30 882
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Macedonië inzake sociale zekerheid, met slotprotocol en administratief akkoord; ’s-Gravenhage, 17 oktober 2005

B
nr. 2
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 17 februari 2006 en het nader rapport d.d. 13 oktober 2006, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 17 februari 2006, no.06 000567, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Macedonië inzake sociale zekerheid, met slotprotocol en administratief akkoord; ’s-Gravenhage, 17 oktober 2005 (Trb. 2005, 326), met toelichtende nota.

De Raad van State onderschrijft de strekking van het Verdrag, maar maakt een opmerking met betrekking tot de Zorgverzekeringswet en het EG-Associatieakkoord. Hij is van oordeel dat in verband daarmee enige aanpassing van de toelichtende nota wenselijk is.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 17 februari 2006, no. 06.000567, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 10 maart 2006, nr. W12.06.0036/IV, bied ik U hierbij aan.

1. Zorgverzekeringswet

a. In de toelichtende nota wordt een aantal keren gerefereerd aan de Ziekenfondswet. Daarmee wordt de indruk gewekt dat dit verdrag van toepassing is op de Ziekenfondswet en dat door de inwerkingtreding ervan personen zijn verzekerd ingevolge de Ziekenfondswet.¹ Aan het eind van de toelichting wordt echter gesteld dat de Ziekenfondswet ingevolge de inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet per 1 januari 2006 is ingetrokken.

De Raad adviseert de toelichtende nota te actualiseren, zodat niet de indruk wordt gewekt dat personen nog steeds verzekerd kunnen zijn ingevolge de Ziekenfondswet.

b. Het verdrag is materieel van toepassing op de Zorgverzekeringswet, omdat deze wet een socialezekerheidswet is inzake ziekteverzekering (artikel 2, eerste lid, onderdeel B, onder 1, van het verdrag). Het slotprotocol bepaalt echter dat met betrekking tot het recht op verstrekkingen krachtens de Nederlandse wetgeving hoofdstuk 1 van deel III (ziekte en moederschap) alleen van toepassing is op personen die zijn verzekerd krachtens de bepalingen van de Ziekenfondswet. Ook wordt in het administratief akkoord verwezen naar het ziekenfonds (artikelen 5 en 6). Hierdoor is het verdrag voor wat betreft de toepassing ervan niet van toepassing op verzekerden ingevolge de Zorgverzekeringswet.

Nederland streeft naar verdragswijziging van alle socialezekerheidsverdragen waar naar de Ziekenfondswet wordt verwezen. Volgens de toelichtende nota zijn, teneinde de aanspraken op medische zorg niet in gevaar te brengen en vooruitlopend op formele verdragswijzigingen, alle verdragspartners in 2005 benaderd met het verzoek om goed te vinden, dat het desbetreffende verdrag wordt toegepast op verzekerden ingevolge de Zorgverzekeringswet en hun gezinsleden en op rechthebbenden op een Nederlands pensioen en hun gezinsleden. Het voorlichtingsmateriaal van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gaat ervan uit dat personen die wonen in een verdragsland en een Nederlandse uitkering of pensioen ontvangen, in dat land ten laste van Nederland aanspraak kunnen maken op zorg.¹ Dit is, gelet op de ontbrekende formele verdragswijzigingen, nog niet zeker.

De Raad adviseert in de toelichtende nota in te gaan op de reactie van de verdragslanden op het verzoek van Nederland en de eventuele gevolgen van een afwijzende reactie op de rechten van uitkerings- en pensioengerechtigden in de verdragslanden.

2. EG-Associatieakkoord

In het verdrag en het administratief akkoord zijn bepalingen opgenomen om de rechtmatigheid van betalingen te kunnen controleren ten aanzien van gerechtigden van een Nederlandse uitkering die in Macedonië wonen. Ingevolge artikel 46 van het EG-Associatieakkoord met Macedonië² stelt de Associatieraad passende bepalingen en gedetailleerde regels op ter coördinatie van sociale zekerheid. Een en ander brengt mee dat deels al voorzien kan zijn in de materie van het verdrag en het administratief akkoord.

Met het oog daarop adviseert de Raad in de toelichtende nota in te gaan op de wijze waarop bij de uitvoering van het verdrag rekening zal worden gehouden met het EG-Associatieakkoord en met de bijbehorende regels en bepalingen zoals vastgesteld door de Associatieraad.

Naar aanleiding van de in punt 1 en 2 gemaakte opmerkingen van de Raad van State inzake de Zorgverzekeringswet en het EG-Associatieakkoord is de toelichtende nota gewijzigd en aangevuld.

De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld Verdrag wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. Bot

---

1 Zie paragraaf III, Regels voor uitkeringen en verstrekkingen, en paragraaf IV, Slotprotocol.

1 http://www.minvws.nl/folders/z/2005/ ziektekostenverzekering-voor-mensen-die-in-het-buitenland-wonen.asp; de folder «Ziektekostenverzekering voor mensen die in het buitenland wonen» geeft informatie voor personen die in het buitenland wonen en een wettelijk pensioen of uitkering uit Nederland ontvangen of in het buitenland wonen en in Nederland werken.

2 Stabilisatie- en Associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds; Luxemburg, 9 april 2001 (Trb. 2001, 8).