30 862 Goedkeuring van het op 21 december 2005 te Middelburg tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest betreffende de uitvoering van de ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium (Trb. 2005, 310)

Nr. 81 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 mei 2012

Op 22 mei 2012 heeft uw Kamer gestemd over de moties die zijn ingediend tijdens het debat van 16 mei 2012 over het kabinetsbesluit inzake natuurherstel in de Westerschelde (Handelingen II, 2011/12, nr. 85). Stemming over een drietal moties (motie-Jacobi c.s., motie-Van Veldhoven en motie-Van Gerven; Tweede Kamer 2011–2012, 30 862, nrs. 65, 67 en 68) wees uit dat het kabinetsbesluit niet op een meerderheid in uw Kamer kon steunen.

Na kennisgenomen te hebben van de uitslag van de stemming van uw Kamer heeft de Vlaamse minister-president Peeters minister Rosenthal en mij met brieven van 22 mei 2012 laten weten de geschillenbeslechtingsprocedure op grond van artikel 10 van het Scheldeverdrag op te starten. Beide brieven van de Vlaamse minister-president treft u als bijlage bij deze brief aan1.

Het kabinet zal, gezien de demissionaire status, geen besluit nemen over natuurherstel in de Westerschelde. Als wij door de Vlaamse regering of de Europese Commissie worden uitgenodigd voor een gesprek, zullen wij dit toelichten.

Het lid Van Veldhoven heeft naar aanleiding van de stemmingen gevraagd geïnformeerd te willen worden over de vraag wat er gebeurt met de middelen die vrijvallen ten gevolge van het feit dat uw Kamer niet heeft ingestemd met het kabinetsvoorstel. Er geen sprake van vrijvallende middelen, omdat er geen besluit in de plaats is getreden van het alternatief dat niet door uw Kamer werd gesteund.

In reactie op de motie-Van Gerven (Tweede Kamer 2011–2012, 30 862, nr. 80) kan ik u melden dat reeds constructief contact plaatsvindt tussen genoemde havens over onder andere de toekomstige ontwikkeling van de containervaart en hoe tot een goede samenwerking kan worden gekomen. Zij moeten bij de samenwerking natuurlijk wel binnen de mededingingsregels blijven. Mijn ambtsgenoot van I&M zal uw motie in dat overleg tussen de zeehavens onder de aandacht brengen.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven