30 804
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2007)

nr. 37
VERSLAG VAN EEN WETGEVINGSOVERLEG

Vastgesteld 25 oktober 2006

De vaste commissie voor Financiën1 heeft op 23 oktober 2006 overleg gevoerd met minister Zalm van Financiën over het Belastingplan 2007.

Van het overleg brengt de commissie bijgaand stenografisch verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Tichelaar

De griffier van de vaste commissie voor Financiën,

Nava

Stenografisch verslag van een wetgevingsoverleg van de vaste commissie voor Financiën

Maandag 23 oktober 2006

10.00 uur

De voorzitter: Ten Hoopen

Aanwezig zijn 9 leden der Kamer, te weten:

De Nerée tot Babberich, Dezentjé Hamming, Crone, Vendrik, Irrgang, Slob, Van der Vlies, Van Oudenallen en Ten Hoopen,

en de heer Zalm, minister van Financiën, die vergezeld is van enige ambtenaren van zijn ministerie. Van hen namen de heer Bek en de heer Van Pelt deel aan de beantwoording.

Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2007) (30804).

De voorzitter:

Ik heet u allen van harte welkom, in het bijzonder de minister van Financiën.

Mevrouw Dezentjé Hamming heeft laten weten dat zij in de file staat, maar wij verwachten haar snel. Ook de heer Vendrik zal wat later komen.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Voorzitter. Het gaat weer goed met de Nederlandse economie, zoals wij allemaal kunnen zien. De Nederlandse concurrentiepositie is verbeterd, de arbeidsproductiviteit stijgt, de arbeidsdeelname gaat omhoog en de werkloosheid daalt met rasse schreden. In het voorliggende Belastingplan zien de burgers daar het nodige van terug. Zo gaan de arbeidskorting en de heffingskorting omhoog en gaan de gecombineerde tarieven in de eerste en de tweede schijf omlaag. In Werken aan winst is een belastingverlaging voor het bedrijfsleven opgenomen. De CDA-fractie is buitengewoon blij met de voorgestelde maatregelen. Daarmee toont het kabinet ook aan dat het zijn woorden waarmaakt.

Het Belastingplan bevat een veelheid aan maatregelen. In het verslag hebben wij over een aantal voorstellen vragen gesteld en opmerkingen gemaakt. Het kabinet is daar zeer uitvoerig op ingegaan, waarvoor onze erkentelijkheid. Wij zijn ook blij met de op sommige punten fundamentele nota van wijziging. Toch wil ik nog op een aantal punten ingaan. Ik zal daarbij de volgorde aanhouden zoals die ook in het Belastingplan is aangehouden.

Ik begin met de regeling dienstverlening aan huis. Wij hebben met belangstelling kennisgenomen van de antwoorden van de regering in de nota naar aanleiding van het verslag. Wij kunnen ons vinden in de voorgestelde regeling, maar wij vragen ons af of de overgangsregeling voor de wittewerkstersregeling wel voldoende is. Enkele bedrijven zien zich geconfronteerd met een toch nog tamelijk abrupte afbouw van de regeling.

In het Belastingplan wordt ook voorgesteld om het tarief in box 2 in 2007 te verlagen van 25% naar 22%. Hierdoor moeten directeuren-grootaandeelhouders gecompenseerd worden voor het verschil tussen de inkomensafhankelijke zorgpremie van 6,5% over loon en 4,4% over winst. Wij zijn het eens met deze compensatie, maar aarzelen over de wijze waarop deze gegeven wordt. De generieke verlaging van het boxtarief kan een voordeel voor dga's opleveren van € 7500, in casu 3% van € 250.000 in het ultieme geval. Kan er niet op een andere manier vorm worden gegeven aan de verlaging van dit tarief? Is er geen ander instrument om hetzelfde doel te bereiken, zoals een compensatie voor de zorgpremie?

De heerCrone(PvdA)

Ik kom hier straks ook mee en ik ben zelfs een amendement aan het voorbereiden op dit punt. Daarin stel ik voor, een maximum te stellen aan het bedrag waarover het verlaagde tarief wordt berekend. Ik denk daarbij aan een bedrag van € 30.000, want dan kom je precies op het bedrag dat de dga's tekortkomen. Is dat geen eenvoudige suggestie?

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Het klinkt aantrekkelijk, maar de minister is in de nota naar aanleiding van het verslag al op deze suggestie ingegaan. Daarom vraag ik hem nog een keer wat hij denkt van alternatieven om hier iets aan te doen. Wij zitten allebei met het probleem dat dga's in het uiterste geval een compensatie van € 7500 kunnen krijgen, terwijl de zorgpremie die gecompenseerd moet worden € 630 is.

Ik kom op de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid. Wij verwelkomen elke maatregel die ertoe kan leiden dat zowel arbeidsgeschikten als arbeidsongeschikten weer aan het werk gaan. Het kabinet gaat ervan uit dat na vier jaar ongeveer 13.000 personen, mede dankzij deze regeling, een onderneming hebben gestart. Dat is een aanzienlijk aantal mensen en dat verheugt ons. Het brengt ons echter ook tot de vraag waarom het kabinet in augustus 2006 aangekondigd heeft dat de meewerkaftrek afgeschaft moet worden, omdat daar slechts 40.000 ondernemers gebruik van maken. Als het kabinet enthousiast is over een regeling voor 13.000 personen, moet het toch ook enthousiast zijn over een regeling voor 40.000 personen.

Uit de nota van wijziging blijkt dat het percentage van de afdrachtvermindering zeevaart wordt gehandhaafd op 40. Wij zijn daar blij mee.

Ik kom op het onderdeel leaseauto's, bpm en huur in het buitenland. De regeling die oorspronkelijk in het Belastingplan was opgenomen, was een monstrum. Gelukkig is daar in de nota van wijziging op terugkomen. Met de nieuwe regeling wordt tegemoetgekomen aan onze bezwaren tegen de oorspronkelijk voorgestelde regeling. Ook de teruggave bij export van Nederlandse motorvoertuigen stemt ons tot vreugde. Verder gaan wij akkoord met de ingangsdatum en de reikwijdte van de maatregel en de beperking die is aangebracht om ongewenste effecten te voorkomen. Wij zijn trouwens ook verheugd dat de werkelijke afschrijving eindelijk uitgangspunt is geworden van de regeling.

Mijn volgende punt is de richtlijnconforme aanpassing van de definitie van energie-intensieve bedrijven. Wij hebben met genoegen kennisgenomen van de toezegging van het kabinet dat in overleg met het relevante bedrijfsleven nader bezien zal worden of er aanleiding is om compensatie te bieden voor eventueel optredende nadelige effecten van het door de richtlijn voorgeschreven regime. Wij vragen ons in dit verband ook af waarom in de Wet belastingen op milieugrondslag niet ook is opgenomen dat vrijstelling verleend kan worden aan bedrijven die gebruikmaken van regelingen inzake verhandelbare emissierechten. De richtlijn biedt namelijk de mogelijkheid daartoe.

Wij vragen ook weer eens aandacht voor de keramische industrie. Waarom is voor het gebruik van elektriciteit bij chemische reductie, elektrolyse en metallurgische procédés wel een uitzondering gemaakt, maar niet voor mineralogische procédés, terwijl die in hetzelfde richtlijnartikel genoemd worden? Is er wel een level playing field met andere landen? In dit verband noem ik ook even de grondwaterbelasting. Uit de stukken blijkt dat ook met deze heffing geen milieudoel wordt gediend. Het is dus een pure belasting. Moet een en ander niet bekostigd worden uit de algemene middelen in plaats van deze belasting te heffen bij degenen die grondwater onttrekken?

Wij kunnen ons vinden in de vereenvoudiging van de artiesten- en beroepssportersregeling, omdat wij verwachten dat het daardoor aantrekkelijker zal worden om in Nederland nog meer grote sportevenementen te organiseren. Wel vragen wij het kabinet om met voortvarendheid te werk te gaan bij de herziening van sommige belastingverdragen waarin de vrijstellingssystematiek als middel ter voorkoming van dubbele belastingbetaling is opgenomen. Ook horen wij graag met hoeveel landen Nederland inmiddels een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting heeft, mede omdat daardoor de omvang van de nieuwe sportersregeling wordt bepaald.

Vooruitlopend op de verminderde afdrachten aan Brussel wordt voor 2007 een miljard minder aan het FES toegevoegd dan eigenlijk zou moeten. Wij kunnen daarmee instemmen, maar wij vinden wel dat dit geld uiteindelijk, als de verminderde afdracht aan Brussel in 2009 een feit is, weer in het FES gestort moet worden. In feite wordt er geleend uit het FES en dus moet het geld weer terug. Mede namens collega Dezentjé Hamming dien ik hiertoe een amendement in.

De heerCrone(PvdA)

Ik heb dit punt bij de Voorjaarsnota aangekaart en toen bleven CDA en VVD stil. In reactie op mijn opmerking dat het bedrag zelfs met rente moet worden terugbetaald, heeft de minister gezegd dat hij die intentie wel deelt, maar dat hij niet over de begroting van een volgend kabinet gaat. Wat ik helemaal niet snap, is dat u het nu bij het Belastingplan aan de orde stelt. Immers, het heeft noch in Brussel noch hier met belastingen te maken. Het is dus een beetje verwarrend, maar het kan wel uitstekend eindigen als wij dit met z'n allen regelen. Ik wil het amendement graag medeondertekenen.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Ik heb het amendement nog niet ingediend en kan u dus nog toevoegen aan de ondertekenaars. Ik ben blij dat u het hiermee eens bent. Ik heb het bij het Belastingplan ingebracht, omdat in de onderliggende stukken over het voedingspercentage is gesproken. In antwoord op onze vragen in het verslag is aangegeven waarom de voeding is teruggebracht naar 40,2%, maar wij vinden toch dat het geld uiteindelijk weer aan het FES ten goede moet komen.

Ik kom op de hobbydieren. Een week geleden was ik in Brussel en toen was er een debat over alles wat er in Nederland gebeurt. In dat kader is ook gesproken over de betrokkenheid van de burger bij Europa. Ik heb toen als voorbeeld gegeven dat de belasting op een hengst die gebruikt wordt als rijpaard, 19% wordt terwijl het tarief voor een dekhengst 6% blijft en je daar toch ook op kunt rondrijden. Wij hebben wat moeite met deze benadering. Dat heeft onder meer te maken met het feit dat er in de zesde richtlijn zowel een hoog als een laag tarief wordt gehanteerd voor de hobbydieren. Verder heeft het van doen met het feit dat andere lidstaten de bepalingen in de zesde richtlijn ook anders uitleggen en dat er mogelijkheden zijn tot afwijking van de richtlijn. Ik begrijp dat het kabinet in de verleiding is gekomen om dit voorstel in het Belastingplan onder te brengen, maar ik heb al een aantal keren naar voren gebracht dat, uitzonderingen daargelaten – daar is hier geen sprake van – het Belastingplan niet vervuild dient te worden met zaken die niet per se daarin geregeld behoeven te worden, maar zelfs beter behandeld kunnen worden in een separaat wetsvoorstel. Ik heb dan ook met mevrouw Dezentjé Hamming een amendement ingediend om dit onderdeel uit het Belastingplan te halen. Ik ben trouwens blij dat mevrouw Dezentjé heelhuids uit de file is gekomen.

De heerCrone(PvdA)

Ook dit amendement is mij nog niet geworden, maar ik weet ook niet of ik dit wel mee wil ondertekenen. Immers, het is de vraag of het wel gedekt is. Als de btw verlaagd wordt, kan mevrouw Dezentjé trouwens voortaan te paard komen. Dan staat zij niet meer in de file.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Het aardige van het geheel is dat Brussel zegt dat het tarief van 6% naar 19% moet. Er is dus eigenlijk geen geld gemoeid met het amendement, want het tarief is nu gewoon 6%. Als het tarief wordt opgetrokken naar 19%, zal dat vast geld opleveren, tenzij de markt daar ernstig door ontregeld raakt. Het amendement behoeft echter niet gedekt te worden, want de bestaande situatie wordt er juist door gehandhaafd.

De heerCrone(PvdA)

Als de opbrengst in de raming is meegenomen, is er wel een probleem. Dan zult u uw amendement wel degelijk van een deugdelijke dekking moeten voorzien. Het lijkt mij geen goed idee om in de begroting paardensprongen te gaan maken. Ik neem evenwel aan dat de minister hier in zijn antwoord op zal ingaan.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Met het amendement willen wij de verhoging van het tarief voor hobbydieren van 6% naar 19% uit het Belastingplan halen. Hier moet namelijk nog eens goed over gesproken worden. Vervolgens kan het kabinet op dit punt een apart wetsvoorstel indienen, maar voortschrijdend inzicht kan er ook toe leiden dat het kabinet ons gelijk gaat geven of de zaak aan het Hof wil voorleggen voor een subsidiariteitstoets. Daardoor kan de draagkracht in Nederland voor datgene wat in Europa gebeurt, vergroot worden.

Waar het gaat om de btw, wil ik ook nog weten welke mogelijkheden er zijn om schone en energiezuinige producten onder het lage tarief te brengen. Immers, er moet meer gebruikgemaakt worden van de mogelijkheid die in diverse richtlijnen geboden wordt om de aanschaf en het gebruik van schone en energiezuinige producten te bevorderen. Welke mogelijkheden zijn er daarvoor in andere richtlijnen dan fiscale richtlijnen?

In de nota van wijziging zijn ook de nodige wijzigingen aangebracht waar het gaat om het arrest-Charles en Charles Tijmens. Ik ben daar tevreden mee. Er is namelijk een goede oplossing gevonden voor de problemen die in het verslag zijn aangekaart.

Ik kom op de werkgeversbijdrage aan de kosten van kinderopvang. Ik ben het eens met het politieke punt dat er een verplichting moet komen. De oproep om het zelf te regelen, heeft er helaas niet toe geleid dat een voldoende percentage werkgevers is overgegaan tot vergoeding van de kosten van kinderopvang. In de stukken staat dat recht op vermeerdering ontstaat voor alle ouders met inkomen uit tegenwoordige arbeid, ongeacht of hij of zij dat als werknemer of als zelfstandige verwerft. Even verder staat: in het wetsvoorstel is duidelijk verankerd dat de heffing uitsluitend bestemd is voor de bekostiging van de vermeerdering van de kinderopvangtoeslag, voor zover deze wordt toegekend aan ouders die als werknemer tegenwoordige arbeid verrichten. De vraag is wat nu de juiste tekst is. Wordt de premie voor het werkgeversgedeelte jaarlijks kostendekkend vastgesteld? Ik weet trouwens niet of er inmiddels een oplossing is gevonden voor het feit dat bonussen die na afloop van een kalenderjaar worden toegekend, ook aangewend kunnen worden voor de verhoging van de werkgeversbijdrage in het voorbije jaar. Blijven die ook belastingvrij? De overgangsregeling voorziet daar niet in.

Er is een notitie verschenen over de bedrijfsopvolging. De landbouworganisaties hebben bijvoorbeeld een aantal knelpunten aangegeven. De vaste commissie voor Financiën heeft deze notitie doorgestuurd naar de minister met het verzoek om te bekijken waar zich nog knelpunten voordoen in de regelingen voor bedrijfsoverdracht. Wij zouden het op prijs stellen als de minister op korte termijn op een en ander reageert. Er is de afgelopen tijd enorm veel gebeurd op dit terrein. Als er nog maar een klein probleem over is, kunnen wij daar wellicht ook nog een oplossing voor vinden.

Mijn laatste punt betreft de problemen die de inwoners van de kern Castelré ondervinden. Zij betrekken hun stroom namelijk noodgedwongen uit België, omdat Nederlandse maatschappijen die stroom niet willen of kunnen leveren vanwege de dure aanleg van kabels. Over de leveranties uit België betalen de inwoners zowel Belgische als Nederlandse belastingen, zoals energiebelasting en btw. Dit is een klassiek voorbeeld van dubbele belasting. Ik heb dit al eens eerder aangekaart bij het ministerie van Financiën en toen is er een aanduiding van een oplossing gegeven. Tot op heden betalen de inwoners van Castelré zich echter nog steeds scheel aan belastingen. Ik vraag hier dan ook de persoonlijke aandacht van de minister voor, in de hoop dat die persoonlijke aandacht tot een spoedige oplossing leidt.

De heerCrone(PvdA)

Voorzitter. Ik maak een paar korte opmerkingen over de algemene lijnen van het Belastingplan. Verder ga ik in op een groot aantal punten die weliswaar klein ogen, maar toch grote betekenis hebben, in ieder geval voor betrokken. Mijn algemene opmerkingen kan ik kort houden, want iedereen weet nu wel hoe wij denken over het algemene inkomensbeleid van dit kabinet. In de discussie bij de politieke en de financiële beschouwingen over het zuur en het zoet is gebleken dat noch de coalitie noch het kabinet bereid is om substantieel verandering aan te brengen in het beleid. Ik parkeer mijn opvattingen hierover dan ook maar zonder daar amendementen over in te dienen, omdat die vervolgens toch worden afgewezen. Ik zal ook enkele punten noemen die de hardheid van het kabinetsbeleid benadrukken en die aangeven dat het verhaal over de administratievelastenverlichting niet altijd evenveel waard is. Ik wil mij er met name voor inzetten om op die punten verbetering aan te brengen. In het verhaal van de heer De Nerée zat hier al een aantal aanknopingspunten voor. Dus wie weet, kunnen wij een aantal dingen toch nog beter regelen.

Ik wil het kabinet wel een compliment maken op het punt van de verzilvering. Vorig jaar heb ik tot twee keer toe een Kamermeerderheid weten te krijgen voor moties van mijn hand over de verzilvering van belastingkortingen voor kinderen en ouderen. Het kabinet heeft inmiddels in een brief toegezegd dat het de motie inzake de kinderen zal uitvoeren. In 2008 zal er een kindertoeslag komen waarin de kinderkortingen geïntegreerd worden, waardoor er geen verzilveringsprobleem meer kan ontstaan. Wij accepteren dat dit, met name om organisatorische redenen, niet per 1 januari 2007 kan. De Belastingdienst is het afgelopen jaar al overbelast geweest.

Het kabinet zegt dat de verzilveringsproblematiek voor ouderen een stuk kleiner is geworden, onder meer vanwege de regeling Tegemoetkoming bijzondere uitgaven. Voor ouderen zou het probleem sowieso kleiner zijn omdat de AOW bruto is verhoogd. De getallen op dit punt zijn inderdaad vrij manifest en het huidige kabinet ziet dan ook geen reden om hun inkomenspositie te verbeteren. Ik laat het dus aan het volgende kabinet over om de inkomenspositie van met name ouderen nog eens integraal te bekijken. Wij hebben dit punt in ieder geval in ons verkiezingsprogramma opgenomen, al zal het dan ook nog niet per 1 januari 2007 geregeld kunnen zijn.

Het is positief dat het amendement-Van der Vlies/Crone over de mantelzorgers is overgenomen. Wij zijn blij dat het kabinet weliswaar niet via de fiscaliteit, maar wel via de Wmo een oplossing hiervoor heeft aangereikt. Ik heb nog wel een paar vragen over de uitvoering, maar ik beperkt mij nu tot steun. Het voortouw ligt namelijk bij de heer Van der Vlies.

In het verleden hebben wij vaak gesproken over de kwijtschelding van de heffingskorting die in de jaren 2001, 2002 en de jaren daarna is uitgekeerd. Iedereen heeft recht op de algemene heffingskorting, maar veel mensen, met name ouderen, krijgen die niet uitbetaald omdat zij te weinig belasting moeten betalen. Ik heb hier vele malen aandacht voor gevraagd. Aanvankelijk deed ik dat schouder aan schouder met mevrouw Dezentjé, maar zij heeft mij in het voorjaar verlaten. Dat is pijnlijk, vooral voor de mensen om wie het gaat. Er zijn namelijk fouten gemaakt door de Belastingdienst. De Belastingdienst heeft mensen een heffingskorting toegezegd en die zelfs uitbetaald. Later bleken mensen met lage inkomens, waaronder veel ouderen, daar echter geen recht op te hebben en moesten zij dat geld weer terugbetalen. Alleen mensen met een laag inkomen kennen dit verzilveringsprobleem.

Wij hebben hier veel discussies over gehad met staatssecretaris Wijn, maar die zijn allemaal stukgelopen. Gisteren kreeg ik nog een mailtje van iemand die mij vroeg hoe dit mogelijk is, aangezien het de Belastingdienst is die de fouten na de introductie van de heffingskortingen in 2001 heeft gemaakt. Staatssecretaris Wijn heeft erkend dat er in het begin slecht voorlichting is gegeven, juist aan mensen met lage inkomens. Aangezien de Nationale ombudsman zich inmiddels over een aantal zaken heeft uitgesproken, wil ik een en ander opnieuw aanhangig maken. Ik neem aan dat de minister de aanbevelingen van de Nationale ombudsman zal opvolgen. Gezien de voorbeelden in Vakstudie Nieuws van 5 oktober, is het een schrijnende zaak geworden. De ombudsman stelt dat de Belastingdienst willens en wetens niet voldaan heeft aan het vereiste van een adequate organisatorische voorziening. De Belastingdienst had in de computer moeten bekijken of mensen die weliswaar recht hadden op een algemene heffingskorting, deze ook konden verzilveren. Hierbij speelt vaak ook het inkomen van de partner een rol. Ook dat heeft de Belastingdienst echter niet tijdig gecontroleerd, terwijl zij wel op de hoogte had kunnen zijn van het feit dat de partner ook een inkomen had.

De Nationale ombudsman zegt dus niet alleen dat niet is voldaan aan het vereiste van een adequate organisatorische voorziening, maar ook dat er sprake is van onbehoorlijk bestuur. De Belastingdienst is dan ook verzocht om in een aantal individuele gevallen de heffingskorting niet terug te vorderen, in ieder geval geen heffingsrente op te leggen en in alle gevallen tot een betalingsregeling te komen. Verder is de Nationale ombudsman van mening dat er geen verrekening mag plaatsvinden met openstaande belastingschulden. Ik wijs uiteraard niemand als schuldige aan, want bij de introductie van een nieuw stelsel worden nu eenmaal wel eens foutjes gemaakt. De Nationale ombudsman is er ook speciaal voor om te bekijken of dit soort praktische problemen opgelost kan worden. Het gaat om eenmalige zaken. De staatssecretaris heeft al toegegeven dat de voorlichting in het begin slecht was en dat het vervolgens nog een paar keer fout is gegaan. Het is echter schrijnend dat de Belastingsdienst pas een paar weken voor het verstrijken van de termijn waarbinnen een herziene aanslag kan worden opgelegd, daar daadwerkelijk toe is overgegaan. De staatssecretaris heeft gezegd dat de Belastingdienst daar niet langer mee kon wachten omdat zij dat geld anders niet meer had kunnen binnenhalen, maar dat zij wel bewust al die aanslagen tegelijkertijd heeft herzien. Daardoor hebben de mensen die in 2002, 2003 en 2004 te veel hadden ontvangen, een grote klap van drie jaar te werken. Mijns inziens is hier sprake van onzorgvuldig handelen van de Belastingdienst. Als zo'n fout ontdekt wordt, moet die namelijk meteen hersteld worden. Ik hoop dat de andere fracties mij willen steunen in mijn voorstel om nu schoon schip te maken. Voor mensen die het evident niet kunnen betalen, moet er een streep gezet worden door de aanslag, in andere gevallen moet er een betalingsregeling getroffen worden. Er mag in ieder geval geen heffingsrente geïnd worden. Dit voorstel kan gedekt worden uit het geld dat wij op het punt van de directeuren-grootaandeelhouders kunnen terugverdienen.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Een probleem dat hier nauw aan verwant is, is dat van de grensarbeiders. Zij hebben in het begin een hoge aanslag opgelegd gekregen in België en dus een lage in Nederland. Naderhand bleek de hoge aanslag in België veel te hoog te zijn en is die omlaag gebracht. De aanslag in Nederland is een aantal jaren daarna navenant verhoogd en daarbij is ook nog veel heffingsrente gerekend. Toen de aanslag in België omlaag ging, had daar rente over vergoed moeten worden. Het navrante is evenwel dat in België geen rente vergoed wordt, terwijl er in Nederland wel rente betaald moet worden. De Belastingdienst heeft destijds gezegd dat zij soepel naar dit soort gevallen zou kijken. Dit is een groot probleem aan het worden en ik vraag daar in het verlengde van wat de heer Crone net zei, graag de aandacht voor.

