegang hebben tot die gegevens. Dit geldt ook voor de vijf extra gegevens die zijn toegevoegd met het besluit houdende wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de uitbreiding van de vooraf door de luchtvervoerder te verstrekken passagiersgegevens (standaard API-set). De in het besluit bedoelde passagiersgegevens zijn, voor zover ze worden verwerkt door de KMar, politiegegevens in de zin van de Wet politiegegevens. Deze verwerking van de passagiersgegevens vindt dus plaats conform deze wet. Dit betekent dat de passagiersgegevens alleen mogen worden verwerkt voor zover dit noodzakelijk is voor de bij of krachtens de Wet politiegegevens geformuleerde doeleinden. De verwerking van passagiersgegevens door de KMar vindt plaats ten behoeve van de grenscontroles en het tegengaan van illegale immigratie. Dit doel valt binnen het kader van de uitvoering van de dagelijkse politietaak, bedoeld in artikel 8 van de Wet politiegegevens. De waarborgen die de Wet politiegegevens biedt ter bescherming van de rechten van betrokkenen, gelden onverkort.

PNR-gegevens

Met het besluit houdende wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de uitbreiding van de vooraf door de luchtvervoerder te verstrekken passagiersgegevens (standaard API-set) wordt, zoals reeds aangegeven, nadere uitvoering gegeven aan de API-richtlijn. Het besluit loopt niet vooruit op de ontwerp EU PNR-richtlijn, waarover momenteel op het niveau van de Europese Unie wordt onderhandeld. Het gegeven dat sommige velden van het standaard API-bericht overlappen met die van de gegevensset van de ontwerp EU PNR-richtlijn, doet niet af aan de doelbinding van de API-richtlijn en de genoemde nationale wettelijke kaders waarbinnen moet worden gewerkt.

Het besluit laat tevens onverlet de huidige situatie van toegang tot en gebruik van PNR-gegevens in Nederland. Ik verwijs u voor een beschrijving naar de brief van de minister van Veiligheid en Justitie van 6 september 20116. Zoals blijkt uit die brief, worden PNR-gegevens thans niet structureel verstrekt aan de overheid. Wel heeft de douane toegang tot het systeem van enkele luchtvaartmaatschappijen, waarin PNR en API-data zijn opgenomen. Deze gegevens gebruikt de douane voor de uitoefening van haar douanetaken.

Verder kunnen passagiersgegevens van belang zijn in individuele gevallen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek. Op grond van artikel 126nd van het Wetboek van Strafvordering kan de officier van justitie, onder voorwaarden, gegevens vorderen. De betrokken opsporingsdienst kan vervolgens in een concreet opsporingsonderzoek kennisnemen van deze gegevens.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Broekers-Knol (VVD), Slagter-Roukema (SP), Franken (CDA), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Meurs (PvdA) (voorzitter), Quik-Schuijt (SP), Strik (GL), Lokin-Sassen (CDA), Scholten (D66), Th. de Graaf (D66), De Boer (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Beuving (PvdA), Schrijver (PvdA), M. de Graaff (PVV) (vice-voorzitter), Reynaers (PVV), Popken (PVV), Huijbregt-Schiedon (VVD), Schouwenaar (VVD), Swagerman (VVD)

X Noot
2

Zie Kamerstukken 30 897, F.

X Noot
3

Zie Kamerstukken 30 897, F.

X Noot
4

Kamerstukken I 2012/2013, 30 897, F.

X Noot
5

Richtlijn nr. 2004/82/EG betreffende de verplichting voor vervoerders om passagiersgegevens door te geven (PbEU L 261).

X Noot
6

Zie de brief van de Minister van Veiligheid en Justitie van 6 september 2011 (Tweede Kamer, Aanhangsel Handelingen, 2010/2011, nr. 3426) en de brief van de Minister van Justitie van 11 november 2008 (Kamerstukken II 2008/2009, 23 490 en 22 112, nr. 531).

Naar boven