30 880
Vaststelling van een nieuwe Politiewet (Politiewet 200.)

nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 januari 2008

Eind 2008 zal het Kabinet een besluit nemen over de voortzetting van de behandeling van het wetsvoorstel tot invoering van een landelijke politieorganisatie1. Om dit besluit te kunnen nemen zijn met de korpsbeheerders specifieke afspraken gemaakt over de resultaten die eind 2008 moeten zijn behaald door middel van samenwerking op de terreinen ICT, personeel, materieel en bovenregionale samenwerking. U bent hierover geïnformeerd per brief van 13 juli jl. (30 880, nr. 6).

Tijdens het wetgevingsoverleg op 19 november over artikel 2 politie van de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (31 200 VII/ 29 628, nr. 42) hebben wij u toegezegd u te informeren over de voortgang op de samenwerkingsafspraken. Bijgaand ontvangt u de door de korpsbeheerders opgestelde eerste voortgangsrapportage2. Uit de voortgangsrapportage blijkt dat er op een aantal afspraken duidelijke voortgang is geboekt en dat op een beperkt aantal terreinen de beoogde resultaten al zijn bereikt. Zo zijn er inmiddels afspraken gemaakt met de korpsbeheerders over diversiteit (hierover bent u per brief van 5 november jl. (28 824/29 628, nr. 35) geïnformeerd) en zijn er afspraken gemaakt over de overgang van de divisie logistiek van het Korps landelijke politiediensten naar de Voorziening tot Samenwerking Politie Nederland (VtsPN). Op het terrein van andere afspraken zal de politie het komend jaar nog flinke voortgang moeten boeken om eind 2008 de afgesproken resultaten te hebben bereikt. Zo vragen de implementatie van de basisvoorzieningen handhaving en opsporing een forse inspanning van de korpsen.

Naar aanleiding van het algemeen overleg over de samenwerkingsafspraken heeft uw Kamer een motie aangenomen, waarin de regering verzocht wordt te bevorderen dat er voor 1 september 2008 één landelijk loket werving en selectie wordt opgericht.

Daarnaast wordt de regering verzocht te bevorderen dat de selectieprocedure niet langer dan 3 maanden duurt. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft hierover met de korpsbeheerders gesproken.

De korpsbeheerders zullen de motie uitvoeren bij de uitwerking van de samenwerkingsafspraak over werving en selectie. In plaats van de in de motie gestelde datum van 1 september 2008 zal de motie conform de termijn die aan de samenwerkingsafspraken is gesteld eind 2008 zijn uitgevoerd.

Inmiddels hebben wij de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid verzocht vanaf medio 2008 een onderzoek te doen naar de stand van zaken en de voortgang op het terrein van de samenwerkingsafspraken. Aan de hand van de derde en laatste voortgangsrapportage van de korpsbeheerders en de uitkomsten van het onderzoek van de Inspectie OOV zal het Kabinet een besluit nemen over het voortzetten van de behandeling van de nieuwe politiewet.

Daarnaast hebben wij u toegezegd u een nulmeting te doen toekomen van alle afspraken. Over de nulmeting van de ICT-afspraken bent u geïnformeerd per brief van 5 november jl. In de voortgangsrapportage van de korpsbeheerders is per afspraak een nulmeting aangegeven.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Politiewet 200., Kamerstuk 2006–2007, 30 880.

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven