30 852
Wijziging van de Landbouwkwaliteitswet in verband met onder meer het vervallen van de aansluitplicht

nr. 4
NADER RAPPORT1

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 16 oktober 2006, aangeboden aan de Koningin door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 14 juli 2006, nr. 06.002588 machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde ontwerp rechtstreeks aan mij te doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 14 september 2006, nr. W11.06.0326/V, bied ik u hierbij aan.

De Raad van State kan zich met het ontwerp verenigen. Aan de redactionele kanttekeningen van de Raad is gevolg gegeven.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt de voorgestelde tariefbepaling van artikel 11 van de Landbouwkwaliteitswet (hierna: wet) aan te vullen. Met deze wijziging wordt voorzien in de mogelijkheid om ook de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit tarieven te laten vaststellen voor de kosten ter zake van de in dat artikel opgenomen activiteiten.

Op grond van artikel 8 kunnen privaatrechtelijke rechtspersonen worden belast met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens een landbouwkwaliteitsbesluit bepaalde of met de keuringen, bedoeld in artikel 7, van de wet. Het is echter niet uitgesloten dat in voorkomende gevallen de Minister die activiteiten zelf moet uitvoeren, bijvoorbeeld bij het ontbreken van een privaatrechtelijke instantie met relevante expertise en gelet op dwingende EU-verplichtingen op dit terrein. Om in dat geval ook tarieven in rekening te kunnen brengen, is artikel 11 onder vernummering van de volgende leden, aangevuld met een nieuw tweede lid. Ook de Memorie van toelichting is in dat verband aangepast.

Voorts is artikel 11, zevende (voorheen zesde) lid, gewijzigd. In het oorspronkelijk voorstel waren de controle-instellingen gehouden alle activiteiten bij uitblijven van verschuldigde betalingen te staken. Om te voorkomen dat dit ook repercussies zou hebben op het uit te voeren toezicht, biedt het gewijzigde artikel 11, zevende lid, de mogelijkheid te besluiten (bepaalde) activiteiten te staken.

Ik moge U hierbij verzoeken het hierbij gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman


XNoot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven