30 827
Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 ter implementatie van richtlijn nr. 2003/59/EG (vakbekwaamheid bestuurders)

nr. 10
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 24 januari 2007 en het nader rapport d.d. 20 februari 2007, aangeboden aan de Koningin door de minister van Verkeer en Waterstaat. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 13 december 2006, no. 06.004549, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de minister van Verkeer en Waterstaat, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt een nota van wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 ter implementatie van richtlijn nr. 2003/59/EG (vakbekwaamheid bestuurders), met toelichting.

Artikel 186 van de Wegenverkeerswet 1994 maakt het mogelijk om voor een periode van ten hoogste zes jaar te experimenteren met de bestaande regels op de terreinen van verkeerstekens en maatregelen op of aan de weg, eisen ten aanzien van voertuigen en eisen ten aanzien van rijvaardigheid en rijbevoegdheid. Daarbij kan worden afgeweken van hoofdstuk II, paragraaf 2, hoofdstuk V, paragraaf 1 en hoofdstuk VI van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede van de krachtens die paragrafen of dat hoofdstuk gestelde regels, een en ander met inachtneming van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties of van één of meer instellingen van de Europese Unie.

Bij het opstellen van artikel 186 van de Wegenverkeerswet 1994 is destijds geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat ook andere regels, zoals opgenomen in de Wet geluidhinder, belemmeringen kunnen opleveren voor experimenten. Deze nota van wijziging strekt ertoe die omissie te herstellen door artikel 186 van de Wegenverkeerswet 1994 aan te vullen met bepalingen uit de Wet geluidhinder. Het uiteindelijke doel van de nota van wijziging is op korte termijn experimenten mogelijk te maken met dynamische snelheidslimieten1. Onder dynamische snelheidslimieten worden verstaan snelheidslimieten die tijdelijk en afwijkend van de permanente snelheidslimieten worden ingesteld, afhankelijk van actuele verkeers- en omgevingsgerelateerde omstandigheden2. De Raad van State onderschrijft de strekking van de nota van wijziging, maar maakt opmerkingen over de wenselijkheid van het afzien van een akoestisch onderzoek bij experimenten met dynamische snelheidslimieten en over de maximale tijdsduur van deze experimenten. Hij is van oordeel dat in verband daarmee aanpassing van de nota wenselijk is.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 13 december 2006, nr. 06.004549, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake de bovenvermelde nota van wijziging rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 24 januari 2007, nr. W09.06 0543/IV, bied ik U hierbij aan.

De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat de nota van wijziging wordt gezonden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

1. Wenselijkheid van het afzien van een akoestisch onderzoek

Onderdeel A van de nota van wijziging verklaart dat de in de Wet geluidhinder opgenomen verplichting tot het verrichten van een akoestisch onderzoek buiten toepassing kan worden gesteld voor onder meer experimenten met dynamische snelheidslimieten. Volgens de toelichting is een akoestisch onderzoek voor een dergelijk experiment niet wenselijk en disproportioneel in relatie tot de korte duur van het experiment1. De feiten en omstandigheden die aan deze conclusie ten grondslag liggen, worden in de toelichting niet genoemd.

De in de toelichting opgenomen informatie overtuigt de Raad niet van de noodzaak van het afzien van een akoestisch onderzoek bij experimenten met dynamische snelheidslimieten. De uitvoering van een akoestisch onderzoek, dat op zichzelf niet veel tijd hoeft te vergen, heeft tot doel bij een maatregel op of aan de weg de geluidstoename vast te stellen ten gevolge van de maatregel en ten opzichte van de in het verleden vastgestelde hoogst toelaatbare geluidbelasting. Het afzien van een akoestisch onderzoek heeft tot gevolg dat passende geluidmaatregelen ter compensatie van deze eventuele geluidstoename (bijvoorbeeld een geluidsscherm) niet kunnen worden vastgesteld. De toelichting maakt niet duidelijk of de nadelen die hieruit voortvloeien voor omwonenden, opwegen tegen de voordelen van het experimenteren met dynamische snelheidslimieten.

Nu de wijziging van artikel 186 van de Wegenverkeerswet 1994 niet gedragen wordt door de toelichting, adviseert de Raad deze aan te vullen en de nota van wijziging, zo nodig, aan te passen.

1. Wenselijkheid van het afzien van een akoestisch onderzoek

De Raad van State merkt terecht op dat in de toelichting onvoldoende concreet is aangegeven welke factoren eraan bijdragen dat de totstandkoming van een verkeersbesluit zo lang kan duren dat dit disproportioneel is in verhouding tot de duur van het experiment. De toelichting is daarom aangevuld met een beschrijving van deze factoren. Daarbij is tevens ingegaan op de afweging van deze factoren in relatie tot de belangen van omwonenden en de voordelen van de experimenten.

2. Maximale tijdsduur van een experiment

In artikel 186, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 is opgenomen dat een experiment in de zin van die bepaling niet langer dan zes jaar mag duren. In de toelichting bij deze wet is aangegeven dat dit een algemeen maximum betreft. In de praktijk kan de experimenteerperiode korter zijn2.

Uit een verklaring van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat van 20 november 2006 blijkt dat voor experimenten met dynamische snelheidslimieten de maximale duur op twee jaar zal worden gesteld. De toelichting bij de nota van wijziging maakt hier echter geen melding van; volstaan wordt met de opmerking dat in de algemene maatregel van bestuur een kortere termijn kan worden bepaald.

De Raad is van oordeel dat in de toelichting wel ingegaan moet worden op het voornemen de maximale tijdsduur van een experiment te bekorten tot twee jaar. Een experiment met dynamische snelheden kan negatieve effecten hebben voor omwonenden. Met een tijdsduur van zes jaren wordt het risico om met voldongen feiten te worden geconfronteerd groter dan met een tijdsduur van twee jaar. De Raad adviseert daarom de toelichting aan te vullen.

2. Maximale tijdsduur van een experiment

De toelichting is conform het advies van de Raad aangevuld.

3. Voor een redactionele kanttekening verwijst de Raad naar de bij het advies behorende bijlage.

3. Redactioneel

De redactionele kanttekening van de Raad is overgenomen.

Er is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in de toelichting enkele redactionele verbeteringen aan te brengen.

De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat de nota van wijziging wordt gezonden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De Vice-President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U verzoeken in te stemmen met toezending van de gewijzigde nota van wijziging en de gewijzigde toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Bijlage bij het advies van de Raad van State betreffende no. W09.06.0543/IV met een redactionele kanttekening die de Raad in overweging geeft.

– In onderdeel A de zinsnede «van de Wegenverkeerswet 1994» schrappen.


XNoot
1

Zie de tweede alinea van de toelichting. Zie ook Kamerstukken II 2006/07, 30 800 XII, nr. 12, blz. 2–3.

XNoot
2

Zie Kamerstukken II 2006/07, 30 800 XII, nr. 12, blz. 1.

XNoot
1

Zie de vierde alinea van de toelichting.

XNoot
2

Zie Kamerstukken II 2005/06, 30 476, nr. 3, blz. 3.

Naar boven