30 891
Kabinetsformatie 2006

nr. 7
BRIEF VAN DE FORMATEUR

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 februari 2007

Hierbij zend ik u, daartoe gemachtigd door Hare Majesteit de Koningin, afschrift van het verslag van mijn formatiewerkzaamheden. Tevens bied ik u aan de relevante stukken die tijdens de informatie- en formatiewerkzaamheden ter tafel zijn geweest1. Tenslotte gaat hierbij een lijst van aan de informateurs en aan de formateur toegezonden brieven, nota’s en adviezen1.

Met de meeste hoogachting,

J. P. Balkenende

Aan de Koningin

Den Haag, 22 februari 2007

Majesteit,

Op 9 februari 2007 verstrekte u mij de opdracht om – gelet op het verslag van de informateur d.d. 9 februari 2007 en de daarin vervatte conclusie – op de kortst mogelijke termijn een kabinet te vormen van CDA, PvdA en ChristenUnie. Ik heb daarop verzocht deze opdracht in beraad te mogen houden in afwachting van mijn bevindingen terzake. Regelmatig heb ik u op de hoogte mogen houden van het verloop van mijn werkzaamheden.

De informateur heeft in bovengenoemd verslag vastgesteld dat de fractievoorzitters van CDA, PvdA en ChristenUnie bereid waren medewerking te verlenen aan de totstandkoming van een kabinet van CDA, PvdA en ChristenUnie met als programmatische basis het Coalitieakkoord van 7 februari 2007. Tegen deze achtergrond heb ik een aantal gesprekken met de waarnemend fractievoorzitter van het CDA en de fractievoorzitters van de PvdA en de ChristenUnie gezamenlijk gevoerd. In deze besprekingen heb ik overleg gevoerd over de samenstelling van het kabinet, de verdeling van de ministers- en staatssecretarisposten en de kandidaten voor ministersposten en staatssecretariaten. Voorts heb ik met hen de taakomschrijvingen van de staatssecretarissen besproken.

De uitkomst van deze besprekingen is dat, gelet op de bijzondere aandacht die dient uit te gaan naar het nader tot een oplossing brengen van belangrijke maatschappelijke vraagstukken op het terrein van wonen, wijken en integratie en van jeugd en gezin, is besloten tot het voordragen voor benoeming van programmaministers, belast met aangelegenheden betreffende Wonen, Wijken en Integratie en betreffende Jeugd en Gezin. Beide genoemde programmaministers krijgen – op basis van een in te dienen wet – een eigen programmabegroting en zullen worden ondersteund door een programma DG.

Besloten is verder af te zien van een minister zonder portefeuille, belast met aangelegenheden betreffende Integratie, Jeugdbescherming, Preventie en Reclassering en van een minister zonder portefeuille belast met Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties.

Verder is in lijn met het inmiddels staande gebruik besproken dat de staatssecretaris van Economische Zaken in het buitenland de titel voert van minister voor Buitenlandse Handel, en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken die van minister voor Europese Zaken.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken is qualitate qua aanwezig in de ministerraad.

Op 13, 14, 15, 16 en 19 en 20 februari heb ik de kandidaat-ministers en kandidaat-staatssecretarissen ontvangen. Ook met hen heb ik de taakomschrijving besproken.

Op 20 februari heb ik de resultaten van deze besprekingen en het concept van mijn eindverslag aan u besproken met de waarnemend fractievoorzitter van het CDA en met de fractievoorzitters van de PvdA en van de ChristenUnie. Zij hebben de (concept-)conclusies onderschreven.

Voorts heb ik een telefonisch onderhoud gehad met de gevolmachtigde minister van de Nederlandse Antillen en de gevolmachtigde minister van Aruba, teneinde hen te informeren en hun inzicht in te winnen met betrekking tot de behartiging van Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse aangelegenheden. Aan het transitieproces van de bestuurlijke herinrichting van de Nederlandse Antillen zal door het kabinet de benodigde aandacht worden gegeven.

Op 22 februari heeft de constituerende vergadering plaatsgevonden. Mede ter uitvoering van afspraken in het Coalitieakkoord is afgesproken te bevorderen dat de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van kinderopvang en van emancipatie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden overgedragen aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en dat de aangelegenheden op het terrein van integratie en van inburgering overgaan van het ministerie van Justitie naar het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Na afloop van de constituerende vergadering heb ik u kunnen meedelen de mij gegeven opdracht te aanvaarden.

Naar aanleiding daarvan kan ik u voorts mededelen dat de volgende personen bereid zijn als minister tot het kabinet toe te treden:

Mr. dr. J. P. BalkenendeMinister-President, Minister van Algemene Zaken
  
Drs. W. J. BosMinister van Financiën tevens eerste vice-minister-president
  
Mr. A. RouvoetMinister voor Jeugd en Gezin tevens tweede vice-minister-president
  
Drs. M. J. M. VerhagenMinister van Buitenlandse Zaken
  
Dr. E. M. H. Hirsch BallinMinister van Justitie
  
Mevrouw dr. G. ter HorstMinister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
  
Dr. R. H. A. PlasterkMinister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
  
De heer E. van MiddelkoopMinister van Defensie
  
Mevrouw dr. J. M. CramerMinister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
  
Ir. C. M. P. S. EurlingsMinister van Verkeer en Waterstaat
  
Mevrouw M. J. A. van der HoevenMinister van Economische Zaken
  
Mevrouw G. VerburgMinister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
  
Mr. J. P. H. DonnerMinister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
  
Dr. A. KlinkMinister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
  
Drs. A. G. KoendersMinister voor Ontwikkelingssamenwerking
  
Mevrouw drs. C. P. VogelaarMinister voor Wonen, Wijken en Integratie
  
De volgende personen zijn bereid als staatssecretaris tot het kabinet toe te treden:
  
Drs. F. C. G. M. TimmermansStaatssecretaris van Buitenlandse Zaken
  
Mevrouw mr. N. AlbayrakStaatssecretaris van Justitie
  
Mevrouw drs. A. Th. B. Bijleveld-SchoutenStaatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
  
Mevrouw J. M. van Bijsterveldt-VliegenthartStaatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
  
Mevrouw S. A. M. DijksmaStaatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
  
Mr. drs. J. C. de JagerStaatssecretaris van Financiën
  
De heer C. van der KnaapStaatssecretaris van Defensie
  
Mevrouw J. C. Huizinga-HeringaStaatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
  
Drs. F. HeemskerkStaatssecretaris van Economische Zaken
  
Ing. A. AboutalebStaatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
  
Mevrouw dr. M. BussemakerStaatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Op grond van bovenstaande moge ik u in overweging geven geen ontslag als minister te geven aan mr. dr. J. P. Balkenende, aan dr. E. M. H. Hirsch Ballin en aan mevrouw M. J. A. van der Hoeven en de overige bovengenoemde personen tot minister respectievelijk staatssecretaris te benoemen.

Gaarne dank ik u voor het in mij gestelde vertrouwen.

Met gevoelens van hoge achting,

J. P. Balkenende


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven