30 862
Goedkeuring van het op 21 december 2005 te Middelburg tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest betreffende de uitvoering van de ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium (Trb. 2005, 310)

nr. 11
MOTIE VAN HET LID KOPPEJAN C.S.

Voorgesteld in het Wetgevingsoverleg van 10 december 2007

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat:

– natuurherstel in het Westerscheldegebied noodzakelijk is;

– de Kamer zich met de moties Van den Berg (1998) en Van der Staaij (2006) eerder heeft uitgesproken tegen (gedwongen) ontpoldering;

constaterende, dat:

– het ter ratificatie aangeboden verdrag betreffende de uitvoering van de ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium, de ontpoldering van de Hertogin Hedwigepolder en het Zwin met name noemt;

– de interpretatieve verklaring uitspreekt dat de werken ten bate van ontpoldering van de Hertogin Hedwigepolder en het Zwin uiterlijk in 2010 in uitvoering moeten zijn genomen;

– er hierdoor tijd is om alternatieven te vinden voor de ontpoldering van de Hertogin Hedwigepolder en het Zwin;

– de interpretatieve verklaring uitspreekt dat geen landbouwgronden onteigend worden voordat overleg met de Tweede Kamer heeft plaatsgevonden;

– er kansrijke alternatieven zijn voor ontpoldering waaronder bijvoorbeeld de verlaging van het Land van Saeftinghe en de aanleg van buitendijks schor langs de kust van Zeeuws Vlaanderen;

– met alternatieve natuurherstelprojecten anders dan ontpoldering een bijdrage aan natuurherstel in het Westerscheldegebied kan worden geleverd, waarmee Nederland kan voldoen aan zijn (Europese) verplichtingen om de natuur in de Zeeuwse delta goed te beheren;

spreekt uit:

– dat de Kamer bereid is, de Scheldeverdragen met gezwinde spoed goed te keuren;

– dat er onderzocht dient te worden of toereikende alternatieve natuurherstelmaatregelen mogelijk zijn anders dan gedwongen ontpoldering, waarbij vastgehouden wordt aan de doelstelling om 600 hectare estuariene natuur te realiseren;

– dat vijf jaar na ratificatie van de verdragen een evaluatie plaatsvindt van de afspraken met betrekking tot natuurherstel en de Kamer hierover wordt geïnformeerd;

verzoekt de regering na overleg met de Tweede Kamer en de provincie Zeeland een onafhankelijke commissie in te stellen die onderzoekt of en, zo ja, welke alternatieve natuurherstelmogelijkheden er zijn om minimaal 600 hectare natuur te realiseren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Koppejan

Roefs

Cramer

Naar boven