nr. 42
BRIEF VAN DE MINISTER PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juli 2007
Graag voldoe ik aan het verzoek van uw Kamer om – mede namens de
minister en de staatssecretaris van Financiën – het kabinetsstandpunt
over het rapport van de Commissie Lundqvist kenbaar te maken. Dit rapport
is op 28 juni jl. reeds door de staatssecretaris van Financiën aan
uw Kamer aangeboden (kamerstuk 30 891, nr. 41).
In de brief van 15 mei jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over
het feit dat de staatssecretaris van Financiën een onafhankelijk onderzoek
had laten instellen door de heer Lundqvist (kamerstuk 30 891, nr. 39).
Dit in reactie op beweringen in de media over zijn handelswijze als ondernemer
in relatie tot zijn politiek functioneren. De invulling van het onderzoek
is geheel en al aan de heer Lundqvist zelf overgelaten. Met het uitkomen van
het rapport van de Commissie Lundqvist is volledige openheid van zaken gegeven
over het bedrijf ISM eCompany tijdens de periode dat de staatssecretaris daar
functioneerde als (algemeen) directeur.
De staatssecretaris van Financiën heeft reeds zijn waardering uitgesproken
voor de grondigheid van het door de Commissie Lundqvist geleverde werk.
De Commissie heeft in haar rapport de volgende conclusies geformuleerd.
«1. De Commissie is tot het oordeel gekomen dat ten aanzien van
gedrag en beleid van de heer De Jager niet kan worden gesproken van verwijtbaar
gedrag en handelen. Wel heeft de Commissie vastgesteld dat in algemene zin
gesproken moet worden van vormen van onvolkomenheden en kinderziektes in het
gevoegde administratieve beleid, die overigens niet alleen aan de heer De
Jager zijn toe te schrijven.
Ook is er sprake van onvolkomenheden in de arbeidsovereenkomst,
waarvan de facto geen enkele werknemer nadeel heeft ondervonden en die ook
niet tot geschillen hebben geleid.
2. Daarmee is naar het oordeel van de Commissie ook ingegaan op de vragen
die in de berichtgeving over dit onderwerp naar voren zijn gebracht.»
Deze conclusies worden door mijzelf en door de minister en staatssecretaris
van Financiën onderschreven.
De Commissie Lundqvist heeft op een aantal punten aangegeven dat zaken
anders en beter hadden gekund en gemoeten. De staatssecretaris heeft ook aangegeven
dat hij – met de kennis van nu – een aantal zaken anders zou hebben
geregeld.
De beoordeling van de ernst van de bovengenoemde onvolkomenheden is voor
de commissie de basis geweest om te spreken van niet verwijtbaar gedrag. Dit
sterkt het kabinet in de overtuiging dat staatssecretaris De Jager in zijn
periode als ondernemer integer heeft gehandeld. De uitkomsten van dit rapport
staan naar het oordeel van het kabinet het functioneren van de heer De Jager
als staatssecretaris van Financiën dan ook niet in de weg.
De minister-president, minister van Algemene Zaken,
J. P. Balkenende