nr. 15
AMENDEMENT VAN HET LID KOPPEJAN C.S.
Ontvangen 12 februari 2008
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Aan artikel 2.14 wordt een vijfde lid toegevoegd, luidende:
5. Uiterlijk een jaar na de verzending, bedoeld in het tweede lid,
laatste volzin, zendt Onze Minister aan beide kamers der Staten-Generaal,
met het in artikel 7.17, eerste lid, bedoelde programma, een overzicht van
maatregelen die door de beheerders worden getroffen met betrekking tot primaire
waterkeringen die blijkens de in het eerste lid bedoelde verslagen niet voldoen
aan de veiligheidsnorm, bedoeld in artikel 2.2, eerste en tweede lid.
Toelichting
Het genoemde programma is het zgn. Hoogwaterbeschermingsprogramma, voor
rijkssubsidiering van versterkingen aan primaire waterkeringen dat jaarlijks
door de Minister wordt vastgesteld en gezonden aan de Staten-Generaal.
Het amendement voorziet er in dat de primaire waterkeringen die bij de
periodieke toetsing van de veiligheid van primaire waterkeringen volgens het
derde lid van artikel 2.14 niet voldoen aan de in de bij de wet behorende
bijlage II opgenomen veiligheidsnormen, met grote voortvarendheid worden aangepakt.
Om dit te bewerkstelligen wordt nu in de wet vastgelegd dat eens in de zes
jaar, een jaar na verzending van de verslagen uit de periodieke toetsing van
de veiligheid van primaire waterkeringen aan de Staten-Generaal, de verzending
van het Hoogwaterbeschermingsprogramma gepaard gaat met een overzicht van
de door de waterbeheerders te nemen maatregelen, inclusief tijdsplanning,
op primaire waterkeringen die in de laatste toetsronde zijn afgekeurd.
Koppejan
Boelhouwer
Cramer