De heerCrone(PvdA)

Dat is geen vraag aan mij, maar meer een verlenging van de eerste termijn van de heer De Nerée. Dat neemt niet weg dat ik ten aanzien van mijn punt enige aandrang blijf uitoefenen op niet alleen de regering, maar ook de coalitiepartijen. Ik hoop dat de Nationale ombudsman door harde bewoordingen te gebruiken de CDA-fractie ertoe kan bewegen om toch nog een beetje sociaal te zijn. Ik ben benieuwd hoe de minister een en ander wil oplossen.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Misschien moeten de heer Crone en ik even in debat treden over het sociale gezicht van ons beider partijen. Als hij dat wil, wil ik wel even ingaan op...

De heerCrone(PvdA)

Het is gewoon schrijnend dat ouderen, over wie uw partij het altijd heeft, de dupe zijn van fouten van de Belastingdienst. Nogmaals, het gaat mij niet om de schuldvraag, maar dan moet u wel helpen om de fouten op te lossen.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Ik wil ook nog wel even praten over de 65-plussers, de AOW en de extra heffingen die de PvdA wil opleggen.

De heerCrone(PvdA)

Dat is het verschil: u pakt de AOW'ers zonder aanvullend pensioen...

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

U pakt ze allemaal.

De heerCrone(PvdA)

Wij pakken niemand die op dit moment AOW heeft.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

U pakt mensen met een klein pensioentje. Eerst had u het over mensen met een pensioentje van € 10.000 en, nadat dit tot veel protest bleek te leiden, hebt u het nu over mensen met een pensioentje van € 15.000. Ook zitten wij nog met de mensen met een middeninkomen. De Bosbonus wordt voortdurend verhoogd: eerst was het € 45.000 en nu is het al € 52.000. U geeft een voorzetje en dan wil ik de bal graag inkoppen.

De heerCrone(PvdA)

U kopt nu drie keer naast. Er is geen enkel PvdA-voorstel waarin de AOW wordt bevroren, zoals dit kabinet heeft gedaan. In alle PvdA-voorstellen wordt de AOW juist aan de lonen gekoppeld. Er is geen enkel PvdA-voorstel om mensen geen algemene heffingskorting uit te betalen. Het enige wat wij doen, is aan mensen die nu 60 jaar of jonger zijn, vragen om te zijner tijd, als zij een aanvullend pensioen van € 15.000 of meer hebben, een kleine bijdrage te leveren aan de AOW.

De heer De Nerée tot Babberich sprak ook over een andere belastingmaatregel, namelijk de werkbonus, die in ons verkiezingsprogramma en in de tegenbegrotingen is opgenomen. Deze houdt in dat alle werkenden € 500 belastingkorting krijgen. Ook dat is een gelijke behandeling, want voor iedereen geldt hetzelfde. Dit geldt voor een inkomen tot € 52.000. Dit is dus geen verslechtering voor de middeninkomens, maar een enorme verbetering.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Dat is waarschijnlijk een compensatie voor de zorgpremies. Ik ben dit debat niet begonnen. De heer Crone twijfelde aan het sociale gehalte.

De heerCrone(PvdA)

Donderdag, als het CPB de cijfers publiceert, zal iedereen kunnen zien hoe goed de middeninkomens in ons programma eruit komen.

Dan ga ik in op de kosten van kinderopvang. Net als het CDA steunen ook wij het beleid van het kabinet inzake de kinderopvang. Er is wel een overgangsprobleem. In veel regelingen voor kinderopvang is geregeld dat werkgevers fiscaal zijn vrijgesteld en de kosten van de kinderopvang per uur vergoeden. Dat was voorheen ook het geval. Het uurtarief was niet aan een maximum verbonden. Het kabinet heeft nu wel een maximum vastgesteld. Dat is op zichzelf te begrijpen, maar omdat het in het overgangsjaar niet in alle cao's en andere regelingen door werkgevers op tijd zal zijn veranderd, zitten zij in dat jaar aan een enorme ingewikkelde administratieve rompslomp vast. Het niet fiscaal vrijgestelde topdeel moeten zij immers per werknemer in beeld gaan brengen. Dat moet vervolgens worden gebruteerd en ingehouden. Ik denk dat dit praktische probleem niet de bedoeling van het kabinet is. Om praktische redenen vraag ik het kabinet dan ook om een overgangsregeling te maken voor een jaar. Het gaat vaak om regels van individuele werkgevers of om fondsen op sectorniveau enzovoorts. Het is buitengewoon ingewikkeld, terwijl het juist de bedoeling is om het eenvoudiger te maken.

In de Kamer wordt al lang gediscussieerd over het fiscaal helderder maken van de dienstverlening in en om het huis. Het gaat niet alleen om het fiscaal bevorderen, maar ook om een administratieve vereenvoudiging. Het voorstel van het kabinet komt op ons wat onbekookt over. In de bestaande persoonlijke dienstverlening wordt de vrijstelling voor de schoonmaaksters van twee naar drie dagen uitgebreid. De huishoudelijke hulp betaalt dan geen premies meer, maar bouwt ook geen rechten op. De opdrachtgever is dan overal vanaf en hoeft dus niks op te geven. De RWI heeft twee voorstellen gedaan die beter zijn. Daarbij ging het niet alleen om een grote hoeveelheid diensten, maar ook om het veel duidelijker vastleggen van de rechten en plichten van de opdrachtgever en degene die de diensten uitvoert. Op verzoek van de Kamer brengt de RWI volgende maand een advies uit waaruit zal blijken hoe dit precies kan worden ingevuld. De regeling van het kabinet is een opzetje dat ons weliswaar niet voor de voeten loopt, maar wel te veel voorsorteert op wat de nieuwe regeling kan zijn. Daarom stellen wij voor om dit voorstel in te trekken en het RWI-voorstel af te wachten. Dan lopen wij ook niet het risico dat in de regeling van het kabinet zit, namelijk dat het werk dat nu niet zwart wordt gedaan, straks wel zwart wordt gedaan. Het zal althans uit het witte circuit naar het grijze circuit gaan. Het is immers niet echt zwart, want het mag. Heel veel werknemers worden er zo toe bewogen om dan maar voor drie dagen onder deze regeling te gaan werken. Zij verliezen dan hun rechten op WW en andere werknemersvoorzieningen. Wij horen nu al van voorbeelden uit de praktijk. In de zorgsector, waar de aanbestedingen inzake de nieuwe Wmo gaan plaatsvinden, proberen thuiszorgorganisaties zoals Icare en Actis nu al om bijstandsgerechtigden onder deze formule goedkoop voor de huishoudelijke diensten aan het werk te krijgen. Ik neem aan dat het kabinet dit zo niet heeft bedoeld. Ik verzoek daarom dit voorstel een jaar op te schorten en het dan te bezien in relatie tot het RWI-advies. Daarin wordt van een betere redenering uitgegaan.

Dan kom ik op de overcompensatie van de dga's. De heer De Nerée tot Babberich heeft er al op gewezen dat de directeur-grootaandeelhouder volgens de nieuwe Zorgverzekeringswet meer betaalt dan ib-ondernemers en werknemers. Dat is een nadeel dat ook wij willen compenseren. De dga's lopen nu door het zorgstelsel een achterstand op van ongeveer € 1050. Het lukt niet om dit voor het komende jaar binnen de Zorgverzeke­ringswet netjes te repareren. De regering geeft de dga's daarom een tijdelijke compensatie in de vorm van een lager tarief in box 2. De verlaging van het tarief van 25% naar 22% voor maximaal € 250.000 in box 2 levert € 7500 op. De meerverdienende dga heeft hier dus groot voordeel bij, een voordeel dat zeven keer zoveel is dan het probleem waar het om gaat. Dat is dus een rare regeling. Wij bereiden daarom een amendement voor om het maximum waarover die verlaging geldt, te verminderen tot € 35.000. Dat is de meest simpele manier om in de geest van het voorstel van het kabinet in één klap het tarief voor een jaar te verlagen. Dan kom je in de buurt van die € 1050. Het MKB heeft de suggestie gedaan om er een aftrekpost van te maken. Persoonlijk pleit ik er dan voor om de dga's een eenmalige belastingkorting van € 1050 te geven. Een belastingkorting is nooit meer of minder dan die is. Het kan ook een aftrekpost zijn. Het voordeel van de aftrekpost is dat deze, als in het lopende jaar geen winst is gemaakt, in het daaropvolgende jaar kan worden verwerkt in de verliesrekening. Misschien is deze oplossing wel de elegantste van allemaal. Ik heb het ministerie al gevraagd om een reactie op het amendement, maar ik wacht eerst de reactie van het kabinet af. Dit is een heel elegante oplossing waarbij het bedrag precies terechtkomt waar het moet zijn. Bovendien levert het eenmalig zo'n 68 mln. op. Omgekeerd kun je dus ook zeggen dat de dga's 68 mln. te veel krijgen. Voor deze 68 mln. heb ik straks al een bestemming genoemd, namelijk de kwijtschelding van de heffingsrente en de algemene heffingskorting voor met name ouderen. Zo kun je door het opheffen van de ene onrechtvaardigheid de andere onrechtvaardigheid oplossen.

Het kabinet stelt een nieuwe artiesten- en beroepssportersregeling voor. Wij steunen het principe om mensen die enkele malen als artiest optreden fiscaal eenvoudiger te behandelen, zodat zij worden vrijgesteld van allerlei administratieve rompslomp. Tot nu toe was er altijd veel administratieve rompslomp. Iemand die één dag of avond kwam optreden, moest heel veel inleveren. Het kabinet wil dat ook mensen die in een groep optreden nog steeds heel veel moeten inleveren. Van alle mensen die optreden moet 70% en misschien wel 100% gegevens aanleveren zoals paspoortkopieën enzovoorts om te kunnen aantonen dat zij recht hebben op de vrijstelling voor mensen uit verdragslanden. Je moet kunnen aantonen dat je uit een verdragsland komt. Dat wordt gedaan omdat de belastingdienst wil voorkomen dat vooral grootverdienende artiesten belasting ontduiken door zich hier voor te doen als een artiest uit een verdragsland, terwijl zij misschien uit Monaco, Liechtenstein of andere landen komen waarmee wij geen verdrag hebben afgesloten. Dat is in feite met een kanon op een mug schieten. Dat kan allemaal veel eenvoudiger. Het voorstel kan ook zijn dat degene die een optreden van singles of van kleine bands die hoge gages ontvangen organiseert, zich ervan moet vergewissen dat de artiesten of de groep uit een verdragsland komen. Zij weten dat vaak, want zij moeten het geld overmaken. Als dat naar Liechtenstein moet, weten zij meteen dat het niet deugt. Zij zijn ook bereid om dat te doen. Mocht achteraf blijken dat het ten onrechte is, dan zal de podium- of concertorganisatie alsnog die 20% belasting moeten betalen waar wij hier over spreken. Het is dus absoluut geen afschuifregeling. Het geld komt evenzogoed binnen, mocht er alsnog sprake zijn van misbruik.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Ik wil mij graag bij dit pleidooi aansluiten. Ik heb ook uit het veld gehoord dat het problemen zou opleveren als iedereen een kopie van zijn paspoort en ik weet niet wat allemaal moet hebben. Als daarvoor een eenvoudiger regeling kan worden getroffen, wat de heer Crone bepleit, dan steunen wij dat van harte.

De heerCrone(PvdA)

Het is allemaal begonnen met voetballers die hier komen sporten, maar het geldt nu voor veel meer groepen. Het is mooi dat wij het ook daarover met het CDA eens worden.

Vier of vijf weken geleden kregen wij brieven over de WGA-premie. Dit is de premie die werkgevers moeten betalen voor de nieuwe arbeidsongeschiktheidsregeling. Na alle gedoe naar aanleiding van de demonstratie is geregeld dat de WGA-premie wordt betaald door de werkgever. Deze mag deze premie voor ten hoogste 50% verhalen op de werknemer. Dat is een zaak van sociale partners. Daar treden wij in principe niet in. Van het kabinet mag deze premie echter verhaald worden op het nettoloon. Dat is iets nieuws. Onze werknemersverzekeringen, pensioenen enzovoorts kennen namelijk een omkeerregeling. Als je premie inlegt omdat je later een uitkering wilt krijgen, is de premie aftrekbaar, maar over de uitkering betaal je gewoon belasting. Het kabinet doorbreekt deze omkeerregel doordat twee keer belasting moet worden betaald. De premie wordt immers ingehouden op het nettoloon en over de uitkering moet ook belasting worden betaald. Het kabinet zegt dat de Stichting van de Arbeid het hiermee eens is. Ons is echter gebleken dat dit niet juist is. Ik heb begrepen dat de stichting vandaag nog een brief naar de Kamer stuurt waarin zij duidelijk maakt dat dit niet zo is. Overigens geldt in alle gevallen dat dit huis hoger staat dan de stichting of de sociale partners. Het gaat hierbij om een heel principiële kwestie. Wij hebben dit kabinet al eens eerder op het Museumplein horen roepen dat het dubbel gaat belasten. Als je nog VUT-achtige dingen krijgt voor je 65ste, word je ook dubbel belast. Daar is de Raad van State toen zwaar tegenin gegaan. Het lijkt mij ook in dit geval dat het principe voorop moet staan.

Het gaat niet alleen om principes, het gaat om het geld. Dit kan tot vrij grote koopkrachteffecten voor de burgers leiden. Als de WGA-premie niet bruto maar netto wordt ingehouden, scheelt dat natuurlijk in het brutonettotraject. Dat kan al gauw 40% schelen. Het kan om tienden van procenten gaan bij betrokken werknemers. Vooral voor werknemers van wie de werkgevers een hoge WGA-premie moeten afdragen, kan het om vele tienden van procenten gaan. Dat geldt zeker voor de eerste jaren, omdat dan gespaard moet worden, er een rentehobbel is of omdat er een hoog risicoprofiel is in de sector. Mij is gebleken dat dit niet voorkomt in de koopkrachtplaatjes van het CPB. Hier zit dus voor een groot aantal werknemers toch weer minder zoet in de koopkrachtplaatjes dan wij al eerder hebben aangetoond. Vijf weken geleden hebben wij dit naar aanleiding van brieven van burgers aan de orde gesteld bij vragen over deze belasting. Wij merken inmiddels dat de sociale partners en het kabinet het zeker niet met elkaar eens zijn hoe dit nou precies moet. Ik heb een amendement voorbereid waardoor op dit vlak wordt teruggekeerd naar de normale omkeerregel en de sociale partners worden vrijgelaten in hun keuze in de gewichtsverdeling. Ik vraag mij overigens af of dit wat kost. Dit zit gewoon in het bruto-nettotraject. Of de werkgever betaalt, of de werknemer. Of het is een aftrekpost voor de vennootschapsbelasting, of de werkgever betaalt het niet, maar dan komt het in het brutoloon en dan is het een aftrekpost voor de werknemer. Dat het zoveel geld kost als door het ministerie van Financiën werd gesuggereerd, vraag ik mij dus af. Ik neem aan dat het CDA ook hierbij stijf aan mijn kant staat, want ook het CDA spreekt altijd over decentrale verantwoordelijkheid. Wij hebben toch een bestendig beleid rond werknemersverzekeringen en de manier waarop wij daarmee fiscaal omgaan.

Dan de wijkontwikkelingsmaatschappijen. In het Belastingplan voor 2006 hebben wij ons hard gemaakt voor een vrijstelling van de overdrachtsbelasting voor wijkontwikkelingsmaatschappijen. Zij bevorderen een stedelijke herstructurering, natuurlijk vooral in herstructureringswijken. Deze vrijstelling wilden wij ook vorig jaar. Het kabinet wees dit af met het argument dat dit wel 4 mln. zou kosten. Financiën doet dit voorstel nu zelf. Wij zijn heel blij dat dit voorstel nu wordt overgenomen, maar nu kost het nog maar 1 mln. per jaar! Als de oppositie wat wil, zegt het ministerie altijd dat het hartstikke duur is, maar nu is het vier keer zo goedkoop als in de tijd dat ik het voorstelde. Wij hebben toen met kracht van argumenten geprobeerd om het erdoor te krijgen. De argumentatie van het kabinet is echter drie keer niks. Toch vind ik dat verantwoord moet worden waarom het nu ineens zo goedkoop kan zijn.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Vandaar dat het CDA bij de financiële beschouwing heeft voorgesteld om dingen te laten doorrekenen. Hieruit blijkt al weer dat dit absoluut noodzakelijk is. Daarvoor heb ik nu dus ook de steun van de PvdA. Daarvoor dank.

De heerCrone(PvdA)

Ik ben het met de heer De Nerée tot Babberich eens. Er moet altijd een contra-expertise zijn, op alles wat het kabinet doet en op wat wij zelf doen. De vraag is altijd hoe dit op de beste manier georganiseerd kan worden. Het zal wel niet in het verkiezingsprogramma van het CDA zijn opgenomen dat naast de bestaande bureaucratie nieuwe bureaucratie moet worden opgebouwd.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Nee, absoluut niet.

De heerCrone(PvdA)

Bij de behandeling van de btw wil ik ingaan op de schoolboeken, de sport en de energierekening.

Voor schoolboeken geldt het lage btw-tarief. Dat staat niet ter discussie. Sinds 2004 geldt het lage btw-tarief echter niet meer voor cd-roms en andere dingen die bij boeken zitten. Een boek met een cd-rom wordt dus met 19% belast. Toch zijn deze boeken vaak een onderdeel van de lesmethode en moeten zij door kinderen of ouders worden gekocht. Hierbij kan gewezen worden op de Zesde btw-richtlijn, zodat een afwijking hiervan in EU-verband georganiseerd moet worden. De regering verschuilt zich daarachter door te stellen dat de Europese regelgeving het niet mogelijk maakt om ook daarvoor het laag btw-tarief te rekenen. Wij vragen ons dat af. In het Verenigd Koninkrijk geldt immers een nultarief. Die afwijking is daar dus wel mogelijk. Het KPMG heeft aangetoond dat de combinatie niet gescheiden hoeft te worden. Je kunt het gewoon als één product zien. Afhankelijk van het percentage van dat deel van het product, is dan gewoon het lage btw-tarief van toepassing. Wij bereiden een amendement voor opdat dit geregeld kan worden. Wij denken dat de regering hier best een stap kan zetten, zodat het lage tarief kan worden gevolgd. Kennelijk kan dat in andere landen ook.

De heerSlob(ChristenUnie)

Dit voorstel is buitengewoon sympathiek. In de afgelopen jaren is hierover al veel vaker gesproken. Het is ons ook een doorn in het oog dat hiervoor nog steeds het hoge tarief geldt. De heer Crone verwijst naar het Verenigd Koninkrijk, maar daar was sprake van een politieke deal waarvan deze uitzondering deel uitmaakte. Is de heer Crone dat bekend?

De heerCrone(PvdA)

Dat is in ieder geval een reden om voor ons hetzelfde te doen. Het lijkt mij dat hiervoor mogelijkheden zijn. Er zijn ook andere landen waar dat zo is. Het gaat niet alleen maar om het nultarief in het Verenigd Koninkrijk. Ik heb immers niet voor het nultarief gepleit, maar voor het tarief dat ook voor boeken geldt. In andere landen is gebleken dat het verlaagde tarief wel mag worden toepast als de kostprijs bijvoorbeeld minder dan 25% van het pakket is. Er zijn dus meer wegen die naar Londen leiden.

Al eerder hebben wij gevraagd waarom sporten die in de buitenlucht worden beoefend onder het hoge btw-tarief vallen en sporten die in accommodaties worden uitgeoefend niet. Wij willen toch allemaal dat meer mensen aan sport doen? Daarmee is immers een groot inverdieneffect te behalen. De gezondheid van de burgers gaat vooruit en de aan zwaarlijvigheid gebonden ziektes nemen daardoor af. Wij willen daarom alle sporten onder de 6% scharen. Ook dat zou best kunnen. Het kabinet heeft dat in een aantal gevallen al goedgekeurd, zoals bij de Vierdaagse in Nijmegen. Nu vindt een inbreukprocedure plaats. Dat is best een complicerende factor. Wanneer een sportbijeenkomst in de openlucht plaatsvindt, maar daarvoor ook een accommodatie nodig is of wanneer het nodig is dat de sportorganisator, die wel btw-plichtig is, daarvoor iets organiseert, dan komt dit toch heel dicht in de buurt van de sportactiviteiten die in gesloten accommodaties plaatsvinden. Dan zou ook daarvoor het lage btw-tarief moeten kunnen gelden.

De btw op energiegebruik door kleinverbruikers is gescheiden in btw op het gebruik van het net en btw op het gebruik van de stroom of het gas zelf. De btw-plicht en -inning zijn dus ook gescheiden. Bij de jaarlijkse herziening van de rekeningen en bij terugbetalingen bij maandbetalingen zijn ingewikkelde administratieve procedures nodig omdat de btw moet worden teruggeleid. Voor bijvoorbeeld 0900-nummers geldt dat niet. Het gebruik van het netwerk van KPN is gescheiden van de 0900-dienstverleners, maar daarbij wordt het commissionairsmodel gehanteerd. Economische Zaken en de energiesector vinden dat de keuzevrijheid op de markt hierdoor nooit soepeler wordt. Dat wordt dan veel te ingewikkeld en de administratie wordt te duur. Ik doe daarom een klemmend beroep op het kabinet om hierover toch nog eens goed met de sector te spreken en de btw onder het commissionairsmodel te brengen. De minister zegt dat dit niet mag van Brussel, maar in Finland en andere landen is het ook zo. Daarom vraag ik om hier nogmaals goed naar te kijken. Het is in ieders belang, in het belang van de administratieve eenvoud en in het belang van de marktwerking in de energiesector.

Wij krijgen nog steeds berichten die erop duiden dat de inspecteurs van de belastingdienst te strenge voorwaarden hanteren voor het gebruik van het grijs kenteken voor auto's van gehandicapten. Iemand die een kleine bestelauto heeft, bijvoorbeeld een kleine Citroen – de rolstoel kan achterin, maar dan moeten de banken eruit – krijgt geen grijs kenteken omdat de banken er dan wel uit zijn, maar aan andere eisen niet is voldaan. En dat terwijl iedereen weet dat die auto echt alleen maar bedoeld is om met de rolstoel te kunnen rijden. Hierover wil ik echt een uitspraak van het kabinet. Zo nodig geef ik meer voorbeelden in de tweede termijn. Ik vraag het kabinet om in dezen een ruimhartig beleid te voeren, zoals ook is toegezegd door de staatssecretaris.

Door het ministerie is in teksten en tijdens overleggen voortdurend de indruk gewekt dat het grijs kenteken voor ondernemers ook zou gelden voor lagere overheden zoals gemeenten en waterschappen. Zij hebben natuurlijk ook veel bestelauto's. Daar regent het nu naheffingen omdat zij niet alleen te weinig bpm, maar ook te weinig motorrijtuigenbelasting hebben betaald. Financiën geeft niet thuis. Hierover zijn ook door de VVD vragen gesteld. Misschien komt mevrouw Dezentjé Hamming daarop nog terug. Ook dit valt onder voorzieningen die onder het grijze kenteken moeten vallen. Nu worden de overheden opgezadeld met zeer hoge kosten en zegt Financiën achteloos dat dan maar de ozb of een andere heffing moet worden verhoogd. Dit is meen ik niet de minister die de ozb wil verhogen, maar de minister die de ozb wil verlagen. Het lijkt mij dat deze minister van mij een kans voor open doel krijgt om de ozb in ieder geval niet te verhogen.

Om de aangifte inkomstenbelasting via het internet te doen, is tegenwoordig een DigiD-code nodig. Dat geldt vanaf 1 januari 2007, maar het is ook al nodig bij de vooraangiftes van de komende maanden. Er zijn veel mensen die dat niet weten of die niet in staat zijn om dat zelf te doen. Ik noem bijvoorbeeld de 65-plussers. Zij krijgen hierover ook een brief en maken zich nu al zorgen. Mensen die gebruikmaken van de service hulp bij aangifte (HUBA) zijn hiervan vrijgesteld. Een en ander verloopt dan via de invulservice. Vallen hier ook de FNB invulservice of de bureaus Sociale Raadslieden onder? Het is net als met het voorbeeld van de algemene heffingskorting: ook hier geldt dat hierover veel meer voorlichting moet worden gegeven. Wij krijgen daarover veel verontruste mensen aan de lijn. Zij moeten toch een helder antwoord krijgen.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Daarom is bij de financiële beschouwingen de subsidie voor Ouderen voor ouderen verlengd. Zij helpen met het invullen van de gegevens en met het begeleiden van deze ouderen. Gelukkig is de desbetreffende motie met een overweldigende meerderheid aangenomen. Wij verwachten daar veel van.

De heerCrone(PvdA)

Dat was de drie ton die u met veel geweld in de begroting heeft verschoven. Dat was zeer indrukwekkend.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Veel geweld, absoluut.

De heerCrone(PvdA)

Dat was politiek van hoog niveau.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

U hebt dat medegesteund.

De heerCrone(PvdA)

Ja, natuurlijk. Wie 't kleine niet eert, is 't grote niet weerd.

Mijn laatste punt betreft de differentiatie van de fiscale bijtelling van de auto van de zaak. Wij hebben vaak bepleit om bij de leaseauto en de auto van de zaak het gebruik van schone auto's te bevorderen en het gebruik van vuile auto's te ontmoedigen. Het autogebruik is natuurlijk het hoogst bij de rijders van leaseauto's, maar ook het vermijdbaar autogebruik is bij hen het hoogst. Ik sprak laatst iemand met een leaseauto over het feit dat de prijs van een liter benzine bijna € 1,50 was geweest. Nu is deze prijs onder de € 1,30 gezakt. De man met de leaseauto zei dat hij dat niet wist omdat hij met een pasje tankte. Dat laat zien hoe onbewust gebruikers van leaseauto's omgaan met het milieu. Gelukkig heeft mevrouw Spies vorige week een motie ingediend waarin wordt gevraagd om een regeling voor leaseauto's. Wij willen een stap verdergaan en van het kabinet nu al vast de toezegging dat zo snel mogelijk wordt geregeld dat het leasepercentage wordt gedifferentieerd naar de vervuilingsgraad. Nu betaalt iedereen 22%. Voor de zuinige auto's moet dan bijvoorbeeld 20% worden betaald en voor de niet zuinige auto's 24%. Wij hebben de auto's nu in klassen ingedeeld. Dat is eerst door het kabinet Balkenende afgeschaft, maar nu weer ingevoerd. Het flipflopbeleid van dit kabinet is ongekend. Alles wordt eerst afgeschaft en ingetrokken en dan weer hersteld.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Zelfs de koopkracht, mijnheer Crone.

De heerCrone(PvdA)

Ja, de koopkracht is ook flipflop.

Dit zou een goede regeling zijn. Ik heb mij laten voorlichten door Financiën. Het kan niet per 1 januari 2007 worden ingevoerd. Dat zou ik wel graag willen, want hoe eerder hoe beter. Het moet trouwens altijd een ingroeiregeling zijn want je kunt auto's niet met terugwerkende kracht anders belasten. In de leaseautosector worden auto's wel het snelst vervangen. De meeste leaseauto's worden maar drie jaar of zelfs korter geleast. Dan worden zij een prooi voor de inruilmarkt. Ik zou wel willen dat deze regeling per 1 januari 2008 ingaat. Wellicht kan daarop geanticipeerd worden. De motorrijtuigenbelasting kan dan immers ook omlaag. Ik vraag het kabinet om een notitie zodat het nieuwe kabinet zo snel mogelijk kan besluiten om dit te doen.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Ik begrijp hieruit dat de heer Crone de motie van mijn fractiegenote Spies steunt. Deze motie gaat nog veel verder. Daarin wordt de regering namelijk verzocht een maatregel voor te bereiden. De heer Crone vraagt om een notitie, maar als hij zich achter deze motie schaart, zal de regering ongetwijfeld goede maatregelen voorstellen.

De heerCrone(PvdA)

Mevrouw Spies doet een verzoek in algemene zin. Ik geef wat meer richting door de differentiatie van het leasetarief te noemen. Ik ben blij dat u dat steunt.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Nee, dat wordt te ingewikkeld. Ik wil daar ook wel richting aan geven, maar dat doe ik dan in de tweede termijn. Ik weet wel een oplossing voor die problematiek die stukken eenvoudiger is dan de oplossing die u nu voorstelt.

De heerCrone(PvdA)

Dan doen wij het allebei. Dat hoor ik dan straks wel. U vond het kennelijk niet zo belangrijk dat u het in uw eerste termijn wilde noemen. Ik vind het wel belangrijk.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Het is opgebracht. Er is een motie ingediend.

De heerCrone(PvdA)

Maar nu kun je concreet zeggen hoe je het wilt hebben. Ik hoop dat het kabinet op mijn verzoek en met uw steun gaat bedenken hoe zo'n regeling eruit kan zien, zodat deze eenvoudig en uitvoerbaar is en maximaal helpt bij het milieu, zuinige auto's en roetfilters. Dan kunnen wij heel snel een beslissing nemen. Wij hebben toch de afspraak gemaakt dat dit soort majeure wijzigingen niet aan het eind van het jaar in Belastingplannetjes wordt geregeld? Die bereiken ons in het voorjaar, zodat wij daarover uitvoerig kunnen spreken. Dit is altijd een gevoelig onderwerp geweest en ik wil graag dat er in het komende regeerakkoord iets over wordt opgenomen. Daartoe moet er nu al nagedacht worden over de uitvoeringstechniek. Uiteraard sta ik open voor andere goede voorstellen.

MevrouwDezentjé Hamming(VVD)

Voorzitter. Excuses voor mijn wat verlate binnenkomst. De heer Hofstra heeft nog een hoop te doen in ons land!

Voor ons ligt een uitgebreid pakket fiscale maatregelen op grond waarvan het kabinet verder wil werken aan de financiële en sociaal-economische positie van Nederland. In 2007 geeft het kabinet prioriteit aan verdere verbetering van de economische structuur en dat kan de VVD natuurlijk van harte ondersteunen. Ook deze keer is er sprake van een grote variëteit aan onderwerpen. Mijn fractie kan zich grotendeels in de voorgestelde maatregelen en de inmiddels ingediende nota's van wijziging vinden. Ik denk aan de startersaftrek bij arbeidsongeschikten, de btw-vrijstelling bij detachering van wetenschappelijk personeel, de maatregelen voor persoonlijke dienstverlening en behoud van de zelfstandigenaftrek voor 65-plussers. Mijn fractie is ook erkentelijk voor het voortschrijdend inzicht van het kabinet dat ertoe heeft geleid dat de afdrachtvermindering scheepvaart behouden blijft. Een belangrijke stap is ook de werkgeversbijdrage kinderopvang die moet leiden tot een hogere arbeidsparticipatie.

Gelukkig zijn wij nu grotendeels af van de rompslomp rond de artiesten- en beroepssportersregeling. Het is natuurlijk heel merkwaardig om één dag optreden te beschouwen als het in dienst zijn van een organisatie met alle fiscale complicaties van dien. Wel vragen wij ons af of de administratieve lasten niet nog verder kunnen worden teruggebracht. Het Boston Symphonie Orchestra telt 80 musici en dan is het overdreven om alle paspoortkopieën en andere gegevens te verzamelen. Er is immers sprake van een verdragsland. Ik sluit mij aan bij de vraag van de heer Crone of hier niet een taak ligt voor de concertorganisator om een en ander te melden. De veelverdienende soloartiest, waarover hij sprak, is wat gemakkelijker te contoleren.

Er is sprake van een aparte vrijstelling voor optredens krachtens een andere grond, dus niet bij overeenkomst. Vindt de minister dat het beperkt moet blijven tot voetbaltoernooien? Volgens mij vallen tennis-, golf- en andere toernooien er ook onder. Ook in die gevallen sluiten de organisatoren geen overeenkomsten met spelers; zij krijgen de spelers van buitenlandse toerorganisaties toebedeeld. Met name de betere tennissers en golfers wonen veelal in Monaco. Ik vraag mij ook af of door deze aparte vrijstelling niet een ongelijke behandeling ontstaat. Sporters en artiesten met een optreden krachtens een overeenkomst moeten een bewijs leveren van hun woonplaats om van Nederlandse belasting te worden vrijgesteld, terwijl artiesten en sporters met een optreden krachtens een andere grond direct worden vrijgesteld van Nederlandse loonbelasting. Die ongelijke behandeling kan ertoe leiden dat een rechter de regeling naar de prullenbak verwijst. Misschien is ook die aparte vrijstelling niet nodig, want met een algemene vrijstelling voor artiesten en sporters uit landen waarmee een belastingverdrag is gesloten zijn er waarschijnlijk voldoende mogelijkheden.

De bpm blijft de VVD een doorn in het oog. Elke keer komen er aanpassingen van een regeling waar wij eigenlijk vanaf willen. Zo langzamerhand wordt het een wanhopig achterhoedegevecht. Hoe denkt het kabinet nu eindelijk eens deze hinderlijke belasting af te schaffen en daarvoor een andere regeling in de plaats te stellen? Ik heb begrepen dat het debat over het werkprogramma Anders betalen voor mobiliteit inmiddels ook weer is uitgesteld. Bpm en overheden is ook zo'n verhaal. Overheden zijn in mijn ogen geen particulieren en het lijkt mij dan ook verdedigbaar dat deze groep van de voordelen van het grijze kenteken blijft profiteren. Hoe oordeelt de minister hierover?

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de vragen van de heer De Nerée tot Babberich over de keramische industrie. Is er wel sprake van een level playing field als andere landen wel vrijstelling geven en Nederland niet? Wat is de ratio daarvan?

De heer De Nerée tot Babberich en ik hebben een amendement ingediend dat ertoe strekt om de paardenhouderijsector uit het Belastingplan te lichten. Er is sprake van een ongelijk speelveld en een verslechtering van de concurrentiepositie. Frankrijk en Duitsland hanteren namelijk wel de verlaagde tarieven.

Wat betreft de persoonlijke dienstverlening wil ik een vraag stellen over de kortdurende arbeidsverhoudingen. Als een arbeidsverhouding geen echte of fictieve dienstbetrekking is, zou de werkgever er samen met de werknemer voor kunnen kiezen om de arbeidsverhouding voor de loonbelasting en premie volksverzekering toch als een dienstbetrekking te beschouwen. In dat geval houdt de werkgever ook loonbelasting en premie volksverzekering in. Dat is dus een soort opting-in. Kan dat geregeld worden voor kortdurende arbeidsverhoudingen? Dit voorkomt namelijk een loonadministratie terwijl beide partijen niet opteren voor werkgever- en werk­nemerschap.

De VVD is tevreden over de maatregelen in de btw-sfeer na het arrest-Charles en Charles Tijmens. Zo langzamerhand ontstaat er echter een wirwar van hoge en lage btw-tarieven. Als bijvoorbeeld de thuiszorg door een particuliere organisatie wordt aangeboden, is er sprake van het hoge tarief, maar als het via een instelling gaat, valt het onder het lage tarief. Zijn er nog meer van dergelijke onwenselijke situaties? Welke ratio zit er achter dit onderscheid? Is de minister ook niet van mening dat er geen verschil mag zijn en dat alles onder het lage tarief moet worden gebracht?

Uit een KPMG-rapport blijkt dat in tegenstelling tot eerdere berichten de voornemens met betrekking tot de schoolkosten niet in lijn zijn met de EU-regels. Om allerlei administratieve rompslomp te voorkomen, dient niet het gecombineerde btw-tarief te worden gehanteerd. Is de minister bereid te bezien of het onder één tarief – en dan niet het hoge tarief – kan worden gebracht?

Ook de successierechten vormen een hinderlijke belasting. Het toptarief gaat nu van 68% naar 63%. Dat blijft in de ogen van de VVD een schriktarief, al wordt de schrik iets minder. De VVD is ten principale van mening dat de successierechten sterk moeten worden verlaagd en uiteindelijk moeten worden afgeschaft. Daarom dring ik er bij de regering op aan om budgettaire ruimte te creëren die verdere verlaging van de tarieven mogelijk maakt. Ik wijs in dit verband op de motie van mijn collega Bibi de Vries uit 2001 waarin wordt opgeroepen te komen tot een verdere modernisering van de schenkings- en successierechten in de zin van verlaging en vereenvoudiging. Ik heb de indruk dat de hele Kamer dat zo langzamerhand ook vindt. Wanneer denkt het kabinet hieraan vorm en inhoud te geven?

De heerVendrik(GroenLinks)

Dat van die "hele Kamer" kan ik niet bevestigen, want wij waren en zijn tegen. Wij horen dit nu al jaren van de VVD. Ik meen dat het VVD-congres ook graag de overdrachtsbelasting wilde afschaffen waarop het partijbestuur te kennen gaf dat daarvoor geen geld voorhanden is. Dat geldt toch ook in dit geval? U stelt totale afschaffing van de successierechten voor, maar u geeft geen dekking aan. Is dit echt een onderdeel van de VVD-plannen voor de komende vier jaar? Het kost namelijk nogal wat. Of gaan andere belastingen weer omhoog en moeten anderen deze plannen betalen?

MevrouwDezentjé Hamming(VVD)

In ons verkiezingsprogramma staat dat de successierechten moeten worden gehalveerd. Wat ons betreft is dat een stap in de richting van afschaffing. U weet dat er heel veel landen zijn die daartoe overgaan. Het blijft natuurlijk een belasting waarover al een keer belasting is betaald. Ik realiseer mij dat het met het oog op de grote budgettaire belangen een langetermijnbeleid moet zijn. Daarom roep ik de regering op om met een fatsoenlijke oplossing te komen die moet leiden tot het creëren van de nodige budgettaire ruimte en uiteindelijk tot het afschaffen van deze buitengewoon hinderlijke belasting.

De heerVendrik(GroenLinks)

Daar gaan wij weer. Die budgettaire ruimte zullen alle kabinetten nodig hebben om iets te doen aan het vergrijzingsprobleem. Ik neem aan dat de VVD dat ook vindt. Of moet die ruimte worden gebruikt om de successierechten nog verder te laten dalen? Waar legt de VVD haar prioriteiten?

MevrouwDezentjé Hamming(VVD)

U haalt nu de vergrijzingsproblematiek erbij, maar ik wil erop wijzen dat over de successierechten al belasting betaald is en dat het niet de bedoeling kan zijn om belasting over belasting te betalen. Verder stammen de hoge tarieven uit een tijd waarin sprake was van een ib-tarief van 72%. Dat laatste tarief is inmiddels verlaagd tot 52% en als het aan de VVD ligt gaat daar nog eens 3% vanaf. Het loopt dus uit de pas.

De heerVendrik(GroenLinks)

Dat is geen antwoord op mijn vraag. Ik vraag naar de betekenis van uw oproep aan het kabinet om op termijn budgettaire ruimte beschikbaar te stellen voor afschaffing van het successie- en schenkingsrecht. Volgens mij moet welk kabinet dan ook eventuele budgettaire ruimte benutten voor aanpak van de vergrijzingsproblematiek. Ik begrijp nu dat dat even niet telt bij de VVD als het gaat om afschaffing van deze belasting. Waar kiest zij nu voor? Moet de overheid zuinig zijn met de centen met het oog op de vergrijzing of moet zij bij voorrang geld vrijmaken voor het afschaffen van de successierechten?

MevrouwDezentjé Hamming(VVD)

Beide zijn belangrijk. De vergrijzingsproblematiek speelt ook op de lange termijn. De VVD is voorstander van een zo klein mogelijk overheidsapparaat zodat er zo min mogelijk belasting hoeft te worden betaald. In ons verkiezingsprogramma staat overigens een dekking voor de halvering van de successierechten en ik vraag de regering om door te gaan op deze weg. Dat laat onverlet dat een aanpak van de vergrijzingsproblematiek natuurlijk ook belangrijk is.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Er wordt voortdurend over de vergrijzingsproblematiek gesproken. Het is op z'n minst een uitdaging en volgens de REA is het zelfs een verborgen zegen! Wij moeten elkaar geen ellende aanpraten.

MevrouwDezentjé Hamming(VVD)

In het kader van de successie- en schenkingsrechten vraag ik ook aandacht voor knelpunten in de bedrijfsopvolging in de agrarische sector. Na de invoering van de nieuwe bedrijfsopvolgingsfaciliteit binnen het schenkings- en successierecht in 2002 is het niet meer mogelijk dat de bedrijfsopvolger een samenwerkingsverband aangaat met zijn of haar partner. Dit wordt namelijk gezien als een gedeeltelijke verkoop van het bedrijf aan een derde. De wettekst is zodanig opgesteld dat het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst binnen een periode van vijf jaar na een bedrijfsovername niet meer mogelijk is zonder dat de vrijstelling geheel of gedeeltelijk vervalt. Door de huidige omschrijving wordt het aangaan van een samenwerkingsverband met de partner gezien als een vervreemding van een deel van het bedrijf. Daarbij moet dus alsnog worden afgerekend met de fiscus. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever nooit de bedoeling heeft gehad om een einde te maken aan deze mogelijkheid. Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt is uiteraard zeer betrokken bij dit onderwerp en meldt dat contact hierover met het ministerie is vastgelopen. Wil de minister nog eens serieus naar dit knelpunt kijken en in ieder geval het overleg vlottrekken?

Een tweede knelpunt in dit kader wordt gevormd door een stagnatie in de afronding van bedrijfsoverdracht. Dat zou komen omdat jaarlijks een zogeheten voortzettingswaarde wordt vastgesteld voor agrarische bedrijven. Die waarde bestaat uit een kasstroom- en een restwaardedeel. Voor het kasstroomdeel worden normen vastgelegd die noodzakelijk zijn voor een goede afhandeling van de bedrijfsoverdracht. De normen voor 2006 zijn echter tot op heden nog niet gepubliceerd ondanks herhaaldelijk aandringen van onder andere het NAJK. Bedrijfsover­drachten kunnen dus niet definitief worden afgerond. Kan de minister toezeggen dat dit probleem zo snel mogelijk uit de wereld wordt geholpen?

In de nota naar aanleiding van het verslag erkent de minister dat met de grondwaterbelasting ten laste van de industrie geen milieudoel wordt gediend, maar dat het gaat om een heffing ten gunste van de algemene middelen. Is deze heffing ten laste van een specifieke sector niet merkwaardig, temeer daar het ook ten koste gaat van het concurrentievermogen van bedrijven? Hoe staat de minister tegenover afschaffing van deze heffing? Ik realiseer mij dat dit 30 mln. kost.

Tot stomme verbazing van de VVD kwam tijdens de behandeling van de Wet luchtkwaliteit als een duveltje uit een doosje een een-tweetje van mevrouw Spies en de heer Van Geel aan de orde. Toen aan beide partijen nadere vragen werden gesteld, kwam er overigens geen antwoord. Ook werd er in het geheel niet over een dekking gesproken. Nu ligt er een motie voor waarin gesproken wordt over leaseauto's. Niet duidelijk is waarover het precies gaat. Gaat het om leasebedrijven of om een particulier die van zijn baas een leaseauto mag uitzoeken? De motie is niet alleen onduidelijk maar ook ongedekt. Wij zijn uiteraard voorstander van groen autorijden, maar dit alles is wel erg vaag.

De heerCrone(PvdA)

Wat vindt u van mijn voorstel met betrekking tot een gedifferentieerde aanpak? Het is beter, te zorgen voor schone auto's dan te proberen onder de Europese luchtkwaliteitseisen uit te komen. In belastingdebatten heb ik altijd de heer Hofstra aan mijn zijde gehad als het ging om een dergelijke differentiatie. Mijn voorstel is in zichzelf gedekt.

MevrouwDezentjé Hamming(VVD)

Wij zullen zeker serieus kijken naar alles wat kan bijdragen aan groen rijden. Er mag echter niet tekort worden gedaan aan het beginsel van gelijkheid en ik kan nog niet overzien wat uw voorstel precies inhoudt. Hebt u het over leaseauto's in het algemeen?

De heerCrone(PvdA)

Ik heb het al aangegeven. De zuinigste en schoonste leaseauto's krijgen minder bijtelling en de vuilste meer. De tussencategorie blijft ongewijzigd. Dat loopt via de bpm en de motorrijtuigenbelasting.

MevrouwDezentjé Hamming(VVD)

Het gaat misschien wat ver om nu diep in de techniek te duiken. Ik wijs nogmaals op het principe van gelijke behandeling. Dat in geval van minder zuinige auto's meer moet worden betaald, spreekt ons niet aan.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Ik ben een beetje verbaasd over de verbazing van mevrouw Dezentjé Hamming. De heer Hofstra was samen met ons een pleitbezorger van een indeling in categorieën. Nu trekken wij de lijn door naar mensen die daarmee niet rechtstreeks worden geconfronteerd, te weten degenen die een auto van de zaak ter beschikking hebben gekregen, en dan ineens is Leiden in last! Wij vinden dat ook die mensen geconfronteerd moeten worden met het feit dat er vuile en schone auto's zijn. De bijtelling is nu nog 22%. Ik kan mij voorstellen dat voor de belastingheffing de cataloguswaarde van vuile auto's fictief wordt verhoogd met een nader te bepalen bedrag. Voor auto's die zuinig en schoon zijn, zou dan de cataloguswaarde fictief kunnen worden verlaagd. Dan is de 22% dus van toepassing op een lager bedrag. Dat is een regeling die redelijk gemakkelijk budgettair-neutraal kan worden gemaakt. Mensen mogen best in een PC Hooftbak rondrijden, maar daar moeten zij dan wel voor betalen.

MevrouwDezentjé Hamming(VVD)

Ik wil dit voorstel best nog eens bekijken; ik heb mij de techniek ervan nog niet geheel eigen gemaakt. Het gaat natuurlijk ook om bestaande gevallen versus nieuwe gevallen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De heerIrrgang(SP)

Voorzitter. Het Belastingplan is dit jaar nog meer dan anders een bijeenraapsel van verschillende fiscale voorstellen die een beperkte onderlinge samenhang hebben. Om het oneerbiedig te zeggen: het is een bijeenraapsel van verschillende wetsvoorstelletjes en losse eindjes. De Raad van State heeft al kenbaar gemaakt wat er wel en niet in het Belastingplan thuishoort. Maatregelen van zeer uiteenlopende aard kunnen onnodig veel druk leggen op de besluitvorming door de Tweede Kamer omdat het Belastingplan in een strak schema wordt behandeld. Ik zal ook nog enkele onderwerpen noemen die naar mijn mening niet in dit Belastingplan hadden moeten worden opgenomen. De minister geeft zelf al aan dat de inhoud van zijn voorstellen mede wordt beïnvloed door het feit dat er nog zo weinig tijd is voor de verkiezingen. De vraag is dan echter waarom er niet meer gekozen is voor hoofdzaken. Is verlaging van successierechten nu echt een hoofdzaak of is het voorsorteren op de mogelijkheid dat de VVD niet vertegenwoordigd is in het volgende kabinet? Het lijkt mij in ieder geval dat dit onderwerp niet thuishoort in het Belastingplan.

De heerCrone(PvdA)

Ik hoorde verluiden dat de VVD niet terugkeert in het volgende kabinet, maar de heer Zalm wel! Die Zalm krijgen wij nooit weg!

De heerIrrgang(SP)

Deze minister heeft in uiteenlopende kabinetten gezeten, dus misschien straks ook in een kabinet waarin de VVD niet is vertegenwoordigd.

Over de verdeling van het zuur en het zoet in het koopkrachtbeleid is tijdens de algemene en financiële beschouwingen al het nodige gezegd. Het Belastingplan 2007 voorziet niet in koopkrachtcompensatie voor die groepen die het de afgelopen jaren het zwaarst te verduren hebben gehad. Wel deelt dit kabinet op de valreep cadeautjes uit aan het bedrijfsleven, zoals de verlaging van de vennootschapsbelasting en de winstbelasting. Dat zit niet in dit Belastingplan.

Ook in dit Belastingplan zit een aantal kleinere fiscale douceurtjes, uitgedeeld aan degenen die dit het minst nodig hebben. Een merkwaardig voorbeeld is de verlaging van de hoogste schijf van de successierechten. Voorgesteld wordt om het tarief van 68% te verlagen naar 63%. Dat roept de vraag op wat de diepere politieke bedoeling achter deze lastenverlichting is. Is dat het geven van lastenverlichting aan mensen met erfenissen van ruim 800.000 euro? Als ik het goed heb begrepen, dan hebben wij het daar namelijk over. Is dat verlaging van de marginale druk op doodgaan? Het is ons echt onduidelijk. Wat ons betreft is het ook onnodig. Verlaging van successierechten is geen politieke prioriteit, zeker niet in een Belastingplan dat een maand voor de verkiezingen wordt besproken.

Uit een recent artikel in ESB blijkt dat de successierechten een groot deel van de kosten van de vergrijzing dekken. Dit artikel is van iemand die ook adviseur is van de programmacommissie van D66. In het artikel wordt gesteld dat de extrapolaties van de opbrengsten van de successierechten eigenlijk veel te laag zijn, omdat er onvoldoende rekening mee wordt gehouden dat de opbrengsten uit successierechten veel meer gaan oplopen. Ik neem aan dat dit iets te maken heeft met onder andere de babyboomers die met pensioen gaan en wat daarna komt. Gevraagd naar het effect daarvan, schrijft de minister dat het extrapoleren van kasrealisaties naar de verre toekomst met de nodige omzichtigheid moet geschieden. Dat is natuurlijk waar. Het is echter ook wel een heel gemakkelijk antwoord, want dat is natuurlijk altijd waar. Wij maken wel kostenplaatjes van de vergrijzing. Over extrapoleren naar de toekomst gesproken. Dat heeft per definitie betrekking op de heel lange termijn. Blijkbaar kunnen wij in dat geval wel met enige mate van accuratesse extrapoleren, maar in het geval van de successierechten zou dat niet lukken. Graag krijg ik een betere reactie van de minister op dit vlak. Misschien kan hij het voorstel doorrekenen. Als je als politieke partij voorstelt om de successierechten te halveren of zelfs af te schaffen, dan krijg je misschien met een nog groter gat voor de vergrijzing te maken. Dat is althans de conclusie van het artikel. Ik heb deze vraag ook gesteld aan het Centraal Planbureau, want het artikel levert impliciet kritiek op de aannames van het CPB. Het CPB had het echter veel te druk met allerlei zaken waarover wij donderdag meer zullen horen. Ook van het CPB heb ik dus nog geen antwoord gekregen. Gezien de politieke discussie die de komende maand nog gaat plaatsvinden, lijkt mij dat wel belangrijk.

Ik kom nu op een heel ander onderwerp, namelijk de vereenvoudiging van de drempel voor buitengewone uitgaven. Er is voor gekozen om de ziektekostenpremie weer als buitengewone uitgave aftrekbaar te maken. De ziektekostenpremie wordt aftrekbaar tegen een standaardpremie, namelijk het gemiddelde van wat mensen aan premie betalen. De werkelijk ontvangen zorgtoeslag wordt daarvan afgetrokken. Ook de no-claimkorting wordt afgetrokken, maar hierbij wordt wel weer uitgegaan van een gemiddeld bedrag. Waarom is dat? Gehandicapten en chronisch zieken krijgen helemaal geen no-claim. Dit betekent voor hen een extra inkomensachteruitgang van zo'n € 100. Het betreft een groep die sowieso al wordt benadeeld, omdat zij een ziektekostenpremie hebben die hoger is om de no-claim te financieren waarvan zij zelf meestal niets terugzien. Bovendien betalen zij vaak een hogere ziektekostenpremie omdat zij een uitgebreider of duurder pakket hebben. Dit betekent dat chronisch zieken en gehandicapten ten gevolge van de regeling straks relatief minder buitengewone uitgaven kunnen aftrekken dan zij in werkelijkheid hebben. Graag een reactie van de minister.

Met betrekking tot die buitengewone uitgaven heeft de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland een aantal voorstellen gedaan. Hierbij is ook een dekking uitgegeven, namelijk de beroemde bril. Ondanks toezeggingen dat de minister deze voorstellen serieus zou nemen, is hierover in ieder geval niets opgenomen in het wetsvoorstel. Graag een reactie van de minister waarom dat niet is gebeurd en of er toch geen mogelijkheden zijn om daarin op dit punt bij dit Belastingplan verbetering aan te brengen. Ik geloof dat iedereen het er wel over eens is dat de aftrek buitengewone uitgaven nog steeds niet is wat deze zou moeten zijn.

In 2006 konden 100.000 ouderen de ouderenkorting deels of helemaal niet verzilveren. 54.000 ouderen konden de alleenstaande ouderenkorting deels of helemaal niet verzilveren. De minister zegt dat dit fors lagere aantallen zijn dan in 2005, maar de SP-fractie constateert vooral dat het nog steeds om heel forse aantallen gaat. 154.000 ouderen hebben een verzilveringsprobleem. Zij kunnen de korting niet of gedeeltelijk niet verzilveren omdat zij te weinig inkomen hebben. Daarom nogmaals de vraag waarom de ouderenkorting niet wordt omgezet – zoals ook is gevraagd door de Kamer – in een ouderentoeslag, zodat iedereen ervan kan profiteren. Het verweer dat de TBU-regeling een alternatief biedt, geldt natuurlijk alleen voor de buitengewone uitgaven en is daarom in ieder geval onvolledig.

Arbeidsongeschikten krijgen in het wetsvoorstel een aparte aftrekpost indien zij een bedrijf willen beginnen, maar kunnen niet meer aftrekken dan de winst die zij in dat jaar hebben gemaakt. Er moet dus wel sprake zijn van winst om die aftrekpost te kunnen verzilveren. Door deze maximering wil de minister voorkomen dat de startersaftrek in aftrek kan worden gebracht op de uitkering en dus in de praktijk wordt gebruikt in de loonsfeer. Wij zijn het er natuurlijk over eens dat deze stimuleringsmaatregel vooral als doel moet hebben om de ondernemingsgeest te prikkelen. Daarvoor is de maatregel tenslotte bedoeld. Het probleem is natuurlijk dat de meeste bedrijven in de eerste jaren geen winst maken. Dat is een algemeen probleem. Om startende ondernemers over dit probleem heen te helpen, hebben wij in de fiscale sfeer de afspraak dat zij verliezen uit het eerste jaar als compensabel verlies kunnen opvoeren voor de volgende jaren. Met deze regeling worden alleen startende ondernemers geholpen die winst maken of een beetje winst maken en juist niet de ondernemers die het echt moeilijk hebben in de eerste jaren. Is het mogelijk om een soort regeling met betrekking tot compensabel verlies te maken, zodat ondernemers die het de eerste paar jaar heel moeilijk hebben, de startersaftrek in de jaren daarna toch kunnen gebruiken?

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Wij hebben die vraag ook gesteld tijdens de schriftelijke voorbereiding. In de nota naar aanleiding van het verslag is die vraag uitgebreid beantwoord.

De heerIrrgang(SP)

Ik heb dat niet precies voor ogen, maar ik zal het nakijken.

Voor de tweede keer in korte tijd zijn enkele stimuleringsregelingen die bedoeld zijn om duurzaam te investeren, abrupt beëindigd. Twee weken geleden zijn zowel de energie-investeringsaftrek als de milieu-investeringsaftrek per direct gesloten wegens budgetuitputting door een groot aantal aanvragen. De minister heeft dit keer niet gezegd: wegens succes gesloten. Ondernemers moeten nu tweeënhalve maand wachten met energiezuinige of milieuvriendelijke investeringen. Met deze maatregelen wordt opnieuw het vertrouwen in de overheid geschaad. Dat is al de tweede keer dit jaar, want twee maanden geleden werd de MEP-regeling plotseling stopgezet. Wie te laat is, loopt grote kans achter het net te vissen omdat het budget is uitgeput. Daarom is er veel voor te zeggen om de regelingen op korte termijn structureel te verbeteren, want de kans bestaat natuurlijk dat dit volgend jaar weer staat te gebeuren. Er kan bijvoorbeeld worden gedacht aan spreiding van de regelingen over het hele jaar of een hoger budget. MKB-Nederland ziet liever een vaste regeling die het hele jaar te benutten is, ook als dat gepaard gaat met een lagere aftrek. Het zou dan ook goed zijn als de minister op deze voorstellen zou ingaan. Waarom is deze fiscale regeling geen open einderegeling? De hypotheekrenteaftrek is ook een regeling die ieder jaar budgettair gierend uit de hand loopt. Daarbij is het ook niet zo dat de eigenwoningbezitter in november het risico loopt dat de minister zegt: sorry, het geld is op.

De regeling dienstverlening aan huis is ook al – zeer terecht – opgebracht door de PvdA-fractie. Dit is typisch een regeling waarvan wij ons afvragen of het in dit Belastingplan moet. Wat is het budgettair belang, iets waar de Raad van State op hamert? Waar is de samenhang met andere regelgeving? Wat maakt deze regeling zo urgent dat deze al per 1 januari 2007 moet worden ingevoerd? In een eerder overleg is afgesproken dat de bevindingen worden afgewacht van de Raad voor Werk en Inkomen, zodat er gewerkt kan worden aan een gefundeerde wet waarbij goed is nagedacht over alle haken en ogen. Een tussentijdse regeling zoals de minister hier voorstelt, is wat ons betreft nergens voor nodig. De fundamentele vraag is voorts of dit een goed voorstel is. Hier wordt in ieder geval niet het probleem van zwartwerken aangepakt. Werknemers moeten volgens deze regeling immers nog steeds belasting betalen. Zij moeten dit nu echter zelf doen in plaats dat het door de werkgevers wordt gedaan. Het verschil is dus dat de werkgever nu wordt vrijgepleit indien er zwart wordt gewerkt. De schuld komt geheel bij de werknemer te liggen. Ook het verminderen van administratieve lasten is hier geen overtuigend argument. De administratieve lasten worden helemaal niet verminderd, maar ze worden verplaatst.

Het belangrijkste is dat de regeling dienstverlening aan huis het mogelijk maakt dat er een soort werkende klasse ontstaat van mensen die drie dagen in de week werken, maar verstoken zijn van alle sociale rechten die voor andere werknemers wel gelden. Zij kunnen op elk willekeurig moment worden ontslagen en dan hebben zij geen recht op een WW-uitkering. Als zij ziek zijn, hebben ze dubbel pech want dan krijgen ze niets. Hetzelfde geldt als ze arbeidsongeschikt zijn. Het is mij onduidelijk of er voor deze groep een minimumloon geldt. Op de vraag of er eigenlijk nog wel wettelijke rechten zijn voor deze groep, wordt in de schriftelijke beantwoording gesteld dat de arbeidsvoorwaarden tot stand komen in overleg tussen werkgever en werknemer. Ik kan dat niet anders begrijpen dan dat er voor deze groep in de wet geen enkele bescherming is. Wat ons betreft wordt er volstrekt aan voorbij gegaan dat het hier om een kwetsbare groep mensen gaat die wettelijke bescherming des temeer nodig heeft. Om deze reden heeft het CNV de Kamer afgelopen week een brief gestuurd waarin een aantal steekhoudende argumenten tegen deze regeling wordt genoemd. Het CNV wijst er onder andere op dat werken zonder verzekering ook het afsluiten van cao's binnen de thuiszorg ondermijnt. Voorts wijst het CNV op het advies van de Raad voor Werk en Inkomen dat nog moet verschijnen. De voorgestelde regeling roept allerlei vragen op. Als er geen dienstbetrekking is, is er dan wel sprake van een minimumleeftijd waarop mensen mogen gaan werken? Hoe zit het met buitenlanders die geen werkvergunning hebben? Mogen zij aan de slag in de persoonlijke dienstverlening? Tot nu toe zijn veel vragen onbeantwoord gebleven. De SP-fractie vindt in ieder geval niet dat wij deze regeling nu moeten invoeren en stelt voor om het vervolgadvies van de Raad voor Werk en Inkomen af te wachten. Wij bereiden op dit punt een amendement voor.

Podia en schouwburgen krijgen vanwege de artiestenregeling te maken met veel administratieve rompslomp. De minister stelt voor om daaraan iets te doen door de voorheffing voor buitenlandse artiesten af te schaffen. Tenminste, als Nederland een belastingverdrag heeft met het land van de artiest. Wij vinden dat een sympathieke maatregel, maar het lost het grote probleem van de administratieve rompslomp voor de Nederlandse artiest niet op. Ik sluit mij aan bij de opmerkingen van andere woordvoerders die terecht stellen dat je er in het geval van een philharmonisch orkest uit Boston vanuit kunt gaan dat de leden afkomstig zijn uit de Verenigde Staten. Bij artiesten van wie je redelijkerwijs kunt vermoeden dat zij afkomstig zijn uit een land zonder belastingverdrag, bijvoorbeeld U2 of de Rolling Stones, moet je er misschien wat meer bovenop zitten qua controle. Er moet worden gewerkt met een gedifferentieerde benadering van buitenlandse artiesten. Als er niet rechtstreeks wordt geheven bij artiesten uit verdragslanden, dan moet er een redelijke verzekering zijn dat er in de verdragslanden zelf wel wordt geheven. Als het om artiesten uit niet-verdragslanden gaat, moet Nederland daadwerkelijk alsnog heffen.

Het kan niet zo zijn dat de Rolling Stones zonder problemen in Nederland kunnen optreden, terwijl Nederlandse artiesten nog in de kelder bezig zijn met het invullen van formulieren. De ergernis is groot en terecht. Sommige artiesten zijn langer bezig met administratieve lasten dan met optreden. In de praktijk hebben alle artiesten zonder VAR-WUO te maken met de artiestenregeling. Voor deze groep niet-zelfstandigen geldt dat er een grote berg paspoortkopieën en gageverdelingsverklaringen over en weer gaat. Ik heb begrepen dat het om 12.000 optredens per jaar gaat bij poppodia en schouwburgen. Per optreden gaat het om gemiddeld vijf artiesten. Dat zijn 60.000 paspoortkopieën en sofinummers, 12.000 kostenvergoedingsbeschikkingen en nog eens 60.000 jaaropgaven. Qua vermindering van administratieve lasten valt hier misschien nog wel iets te winnen. Afschaffing van de regeling zou ervoor zorgen dat de artiest geen sociale verzekeringen meer heeft. Dat is ook niet de bedoeling. Er moet echter meer mogelijk zijn dan dit. Wat ons betreft moet de minister daar snel werk van maken.

Het is onduidelijk of een dj in fiscaal opzicht artiest is en onder de artiestenregeling valt. Wat ons betreft zijn dj's artiesten. Wij merken in de praktijk dat dj's soms wel en soms niet worden beschouwd als artiesten. De ene belastinginspecteur gaat er soms anders mee om dan de andere belastinginspecteur. Aan deze onduidelijkheid moet een einde komen. Ons voorstel is om dj's per 1 januari 2007 fiscaal aan te merken als artiest, want het zijn natuurlijk artiesten. Wij hebben een artiest annex dj bij ons in de fractie. Helaas gaat hij de Kamer verlaten. Het zou goed zijn als de minister voor een doorbraak zorgt. Ik sluit mij aan bij de opmerkingen van de PvdA-fractie over de heffingskorting en de heffingsrente. Ook wij vinden dat er redelijkerwijs voor een oplossing moet worden gezorgd.

De minister geeft in zijn wetsvoorstel hoog op over de administratievelastenverlichting voor burgers, maar aan de aantallen e-mails en de toon van de e-mails te merken, is die indruk nog niet echt bij de burger geland. Er dreigt voor ouderen bovendien een aanzienlijke administratievelastenverzwaring. Veel ouderen laten hun belastingaangifte namelijk door anderen verzorgen. Belastingadviseurs die ouderen daarmee helpen, doen die belastingaangifte eigenlijk altijd digitaal. Met de intrede van DigiD is dat wellicht straks niet meer mogelijk, omdat alleen de persoon zelf de DigiD mag aanvragen en gebruiken. Daarbij moet worden aangegeven wie je bent. Voorts moet de DigiD via internet worden aangevraagd, terwijl veel ouderen thuis niet over een computer beschikken. Kan de minister ervoor zorgen dat het mogelijk wordt gemaakt dat ouderen nog steeds geholpen kunnen worden bij het digitaal versturen van hun belastingaangifte? Het kan niet de bedoeling van DigiD zijn dat ouderen straks niet meer digitaal aangifte kunnen doen. Dat is nu eenmaal de manier waarop belastingadviseurs vandaag de dag anno 2006 werken. Het gaat niet om de vraag of het met een aangepaste DigiD moet of op een andere manier, maar dit probleem moet wel worden opgelost.

De heerSlob(ChristenUnie)

Voorzitter. Allereerst verontschuldig ik onze reguliere woordvoerder, André Rouvoet, die in deze tijd zo zwaar belast is dat het Belastingplan voor hem net iets te veel was. Gelukkig kon ik tijd in mijn agenda vrij maken. Wij vinden het van belang om hierbij te zijn, omdat soms heel kleine puntjes enorme gevolgen kunnen hebben voor de betrokkenen. Het is goed dat de voorstellen die hier liggen, zorgvuldig worden besproken.

In onze schriftelijke inbreng hebben wij al aangegeven dat veel van de voorstellen positief door onze fractie zijn gewaardeerd. Ik denk aan de verhoging van de algemene heffingskorting en de arbeidskorting. Bovendien denk ik aan de verlaging van de tarieven in de eerste en tweede schijf. Wij hebben ook aangegeven dat wij moeite hebben met de voorgestelde verhoging van de inkomensgrens van € 96.000 naar € 130.000 als het gaat om het hebben van recht op kinderopvangtoeslag. Onze bezwaren daaromtrent houden wij overeind. Mede naar aanleiding van de antwoorden die wij hebben ontvangen, hebben wij onze kritiek echter wel iets moeten nuanceren. Het is namelijk zo dat 10% van die 125 mln. uiteindelijk terecht zal komen bij de nieuwe groep rechthebbenden. Dat is dus de groep met een inkomen tussen € 96.000 en € 130.000.

Zoals bekend hebben wij ook een tegenbegroting ingediend. Hierin stond een groot aantal voorstellen die fiscale consequenties hebben. Ik ga die niet allemaal langslopen, want het zijn er 24. Op andere momenten hebben wij daarover natuurlijk al gesproken. Ik pak er echter nog twee uit en dan met name ons spaardagenvoorstel ter vervanging van de immens impopulaire levensloopregeling. Het valt ons op dat het feitelijke enthousiasme voor de met zoveel tamtam aangekondigde levensloopregeling ver achter blijft bij de verwachtingen van het kabinet. Op dit moment is er slechts een deelname van 5%. Dat zijn 350.000 mensen versus de 1,9 miljoen mensen die naar verwachting zouden deelnemen. Er werd zelfs gesproken over deelname van 3 miljoen mensen op termijn. Dat aantal ligt nog veel verder weg. Het verbaast ons niet, maar het zou een reden kunnen zijn om te kijken of je een goed alternatief zou kunnen inbrengen. Daarnaast hebben wij kritiek gehad op de wijze waarop het kabinet met een aantal energie- en milieusubsidies is omgegaan. Er is uitvoerig over de MEP gesproken, maar het gaat nu ook om de energie- en milieu-investeringsaftrek. Dat vinden wij jammer. Wij investeren graag in extra energiebesparing en duurzame energie.

Met betrekking tot de drempel voor buitengewone uitgaven zal ik mij kortheidshalve aansluiten bij vragen die daarover al zijn gesteld, met name door collega Irrgang. Wij zijn benieuwd naar de reactie van de minister op de alternatieven die zijn voorgesteld door de CG-Raad, zowel met betrekking tot de koopkracht van chronisch zieken, gehandicapten en Wajongers als met betrekking tot de buitengewone uitgaven. Ik neem aan dat de minister bekend is met de inbreng van de CG-Raad op dit punt.

