Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 januari 2019
Inleiding
Hierbij zend ik u het onderzoeksrapport: «Op weg naar een weerbare open samenleving».
Bouwstenen voor een toekomstvisie.»1 Het onderzoek is op verzoek van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en
Veiligheid (NCTV) in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum
(WODC) uitgevoerd door de Universiteit Utrecht.
In het kader van de ontwikkeling van de Nationale Veiligheidsstrategie die, zoals
eerder aan uw Kamer gemeld, voor de zomer wordt aangeboden, en in het kader van de
uitwerking van de «Agenda risico- en crisisbeheersing 2018–2021»2 kom ik met een uitvoeriger beleidsreactie op de bevindingen, conclusies en aanbevelingen
van het rapport.
Onderzoek
Aanleiding voor de NCTV voor dit onderzoek is dat de bescherming van de vitale infrastructuur,
economische veiligheid en andere veiligheidsrisico’s laten zien dat de dreigingen
die op de samenleving kunnen afkomen in toenemende mate veranderen. Centrale onderzoeksvraag
is of overheden een balans kunnen vinden tussen enerzijds het weerbaar maken van een
samenleving en anderzijds het beschermen van de open samenleving met inachtneming
van democratische en rechtsstatelijke waarden. Het onderzoek is uitgevoerd aan de
hand van twee landen-specifieke casus: 1) Duitsland en het migratievraagstuk en 2) Israël
en het cybersecurityvraagstuk.
Op basis van de analyses en conclusies ten aanzien van de beide casus doen de onderzoekers
een aantal concrete aanbevelingen die voor overheden van belang zijn in het toewerken
naar een weerbare open samenleving. De aanbevelingen zien op twee categorieën, enerzijds
de dreigingsperceptie en anderzijds veiligheidspraktijken, waarbij waarden en belangen
worden betrokken in de balans tussen weerbaarheid en openheid.
Reactie op aanbevelingen
De onderzoekers constateren dat de dreigingen veelvuldig en fluïde zijn en dat de
dreigingsperceptie binnen de samenleving behoorlijk verschilt. Wat nodig en acceptabel
wordt geacht, is afhankelijk van die perceptie en de beschermwaardig geachte waarden
en belangen. Het vergt, zoals de onderzoekers in hun slotbeschouwing terecht stellen,
«een gevoelige en goed afgestemde governance om hiermee om te kunnen gaan.» Het kabinet heeft dit onderkend en is gestart met
het opstellen van de Nationale Veiligheidsstrategie (NVS). De aanbevelingen in het
rapport ten aanzien van de dreigingsperceptie worden meegenomen in het traject van
genoemde strategie.
De oriëntatie in het rapport op de weerbare samenleving sluit ook goed aan bij de
overkoepelende doelstelling en ambities van de samen met veiligheidspartners (publiek
en privaat) op nationaal en decentraal niveau te realiseren «Agenda risico- en crisisbeheersing
2018–2021». Bij de uitwerking van de Agenda zullen de aanbevelingen in het rapport
ten aanzien van veiligheidspraktijken nadrukkelijk worden meegenomen.
De onderzoekers leveren met de bevindingen, conclusies en aanbevelingen in het rapport
een waardevolle bijdrage aan de beleidsontwikkeling en aan het politieke en publieke
debat over de omgang met complexe veiligheidsuitdagingen waar de Nederlandse samenleving
en overheid zich voor gesteld ziet. In de beleidsreactie op dit rapport zal ik deze
aanbevelingen in een breder kader plaatsen en zal ik aangeven hoe de bouwstenen uit
het rapport worden benut bij de verdere beleidsontwikkeling ten aanzien van nationale
veiligheid en crisisbeheersing.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus