nr. 11
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN DEPLA EN VAN BOCHOVE TER
VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8
Ontvangen 5 november 2007
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel K, komt te luiden:
K
Artikel 8 komt te luiden:
Artikel 8
1. Onze Minister stelt een landelijke geschillencommissie Overleg
huurders verhuurder in.
2. Geschillen die voortvloeien uit deze wet worden met een verzoekschrift
voorgelegd aan de geschillencommissie.
3. De geschillencommissie wordt samengesteld uit een gelijk aantal
vertegenwoordigers van de huurders en de verhuurders, alsmede uit een voorzitter
die onafhankelijk is van de overige leden.
4. De geschillencommissie beslecht een aan haar voorgelegd geschil
door het uitbrengen van een bindend advies of door het bewerkstelligen van
een minnelijke schikking tussen partijen.
5. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld
omtrent de taak, inrichting, en werkwijze van de geschillencommissie.
6. De voordracht voor de in het vijfde lid bedoelde algemene maatregel
van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan
beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Toelichting
Dit amendement wordt gewijzigd om een nummeringsfout in de eerdere versie
te herstellen. De indieners van dit amendement vinden het van groot belang
dat de rechten van huurders en huurdersorganisaties op een laagdrempelige
wijze afdwingbaar zijn. Huurders(-organisaties) kunnen geschillen nu voorleggen
aan de kantonrechter. Dit is veelal een forse en kostbare stap. In de praktijk
toetst de kantonrechter in zijn oordeel bovendien niet of de verhuurder in
de geest van de overlegwet heeft gehandeld, maar slechts op het
volgen van de juiste procedure zoals deze is vastgelegd in de Wet overleg
huurders verhuurder.
Dit amendement voorziet daarom voor geschillen die voortvloeien uit de
Wet overleg huurders verhuurder in de instelling van een geschillencommissie
die wel een volledige belangenafweging kan maken. De geschillencommissie bestaat
uit een gelijk aantal huurders- en verhuurdersleden en uit een onafhankelijke
voorzitter. Zowel huurders(-organisaties) als verhuurders kunnen bij de geschillencommissie
een verzoek tot geschillenbeslechting indienen. De uitspraken van de geschillencommissie
zijn bindend. De werkwijze van de geschillencommissie kan vergelijkbaar worden
ingericht als die van de Huurcommissie. De geschillencommissie wordt opgericht
en valt onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van VROM. In de toekomst
kan de geschillencommissie onder verantwoordelijkheid van het nog op de richten
zelfstandig bestuursorgaan de Huurcommissie worden gesteld. Verdere invulling
van de geschillencommissie wordt geregeld bij algemene maatregel van bestuur,
die dient te worden voorgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal.
Depla
Van Bochove