nr. 12
AMENDEMENT VAN HET LID ROEMER
Ontvangen 22 januari 2008
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel 2.10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2.10a
1. Het is een vervoerder verboden vervoer te verrichten met gebruikmaking
van bestuurders van vrachtauto’s die niet bij hem in dienstbetrekking
zijn.
2. Ten blijke van de in het eerste lid bedoelde dienstbetrekking
wordt door de vervoerder en de bestuurder van een vrachtauto gezamenlijk een
verklaring opgesteld waarin in ieder geval wordt vermeldt dat:
a. het vervoer voor rekening en risico van de vervoerder wordt verricht;
en
b. tussen de vervoerder en de bestuurder van een vrachtauto sprake
is van een loons- en gezagsverhouding.
3. Onze Minster stelt het model vast van de in het tweede lid bedoelde
verklaring.
4. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven over
de gevallen waarin Onze Minister ontheffing kan verlenen van het in het eerste
lid vermelde verbod, alsmede over de in die gevallen benodigde documenten.
5. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend en aan een
ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.
6. Door overtreding van het verbod, bedoeld in het eerste lid, wordt
niet langer voldaan aan de eis betrouwbaarheid.
Toelichting
In de oude WGW was de eis van een vaste dienstbetrekking opgenomen. Deze
eis bood de werknemer (ook de werknemer die via een uitzendovereenkomst in
dienst is) bescherming tegen concurrentie op arbeidsvoorwaarden. Zonder deze
eis zullen de in de CAO vastgelegde arbeidsvoorwaarden voor vaste werknemers
ernstig aan waarde inboeten, omdat vervoersbedrijven de keuze hebben om gebruik
te maken van een chauffeur die niet in vast dienstverband is en dus buiten
de CAO valt.
Tevens leidt het schrappen van deze eis tot een problematische situatie
omtrent de integriteitsverklaring, zoals deze in de WWG geformuleerd wordt.
Deze verklaring kan geweigerd worden, wanneer de rechter niet-nakoming van
de geldende voorschriften inzake de financiële arbeidsvoorwaarden vaststelt.
Bij het ontbreken van een vaste dienstbetrekking is onduidelijk wat hier nog
onder verstaan wordt.
Roemer