Ik zal kort ingaan op de richtlijnconforme aanpassing btw levende dieren. Mijn jongste paardrijdende dochters zouden opveren als zij wisten dat ik hierover zou spreken. Mijn collega's hebben er ook al naar gevraagd. Inmiddels ligt er een amendement van CDA en VVD om het uit het Belastingplan te halen. Ik vraag de minister om argumenten aan te leveren waarom wij voor dat amendement kunnen stemmen. Het betreft vooral antwoord op de vragen rond de wijze waarop dat nu in andere Europese landen gaat. Ik denk vooral aan de grote hippische landen Duitsland en Frankrijk. Ik ben ook benieuwd of deze landen – wij weten dat zij een ander regime hebben – ook door Europa op de vingers zijn getikt. Het is in ieder geval een maatregel die een behoorlijke impact heeft op de omvangrijke paardenwereld. De diversiteit in het gebruik van paarden moet niet worden onderschat. Ik ga even uit van het voorstel dat de regering heeft gedaan. Het is goed dat er duidelijkheid wordt gecreëerd. Daarom vraag ik de minister of wij het goed begrijpen dat, zo lang een paard in de opfokfase zit, bij levering nog altijd het verlaagde tarief geldt. Dat is vooral in het licht van het oordeel van de Hoge Raad van 17 oktober 2003 van belang. De Hoge Raad heeft daarbij aangegeven dat de opfok van paarden in dit verband zonder meer als landbouw is aan te merken. Dat is dus ongeacht de uiteindelijke bestemming van het dier. Is bij de beoordeling van de bestemming va het dier primair het door de koper beoogde gebruik doorslaggevend of evenzeer diens hoedanigheid? Misschien zijn deze vragen overbodig als het amendement een meerderheid krijgt, maar met betrekking tot dit soort maatregelen is duidelijkheid van groot belang.

Het verslag en de nota van wijziging geven ons toch aanleiding om een paar vragen te stellen over het bekende of beruchte – aankruisen wat wordt gewenst – arrest-Charles en Charles Tijmens. De aanpassing van de Wet op de omzetbelasting naar aanleiding van dat arrest betreft met name situaties waarin investeringsgoederen gedeeltelijk voor bedrijfsdoeleinden en gedeeltelijk voor privédoeleinden worden aangewend. Als voorbeeld van een dergelijk goed wordt in de memorie van toelichting en de nota naar aanleiding van het verslag steeds weer de casus uit dit arrest genoemd, namelijk de vakantiewoning die een deel van de tijd wordt verhuurd, bedrijfsdoeleinden, en een ander deel van de tijd door de eigenaar zelf wordt gebruikt, privédoeleinden. Behalve de vakantiewoning als voorbeeld van een gemengd gebruiksgoed, is in de praktijk minstens zo belangrijk en misschien zelfs wel belangrijker het voorbeeld van de bedrijfswoning die gemengd wordt gebruikt. Op bladzijde 44 en 45 van de nota naar aanleiding van het verslag staat beschreven dat voor diensten aan een gemengd gebruikt investeringsgoed, bijvoorbeeld een bedrijfswoning, zoals reparatie of onderhoud, de heffing over het privégebruik in een periode van een jaar in aanmerking wordt genomen. Dit is waarschijnlijk omdat voor diensten slechts de herrekeningstermijn geldt voor maximaal een jaar. Zien wij het goed dat die korte termijn van een jaar ook geldt voor kostbare diensten die hun nut over meerdere jaren afwerpen en voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting dienen te worden geactiveerd en waarop vervolgens wordt afgeschreven? Te denken valt aan een ingrijpende en kostbare verbouwing van een gemengd gebruikte bedrijfswoning. Zou het niet beter zijn om nu direct te regelen, ook voor dergelijke kostbare diensten, dat in geval van een gebouw de langere herzieningstermijn van tien jaar geldt? In dit verband zouden wij ook graag vernemen of het nog steeds de bedoeling van de minister is om in het kader van de aftrekherziening kostbare diensten tot de categorie investeringsgoederen te gaan rekenen, waarvan de aftrek langjarig wordt herzien. Dit wordt voorgesteld in het wetsvoorstel op stuk nr. 30061 waarvan de behandeling op dit moment helaas stilligt. Wil de minister in het kader van deze regeling met betrekking tot het heffen van omzetbelasting ter zake van privégebruik, invoeren wat hij met het wetsvoorstel op stuk nr. 30061 reeds van plan is, namelijk een meerjarige herzieningstermijn voor kostbare diensten?

Over de werkgeversbijdrage in de kosten van de kinderopvang is al genoeg geschreven in de memorie van toelichting en de nota naar aanleiding van het verslag. Dat dit in het Belastingplan wordt geregeld, verdient volgens ons niet helemaal de schoonheidsprijs. Dat is op dit moment echter even niet anders, want het staat er wel in.

Ik sluit mij aan bij de vragen die collega's hebben gesteld over de grondwaterbelasting. Voor het agrarisch gebruik is in het Belastingplan 2006 een vrijstelling van de grondwaterbelasting gecreëerd. Wij zijn daar blij mee. Er ligt nu nog een belangrijk punt met betrekking tot de industrie. Ik noem vooral de papierindustrie die daardoor een belangrijk concurrentienadeel oploopt in vergelijking met de ons omringende landen. Wij weten allemaal dat nog niet zo lang geleden een papierfabriek in het prachtige plaatsje Wapenveld heeft besloten om te sluiten. Dit heeft een enorme impact op de werkgelegenheid in die regio, een regio waar dergelijke werkgelegenheid van groot belang is. U hoort mij niet zeggen dat dit precies de klap in de nek van die fabriek was, want er speelden nog andere zaken mee. Dergelijke factoren spelen echter wel een rol bij afwegingen die vaak zelfs op Europees niveau worden gemaakt. Als het om dit bedrijf ging, dan betrof het een Fins bedrijf.

Ik hoop dat de minister het mijn fractie niet kwalijk neemt dat wij nog even aandacht vragen voor de stakingswinsten. Hij ziet dan gelijk hoe consistent wij zijn, ook al zitten er andere woordvoerders. Mijn fractie heeft in de introductie van de mkb-winstvrijstelling bij het wetsvoorstel Werken aan winst een aanleiding gezien om dit onderwerp weer eens op de agenda van de regering te zetten. Dit is in het verleden al vaker door mijn fractie gedaan, maar ook door de fracties van het CDA en de VVD. Wij vinden het toch wel jammer dat de minister niet zelf met een voorstel op dit punt komt. De minister heeft op zichzelf gelijk als hij aan het einde van de nota naar aanleiding van het verslag, letterlijk op de laatste pagina, naar aanleiding van vragen van ons suggereert dat wij niet zozeer de nieuwe mkb-vrijstelling wensen op te rekken, maar meer principieel – zo kent men ons – in enige mate herbezinning op de belastingheffing over stakingswinsten wensen. Die discussie gaan wij graag aan. Die discussie is in de afgelopen jaren ook niet stil komen te liggen. Vooral de fracties van het CDA en de VVD in de Eerste Kamer hebben er nadrukkelijk de vinger bij gelegd. De toenmalige staatssecretaris heeft gezegd dat er verder over gediscussieerd moest worden. Dat heeft geleid tot het rapport Bedrijfsoverdracht: continuïteit door fiscaliteit. Het viel ons op dat in het verslag bij de evaluatie van de belastingherziening 2001 het weer de fractie van de VVD was die zinspeelde op herinvoering van een bijzonder tarief van 35%. Kortom, de bezinning gaat voortdurend door. Ik denk dat dit goed is, want nu zit er iets onredelijks in waar wij graag verandering in zouden brengen.

Naar de mening van mijn fractie hebben de argumenten voor een gematigde heffing over stakingswinsten nog niet aan kracht ingeboet. Mijn collega Rouvoet heeft de argumenten, dat stakingswinsten voor een groot deel bestaan uit schijnwinsten en piekwinsten zijn, al een aantal keren met de minister gewisseld, ook nog niet zo lang geleden. Maar anders dan eerder door de staatssecretaris is beweerd, is een algemene verlaging van de normale tarieven geen reden om het bijzonder tarief maar bij het oud vuil te zetten. Ook het bijzonder tarief zou juist verlaagd moeten worden, om het gemiddelde tarief over jaarwinsten en het tarief over de piekwinsten te handhaven.

In het licht van deze argumenten geeft het naar onze mening geen pas om een verzachting van de heffing over stakingswinsten te koppelen aan de toepassing van het urencriterium of aan het nog ondernemer zijn ten tijde van de staking. Juist de invoering van de mkb-winstvrijstelling is naar de mening van mijn fractie een passende aanleiding om ons weer op dit punt te herbezinnen en niet pas, zoals ook zou kunnen, maar door ons niet wordt gewenst, bij de verdere evaluatie van de belastingherziening 2001. Immers, die vrijstelling leidt feitelijk tot een tariefsverlaging voor jaarwinsten van actieve ondernemers, waardoor het mogelijke gemis van een gematigd tarief over piekwinsten zich des te sterker kan doen voelen. Daarbij merk ik ook op dat de verruiming van de mkb-winstvrijstelling in stakingsjaren nog niet garandeert dat in alle gevallen waarin een ondernemer ooit voor zijn jaarwinst recht had op een 10% vrijstelling hij die korting ook krijgt over zijn stakingswinst.

Daarnaast is er een link met de invoering van de mkb-winstvrijstelling, waardoor mijn fractie op dit moment nog niet gaat voor herintroductie van een bijzonder tarief van bijvoorbeeld 35% of 45%. Zij kiest voor een algemene korting op stakingswinsten van eveneens 10%, al heb ik met de herintroductie van een bijzonder tarief ook geen probleem. Dat zal de minister begrijpen. Het lijkt ons bij nader inzien beter om dit technisch te regelen door de stakingsaftrek te verhogen naar 10% van de stakingswinst, uiteraard alleen als de mkb-winstvrijstelling in het stakingsjaar niet van toepassing is. Er moet zich geen cumulatie voordoen.

Mijn fractie meent dat wij de minister niet overvragen. Wij bepleiten feitelijk slechts een verlaging van de heffing over stakingswinsten van 52% naar 46,8%. Dat is nog altijd een hoger tarief dan het 45%-tarief van voor 2001 of het 35%-tarief waarop de fractie van de VVD heeft gezinspeeld, en dat terwijl de normale tarieven zelf nog niet zijn verlaagd. Wat is er nu tegen ons voorstel? Ik verzoek de collega's ook om er nog eens over na te denken. Mogelijkerwijs kunnen wij er woensdagavond iets met elkaar mee doen.

Mijn fractie heeft schriftelijke vragen gesteld over artikel 3.64 van de Wet IB 2001. Ik ben zowel minister Zalm als de minister van LNV dankbaar dat zij zo snel onze toch wel gedetailleerde, uitgebreide vragen hebben beantwoord. Vrijdag mochten wij de antwoorden ontvangen. Het gaat te ver om op alle antwoorden in te gaan, maar het is goed dat de ministers door middel van die antwoorden nog eens verantwoording hebben afgelegd over de huidige gang van zaken. Wij hopen dat er een tandje bij wordt gezet. Wij houden hen in ieder geval aan de beloofde voortvarendheid.

Het meest concreet, ook politiek, van alle antwoorden is eigenlijk het antwoord inzake het arrest van de Hoge Raad van 17 september 2004. Voor de goede orde, tot 2001 was het overheidsingrijpen geregeld in een resolutie uit 1992. In 2001 is deze regeling met andere bewoordingen opgenomen in de Wet IB 2001. Naar aanleiding van die andere bewoordingen is toen gezegd dat slechts een codificatie en verduidelijking waren bedoeld. Van een inperking werd op dat moment niet gerept. Uit de antwoorden die wij hebben gekregen begrijpen wij nu dat de uitbreiding die de Hoge Raad aan het begrip overheidsingrijpen geeft de bewindslieden niet voor ogen stond toen zij in 2001 spraken over codificatie van het bestaande uitvoeringsbesluit van 1992.

Hier rammelt naar onze mening toch wel het een en ander. Het is juist dat de bewoordingen zijn veranderd en dat louter op basis daarvan getwijfeld zou kunnen worden of het indirecte overheidsingrijpen als door de Hoge Raad bedoeld ook onder de huidige bewoordingen onder de wet zou kunnen vallen. Hoe het ook zij, een verschil tussen de regeling van voor en die van na de codificatie is in strijd met de toelichting op de huidige wet, namelijk dat slechts het bestaande beleid daarmee is gecodificeerd. Er blijkt nu toch een feitelijke inperking van de regeling ten opzichte van de periode van voor 2001 te hebben plaatsgevonden. De minister spreekt zeer ten onrechte van een uitbreiding. De Hoge Raad heeft niet meer gedaan dan de regeling van voor 2001 uitleggen. Tot 2001 gold feitelijk gewoon het indirect overheidsingrijpen. Dat blijkt nu toch in 2001 te zijn ingeperkt.

Nog los van dit alles vraag ik de minister of het opportuun is om nu een streng standpunt in te nemen. Immers, de Hoge Raad beperkt het indirecte overheidsingrijpen tot gevallen waarin door planologische ontwikkelingen in de directe omgeving van het bedrijf het bedrijf in de toekomst geen investeringen meer kan doen, om het bedrijf op langere termijn levensvatbaar te houden. Een dergelijke situatie is toch niet minder overheidsingrijpen dan een situatie waarin de overheid een bedrijf voor algemene doeleinden direct weg wil hebben? Ook de Hoge Raad vindt het blijkbaar niet redelijk hier een onderscheid te maken. Verder zou aanvaarding van het indirecte overheidsingrijpen in de praktijk vooral betekenen dat een deel van de in het kader van de ecologische hoofdstructuur en de strategische groenprojecten gewenste bedrijfsverplaatsingen nu toch fiscaal gefaciliteerd kunnen worden, zonder dat nog op een Brusselse goedkeuring moet worden gewacht. Ik teken daarbij aan dat de Algemene Rekenkamer onlangs nog aangaf dat de ontwikkeling in de ehs achterloopt. Het kabinet bevestigt in zijn antwoorden zelf dat fiscale belemmeringen mede de reden zijn. Die moeten wij dan toch wegnemen?

Samenvattend vraag ik de minister of, desnoods in de uitvoering, per direct het door de Hoge Raad bedoelde en geclausuleerde indirecte overheidsingrijpen kan worden begrepen onder het bestaande, sinds 2001 wettelijke, planologische begrip overheidsingrijpen, zoals dat ook het geval was voor 2001. Het zou mooi zijn als wij daar uit konden komen, vooral ook rond de verdere uitvoering van de ehs-regeling die, zoals wordt toegegeven door de regering, juist vanwege dit probleem wat stagneert.

Het aantal personeelsleden van de Belastingdienst dat zich bezighoudt met de controle op de belastingheffing is de afgelopen jaren met enkele duizenden gedaald. Deze afname van de controlecapaciteit zet, zo verneem ik uit de praktijk, de controle zowel kwantitatief als kwalitatief onder druk. Op zichzelf is het niet verrassend dat er zoiets kan gebeuren. Het vervult onze fractie met zorg, aangezien het belastingontduiking in de hand kan werken. Wij zijn benieuwd wat er op dit moment wordt gedaan om de controlecapaciteit van de Belastingdienst weer op het gewenste peil te brengen.

Ik kijk uiteraard met belangstelling uit naar de beantwoording van mijn eigen vragen, maar ik ben ook bijzonder benieuwd naar de antwoorden op de vragen van de collega's De Nerée en Dezentjé Hamming over de bedrijfsopvolging in de agrarische sector. Wij kennen het stuk dat naar de Kamer is gegaan en waarop nu een reactie wordt gevraagd. Dit is iets dat wij als het even kan heel goed moeten regelen. Ik sluit mij aan bij de vragen van collega Crone over de heffingsrente en de leaseauto's. Voorts sluit ik mij aan, hoewel het misschien ongebruikelijk is, bij vragen die nog gesteld gaan worden. Er ligt nog het probleem van de mantelzorgerskorting, die moet worden omgezet in een uitgavenregeling. Ik kan mij, hoewel ik hem er niet over gesproken heb, niet aan de indruk onttrekken dat de geestelijke vader van het hele verhaal er straks nog wel een aantal vragen over zal stellen. Ik durf het aan, zonder dat ik weet wat hij gaat vragen, mij daarbij aan te sluiten. Dat zegt iets over het vertrouwen wat wij in elkaar hebben. Het is niet alleen voor ons, maar ik denk Kamerbreed, een aangelegen punt. De heer Crone refereerde er ook al aan.

De heerCrone(PvdA)

Jullie kunnen een lijstverbinding aangaan.

De heerSlob(ChristenUnie)

Er is al iets afgesproken.

De heerVan der Vlies(SGP)

Je kunt ook op ons stemmen.

De heerCrone(PvdA)

Ik kan niet kiezen tussen jullie twee!

De heerSlob(ChristenUnie)

Wij zullen later nog spreken over de mantelzorgkorting en de omzetting in een uitgavenregeling. Het zou fijn zijn als wij daarin met elkaar een goede slag zouden kunnen maken. Het onderwerp is het meer dan waard.

De heerVan der Vlies(SGP)

Mijnheer de voorzitter. Na deze diepe grondboring ga ik maar weer wat schoffelen aan de oppervlakte.

Enkele weken terug spraken wij over de herziening van het belastingstelsel voor bedrijven. Nu zijn de particulieren aan de beurt. Voordat ik daarop inga, moeten mij nog een paar dingen van het hart. In het verslag heb ik al kritische opmerkingen gemaakt over het ineenschuiven van het wetsvoorstel Wet kinderopvang en het Belastingplan. Met deze keuze wordt de kritiek van de Raad van State op het "samenraapkarakter" van het wetsvoorstel nog eens extra gevoed.

In reactie op onze opmerking in het verslag dat maatregelen niet in het Belastingplan thuishoren maar een zelfstandige parlementaire behandeling behoren te krijgen, schrijft de regering: "Wel kan er aanleiding zijn om hier in bepaalde gevallen van af te wijken, zoals bij een dreigende budgettaire derving. Bij het onderhavige wetsvoorstel is er vanwege het beperkte aantal vergaderdagen van de Tweede Kamer voor de verkiezingen voor gekozen om enkele onderwerpen op te nemen die bij andere omstandigheden eventueel in een zelfstandig of ander wetsvoorstel hadden kunnen worden opgenomen."

Dit is natuurlijk een prachtige redenering, maar ik vind het niet moeders mooiste. Ik zeg het maar rechttoe rechtaan. Eigenlijk vind ik dat enkele zaken als zojuist bedoeld een zelfstandige behandeling behoeven. Ik ben ook best voor een praktische aanpak en al die dingen meer, maar het houdt een keer op, bij substantiële herordeningen in de overheidsbemoeienis, de bekostiging door de overheid en ook de verplichte oplegging aan andere actoren op bepaalde beleidsterreinen. Mijn fractie staat daar kritisch tegenover. Ik kom daar straks nog even op terug.

Een andere nogal opportunistische insteek is dat door de regering ervoor gekozen is om de lastenverlichting, waar wij natuurlijk op zichzelf niets tegen hebben, te financieren via een FES-constructie. Enkele collega's spraken daar al over. Dat is toch echt een uiterste. De redenering erachter is dat de korting op de EU-afdracht pas in 2009 beschikbaar komt. In dit bijzondere geval is dus voorfinanciering nodig. Waarom, zo vraag ik mij dan af. Wie garandeert eigenlijk dat in de volgende periode in 2009 dit spoor wordt gevolgd en gehoorzaamd wordt? Er kan dan ook geredeneerd worden dat men het geld op dat moment hard nodig heeft en dat het ingezet moet worden voor andere doeleinden. Hoe zou minister Zalm als Kamerlid reageren? Hij heeft kenbaar gemaakt dat niet te ambiëren, maar stel eens dat een PvdA-bewindsman, quod non, dit zou voorstellen.

De fractie van de SGP heeft bovendien de indruk dat de regering hiermee een zeer ongebruikelijke stap zet. Natuurlijk hebben wij er begrip voor dat er gezocht wordt naar middelen voor lastenverlichting, maar het moet dan wel op een deugdzame manier gebeuren. Dit is volgens ons een risicovolle manier.

Na deze wat meer technische kritiek maak ik een enkele opmerking over de koopkrachteffecten. De regering presenteert de lastenontwikkeling in het wetsvoorstel als een lastenverlaging voor gezinnen. Strikt genomen is dit ook het geval. De optelsom uit tabel 3 laat inderdaad een lastenverlichting van 0,5 mld. zien. Die verwelkomen wij uiteraard. Nadere bestudering geeft mij in dat het belangrijkste deel van de lastenverlichting bestaat uit maatregelen waartoe reeds in 2004 werd besloten. Zie ik dat goed?

Door enkele fracties is in het verslag en ook hedenochtend aandacht gevraagd voor het verzilveringsprobleem voor de groep ouderen, dit naar aanleiding van een brief van de samenwerkende ouderenorganisaties, het CSO. De regering doet de brief af met de constatering dat wat daarin wordt opgevoerd niet klopt. Dat gaat ons eerlijk gezegd iets te vlug. Het is logisch om geen extra maatregelen te nemen als het niet nodig is. Maar het CSO doet een concreet voorstel, in de VIOM-regeling, dat het in ieder geval waard is om serieus in overweging te nemen. Zo stonden wij er althans tot nu toe in. Graag krijgen wij een inhoudelijke reactie hierop.

De algemene heffingskorting gaat met € 70 omhoog. Dat moet verwelkomd worden. De vraag is of daartoe alleen een rekenkundige exercitie is gemaakt of dat er ook nog een motivering achter zit.

De AWBZ-premie gaat met 0,1% omhoog. Uiteraard hebben wij er begrip voor dat dit geld wordt ingezet voor de algemene kostenstijging en niet specifiek aan bepaalde sectoren kan worden toegedeeld. Intussen blijft het ons inziens toch enigszins vreemd dat de regering nu al spreekt over een geraamd tekort van 600 mln. in 2007. Waarom is hiervoor gekozen? Betekent dit dat de regering de volgende regeerploeg alvast opzadelt met een tekort in de AWBZ? Dat lijkt niet erg verantwoord.

Enkele fracties noemden de mantelzorgkorting al. Bij de behandeling vorig jaar kreeg mijn fractie met steun van andere ondertekenaars, zoals de heer Crone, een amendement aanvaard om een mantelzorgforfait in te voeren. Dat is natuurlijk een goed plan, in die zin dat mantelzorgers die waardering behoeven. Wij hebben er waardering voor dat de regering zich er serieus over heeft gebogen, na aanvankelijke afwijzende gebaren, in de jaren ervoor. Er is een intensieve communicatie geweest. Gemotiveerd is dat de indicatie die nodig is om het amendement uit te voren, maar ook de controle op de uitvoering in het kader van de handhaafbaarheid, leidt tot een wanverhouding tussen kosten en baten. De mensen krijgen geld en dat gebeurt bewust. Wij willen wat zij voor de samenleving doen erkennen en waarderen. Om dat geld te brengen is echter een veelvoud ervan nodig. Kan het dan niet anders?

Daartoe is een voorstel gedaan waarover mijn fractie, en naar ik begrijp ook andere fracties, een niet onwelwillende houding aannemen. Dan moeten enkele dingen echter wel keihard veilig zijn gesteld. Het beschikbare geld moet terechtkomen bij de mensen zelve en niet ergens halverwege blijven steken. De gereserveerde 65 mln. moet ook echt helemaal gebruikt worden voor de individuele blijken van waardering en dus niet aan de strijkstok blijven hangen of aan andere, op zichzelf ook altijd weer nuttige, beleidsmaatregelen worden verbonden. De regeling moet ook tijdig ingaan, per 1 januari aanstaande. Volgens het voorstel zal de regeling via de Wmo door de gemeenten ten uitvoer worden gelegd. De voorstellen daarover bereiken ons in november aanstaande, zo is ons bij herhaling toegezegd. Het gaat daar om de contouren. Bij de behandeling van de begroting van VWS, waar de Wmo onder valt, zullen wij daarover kunnen spreken. Het is echter niet helemaal een kwestie van gelijk oversteken en dat is een beetje lastig. Het is goed als de heer Slob mij zijn vertrouwen schenkt, waarvoor dank. Ik hoop dat niet te beschamen. Ik wil graag het kabinet dat vertrouwen geven, maar ik wil, pregnant gezegd, de spijkerharde toezegging dat het er ook echt op tijd van komt, op de wijze die ik net formuleerde. Anders schieten wij ons doel voorbij.

Wij zouden eigenlijk een terugvaloptie achter de hand willen hebben, voor het geval het niet of niet tijdig lukt. Ik leg dit de minister voor, in de hoop dat hij daarop adequaat wil reageren en ook zelf, voor zijn deel, ervoor wil instaan dat de alternatieve route die ons is aanbevolen in de begrotingsstukken, voldoende adequaat kan worden opgegaan.

Ik zit op de achterhand in dit debat en dat is helemaal niet erg. Ik moet echter een paar dingen kort herhalen. De Federatie van Ouderverenigingen en de CG-raad hebben een alternatieve regeling ontworpen voor de regeling voor de buitengewone uitgaven. Ik heb begrepen dat dit op verzoek van de bewindslieden is gebeurd. Toch wordt die regeling nu niet gebruikt. Hoe zit dat precies?

Wat betreft de zorgverzekering voor de directeuren-grootaandeelhouders heeft de regering gekozen voor een verlaging van het aanmerkelijkbelangtarief met 3% over de eerste € 250.000. Wij hebben op zichzelf niet zoveel moeite met de tijdelijkheid van deze maatregel, maar wel met de maatvoering. Door de beantwoording op blz. 17 wordt dat nog eens versterkt. Ik citeer: "Op macroniveau bezien bedraagt de met deze maatregel geboden compensatie voor directeuren-grootaandeelhouders echter 90 mln. Wanneer het plafond zou worden verlaagd naar € 30.000," zou op macroniveau dit bedrag niet gehaald worden.

Nu ontstaat bij ons de indruk dat er eerst een regeling is bedacht, dat vervolgens is vastgesteld hoeveel die regeling zou gaan kosten en dat daarna is vastgesteld wat het bedrag voor compensatie is. De redenering zou eigenlijk precies omgedraaid moeten verlopen. Wat is het bedrag dat de dga ten opzichte van zijn collega's tekort komt? Om welk percentage gaat het dan? Vervolgens moet tot een macrobudget worden gekomen dat nodig is voor compensatie. Kan de minister deze redenering bevestigen? De voorgestelde regeling is immers bedoeld om een compensatie te bieden, niet om overmatig te compenseren.

Wij hebben de stellige indruk dat de beoogde gelijkschakeling van dga's en ib-ondernemers mislukt, met als gevolg dat het overgrote deel van de dga's veel voordeliger af is dan de ib-collega's. Als aangesloten zou worden bij het bedrag waarover ZVW-premie, voor de zorgverzekering, moet worden betaald, ongeveer € 30, en het verschil in percentage tussen het hoge en het lage ZVW-tarief wordt gehanteerd, komt er volgens onze fractie een veel eerlijker verhaal uit. Ik heb ook niet de indruk dat deze oplossing moeilijker uit te voeren is. Het gaat immers om precies dezelfde regel, alleen met een ander maximumbedrag. Op dit onderdeel zou een wijziging overwogen kunnen worden. Ik hoorde collega Crone daar al over, dus ik wacht af.

In het verslag heeft mijn fractie gevraagd waarom de regeling voor starters alleen geldt voor ondernemers die nog geen 65 jaar zijn. Het antwoord op die vraag is weggevallen. Zou het met het oog op de gewenste arbeidsdeelname door ouderen niet logischer zijn om deze leeftijdsgrens te laten vervallen? Wat is eigenlijk nog de rechtvaardiging voor het onderscheid dat wordt gemaakt, in het licht van de actuele discussie?

Mevrouw Dezentjé Hamming had een stevig statement over de bedrijfsopvolging in de agrarische sector. Ik sluit mij daarbij aan. Ik voeg nog een punt toe. In het kader van de overdracht van vader op kind is er een vrijstelling mogelijk. Zou zoiets ook niet te overwegen zijn in het kader van de erfopvolging? Ik erken dat dit iets breder is. Je treedt buiten de eerste linie, maar een erfopvolging is niet onbeheersbaar of oncontroleerbaar. Ik zou het verwelkomen als er aandacht kwam voor enige uitbreiding. Het hoeft niet nu al geregeld te worden, maar wij moeten veel inzetten voor de bedrijfsopvolging in de agrarische sector, om die naar behoren te laten verlopen. Wij kennen allen de problemen. Ik hoor graag de toezegging dat dit punt in studie wordt genomen.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Ik meen dat voor de erfopvolging in een bedrijf al een vrijstelling geldt van 75%. Wil de heer Van der Vlies dat percentage verhogen of wil hij de kring van degenen die in aanmerking komen uitbreiden?

De heerVan der Vlies(SGP)

Dat laatste is het geval, maar er moet niet ongelimiteerd worden uitgebreid. Dat moet worden beperkt tot een bepaald beheersbaar en aanwijsbaar kader. De erfopvolging is er zo een, dunkt mij.

De fractie van de SGP heeft waardering voor de poging van de regering om de dienstverlening aan huis aantrekkelijker te maken en uit het zwarte circuit te halen. In de nota schrijft de regering al dat er geen limitatieve opsomming wordt gegeven. In de praktijk zal deze regel nog wel de nodige interpretatieverschillen en -problemen opleveren. De motivering voor het verschil tussen kleine werkzaamheden als oppassen en het vervangen van een riool is niet helemaal duidelijk. Er is natuurlijk sprake van een glijdende schaal, maar ergens zal toch een grens moeten worden getrokken.

In het verslag kwam de fractie van de SGP al met de vraag of iemand alleen voor deze regeling in aanmerking komt als hij maximaal drie dagen per week diensten verleent. Het antwoord is ons niet helemaal duidelijk. De regering schrijft: "De regeling is dus in ieder geval niet van toepassing wanneer op vier of meer dagen per week wordt gewerkt." Betekent dit dat iemand op basis van deze regeling bijvoorbeeld vijf dagen kan werken bij twee of meer verschillende huishoudens, zolang er per huishouden niet meer dan op drie dagen wordt gewerkt? In hoeverre zal deze regeling overigens een positief effect hebben op de terugdringing van zwart werken? Hoe wordt dit gecontroleerd?

Op het punt van de leaseauto's zijn enkele voorstellen gedaan die ik verder afwacht. Onze inzet is om van vuil naar schoon en duurzaam te geraken.

Mijn laatste punt is de kinderopvangtoeslag. Ik stelde al de technische vraag waarom daarvoor niet een separaat wetsvoorstel is ingediend. Afgezien daarvan hebben wij ook inhoudelijke problemen met de voorgestelde regeling. Hoe mijn fractie tegen de formele kinder­opvangregeling aankijkt zal iedereen bekend zijn. Wij hebben daarover nog onlangs in de Kamer gesproken. Er zou echt wat steviger gediscussieerd moeten worden hoe dat zo goed mogelijk geschiedt. Wij vinden dat alleen een recht op de formele kinderopvang eenzijdig is en eigenlijk onderscheidend waar dat niet hoort. Dat heet in ons vaktaaltje discriminatie. Het is onderscheidend ten aanzien van kinderen in de informele kinderopvang, die niet worden bereikt. Daarom zetten wij ons in voor het kindgebonden budget. Dat had ik onlangs, bij de algemene financiële beschouwingen, nog aan snee.

Laten wij eens naar de cijfers kijken. In antwoord op onze vraag zegt de regering dat 236.000 huishoudens gebruikmaken van formele kinderopvang. Om ervoor te zorgen dat deze 236.000 huishoudens hun kosten van de kinderopvang nog beter vergoed krijgen dan nu al gebeurt, moeten werkgevers voor miljoenen werknemers extra premie gaan afdragen. Heeft de regering nu nog niet door, verzucht ik dan maar, dat dit echt buiten alle proporties is? Is nu nog niet duidelijk dat de regering met een ideologische keuze werkgevers met extra lasten opzadelt, ook al maakt werkelijk niemand bij die werkgevers gebruik van de regeling? Waarom willen wij dat eigenlijk? Waarom is het anders nodig om uitdrukkelijk vast te leggen dat alleen een opslag op de WW-premie hiervoor gebruikt mag worden? Dat is de groeiende arbeidsparticipatie. Ik snap dat wel, maar ik blijf zitten met de essentie van mijn benadering, dat je iets doet voor mensen die daarvoor kiezen en iets nalaat voor mensen die het anders invullen, een andere keuze maken. Dat is niet eerlijk. Zo simpel steekt het in elkaar.

Als er via de werkgeverspremie daaraan wat wordt gedaan, moeten allen daaraan meebetalen. In het dekkingsplan doet iedereen die een arbeidsrelatie heeft mee. Dan zouden ook al die mensen daarvoor iets moeten terugkrijgen, maar dat gebeurt niet. Dat vind ik niet eerlijk. Daarom houd ik nog eens stevig mijn pleidooi voor aandacht voor de benadering van het kindgebonden budget. Dan zijn wij van deze ongelijkheid af.

Ik had nog een prachtig statement over de regeling voor beroepssporters, die voor kunstenaars, die voor dj's en noem maar op. Voor mij hoeft het allemaal niet; dat begrijpt men wel!

De heerVendrik(GroenLinks)

Voorzitter. In het Belastingplan staat in een van de eerste zinnen dat het kabinet in 2007 0,5 mld. lastenverlichting voor gezinnen biedt. Het is overigens heel vreemd dat een minister van VVD-huize deze terminologie in het Belastingplan heeft gebruikt en ik dacht ook dat dit een misverstand was, dat er "huishoudens" had moeten staan, maar misschien is het ook wel logisch, omdat het kabinet-Balkenende in vijf jaar met name de bovenmodale kostwinnersgezinnen nogal sterk heeft bevoordeeld. De wijze waarop het nieuwe zorgstelsel is ingepast in de inkomensverhou­dingen, heeft hier alles mee te maken. In dit opzicht zou de heer Van der Vlies toch buitengewoon tevreden moeten zijn. Dit geldt niet voor ons. Ik mis in het Belastingplan een verantwoording voor de resultaten hiervan voor de inkomenspositie van de verschillende groepen van belastingplichtigen. Moet ik uit wat er niet staat, opmaken dat het inkomensbeeld dat in de afgelopen jaren is ontstaan, met een zeer grote plus voor bovenmodale kostwinnersgezinnen en met een grote plus voor welgestelde ouderen, maar met nadelen voor andere groepen, met name op het minimumniveau, zeker als die specifieke kosten hebben, in dit Belastingplan wordt bevroren? Wat is nu de betekenis van dit Belastingplan voor de inkomenspolitiek?

Met dit Belastingplan geeft het kabinet uitvoering aan zijn wens om in 2007 nog wat zoets uit te delen. Dit raakt aan een algemener debat over het begrotingsbeleid dat wij hebben gevoerd bij de algemene financiële beschouwingen, maar ik herhaal nog maar even dat mijn fractie het hartgrondig oneens is met deze keuze. Dit Belastingplan past in een begrotingsbeleid dat absoluut niet het onze is. In een goed draaiende economie dien je geen lastenverlichting te geven, ook niet als er verkiezingen in aantocht zijn.

In het Belastingplan ontbreekt een groene agenda vrijwel geheel. Onze fractie staat bekend om haar pleidooi voor vergroening van de belastingen, maar dit onderwerp ontbreekt ten enenmale in het Belastingplan, en niet voor het eerst. Ik ben het hier dan ook wederom hartgrondig mee oneens. Het zou zoveel logischer zijn geweest om ook in 2007 een stap te zetten op weg naar een groener fiscaal stelsel en om in het algemeen opbrengsten uit hogere groene heffingen of nieuwe groene heffingen te gebruiken om lastenverlichting bij de factor arbeid te realiseren. Ook dit gebeurt niet in het Belastingplan, wat de afstand tussen de voorstellen uit dit plan en die van mijn fractie alleen maar groter maakt.

Ook wordt er gewoon gezwegen over een aantal belangrijke, actuele fiscale kwesties. Laten wij eens bekijken hoe het er nu, vier weken voor de verkiezingen, precies voorstaat. De regering zwijgt in het Belastingplan over het eigen huis, de fiscalisering van de AOW en het aanpakken van de aftrek van de pensioenpremie. Ik had gedacht dat het laatste Belastingplan van deze minister van Financiën toch wel een podium voor een vergezicht zou bieden. Wat gaat er nu gebeuren met het eigen huis, met de fiscalisering van de AOW en de aftrek van de pensioenpremie? En als het niet mag, als wij het allemaal niet willen, wie betaalt dan de rekening? De vergrijzing is enerzijds een feest van de beschaving, een unieke verworvenheid, het is een feest dat zoveel mensen in welstand en gezondheid oud mogen worden, maar dit heeft wel een prijskaartje. Met het uitroepen van een feest is de rekening nog niet betaald. Het Centraal Planbureau heeft rekensommetjes gemaakt die voor de vergrijzing uitkomen op een totale rekening van 200 mld. over zo'n veertig jaar. Hoe wordt deze rekening betaald?

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Je kunt ook feestvieren en lol hebben zonder enorme braspartijen te organiseren. Er worden geen grote partijen georganiseerd waarin veel geld gaat zitten. Volgens de Raad van Economisch Adviseurs en volgens een ander rapport van het CPB waarin het vooruitblikt naar de periode van 2008 tot 2011, zullen de problemen enorm meevallen. Ook uit het rapport van de Europese Commissie over de vergrijzing blijkt dat het een uitdaging en een verborgen zegen is, zoals de REA het noemt. U moet geen paniek zaaien.

De heerVendrik(GroenLinks)

Ik begrijp best dat het CDA geen behoefte heeft aan welk debat over vergrijzing dan ook, omdat het CDA in paniek is en dan niet weet wat het moet doen. Mij gaat het erom of de minister dezelfde opstelling kiest. Ik hoop eerlijk gezegd van niet. Paniek is niet nodig, wij staan er gelukkig beter voor dan andere landen, maar het is nog niet goed genoeg, want er komt in de komende decennia nog een rekening van 200 mld. op tafel. Het is vrij simpel, wij zijn het er in het algemeen over eens dat rekeningen moeten worden betaald, en ik hoop dat ook het CDA dit nog steeds vindt.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Er wordt ons gewoon paniek aangepraat. Naar aanleiding van wat er in het verkiezingsprogramma van GroenLinks over alle heffingen op milieugebied et cetera staat, heb ik in Brussel gezegd: "Het enige wat uiteindelijk overblijft, is dat je gras alleen mag laten groeien op je hoofd."

De heerVendrik(GroenLinks)

Dat zou in uw geval echt een uitkomst zijn, maar dit is natuurlijk niet de kern van de zaak. Ook hierbij laat het CDA zich weer zien als een partij die het probleem uit angst om een aantal fiscale taboes aan te pakken gewoon maar verdonkeremaant. Er blijft dus een rekening liggen en hoe langer dit duurt, des temeer problemen er worden doorgeschoven naar toekomstige generaties. Wel, hierin herkennen wij de electorale opstelling van het CDA. Hoe langer de rekening blijft liggen, des te hoger ze wordt, omdat het succes van beleidsinspanningen pas in een later stadium merkbaar wordt, zodat er meer moet worden gedaan om dezelfde opbrengst te verkrijgen. Dit is niet de lijn die GroenLinks kiest; als je je werkelijk wilt voorbereiden op de toekomst, dan zul je hierop nu een antwoord moeten geven. Wat is het standpunt van de minister?

Een van de manieren om de vergrijzingsproblemen het hoofd te bieden, om iets aan die onbetaalde rekening te doen, is aanpassing van het fiscale regime. Dat is niet per se nodig, het is wel onze keuze. Maar als je het niet doet, als je het huidige belastingstelsel heilig verklaart, inclusief het heilige eigen huis, inclusief het heilige lage belastingtarief voor Marcel van Dam en andere ouderen, inclusief de heilige aftrek van pensioenpremie, die vooral bovenmodale werknemers ten goede komt, dan mag je toch aan de minister voor belastingzaken vragen hoe de rekening van de vergrijzing betaald moet worden. Hoe langer deze vraag onbeantwoord blijft, des temeer de voorzieningen waarvan de rekening betaald moet worden – zorg en AOW, in het belang van ouderen, nu en straks – in de waagschaal worden gesteld. Het gaat dus wel ergens over.

Ik begrijp dat de fiscale medewerkers van de minister in de Marcus Bakkerzaal nu zo ongeveer tegen het plafond zullen schieten, maar ik wil het toch weer een keer hebben over de buitengewone lasten. Wij hebben verschillende keren gesproken over een fundamentelere aanpak van buitengewone uitgaven, specifieke kosten, eigen bijdragen in de zorg, no-claim en eigen risico. De regering zou nog een integrale visie op dit alles aan de Kamer voorleggen. Wij zijn het erover eens dat het samenstel van al deze maatregelen niet handig en niet zo doorzichtig is. Het werkt ook niet zo goed. De regering heeft ons dan ook zowel bij monde van oud-staats­secretaris Wijn als via minister Hoogervorst beloofd dat er een min of meer integrale herziening zal komen. Ik heb daar nog niets van gezien, ook nog geen besluit dat hiertoe zou moeten leiden. Ik zie in het Belastingplan alleen maar een – op zichzelf begrijpelijke – mineure aanpassing van de wijze waarop met de standaardpremie rekening gehouden wordt bij het bepalen van de hoogte van de drempel voor de aftrek van buitengewone uitgaven, maar het fundamentele probleem wordt niet aangepakt. Dit stelt mij buitengewoon teleur. De no-claim wordt niet afgeschaft, ook al heeft het CDA-congres daarmee ingestemd, dus daar worden wij ook nog een jaar mee opgezadeld. De kwestie van de buitengewone uitgaven is niet geregeld. Veel chronisch zieken en gehandicapten profiteren ondanks een verbetering van de regeling nog niet voldoende van het regime voor specifieke kosten. Dit wordt niet aangepakt, stilstand is troef, terwijl de regering het probleem zelf heeft verergerd door steeds meer eigen bijdragen in de zorg in te voeren. Als je een probleem maakt, moet je het ook zelf oplossen. Waarom staan er in het Belastingplan geen concrete voorstellen om het samenraapsel van al deze maatregelen – enerzijds kosten die in rekening worden gebracht bij de zorg, anderzijds gedeeltelijke fiscale compensatie daarvan – te vervangen?

Omdat er geen concrete voorstellen worden gedaan, doe ik er zelf maar een. Ik stel de minister voor, een keer een goed gebaar te maken voor de chronisch zieken en gehandicapten door het effect van de no-claim voluit te compenseren in het regime voor de buitengewone uitgaven. Wij weten allen dat de no-claim een onrechtvaardige regeling is voor mensen die niets te kiezen hebben als het gaat om het maken/veroorzaken van kosten in de zorg. Zij hebben geen keuze, dus het mist elke grond om hen op hun verantwoordelijkheid op dit punt aan te spreken. Het organiseren van een rekening van maximaal € 255 per chronisch zieke of gehandicapte is dan ook onrechtvaardig en niet solidair. Ik doe dan ook een poging om met een amendement de no-claimrege­ling in ieder geval voor 2007 niet van toepassing te laten verklaren voor chronisch zieken en gehandicapten. Dit heeft alles te maken met het Belastingplan, want de route die ik kies, gaat langs de buitengewone uitgaven.

Verder wordt bij buitengewone uitgaven alleen aftrek van het meerdere boven de drempel toegestaan. Het bijzondere is dat er bij het bepalen van de hoogte van deze drempel al rekening is gehouden met een aantal aftrekposten. De belangrijkste hiervan is eigenlijk het eigen huis. Ik heb de regering er al vele malen op aangesproken dat dit een ongerechtvaardigde ongelijke behandeling is. Mensen met een huurhuis hebben een relatief hoog verzamelinkomen; daarvan wordt de drempel afgeleid, die dan ook relatief hoog is. Dit betekent dat een groot deel van eventuele buitengewone uitgaven buiten beschouwing blijft. Mensen met een eigen huis die eenzelfde inkomenspositie hebben, maken wellicht gebruik van de mogelijkheid om hypotheekrente af te trekken, waarmee hun verzamelinkomen en dus ook de drempel daalt. En ineens mogen zij dan een hoger deel van de buitengewone uitgaven aftrekken. Dit is een vorm van ongelijke behandeling. Nu de minister de drempel toch aan het corrigeren is, zou ik dit er graag bij betrokken zien, want dit misstaat de fiscaliteit.

En ten slotte is het de vraag of er met de aangepaste regeling voor buitengewone uitgaven, in het bijzonder op het punt van de specifieke kosten, wordt bereikt wat wij allen beogen, namelijk dat mensen met een laag inkomen die geconfronteerd worden met een aanzienlijk bedrag aan specifieke kosten die verband houden met een chronische ziekte of een handicap, daarvoor voldoende compensatie krijgen. De huidige regeling is niet ideaal, ik heb vier jaar geleden al voorgesteld om een aparte aftrekregeling voor chronisch zieken en gehandicapten te maken. Maar als dit niet kan – en ik vrees dat er geen politieke meerderheid voor te vinden is – dan toch minimaal een aanscherping van de regeling voor specifieke kosten. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door de bril eruit te halen. Het is een vreemde regeling dat de kosten van brillen als specifieke kosten kunnen worden aangemerkt. Het is een regeling die ook gebruikt kan worden door mensen met een bril die daardoor niet onmiddellijk als chronisch ziek of gehandicapt kunnen worden aangeduid. Zo beschouw ik mijzelf bijvoorbeeld niet en ik vind ook dat ik niet voor deze aftrek in aanmerking zou mogen komen. Dit onderdeel zou geschrapt kunnen worden, een eenvoudige aanpassing die samen met afschaffing van de forfaitaire aftrekmogelijkheid van de kosten van een huisapotheek van € 23 per jaar 85 mln. zou opleveren, naar ik heb begrepen. Kan de minister de juistheid van deze berekening bevestigen? Het is ook mogelijk om het aftrekbare bedrag nog wat te verhogen, bijvoorbeeld door de vermenigvuldigingsfactor van 113 nog wat te verlagen. Daarmee zouden wij nog wat meer geld kunnen vrijmaken.

Dit geld zou wat mijn fractie voornamelijk voor twee posten bestemd zijn. Ik zou heel graag de groep van Wajong-gerechtigden een extra korting willen geven. Over de hoogte ervan kunnen wij debatteren, maar het zou minimaal € 100 per jaar moeten zijn. Daarnaast pleiten wij ervoor om ook de forfaitaire bedragen onder de werking van de vermenigvuldigingsfactor te brengen, een factor die in het leven is geroepen voor mensen met een relatief laag inkomen. Ook dit is een gouwe ouwe in dit debat. Hiermee zouden wij met name mensen tegemoet kunnen komen die een laag inkomen en hoge kosten hebben. Uit alle berichten die ons bereiken, ook die van de afgelopen maanden, blijkt dat dit nodig is. Ik kan me best voorstellen dat er nu zowel in de Marcus Bakkerzaal als hier gezucht wordt, maar de regeling is nog steeds niet optimaal. Bovendien heeft de regering het probleem voor een deel zelf veroorzaakt door steeds meer eigen bijdragen in de zorg te veronderstellen en die ook bij chronisch zieken en gehandicapten in rekening te brengen; ik noemde de no-claim al. Wel, dan moet de minister het mij niet kwalijk nemen dat ik blijf strijden voor adequate compensatie voor de mensen die echt niets kunnen doen aan sommige hoge kosten, die veelal ook verborgen kosten hebben, zoals hogere energiekosten. Wat vindt de minister van dit voorstel?

De regeling voor schoonmaakpersoneel wordt nu een regeling voor huishoudelijk personeel. Ik vind het allemaal gepeuter, zowel de oude regeling als de nieuwe, plus alle varianten van de RWI, ik ben echt voor een veel meer radicale aanpak. Mijn fractie is een voorstander van invoering van het dienstenchequemodel dat in België en in Frankrijk gehanteerd wordt. Het grote voordeel is dat hiermee zicht ontstaat op de ontwikkelingen op de markt voor persoonlijke dienstverlening. En mocht het wenselijk zijn, dan kun je met dit model ook gerichte stimulansen geven. Je kunt ook iets doen aan het serviceniveau dat de vergoeding bepaalt. Het is een prachtig systeem, dat ook het probleem van zwartwerken goeddeels uit de wereld helpt. Er is verwantschap met de regeling voor huishoudelijk personeel die de regering voorstelt. Je kunt ook veel beter beheersen waarvoor de regeling bedoeld is, terwijl de regering in antwoord op vragen van de SP-fractie een hele lijst opnoemt – koken, wassen, stofzuigen en in sommige gevallen mag een computer ook nog wel – maar die is niet limitatief. Wij zien wel, dat is eigenlijk wat er staat. Met een dienstencheque kun je dit veel beter regelen, het is beheersmatig dus sterker. Bovendien is er met dit model veel meer ruimte om op eigen initiatief te gaan werken. Het biedt ook een zekere mate van bescherming van de betreffende werknemers bij het probleem van de sociale zekerheid, dat hier telkens de kop opsteekt. Daarvoor kun je dan meteen een goede publieke regeling treffen. Het is wat onze fractie betreft niet de bedoeling dat een kleine regeling zoals de nu door de regering voorgestelde in de loop der jaren zal leiden tot een nieuwe arbeidsmarkt waarbij zo ongeveer drie kwart van de sociale zekerheid niet meer bestaat. Dit is allemaal op te lossen met een goed model voor dienstencheques. Waarom doet de regering zo ingewikkeld? Ik denk dat de voorgestelde regeling weinig oplevert, wij blijven zo in een kringetje ronddraaien.

Met afgrijzen heb ik kennisgenomen van de eenmalige verlaging van het tarief bij algemeen belang voor 2007 in verband met de zorgverzekeringspremie, maar ik geloof dat dit afgrijzen al verwoord is door de heer Crone. Tenminste, dat zou ik mij goed kunnen voorstellen. De heer Van der Vlies sloot zich daarbij aan, laat ik dat dan ook maar doen.

De minister heeft zich in een brief verantwoord voor het besluit om de aftrekregelingen MIA en VAMIL voor 2006 te sluiten, maar deze brief bevat geen enkele verwijzing naar het doel van deze regelingen. Deze regelingen zijn populair, God zij dank, want het is in dit land keihard nodig dat ondernemers investeren in duurzame ontwikkeling, energiebesparing en alles wat ermee verband houdt. Dit hebben wij de minister van Economische Zaken ook voorgehouden toen die halsoverkop de MEP-regeling sloot. Dit zijn bijzondere regelingen, die je niet zo maar moet afsluiten. Dan is er namelijk het risico dat je het investeringsklimaat op weg naar een duurzame economie weer een douw geeft. En dat is wel het allerlaatste waarop wij zitten te wachten sinds wij de documentaire van Al Gore hebben gezien.

De keramische industrie bepleit vrijstelling van de vertaling van de bepalingen in de richtlijn voor energiebelasting voor 2007. Toen ik de reactie van de regering hierop las, begon ik een beetje te flippen. De regering wijst het pleidooi van VNO-NCW en de Nederlandse keramische industrie af omdat bij de beoordeling van de relatieve positie van de keramische industrie ook andere aspecten dienen te worden betrokken. Daarbij speelt onder andere de vennootschapsbelasting een rol. De tarieven van de Vpb worden sinds 2005 gefaseerd verlaagd en ze liggen mede daardoor ten opzichte van andere landen op een laag niveau. Aldus de regering. Nu is er nog nergens zo duidelijk aangegeven dat het hele belastingvoorstel Werken aan winst maar op één ding uitkomt, wat de linkse oppositie ook telkens geroepen heeft: Nederland schiet andere landen onder hun duiven. Dit heeft niets te maken met een level playing field of met een modernisering, het komt neer op: jullie moeten in de keramische industrie misschien iets meer betalen voor energie, maar wij gunnen jullie weer wat extra's door de Vpb te verlagen, wat andere landen niet doen. Dat staat er, het is echt ongelooflijk dat de regering eindelijk voluit bevestigt dat zij bezig is om andere landen belastingconcurrentie aan te doen en ze met een werkloosheidsprobleem op te zadelen.

De heer Van der Vlies heeft al over de verzilvering gesproken. Ook dit is een gouwe ouwe. Wij weten dat de regering dit niet wil, dat er een minister is die dit consequent tegenhoudt, namelijk deze minister: verzilvering mag niet. Waarom lukt het dit kabinet niet om de koopkracht van ouderen met een minimuminkomen boven water te houden? Dit heeft alles te maken met verzilvering, met het niet kunnen verzilveren van extra kortingen. Extra geld, met name voor ouderen op het minimumniveau, komt niet meer terecht bij de groep waarvoor het bedoeld is. Ik probeer het nog één keer, ik vraag de minister, zijn verzet op te geven. Hij zal, nu hij er vijf jaar ervaring mee heeft, toch ook zelf inzien dat je op deze manier ouderen met de laagste inkomens niet helpt? Het is niet voldoende dat de kinderkorting vanaf 2008 verzilverd mag worden – dat hebben wij er met de heer Wijn nog uit gesleept, dat is goed voor alleenstaande moeders op het minimumniveau, die ook met een bijzonder pervers effect geconfronteerd worden – ook voor ouderen is verzilvering hard nodig.

Ik vind het een gotspe om het successierecht nu ineens weer tot probleem nr. 1 te bombarderen en daarvoor een regeling te treffen. Wij kunnen lastenverlichting wel elders toepassen. Bovendien zou de hele belastingmix nog schever worden.

Als het goed is, heeft de heer Crone al enkele verstandige dingen gezegd over heffingsrente voor artiesten. Ik sluit mij daarbij aan. En ik steun ook volledig de goede woorden die de heer Irrgang aan de artiesten heeft gewijd.

Eindelijk, eindelijk heeft gelukkig ook de regering ontdekt dat er werkgevers zijn die hun werknemers geen vergoeding voor kinderopvang geven. Er is nu met onderzoek vastgesteld dat slechts 65% dit wél doet, dus dat 35% van de werkgevers zich geen bal aantrekt van wat goed werkgeverschap zou moeten zijn. De regering neemt nu eindelijk adequate maatregelen. Dit is goed, er komt een opslag via de WW waaraan alle werkgevers nu fatsoenlijk meebetalen. Maar ik vraag de minister toch nog waarom hij deze grondslag heeft gekozen. Dit betekent namelijk dat werkgevers met veel personeel relatief meer betalen dan werkgevers met weinig personeel. Is dit wel logisch? Dit doen wij bij onderwijs toch ook niet, onderwijs wordt toch uit de algemene pot gefinancierd? Dit betekent dat alle werkgevers er op de een of andere manier aan meebetalen, dus waarom zou dit niet ook voor de kinderopvang moeten gelden? Het is toch vreemd dat werkgevers met weinig personeel een bonus krijgen doordat zij minder hoeven bij te dragen aan de kinderopvang? Wij zijn nu bezig om hiervan een allround collectieve voorziening te maken, dus waarom deze heffingsgrondslag? Is dit wel de bedoeling van de regering? Mijn fractie is een voorstander van gratis kinderopvang, wat betekent dat het een volwaardige collectieve voorziening wordt, gefinancierd uit de algemene middelen. Kan dit gezien worden als een eerste stap in deze richting?

MevrouwVan Oudenallen(Groep Van Oudenallen)

Voorzitter. Ik heb helaas een deel van deze vergadering moeten missen, zodat ik niet alles heb kunnen volgen. Ik wil even ingaan op een specifiek punt, de successierechten. Het is heel goed dat er bekeken wordt welke lastenverlichting er op dit punt mogelijk zou zijn, maar mijns inziens gaat het net de verkeerde kant op. De door de regering genoemde groep komt heel weinig voor, het gaat om schenkingen van een paar ton. De groep aan de onderkant, degenen die van ouders of van grootouders erven, zou meer voordeel van een wijziging van de regeling op dit vlak hebben. Met een vrijstelling van € 21.000 kun je een heleboel doen, als je een klein inkomen hebt. De minister wil zijn belastingambtenaren meer tijd geven om grote zaken, criminele zaken beter te bekijken. Ik heb een berekening laten maken: als op jaarbasis 37.000 huishoudens van een vrijstelling kunnen profiteren, blijven er ten minste 37.000 arbeidsuren voor ambtenaren over. Hier wordt nog druk verder aan gerekend en ik zal een amendement hierover indienen. Ik denk dat de fracties van PvdA en GroenLinks hier wel achter kunnen staan. Als wij 2 mln. overhouden op het zeer hoge totaalbedrag, moeten wij dit bedrag misschien maar in kas houden en het voor betere doeleinden gebruiken. Het is leuk bedacht, maar ik vind het wel een kulidee om dit bedrag ten goede te laten komen aan mensen die al zoveel krijgen.

Eigenlijk is heel Nederland ongelukkig met de regeling voor het grijze kenteken en de andere belastingheffing op het gebied van auto's. Ik noem dit maar even.

En ten slotte een onderwerp waarover ik ook al schriftelijke vragen heb gesteld. In 2007 staat de btw voor ambachtelijke beroepen weer ter discussie. Ik hoop dat deze minister of zijn opvolger hier bovenop zal zitten en dat het geen 19% zal worden, maar dat het tarief van 6% gehandhaafd wordt. Nederland moet niet weer het braafste jongetje van de klas willen zijn, wij moeten opkomen voor alle kleine ambachtelijke beroepen in Nederland. Die hebben dat heel hard nodig.

De vergadering wordt van 13.15 uur tot 14.15 uur geschorst.

MinisterZalm

Mijnheer de voorzitter. Ik heb gepoogd om een thematische ordening aan te brengen in mijn antwoorden. Het was soms wel vrij lastig om thema's te ontdekken, want het zijn soms ook heel kleine thema's.

Het blok arbeidsmarkt en inkomensbeleid betreft de dienstverlening aan huis, het tarief voor box 2, de verzilveringsproblematiek, de buitengewone uitgaven, het WGA-verhaal en enkele aspecten van de lastenverlichting in het algemeen.

In het blok milieu en mobiliteit vallen de bpm, de grondwaterbelasting, het grijze kenteken voor de lagere overheden en gehandicapten en differentiatie bijtelling auto van de zaak. Dat is een betere uitdrukking dan "leaseauto". Je kunt particulier leasen, maar omgekeerd kun je ook een auto van de zaak hebben die niet geleased is, maar eigendom van de zaak is. Verder vallen daarin de energiebelasting en zowel de Belgen als de keramisten.

Onder het blok overige vat ik de artiesten en de sporters, het FES, de btw op hobbydieren, de btw elektronische leermiddelen, de btw sport en de btw energie, de heffingsrente bij navorderingsaanslagen, DigiD, de controlecapaciteit bij de Belastingdienst, de successierechten, de bedrijfsopvolging, de stakingswinst en overheidsingrijpen, de EIA en de MIA en de raming van de vrijstelling overdrachtsbelasting bij de wijkontwik­kelingsmaatschappijen.

Ten slotte heb ik een blokje ongeregeld, waarin vallen economische infrastructuur, de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid, de opmerking van de heer Vendrik over de aap uit de mouw van Werken aan winst en als allerlaatste de werkgeversbijdrage in de kosten van kinderopvang.

Het is dus een heel scala aan onderwerpen dat aan de orde is gesteld. Sommige onderwerpen komen in het Belastingplan zelf niet aan de orde, maar daarvan is gezegd dat men het heeft gemist in het Belastingplan. Met name de heer Slob weet leuk onverwacht uit de hoek te komen met onderwerpen die in de schriftelijke voorbereiding niet diepgaand aan de orde zijn geweest, maar wel diepgaand in zijn beschouwing aan de orde komen. Ik hoop ondanks die handicap hem toch te kunnen bedienen.

Over de dienstverlening aan huis heeft een aantal uwer iets gezegd. Het is een tegemoetkoming om op dit vlak wat meer ruimte en duidelijkheid te krijgen. De heer Crone wil dit alles niet doen en op de RWI wachten. De heer Irrgang gaat nog iets verder. Wat is voorgesteld vindt hij intrinsiek slecht. Wij hebben niet de illusie dat de grote revolutie aanbreekt met ons voorstel. Het is een verruiming, zodat men in de sfeer van dienstverlening niet meteen aan arbeidscontracten hoeft te denken en het ook op een andere manier kan doen. Dat maakt het voor de mensen die nu nog als werkgever worden gekwalificeerd, gemakkelijker. Die zullen minder hindernissen ervaren om werkzaamheden in en rond het huis te laten verrichten. Dat is de ratio achter het voorstel. Het zwartwerken kan hiermee niet worden uitgeroeid. Degene die de diensten verleent, is natuurlijk wel gehouden om zijn inkomsten op te geven voor de belastingen. Er zijn natuurlijk mensen die dit desalniettemin niet doen. Dat probleem wordt hiermee niet opgelost.

Vervolgens is de vraag gesteld hoe het zit als iemand in plaats van drie dagen bij een werkgever, twee keer twee en een halve dag bij twee werkgevers werkt. De redenering loopt via de opdrachtgever. Alleen de opdrachtgever kan controleren of een persoon minder dan drie dagen bij hem werkt. Als betrokkene drie dagen bij de een en twee dagen bij de ander werkt, zijn beide opdrachtgevers niet gehouden om een loonbetrekking aan te gaan.

Mevrouw Dezentjé vraagt of het ook andersom kan. Soms vindt men het namelijk wel prettig om met iemand een dienstbetrekking aan te gaan, ook al is het voor minder dan drie dagen. Daarvoor bestaat geen enkel probleem. Dit is een faciliteit en geen verplichting. Dit antwoord komt misschien ook een beetje tegemoet aan de zorgen van de heer Irrgang. Als betrokkene en degene die de diensten inhuurt wel een reguliere loonbetrekking willen, staat niets daarvoor in de weg. Dan is er sprake van een echte werkgevers-werknemersrelatie met alles wat daarbij hoort.

Buitenlanders kunnen niet zonder vergunning dit soort activiteiten ontplooien. Als zij in Nederland niet toegelaten zijn, hebben zij nog steeds een werkvergunning nodig, ook voor dit soort activiteiten.

De heer Vendrik is enthousiast over het systeem van de dienstencheques. Kennis vermeerdert smart, want juist uit de evaluatie in België blijkt dat dit systeem absoluut niet werkt. Er vindt een onevenredige subsidiëring plaats. Ongetwijfeld zal die terechtkomen bij de inkomensgroepen die de heer Vendrik niet hoog in zijn vaandel heeft staan, bovendien is het systeem niet effectief in termen van stimulans. Wij hebben gekozen voor een betrekkelijk eenvoudig instrument dat de verantwoordelijkheid legt waar die hoort, namelijk bij degene die de diensten verleent en bij degene die daarvan gebruik wil maken, zonder dat wij daarop allerlei subsidies hebben losgelaten.

De heerCrone(PvdA)

Verschillende leden hebben gevraagd om die regeling toch nog maar een jaar op te schorten in afwachting van het bredere debat over de RWI-voorstellen. Ik was iets minder neutraal dan de minister suggereerde, ik was overwegend negatief omdat dit voorsorteert. Mensen gedragen zich wel degelijk naar de nieuwe regeling. Als er daarna weer een nieuwe regeling komt à la de RWI, moeten mensen zich over een jaar weer aanpassen. Dat zou ik niet erg vinden als het ging om een regeling die in het verlengde hiervan lag, maar dit is gewoon een slechte regeling. De minister stelt dat de huishoudelijke hulp en de opdrachtgever zelf kunnen bekijken wat zij doen, maar zij hebben geen gelijke machtspositie. Ik heb erop gewezen dat zorginstellingen nu al bezig zijn om mensen in dit traject onder te brengen en nieuwe mensen te werven die goedkoop de Wmo kunnen uitvoeren. Wij faciliteren dat dan. Ik zou de minister echt willen vragen, dit nog een jaar op te schorten.

MinisterZalm

Toen een van de leden opmerkte dat zorginstellingen proberen bijstandsklanten te werven om deze mensen via deze regeling aan de slag te helpen, dacht ik: het is een hartstikke mooie regeling. Het is immers juist de bedoeling dat mensen niet thuiszitten en afhankelijk zijn van de bijstand, maar zich nuttig maken in de sfeer van de persoonlijke dienstverlening.

De heerCrone(PvdA)

Deze mensen hebben dan geen arbeidsovereenkomst. Dat is nu juist de kern van deze discussie. Zij hebben dan geen rechten meer op werkloosheiduitkering, of op een uitkering in het kader van de Ziektewet, et cetera. Deze mensen gaan niet met behoud van een bijstandsuitkering dit werk doen.

MinisterZalm

Nee, zij krijgen een echt inkomen dat zij zelf verdienen. Dat is iets heel anders dan werken met behoud van uitkering. Zij hebben weliswaar geen WW-recht, maar dat is in de bijstand ook niet het geval. Voor betrokkene is het echt een verbetering. Als iemand thuiszit met een bijstandsuitkering, is er sprake van totale afhankelijkheid.

De heerIrrgang(SP)

Dit raakt de kern van de discussie. De minister zegt dat het niet revolutionair is, omdat wij nu al twee dagen hebben. Maar een slechte regeling hoeft niet verder te worden uitgebreid. Met drie dagen komen wij echt bij een soort alternatief. Het kernprobleem is dat werknemers de verzekeringsplicht voor de sociale verzekeringen kunnen ontwijken. De arbeidsvoorwaarden kunnen onder druk komen te staan. Dat zien wij nu gebeuren bij de cao voor de thuiszorg. Wij moeten hier de Rubicon echt overgaan. Zeker als er nog een advies wordt afgewacht, lijkt het mij redelijk als het verzoek van de Kamer gehonoreerd wordt om in ieder geval nog een jaar te wachten.

MinisterZalm

Het kabinetsvoorstel is een goed voorstel dat een aantal extra mogelijkheden biedt. Van de zijde van de oppositie is nog eens geïllustreerd dat het leidt tot een verhoogde kans voor bijstandsgerechtigden om op enigerlei wijze betrokken te raken bij het arbeids­marktproces. Als u ertegen bent, kunt u het eruit amenderen en kijken of u daar een Kamermeerderheid voor krijgt, maar ik ga het niet intrekken. Ik doe het voorstel zoals het hier ligt.

De heerCrone(PvdA)

Het is absoluut niet waar dat de rechtspositie van mensen in de bijstand vergelijkbaar is met die in deze regeling. In deze regeling hebben mensen geen enkel recht. Dat is het principe van de regeling. In de bijstand hebben mensen recht op de bescherming die bij de bijstand hoort. Daar zitten ook een aantal verzekeringen bij, waaronder de ziektekostenverzekeringen. Dat weet de minister donders goed. Dus de echte oplossing is dat alle mensen uit de bijstand moeten en aan het werk moeten. Daar zijn wij het over eens, maar ze worden hier in een soort afvalputje geduwd. Dat is echt zo. Er staat niet voor niets dat de werknemersverzekeringen niet gelden, dat de ziektekostenvoorzieningen niet gelden. In de bijstand mogen mensen collectief verzekerd zijn, maar in deze regeling vervalt alles. Dit is absoluut niet de juiste route.

MevrouwDezentjé Hamming(VVD)

U wilt gewoon mensen betaald thuis laten zitten. Dat is toch niet de bedoeling? Het is toch ontzettend belangrijk dat mensen werkervaring opdoen en terugkeren in het werkproces? Dat moet u met mij eens zijn. Waarschijnlijk komt van het een weer het ander.

De heerCrone(PvdA)

Hier ga ik niet op in. Ik ga alleen in op serieuze vragen, want dit staat helemaal niet ter discussie.

MevrouwDezentjé Hamming(VVD)

Dit hoort er wel degelijk bij. Ik stel vast dat u mensen weer wilt opsluiten in uitkeringen.

De heerVendrik(GroenLinks)

Dan zou de logische repliek zijn dat de VVD het liefst mensen aan het werk heeft en, als het even kan, ook nog onderbetaald. Zo komt het debat niet verder.

Ik heb twee vragen aan de minister. In de eerste plaats zegt hij heel enthousiast op de aanstaande ontsporing van deze nieuwe regeling dat het fantastisch is dat zorginstellingen via deze route mensen uit de bijstand halen. Ik heb toch goed begrepen dat deze regeling gaat over particuliere opdrachtgevers die ontheven worden van een zekere bureaucratische fiscale last om mensen in en rondom het eigen huis klusjes te laten doen? Daar is de regeling voor bedoeld en niet voor misbruik door gevestigde organisaties op de thuiszorgmarkt die schijnt te bestaan om onder sociale lasten uit te komen? Dat kan dit kabinet toch ook niet willen? In de tweede plaats vind ik dat de minister het model van de dienstencheques heel gemakkelijk terzijde veegt. Het Belgische model is niet in alle opzichten ideaal, maar het idee om via dienstencheques de markt voor persoonlijke dienstverlening te witten en te bevorderen in combinatie met een zekere mate van bescherming van degenen die daarop actief zijn, biedt interessante perspectieven. Het zou ook een oplossing zijn voor het probleem dat nu al dreigt te ontstaan, namelijk oneigenlijk gebruik van de regeling. Dat is namelijk tegen te gaan via het model van de dienstencheques. Problemen die ontstaan naarmate mensen daar meer gebruik van gaan maken, bijvoorbeeld wanneer zij twee banen van tweeënhalve dag per week combineren en dus onverzekerd rondlopen – zij hebben feitelijk een werkweek van veertig uur – zijn alle op te lossen als je door gaat denken over het model van de dienstencheques. Ik vraag de minister daarop te reageren.

MinisterZalm

Er wordt nu gedaan alsof er in de thuiszorg nog nooit alfahulpen hebben bestaan, maar dit is nu precies het vehikel op grond waarvan de alfahulpen sinds jaar en dag, vaak tot eigen tevredenheid, ingeschakeld zijn in het arbeidsproces, ook via de thuiszorginstellingen. Ik vind het geen kwalijke zaak dat daartoe meer mogelijkheden worden geboden. Integendeel, het kan ook een heel goede eerste stap zijn om de arbeidsmarkt te betreden. Het is echt beter dan dat mensen thuis niets zitten te doen.

