30 821 Nationale Veiligheid

29 826 Industriebeleid

Nr. 108 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 maart 2020

Met deze brief informeer ik u mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid over het resultaat van de uitgevoerde herbeoordeling van de vitaliteit van het vervoer over de weg en vervoer over het spoor. Hiermee geef ik tevens invulling aan de gewijzigde motie van de leden Van den Berg (CDA), Paternotte (D66), Van der Lee (GL), Graus (PVV) en Van Rooijen (50 plus) met o.a. het verzoek om essentiële infrastructurele kunstwerken toe te voegen aan de lijst van vitale sectoren/producten.1

Eerder bent u geïnformeerd dat aan de hand van cyberscenario’s een herbeoordeling zal worden uitgevoerd naar de vitaliteit van vervoer over de weg en vervoer over het spoor, inclusief de kunstwerken voor de weg- en spoorinfrastructuur.2 In de onlangs aan u aangeboden beleidsagenda spoorveiligheid3 bent u tevens geïnformeerd over mijn ambities op het gebied van security en cybersecurity op het spoor. De herbeoordeling sluit aan op de vorige ronde van herijkingen van de vitaliteit van processen in 2015,4 waarbij de processen gerelateerd aan weg en spoor, niet als vitaal waren aangemerkt.

De herbeoordeling is uitgevoerd door een extern, onafhankelijk bureau op basis van de handreiking voor de vitaliteitsbeoordeling van het Ministerie van JenV. Op basis van de uitwerking van extreme scenario’s van ernstige verstoringen die zich in de praktijk voor kunnen doen, is beoordeeld dat deze scenario’s dusdanig ontwrichtend zijn dat de sectoren in lijn met de handreiking als vitaal moeten worden gekwalificeerd. De onderzoekers bevelen aan binnen de spoorsector het proces vervoer van personen en goederen over (hoofd)spoorweginfrastructuur als vitaal B te benoemen. Dit is inclusief het aanbieden van spoorweginfrastructuurcapaciteit, het aanbieden van spoorweginfrastructuur en de bediening van tunnels en bruggen. Binnen de wegensector bevelen de onderzoekers aan het proces vervoer over het (hoofd)wegennet als vitaal B te benoemen. Dit is inclusief de netwerkbeschikbaarheid van het (hoofd)wegennet en de bediening van tunnels en bruggen.

Ik neem deze aanbeveling over en heb besloten de processen vervoer van personen en goederen over (hoofd)spoorweginfrastructuur en vervoer over (hoofd)wegennet nu als vitaal B aan te merken.

Met inachtneming van het besluit tot aanmerking van de bovengenoemde processen als vitaal B zullen vitale aanbieders van diensten binnen deze processen als aanbieder van essentiële diensten kunnen worden aangewezen en zo onder het regime van de Wbni5 worden geplaatst. Deze wet verplicht aanbieders van essentiële diensten en digitale dienstverleners om maatregelen te nemen voor de beveiliging van hun ICT (zorgplicht) en ernstige incidenten te melden (meldplicht). De komende tijd wordt in overleg met betrokkenen uit beide sectoren uitgewerkt op welke manier de implementatie van deze zorg- en meldplicht zal plaatsvinden ten aanzien van bovengenoemde vitale aanbieders binnen genoemde processen. De voorgenomen wijziging van het Bbni6 geeft de mogelijkheid om in het najaar een nadere uitwerking van de wettelijke zorgplicht vast te leggen in een ministeriële regeling onder het Bbni. De ILT is reeds aangewezen als toezichthouder op de Wbni voor de IenW sectoren en zal worden gevraagd een HUF-toets7 uit te voeren op de betreffende regelgeving.

Tot slot geeft de vitale status aanleiding om met de weg- en spoorsector in overleg te treden over de vraag of aanvullende regelgeving, maatregelen of plannen nodig zijn om ook de fysieke security van de sectoren te borgen.

Ik zal uw Kamer eind dit jaar informeren over de voortgang van de vervolgstappen binnen dit traject.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Kamerstuk 29 826, nr. 86 naar aanleiding van het debat op 28 juni 2017 over de dreigende overnames van AkzoNobel en Unilever.

X Noot
2

Kamerstukken 30 821 en 29 826, nr. 48.

X Noot
3

Kamerstuk 29 893, nr. 242.

X Noot
4

Kamerstuk 30 821, nr. 32.

X Noot
5

Wbni: Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen. De Wbni streeft ernaar de digitale weerbaarheid van Nederland en in het bijzonder van vitale aanbieders, de rijksoverheid en digitale dienstverleners, te vergroten. De wet is erop gericht de gevolgen van cyberincidenten bij die groepen te beperken en zo ook maatschappelijke ontwrichting te voorkomen. De Wbni volgt op de NIB-richtlijn van de Europese Unie, die moet zorgen voor meer eenheid in beleid over netwerk- en informatiebeveiliging.

X Noot
6

Bbni: Besluit beveiliging netwerk- en informatiesystemen. De wijziging van dit besluit is momenteel in consultatie en heeft als beoogde inwerkingtreding 1 juli 2020.

X Noot
7

Handhaafbaarheids-, Uitvoerbaarheids- en Fraudebestendigheidstoets.

Naar boven