30 826 Voorstel van wet van de leden Van Velzen en Waalkens houdende een verbod op de pelsdierhouderij (Wet verbod pelsdierhouderij)

H NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 9 april 2010

De indieners Van Velzen en Waalkens danken de leden van de Eerste Kamer die op 31 maart een verslag namens de commissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben verzonden. De indieners zullen hierna ingaan op de gemaakte opmerkingen en de gestelde vragen.

De indieners hebben in 2008 middels een brief aan de Tweede Kamer en een persbericht het wettelijk verbod op de nertsenhouderij aangekondigd alsmede het feit dat, behoudens bijzondere omstandigheden, alleen nertsenhouders die op 17 januari 2008 reeds nertsen hielden of over de benodigde vergunningen en huisvestingsplaatsen beschikten in aanmerking zullen komen voor de overgangstermijn.

De indieners hebben hier voor gekozen om te voorkomen dat als gevolg van het voorstel – maar in strijd met de doelstelling – gedurende de behandeling van het voorstel in grote mate uitbreiding en oprichting van nertsenhouderijen zal plaatsvinden.

De leden van de fracties van ChristenUnie en SGP stellen in het verslag opnieuw dat zij dit zien als wetgeving met terugwerkende kracht, iets wat zij in wetsvoorstellen afwijzen.

De leden van de fractie van de Partij van de Arbeid stellen een vraag over de ingangsdatum van de overgangstermijn.

Indieners zijn van mening, zoals ook geschreven in de memorie van antwoord, dat de parlementaire behandeling van het voorstel lang duurt en dat een mogelijke aanpassing van de overgangstermijn misschien wenselijk is. De indieners hebben in de nadere memorie van antwoord gemeld dat het loslaten van de termijn niet een mogelijkheid is binnen het voorliggende wetsvoorstel.

Gezien de uitwisseling van argumenten met de genoemde fracties in de Eerste Kamer, zijn de indieners van mening dat het redelijk is om de overgangstermijn in het wetsvoorstel te wijzigen. De indieners zullen hiertoe zo spoedig mogelijk een novelle opstellen, waarin gesteld wordt dat de overgangstermijn van tien jaar ingaat op een nader te benoemen moment, en zullen deze novelle voorleggen aan de Raad van State. De indieners verzoeken de leden van de commissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om het geplande debat over het wetsvoorstel op te schorten.

Een overgangstermijn van 10 jaar sluit aan bij het investeringsregime van nertsenhouders. Afschrijvingen van roerende en onroerende goederen zijn fiscale reserveringen voor herinvesteringen. De afschrijvingen kunnen ten laste van de fiscale aanslag worden gebracht en zorgen op die manier voor een -mede door de fiscus opgebouwde- herinvesteringsreserve. Als 10 jaar na ingaan van de overgangstermijn het verbod op de pelsdierhouderij ingaat, kan deze herinvesteringsreserve gebruikt worden voor investeringen in andere activiteiten.

In de novelle zullen de initiatiefnemers met een nader voorstel komen over de ingang van de wet in relatie tot de nog uit te voeren welzijnsinvesteringen.

Krista van Velzen

Harm Evert Waalkens

Naar boven