nr. 6
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VOOR INTEGRATIE, JEUGDBESCHERMING,
PREVENTIE EN RECLASSERING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2006
Op 12 december 2006 is een amendement ingediend naar aanleiding van
de 2e suppletoire begroting 2006 van Justitie. Het betreft een wijziging in
de begrotingsstaten van Justitie (30 885 VI) in het kader van de nazorg
aan ex-gedetineerden zonder justitiële titel. Onderstaand vindt u de
schriftelijke reactie op dit amendement.
Amendement 4 van het lid Van der Staaij c.s.
Onderwerp : Nazorg ten aanzien van ex-gedetineerden
zonder justitiële titel
Wij ontraden de Kamer dit amendement.
Er is geen tekort aan middelen voor plaatsingen in justitiële trajecten.
Wanneer dit amendement wordt aangenomen houdt dit het volgende in:
• het geld wordt niet uitgegeven omdat er géén tekort
is aan justitiële plaatsen;
• of het geld wordt wel uitgegeven maar komt dan ten goede aan plaatsingen
voor niet-justitiabelen. Voor deze plaatsingen zijn gemeenten verantwoordelijk
en niet de Minister van Justitie, noch de Minister voor Integratie, Jeugdbescherming,
Preventie en Reclassering.
Met dit amendement wordt in feite een exploitatietekort dat bij Stichting
Exodus ontstaat, gedekt. Wij zijn daar niet verantwoordelijk voor.
De Minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin
De Minister voor Integratie, Jeugdbescherming, Preventie en Reclassering,
M. C. F. Verdonk