30 880 Vaststelling van een nieuwe Politiewet (Politiewet 200.)

Nr. 23 AMENDEMENT VAN HET LID BERNDSEN

Ontvangen 28 november 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel 1, eerste lid, komt onderdeel g te luiden:

  • g. regiovoorzitter: een voorzitter van een regionale eenheid als bedoeld in artikel 2a;.

II

Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

  • 1. De burgemeesters van de gemeenten uit de regio wijzen uit hun midden een regiovoorzitter aan.

  • 2. De regiovoorzitter kan door de burgemeesters van de gemeenten uit de regio worden geschorst en ontheven uit zijn functie.

  • 3. De regiovoorzitter voert overleg met de burgemeesters van de gemeenten uit de regio alvorens met de minister in overleg te treden als bedoeld in hoofdstuk 3.

  • 4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de regiovoorzitter.

III

In artikel 18 wordt «regioburgemeesters» telkens vervangen door: regiovoorzitters.

IV

In artikel 19 wordt «regioburgemeesters» telkens vervangen door: regiovoorzitters.

V

In artikel 20 wordt «regioburgemeesters» vervangen door: regiovoorzitters.

VI

In artikel 28 wordt «regioburgemeesters» telkens vervangen door: regiovoorzitters.

VII

In artikel 38, tweede lid, wordt «regioburgemeester» telkens vervangen door: regiovoorzitter.

VIII

In artikel 39 wordt «regioburgemeester» telkens vervangen door: regiovoorzitter.

IX

In artikel 40 wordt «regioburgemeester» telkens vervangen door: regiovoorzitter.

X

In artikel 41 wordt «regioburgemeester» vervangen door: regiovoorzitter.

XI

In artikel 56, derde lid, wordt «regioburgemeester» vervangen door: regiovoorzitter.

Toelichting

Dit amendement beoogt de functie van regioburgemeester te veranderen in de functie van regiovoorzitter.

In het nieuwe politiebestel is in iedere politieregio een regioburgemeester voorzien. Hij wordt verantwoordelijk voor het vaststellen van de regionale prioriteiten en kent een formele positie ten aanzien van het beleidsplan, jaarverslag, in de escalatielijn naar de minister indien geen overeenstemming bestaat over regionale prioriteiten en heeft een adviesrol ten aanzien van de benoeming van de korpschef.

Deze constellatie sluit niet aan bij de doelstelling van minder bestuurlijke drukte door het creëren van twee bestuurslagen namelijk nationaal en lokaal. Bovendien dient bij nationalisering geen verkapte korpsbeheerdersfunctie te ontstaan die in het verlengde van de minister wordt uitgevoerd. Daarnaast is het in het belang van scheiding der machten niet wenselijk dat een regioburgemeester in directe relatie tot de minister zijn taken uitvoert.

Zodoende wordt voorgesteld om:

  • de voorgestelde functie van regioburgemeester te vervangen door een regiovoorzitter die door burgemeesters zelf en uit hun midden wordt gekozen.

  • De regiovoorzitter wordt niet opgetuigd met een eigen staf.

  • Hij draagt zorg voor overeenstemming tav politie-inzet binnen het gebied

  • fungeert als aanspreekpunt voor de politiechef van de regionale eenheid en de minister,

  • adviseert pas na raadpleging van de burgemeesters binnen het eenheidsgebied over beheersplannen, beleidsplannen en benoemingen etc.

Op deze wijze wordt voorzien in draagvlak onder burgemeesters gedurende het proces en wordt vanuit de doelstelling van minder bestuurlijke drukte geen nieuwe bestuurslaag gecreëerd.

Wijziging van artikel 1, onderdeel g en alle overige wetsartikelen die de regioburgemeester betreffen door benaming te veranderen in regiovoorzitter en de taakstelling te wijzigen zoals hierboven omschreven.

Berndsen

Naar boven