nr. 54
VERSLAG OVER HET ADRES1 VAN N. EN J. D.
TE G.2 BETREFFENDE HET LAGE TARIEF MOTORRIJTUIGENBELASTING
Vastgesteld 13 september 2007
De commissie3, gezien de door de staatssecretaris
van Financiën verstrekte inlichtingen,
overwegende,
dat adressanten zich erover beklagen dat de staatssecretaris van Financiën
heeft geweigerd om op grond van de hardheidsclausule ex artikel 63 van de
Algemene wet inzake rijksbelastingen goed te keuren dat op hun bestelauto
het lage tarief (ook wel gehandicaptentarief genoemd) motorrijtuigenbelasting
van toepassing is,
dat adressanten deze bestelauto in 1998 hebben aangeschaft ten behoeve
van hun gehandicapte zoon, die in 2001 is overleden,
dat adressanten de bestelauto, waarvan de aanpassingen inmiddels zijn
verwijderd, hebben behouden, deels om emotionele redenen en deels omdat de
auto naar hun ervaring onverkoopbaar is,
dat per 1 juli 2005 het zogenoemde grijze kenteken is afgeschaft
en houders van een bestelauto met grijs kenteken vanaf die datum het normale
tarief motorrijtuigenbelasting verschuldigd zijn, tenzij de auto wordt gebruikt
voor het vervoer van een gehandicapte en een hulpmiddel, in welk geval het
lage of gehandicaptentarief geldt,
dat dit lage tarief overigens inmiddels nog gedurende een jaar na het
overlijden van de gehandicapte blijft gelden,
dat de wetgever bewust geen overgangsregeling heeft getroffen voor degenen
die ten tijde van de wetswijziging in 2005 reeds in het bezit waren van een
bestelauto,
dat de wetgever verder bewust het lage tarief uitsluitend heeft gehandhaafd
voor de bestelauto die wordt gebruikt voor het vervoer van een gehandicapte,
dat de auto van adressanten al vanaf 2001 nu eenmaal niet gebruikt
wordt op de wijze waarvoor het lage tarief bedoeld is,
dat het gevolg daarvan door de wetgever is voorzien en de staatssecretaris
derhalve terecht geen toepassing heeft gegeven aan de hardheidsclausule;
van oordeel,
dat niet is gebleken dat ten aanzien van adressanten een onjuist fiscaal
beleid is gevoerd,
stelt de Kamer voor ten aanzien van dit adres over te gaan tot de orde
van de dag.
De voorzitter van de commissie,
Remkes
De griffier van de commissie,
Van Dijk
XNoot
1Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste
hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange
Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.
XNoot
2Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.
XNoot
3De commissie bestaat uit de leden: Remkes (VVD) voorzitter, Van Gent (GL),
Depla (PvdA), Jager (CDA) ondervoorzitter, Dezentjé Hamming (VVD),
Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Luijben (SP), J. Kortenhorst (CDA) en E.W.
Anker (CU) en de plaatsvervangende leden Azough (GL), Blok (VVD), Cörüz
(CDA), Van Miltenburg (VVD) en Blanksma-van den Heuvel (CDA).