30 821 Nationale Veiligheid

Nr. 150 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2021

Op 23 juni 2021 is de internetconsultatie gestart van het wetsvoorstel verwerking persoonsgegevens coördinatie en analyse terrorismebestrijding en nationale veiligheid. De sluitingsdatum van deze internetconsultatie is 30 juni.

Deze termijn is korter dan gebruikelijk, omdat dit een spoedtraject betreft. Ik geef hiermee uitvoering aan de door uw Kamer aangenomen motie van het lid Michon-Derkzen c.s. waarin het kabinet wordt opgeroepen om met spoed met een bijzondere wettelijke grondslag te komen voor de NCTV om persoonsgegevens te verwerken voor de uitvoering van zijn bestaande analyse- en coördinatietaken (Kamerstuk 30 821, nr. 138).

Spoedige versterking van het wettelijk kader is vereist om geen leemtes op het gebied van terrorismebestrijding en bescherming van de nationale veiligheid te laten vallen. Het wetsvoorstel regelt dat de NCTV namens de Minister van Justitie en Veiligheid persoonsgegevens kan verwerken, voor zover dit noodzakelijk is ter uitvoering van twee taken in het onderhavige voorstel. Het betreft enerzijds de coördinatietaak die ziet op het coördineren van beleid en te nemen maatregelen om de samenhang en de effectiviteit te bevorderen, op het terrein van terrorismebestrijding en de nationale veiligheid. Een voorbeeld hiervan betreft de coördinatie van ketenbrede vraagstukken rondom de aanpak van individuele terugkerende uitreizigers en vrijkomende voor terrorisme veroordeelde personen. Anderzijds betreft het de analysetaak t.b.v. het identificeren, analyseren en duiden van trends en fenomenen ten aanzien van dreigingen en risico’s op het gebied van terrorismebestrijding en bescherming van de nationale veiligheid. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de productie van het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) waarin het dreigingsniveau wordt bepaald.

Beide taken worden verricht in het kader van het verhogen van de weerbaarheid ten aanzien van terrorismebestrijding en de bescherming van de nationale veiligheid, door het versterken van de weerbaarheid van de samenleving, het voorkomen van maatschappelijke ontwrichting en het beschermen van vitale belangen van de samenleving.

Ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens voor de analysetaak geldt dat er een beperkte mogelijkheid is opgenomen van het raadplegen van voor een ieder toegankelijke, dat wil zeggen openbare, informatiebronnen, zoals openbaar gemaakte uitingen op internet. Het doel van het raadplegen van deze bronnen is uitsluitend het kennisnemen van voor een ieder te raadplegen informatie. Er is uitdrukkelijk niet voorzien in een mogelijkheid tot het raadplegen van gesloten online bronnen zoals email verkeer, besloten chatgroepen en dergelijke.

Verschillende organisaties hebben opgeroepen om de termijn van internetconsultatie te verlengen. Ik begrijp de zorgen die deze partijen hebben ten aanzien van de verkorte consultatietermijn. Het is uiteraard van belang het wetgevingsproces zo zorgvuldig mogelijk te doorlopen, maar tegelijkertijd is het evenzeer van belang dat we tempo maken met dit wetsvoorstel. De NCTV vervult een belangrijke rol in de brede samenwerking die nodig is voor het beschermen van onze nationale veiligheid. Het is en blijft belangrijk dat er een wendbare organisatie is binnen de overheid die snel kan acteren als dat nodig is en die continu goed geïnformeerd is over de dreiging waar we ons tegen moeten wapenen. Het is, met andere woorden, van het grootste belang dat er snel een steviger juridische grondslag voor de genoemde NCTV-werkzaamheden is. Zoals ik in mijn brief van 21 mei jl. al heb vermeld, is het van belang dat dit traject zorgvuldig én voortvarend wordt doorlopen, inclusief de consultatie van betrokken partijen, waaronder de Autoriteit Persoonsgegevens en advisering door de Raad van State. Er is dan ook niet voor gekozen de fase van internetconsultatie over te slaan, zoals in sommige spoedtrajecten wel gebeurt. Ik meen met de huidige procedure de juiste balans tussen de noodzakelijke spoed en de evenzeer noodzakelijke zorgvuldigheid van de procedure te bewaren. Ik meen daarvoor tevens op 15 juni in het debat met uw Kamer en met de aangenomen motie van het lid Michon-Derkzen c.s. bevestiging van uw Kamer te hebben gekregen (Handelingen II 2020/21, nr. 88, debat over de werkwijze van de NCTV).

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven