30 862 Goedkeuring van het op 21 december 2005 te Middelburg tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest betreffende de uitvoering van de ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium (Trb. 2005, 310)

Nr. 82 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juni 2012

Tijdens de regeling van werkzaamheden van uw Kamer van 31 mei 2012 (Handelingen II, 2011/12, nr. 90, Regeling van Werkzaamheden) hebben enkele leden vragen gesteld over natuurherstel in de Westerschelde naar aanleiding van het bericht dat de Europese Commissie heeft besloten ten aanzien van dit dossier een infractieprocedure tegen Nederland te starten. In reactie op de verschillende vragen wil ik als volgt reageren.

Mevrouw Van Veldhoven informeerde naar de opties die het volgende kabinet heeft ten aanzien van natuurherstel in de Westerschelde. Nu het kabinet besloten heeft geen besluit meer te nemen over natuurherstel in de Westerschelde, is het evenmin passend om de opties voor een volgend kabinet te schetsen. De brief van de Europese Commissie, waarin de Commissie aangeeft dat Nederland naar haar oordeel niet voldoet aan de verplichting op grond van artikel 6, tweede lid, van de Habitatrichtlijn, treft u als bijlage aan1. Een reactie hierop zal ik binnen de door de Commissie gevraagde termijn formuleren.

De heer Koppejan vraagt naar een reactie op de door hem aangehouden motie (TK 2011–2012, 30 862, nr. 72). Mijn oordeel over deze motie heb ik gegeven in het debat over natuurherstel in de Westerschelde van 16 mei 2012 (Handelingen II 2011/12, nr. 84, item 3, blz. 3–26).

De brief van de Europese Commissie geeft geen aanleiding dat oordeel te herzien.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven