30 827
Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 ter implementatie van richtlijn nr. 2003/59/EG (vakbekwaamheid bestuurders)

nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 7 februari 2007

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel B, komt te tekst van artikel 124a, derde lid, te luiden als volgt:

3. Zodra de ongeldigverklaring van een getuigschrift of van een certificaat van kracht is geworden, levert de houder van een getuigschrift het rijbewijs in bij de instantie die belast is met de afgifte van rijbewijzen en levert de houder van een certificaat dat document in bij de instantie die het ongeldig heeft verklaard.

B

Na artikel II worden drie artikelen toegevoegd, luidende:

ARTIKEL IIA

In de wet van 18 april 2002 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de rijvaardigheid en rijbevoegdheid (Stb. 250), wordt artikel I, onderdeel X, als volgt gewijzigd:

1. In artikel 117, eerste lid, vervalt de zinsnede: overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde regels.

2. Artikel 117, vijfde lid, komt te luiden:

5. Een internationaal rijbewijs is, gerekend vanaf de dag van afgifte, geldig gedurende een tijdvak waarvan de duur bepaald wordt door de eisen die daaromtrent zijn opgenomen in de in het derde lid genoemde verdragen, met dien verstande dat indien de aanvrager in het bezit is van een op zijn naam gesteld rijbewijs of een hem door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland afgegeven rijbewijs waarvan de resterende geldigheidsduur korter is dan het hiervoor bedoelde tijdvak, het internationale rijbewijs vanaf de dag van afgifte geldig is tot de dag waarop dat eerder aan hem afgegeven rijbewijs zijn geldigheid verliest.

3. In artikel 117, zesde lid, wordt de zinsnede «worden nadere regels vastgesteld» vervangen door: kunnen nadere regels worden vastgesteld.

ARTIKEL IIB

De wet van 2 november 2006 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele verwante wetten op een aantal punten van uiteenlopende aard (Stb. 616), wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel O, onder 1, komt te luiden:

1. In het eerste lid wordt na «artikel 22» ingevoegd: , 25a.

B

Artikel I, onderdeel T, vervalt.

C

Artikel I, onderdeel Y, komt te luiden:

Y

In artikel 71 wordt de zinsnede «Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur» vervangen door: Bij regeling van Onze Minister.

D

Artikel I, onderdeel Ak, onder 1, komt te luiden:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet, met uitzondering van de hoofdstukken IA, IB en IC, zijn belast de in artikel 159 bedoelde personen en de bij besluit van Onze Minister aangewezen personen, voor zover bij dat besluit is bepaald. Zij beschikken daartoe over de in artikel 160, vierde lid, genoemde bevoegdheid met betrekking tot het vervoeren van personen en over de bevoegdheid, genoemd in artikel 160, vijfde lid.

E

Artikel I, onderdeel Akb, vervalt.

ARTIKEL IIC

In artikel II, onderdeel C, van de wet van 26 november 1998, houdende goedkeuring en uitvoering van het op 9 september 1996 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (Trb. 1996, 293) wordt de zinsnede «artikel 24» vervangen door: artikel 29.

C

Artikel III komt te luiden:

ARTIKEL III

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

TOELICHTING

A

Deze wijziging strekt er toe dat de rijbewijzen waarop een ongeldig verklaard getuigschrift is opgenomen dienen te worden ingeleverd bij de instantie die is belast met de afgifte van rijbewijzen (de gemeente) in plaats van – zoals aanvankelijk de bedoeling was – bij de instantie die het getuigschrift heeft afgegeven (de aangewezen exameninstantie). Uit praktische overwegingen verdient de voorgestelde oplossing de voorkeur. Inlevering bij de examen-instantie zou er toe leiden dat deze instantie de rijbewijzen zou dienen door te zenden naar de gemeenten. Met deze wijziging wordt deze onnodige stap voorkomen.

Ongeldig verklaarde certificaten dienen wel bij de aangewezen examen-instantie ingeleverd te worden. Met de afgifte en uitreiking van die docu-menten heeft de gemeente geen bemoeienis.

B

ARTIKEL IIA

In de wet van 18 april 2002 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de rijvaardigheid en rijbevoegdheid (Stb. 250), worden enkele wijzigingen aangebracht in artikel I, onderdeel X.

1. Er blijkt bij nader inzien geen behoefte te bestaan aan vaststelling bij algemene maatregel van bestuur van regels inzake de afgifte van interna-tionale rijbewijzen. In verband daarmee is de voorgestelde tekst van artikel 117, eerste lid, aangepast.

2. Bij de wet van 18 april 2002 (Stb. 250) was in het voorgestelde artikel 117, vijfde lid, de geldigheidsduur van een internationaal rijbewijs expliciet beperkt tot één jaar. Indien een aanvrager het internationale rijbewijs wil gebruiken in een land dat partij is bij de verkeersverdragen van Parijs (1926; Stb. 1928, 291) of Genève (1949; Trb. 1951, 81) is die geldigheidsduur toereikend. De modellen van beide verdragen kennen aan het internationale rijbewijs een maximale geldigheidsduur toe van één jaar.

Aangezien Nederland binnen afzienbare tijd zal toetreden tot het op 8 november 1968 te Wenen tot stand gekomen Verdrag inzake het weg-verkeer (Trb. 1974, 35) zal veelal een internationaal rijbewijs met een maximale geldigheidsduur van drie jaar kunnen worden afgegeven, namelijk in die gevallen waarin de aanvrager een land wenst te bezoeken dat eveneens partij is bij het Weense verkeersverdrag.

Artikel 117, vijfde lid, maakt het mogelijk internationale rijbewijzen af te geven met verschillende geldigheidstermijnen.

3. De verplichting om bij algemene maatregel van bestuur nadere regels vast te stellen met betrekking tot de aanvraag en afgifte van internationale rijbewijzen is in het voorgestelde artikel 117, zesde lid, vervangen door de mogelijkheid dergelijke regels te stellen.

ARTIKEL IIB

Om enkele technische onvolkomenheden in de wet van 2 november 2006 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele verwante wetten op een aantal punten van uiteenlopende aard (Stb. 616) te corrigeren is aan het wetsvoorstel een nieuw artikel IIB toegevoegd. Deze onvolkomenheden zijn ontstaan door het samenlopen van enkele onderdelen van deze wijzigingswet met andere inmiddels tot stand gekomen wijzigingen van de Wegenverkeerswet 1994.

A (artikel I, onderdeel O)

Deze wijziging strekt tot herstel van een onjuiste verwijzing.

B (artikel I, onderdeel T)

De in dit onderdeel voorgestelde vermelding van de Wet bereikbaarheid en mobiliteit in artikel 42, derde lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994 bleek bij nader inzien overbodig daar een dergelijke vermelding al in deze bepaling is opgenomen sinds de inwerkingtreding van de Wet bereikbaarheid en mobiliteit.

C (artikel I, onderdeel Y)

De laatste volzin van artikel 71 is reeds vervallen bij het vaststellen van de gewijzigde redactie van die bepaling bij wet van 9 december 2004 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot het verlenen van ontheffingen en bepaalde gevallen door de Dienst Wegverkeer en enkele technische wijzigingen (Stb. 687).

D (artikel I, onderdeel Ak)

Bij deze wijziging van artikel 158, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 was ten onrechte geen rekening gehouden met een wijziging die in die bepaling is aangebracht door de wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 bij de inwerkingtreding van de Metrologiewet.

E (artikel I, onderdeel Akb)

De in dit onderdeel opgenomen wijziging van artikel 175, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 is reeds gerealiseerd bij de wet van 28 juni 2006 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bromfietsrijbewijs (Stb. 322).

ARTIKEL IIC

Bij wet van 26 november 1998, Stb. 687, is het te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (Trb. 1996, 293) goedgekeurd en geïmplementeerd. Bij onderdeel C van artikel II wordt artikel 24 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren gewijzigd. In afwachting van de ratificatie van laatst-genoemde Verdrag door België is voornoemde wet van 26 november 1998 nog steeds niet in werking getreden.

Bij artikel I, onderdeel E, van de wet van 16 maart 2000, Stb. 135, wordt artikel 24 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren vernummerd tot artikel 29. Deze wetswijziging is op 1 januari 2001 in werking getreden. Per abuis is in de laatste wet verzuimd om in onderdeel C van artikel II van de wet van 26 november 1998, Stb. 687 de vernummering aan te passen en artikel 24 te vervangen door artikel 29 van de Wet verontreiniging opper-vlaktewateren. Dit wordt alsnog gedaan bij artikel IIC van onderhavig wetsvoorstel.

C

ARTIKEL III

Door de bij deze nota van wijziging aangebrachte wijzigingen bestaat behoefte aan een meer flexibele inwerkingtredingsbepaling. In verband daarmee is artikel III aangepast.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Naar boven