De heerVendrik(GroenLinks)

Wat de alfahulpen betreft loopt er al jarenlang een debat over hun inkomenspositie en over het probleem dat zij vaak niet verzekerd zijn. Dat dit feitelijk geen ideale situatie is, is al vaak in de Kamer aan de orde geweest. Ik vind dit dus geen sterk argument om te onderbouwen dat deze relatieve ontsporing van de regeling eigenlijk geen probleem is.

MinisterZalm

De heer Vendrik schetst het beeld van het paradijs van de volledige werkgelegenheid, waarbij alle arbeidskostenniveaus goed kunnen worden betaald en er geen gap is tussen de arbeidskosten die de werkgever moet betalen en de productiviteit van de werknemer. Die werkelijkheid bestaat niet; het is altijd second best. Je kunt kiezen: óf mensen doen helemaal niets, óf ze zijn op een nuttige manier maatschappelijk actief. In het laatste geval hebben ze een zelfverdiend inkomen, waaraan ze ook een zeker zelfrespect aan kunnen ontlenen. Daar geef ik de voorkeur aan. Ik kies niet voor de redenering van de heer Vendrik, want die leidt er uiteindelijk toe dat mensen gewoon thuiszitten.

De dienstencheque is een subsidieregeling. Wij kiezen niet voor een nieuwe subsidieregeling. Wij willen bepaalde vormen van dienstverlening vergemakkelijken, waardoor de kans groter is dat er gebruik van wordt gemaakt. Wij willen geen nieuwe subsidieregeling optuigen voor het inschakelen van arbeid. In dat traject zit je wel met de dienstencheque. Dan moet je heel andere vragen stellen, bijvoorbeeld of het een doelmatige en effectieve besteding van overheidsgelden is. Uit de evaluaties van subsidieregelingen is wel gebleken dat ze niet werken. Wij hebben de witte werkster gehad. Volgens de evaluatie is die subsidieregeling geen succes: enorm veel deadweight loss. Dat blijkt ook uit de evaluatie van de in België geldende regelingen. Gelet op alle negatieve ervaringen ben ik dus niet erg geïnspireerd om weer een nieuwe subsidieregeling op te tuigen.

MevrouwVan Oudenallen(Groep Van Oudenallen)

Een poosje geleden las ik dat de mensen die op deze manier aan het werk zijn wel degelijk een aanspraak op verzekeringen kunnen maken als ze gehandicapt raken. Speelt dat hier ook mee? Is iemand dan wel verzekerd volgens een ander recht?

MinisterZalm

Als je enkele diensten verricht en geen loonbetrekking hebt, ben je niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen. De WAZ is op verzoek van de zelfstandigen afgeschaft. Mensen die van deze regeling gebruikmaken, kunnen er net als zelfstandigen voor kiezen om zichzelf particulier te verzekeren. Er is echter geen verzekering van overheidswege.

MevrouwVan Oudenallen(Groep Van Oudenallen)

Zo bedoel ik het niet. Ik heb een tijd geleden de discussie gevolgd. Stel dat een werkster twee jaar lang één dag in de week bij mensen heeft gewerkt. Dan kan zij later toch bepaalde rechten doen gelden. Zij heeft daar immers gewerkt. Is dat ergens in meegenomen?

MinisterZalm

Je kunt je voorstellen dat dan de wettelijke aansprakelijkheid geldt. Als degene aan wie je die diensten verleent voor omstandigheden heeft gezorgd waardoor jij arbeidsongeschikt wordt, dan kun je die persoon privaatrechtelijk in gebreke stellen. Maar dat is eerder de uitzondering dan de regel.

Voorzitter. Ik kom bij box 2 en de tijdelijke verlaging van het tarief. Ik moest even denken aan een liedje van Annie M.G. Schmidt: Kom Kees, het is maar tijdelijk. 't Zal wel weer overgaan. Daarbij had ik natuurlijk de heer Vendrik voor ogen. Ik begin echter met de vraag van de heer Van der Vlies. Hij vroeg: wat zou je kwijt zijn als je ze in 2007 al zou kunnen behandelen zoals je ze uiteindelijk in 2008 wilt behandelen? Zo hebben wij precies geredeneerd. De vraag was waar het toe zou leiden als je tijdelijk het tarief in box 2 verlaagt. Dan kom je uit op een bepaald bedrag. Dat heeft tot deze tariefsverlaging geleid.

Er is opgemerkt dat het heel verschillend kan uitpakken. Dat is waar. Het probleem is dat de toekomstige heffingsgrondslag, waar die verlaging van 6,5% tot 4,4% plaatsvindt, niet in de heffing van box 2 zit. Dat is het loon dat wordt uitbetaald door de bv aan de directeur-grootaandeelhouder. Daar hebben wij ook minimumnormen voor. In box 2 wordt alleen geheven over de uitgekeerde winst van de bv aan de aandeelhouder. Dan zie je dat sommige bv's jarenlang geen dividend uitbetalen, omdat betrokkene gewoon kan leven van het loon dat hij uit zijn bv krijgt. Dat is zeker zo sinds de tijd dat het nulloon niet meer wordt toegestaan. Je wilt uiteindelijk een lagere heffing op de loongrondslag binnen de bv en je treft een voorziening die daar nu net niet op slaat. Maar dat is het enige vehikel dat wij hebben kunnen vinden. Gemiddeld genomen loopt het glad, maar het leidt tot nogal wat differentiatie, afhankelijk van de winstuitkering. Als je jezelf helemaal geen winst hebt uitgekeerd, heb je natuurlijk niets aan een tariefverlaging box 2 en als je jezelf behoorlijk wat winst hebt uitgekeerd, heb je daar wel flink voordeel van. Als dit ertoe leidt dat er meer uit de bv's wordt uitgekeerd richting de inkomstenbelasting, vind ik dat niet zo'n vervelend neveneffect, want er is vaak nogal wat winst opgepot in zo'n bv teneinde de inkomstenbelasting zo lang mogelijk uit te stellen. Maar goed, dat is een side effect, niet het doel.

De heerCrone(PvdA)

Vinden wij het in het algemeen niet wenselijk dat mensen zo veel mogelijk investeren in hun onderneming? Als zij zelf kunnen leven van hun gewone directeurssalaris hoeven zij toch niet nu een extra winstuitkering te doen om het nadeel van de ziektekostenverzekering op te heffen? Het kabinet voert een ziektekostenverzekering in die deze mensen nadeel berokkent. Zij moeten nu uit de ondernemingswinst voor één jaar gaan uitkeren om het te veel betaalde geld terug te krijgen.

MinisterZalm

Dan doen zij dat toch niet. Dan hebben zij dat voordeel niet.

De heerCrone(PvdA)

Dat tekent toch hoe raar die regeling is?

MinisterZalm

Het is ook maar een tijdelijk noodverband. Wij hebben ook gekeken naar andere mogelijkheden, zoals een heffingskorting in box 2, maar dat betekent dat het pas in 2008 bij de aanslag inkomstenbelasting wordt verrekend, terwijl het idee was om al in de loop van 2007 iets merkbaars te hebben. Je komt dan bij een tariefmaatregel die je automatisch kunt meenemen in de voorlopige aanslag et cetera. Dat geldt niet voor zo'n heffingskorting die pas in 2008 zou kunnen worden verrekend. Bovendien moet je dan de hele automatisering aanpassen voor iets wat louter tijdelijk is. Dat is ook een beetje onzin. Immers, de heffingskorting zou maar voor één jaar gelden, omdat wij daarna het betere systeem zullen introduceren dat wij al voor ogen hebben. Wij hebben echt van alle kanten gekeken of er andere varianten mogelijk waren. Vanaf 2008 hebben wij de boel op orde, zo gezegd. Wij kunnen dan gewoon de 4,4% toepassen op de relevante grondslag, zijnde het inkomen dat binnen de bv wordt verdiend met de inkomensgrenzen die daarvoor gelden. Voor 2007 was het echt een noodverband. Zo is het ook altijd gebracht. Wij moeten geen disproportionele kosten of toestanden maken vanwege een maatregel die maar één jaar geldig is. Alle andere varianten leiden tot grote informatiserings- of uitvoeringsproblemen. Dit is het enige wat wij konden doen.

De heerVendrik(GroenLinks)

Waarom zegt het kabinet tegen deze ondernemers niet hetzelfde als het tegen de keramische industrie zegt? Er ligt een pakket werk en winst en, wat je daar ook van mag vinden, dat is ook voor deze ondernemers een interessant pakket. Het kabinet kan toch zeggen: er komt een structurele regeling in 2008 en voor dit ene jaar beschouwen wij dit als voldoende? Waarom wordt die argumentatie niet gehanteerd?

MinisterZalm

Ik had gevoel voor de meerderheid in de Kamer die heeft gezegd: wij willen dat dit verandert, omdat men in vergelijking met andere ondernemers met een ib-status te veel betaalt; dat moet in 2007 gelijk zijn. Wij hebben bekeken of wij aan die wens tegemoet konden komen zonder dat wij ons in allerlei bochten moesten wringen met regelingen die buitengewoon kostbaar of heel bezwaarlijk zijn. Dit is waarop wij zijn uitgekomen. Beter hebben wij niet in de aanbieding. Het is maar voor een jaar en in het koopkrachtplaatje van de winstuitkeerder 2008 komt een hele dikke min, omdat hij dan drie punten omhoog gaat.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Ik heb goed naar de minister geluisterd. Hij zegt: die tariefmaatregel zie je terug in een voorlopige aanslag. Als dat zo is, kun je deze mensen toch ook een voorlopige aanslag opleggen waarin je rekening houdt met de te veel betaalde inkomensafhankelijke zorgpremie? Ik zie het verschil niet.

MinisterZalm

Wij hebben in de automatisering geen heffingskorting in box 2. Je kunt dus niet verhogen. Wij hebben wel een tarief in box 2. Dat kun je veranderen en dan loopt de automatisering gewoon door. Als je een nieuw element moet introduceren in de berekening van het belastingbedrag, dan is er een aanpassingsperiode nodig, zowel voor voorlopige aanslagen als voor definitieve. Er gaat al genoeg mis bij het uitsturen van belastingaanslagen dus wil ik geen enkel risico op dit punt lopen.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

U loopt geen risico omdat de 250.000-grens ook niet standaard in de computerprogrammatuur zit. U hebt dus ook maatregelen moeten nemen om dat goed te laten lopen. Nogmaals, ik ben ervoor dat er maatregelen genomen worden, maar zit wel te denken hoe het eventueel beter kan!

De heerCrone(PvdA)

U hebt in ieder geval nog niet gereageerd op mijn suggestie om dat plafond te verlagen. Ik zie wel dat de Belastingdienst met een korting die maar een jaar duurt in de problemen kan komen met de computers. Wij zijn daar op bezoek geweest en hebben begrepen dat er met de verzilvering ook zo'n probleem was. Je moet daar niet zo lichtzinnig over denken, maar met een plafond van 35.000 in plaats van 250.000, zoals wij voorstellen, krijgt iedereen € 1000 en krijgen niet sommigen € 7000! Er is natuurlijk geen enkele micro-economische rechtvaardiging om tegenover een nadeel van € 1000 – dat zit immers in het ziekte­kostenstelsel – een compensatie van € 7000 te geven. In de systematiek is het heel eenvoudig om het plafond te verlagen tot € 35.000. Ik begrijp niet waarom er zo'n overcompensatie plaatsvindt!

MinisterZalm

Dat zit hem erin dat wij grofmazig hebben gewerkt omdat het een tijdelijke overgangsmaatregel was. Wij hebben bezien welk bedrag ermee gemoeid zou zijn als wij die heffing zouden toepassen zoals wij die voor 2008 voor ogen hadden en dat bedrag is vertaald in wat tariefverlagingen in box 2 met een zekere mitigatie door die plafonnering. Dan kom je uit op de tariefverlagingen op die drie punten in het inkomenstraject. Op zichzelf is het technisch inderdaad wel mogelijk om dat plafond te verlagen – de heer Crone heeft daar gelijk in – maar dat betekent dan wel dat je een kleiner bedrag naar de groep als geheel terugsluist dan het bedrag waar die groep recht op zou hebben gehad. Je kunt die politieke keuze maken, je zou ook kunnen beslissen om een jaar lang helemaal niets te geven. Technisch is dat alles mogelijk, maar wij hebben hiervoor gekozen. Ik wacht het oordeel van de Kamer af, maar heb het gevoel dat er een redelijke kans bestaat op een Kamermeerderheid. Wellicht dat de heer Crone voor zijn amendement ook nog een Kamermeerderheid weet te organiseren. Wie weet wordt het nog heel spannend, maar dit is in ieder geval de redenering van het kabinet. Ik vind die verdedigbaar, zeker voor een tijdelijke regeling. Wie het er niet mee eens is, uit zich wel via amendementen die dat op een andere manier doen, mits ze natuurlijk wel technisch uitvoerbaar zijn, want dat laatste is natuurlijk wel essentieel.

De heerCrone(PvdA)

Het stond al zo'n beetje in de nota naar aanleiding van het verslag, maar begrijp ik nu goed dat er voor deze sector een tekort was van 90 mln., dat dit is terugvertaald en het uitkomt op een plafond van € 250.000? Het gevolg is wel dat ondernemers boven die grens een groter voordeel krijgen dan nodig is, maar de evenzovele ondernemers die eronder zitten – namelijk zij die geen winstuitkering hebben of überhaupt weinig verdienen – hebben een nadeel. Het is dus echt kabinetsbeleid: de mensen die veel hebben, krijgen er wat bij en de mensen die het nodig hebben, krijgen dat niet. Dan kunnen wij toch veel slimmer zijn en zeggen dat die grens omlaaggaat! Dan houden wij 60 mln. over en die geven wij dan aan alle ondernemers aan de onderkant door het tariefopstapje te verhogen of door iets anders, bijvoorbeeld in de zelfstandigenaftrek. Dat kan ook wel voor een jaar, want dat kan ook wel met de knoppen worden geregeld. Ik zet die 60 mln. liever in voor de ondernemers die er altijd wat aan hebben via een al bestaande aftrekpost. Geen nieuwe knoppen en dat zou technisch dan ook moeten kunnen.

MinisterZalm

Het is toch wel een misverstand dat degenen die geen winst uitkeren de arme ondernemers zijn. Dat is zeker niet zo.

De heerCrone(PvdA)

Die krijgen die compensatie ook niet!

MinisterZalm

Neen, want als je geen winst uitkeert, krijg je die compensatie niet. Er zijn stinkend rijke ondernemers die heel veel winst maken maar toch gewoon geen winst uitkeren en die oppotten in de bv omdat ze belastingheffing zo lang mogelijk willen uitstellen.

De heerCrone(PvdA)

Die zitten er inderdaad ook wel tussen.

MinisterZalm

Dat is vaak ook de reden om de bv-vorm te kiezen; je kunt belastingheffing ver voor je uitschuiven.

De heerCrone(PvdA)

Maar daar maken wij deze regeling niet voor!

MinisterZalm

En die krijgen ook niets!

De heerCrone(PvdA)

Dat is alleen maar goed!

MinisterZalm

Er is dus geen parallel: als je winst uitkeert, ben je rijk, als je geen winst uitkeert, ben je arm. Dat is niet zo en dat is echt een misverstand.

De heerCrone(PvdA)

Natuurlijk, maar het gaat erom dat de grootste groep ondernemers in box 3 met een kleinere winstuitkering niets krijgen en dat dit juist de ondernemers zijn die geen winst kunnen uitkeren omdat ze geen winst maken. Dat is toch evident!

MinisterZalm

Het zijn bv-ondernemers, mijnheer Crone, en je wordt geen bv-ondernemer uit armoede. Dat komt omdat de ib te weinig voordelen biedt.

De heerCrone(PvdA)

Bij "Werken aan Winst" hebt u tarievenopstapjes voor deze groep geïntroduceerd omdat die mensen het volgens u hard nodig hadden en zo arm zijn. Het ene moment gebruikt u het selectief die kant op en nu weer die andere kant.

MinisterZalm

Nee, niet omdat ze arm zijn, maar omdat het goede ondernemers zijn. Het zijn juist de ondernemers van wie wij het moeten hebben. Goede ondernemers zijn niet arm!

De heerCrone(PvdA)

Daarom wil ik het aan ondernemers geven die het nodig hebben. U geeft het aan ondernemers met de grootste winstuitkering. U begon uw verhaal met de opmerking dat u dat geld niet kan halen bij de groep met de laagste winstuitkering en dat een korting beter zou zijn, ware het niet dat die helaas technisch onmogelijk is. U geeft mij gelijk als het om de getallen gaat, maar niet als het om de oplossing gaat.

MinisterZalm

Ik weet niet of het zinvol is om hierop door te gaan. Ik herhaal nog maar eens dat het een noodverband is en dat wij een instrument gebruiken dat niet aansluit op ons einddoel. Wij bedienen wel dezelfde groep en hebben hetzelfde bedrag ter beschikking. Alleen de verdelingseffecten zijn geheel anders dan de verdelingseffecten in 2008, want dan wordt het 4,4%-tarief tot een maximumbedrag geheven op het loon dat de directeur-grootaandeelhouder van zijn onderneming krijgt.

MevrouwVan Oudenallen(Groep Van Oudenallen)

De minister zegt nu dat iedereen stinkend rijk kan zijn en dat een goede ondernemer altijd rijk is. Ik wijs hem er toch maar op dat er heel veel goede ondernemers zijn die niet rijk zijn.

MinisterZalm

Mevrouw Van Oudenallen heeft gelijk. Ik sprak overigens wel over de specifieke groep van directeuren-grootaandeelhouders. Zij stappen immers vaak, na gebleken succes als ondernemer in de inkomstenbelasting, over naar de bv-vorm om het betalen van belasting voor zich uit te kunnen schuiven. Dat is toch het hoofddoel van de bv-vorm. Zij krijgen nu een kansje om ook eens een keer belasting iets eerder te betalen.

De heerVendrik(GroenLinks)

Deze laatste zin is een soort liberale confessie. De minister kwalificeert het regime van box 2 namelijk als gelegaliseerde belastingontduiking.

MinisterZalm

De directeur-grootaandeelhouder betaalt over zijn loon natuurlijk gewoon loonbelasting en over de resterende winst vennootschapsbelasting. Hij betaalt echter pas belasting over het dividend, box 2-belasting, als er winst wordt uitgekeerd. Ik zal u niet verrassen als ik u zeg dat men vaak voor de bv-vorm kiest, omdat het daardoor mogelijk wordt om ingehouden winst te cumuleren. Uiteindelijk moet hierover natuurlijk ook belasting worden betaald. Op zichzelf is dit een legitieme en verstandige benadering, waar niets op tegen is. Ik wees er alleen maar op dat in een bv vooral ondernemers zitten die het al een beetje gemaakt hebben. Er zijn weinig bijstandsgerechtigden die een bv starten. Dat is ook de reden dat wij de startersfaciliteit en de zelfstandigenaftrek in het leven hebben geroepen. Die zijn immers vooral aantrekkelijk voor ondernemers met een iets lager inkomen. Meer heb ik hierover niet te zeggen, behalve dan dat ik mijn waardering nog eens wil uitspreken over al die ondernemers die hun best doen, produceren, risico lopen, mensen in dienst nemen en zowel op de korte of de lange termijn belasting betalen.

Voorzitter. De verzilveringsproblematiek. De regering heeft het voornemen de kinderkorting te saneren, omdat wij alle kind- en inkomensafhankelijke regelingen in één regeling willen onderbrengen. Uiteindelijk moet de WTOS daar ook in opgaan. Dat heeft meer ratio dan alleen de verzilveringsproblematiek. Daarmee wordt ook gesaneerd in het woud van allerlei inkomensafhankelijke regelingen op kindgebied en dat is een argumentatie die mij aanspreekt. Voor het overige meen ik dat een benadering via de uitgavenkant op dit vlak de koninklijke weg is. Op het punt van de AOW hebben wij door het introduceren van de AOW-toeslag de mogelijkheid gecreëerd om via de uitgavenkant apart tegemoet te komen aan bejaarden. Inmiddels is het aantal AOW'ers met een verzilveringsprobleem daardoor drastisch gereduceerd. Wij spreken over 100.000 ouderen met een verzilveringsprobleem; 54.000 ouderen komen in aanmerking voor de alleenstaandeouderenkorting. Die getallen verschillen echter van elkaar want daar zitten ook dubbeltellingen in. Uiteindelijk gaat het om 105.000 personen. Het kan daarbij gaan om mensen die dit jaar of vorig jaar voor het eerst AOW ontvingen; dan gaat het namelijk niet om een heel jaar. Dat aantal bedraagt ongeveer 36.000. Het is niet onlogisch dat in dat geval niet kan worden verzilverd. Het is ook mogelijk om een beroep te doen in geval van een onvolledig AOW-pensioen. Ik merk daarbij wel op dat in dat geval een bijstandsaanvulling kan worden verkregen zodat het verzilveringsprobleem wordt gecompenseerd. Het aantal gevallen van die categorie bedraagt ook ongeveer 35.000. Van die 100.000 hebben er dus 70.000 een plaatsje gekregen. Ongeveer 10.000 ouderen hebben te maken met de eigenwoningaftrek of de giftenaftrek en kunnen op die manier het verzilveringsprobleem bereiken. Daarmee heb ik 80.000 gevallen verklaard. Andersoortige gevallen zijn die van mensen met een gekort pensioen die niet naar de bijstand gaan of van mensen met andere aftrekposten die hierbuiten vallen. Voor Tbu is natuurlijk een aparte verzilveringsregeling. Het overgrote deel dat over blijft, heeft geen feitelijke op structurele verzilveringsproblemen. Ik zie dus meer in het gebruik van de ouderentoeslag aan de uitgavenkant, dan in het uitbetaalbaar maken van alle posten in de belastingen. Dit is een beschouwing die vandaag niet zoveel meer ter zake doet. De heer Crone merkte al op dat ook als wij het zouden willen, het niet meer mogelijk zou zijn. Een nieuw kabinet moet maar zien wat een nieuw kabinet te doen staat. Als minister van Financiën en als staatssecretaris van Financiën ben ik er huiverig voor om zaken die aan de uitgavenkant horen door middel van uitbetaalbare belastingkortingen uit de belastinghoek te halen.

Bij de buitengewone uitgaven werken wij inderdaad met gemiddelden. Dat is voor de uitvoeringstechniek natuurlijk plezierig. Wij werken met de gemiddelde premie minus de gemiddelde no-claim. Beide kunnen in werkelijkheid anders zijn. Door het werken met die gemiddelden wordt de burger gestimuleerd om voor de voordeligste verzekeraar te kiezen. Als het is toegestaan om te verrekenen met de belasting, dan is een dure verzekeraar natuurlijk geen goede impuls.

De heerVendrik(GroenLinks)

Dat bij de correctie op de buitengewone uitgavendrempel die standaardpremie als uitgangspunt wordt genomen, begrijp ik nog wel. Waarom wordt echter een gemiddelde no-claim gehanteerd? Groepen belastingplichtigen kunnen geen enkele invloed uitoefenen op de no-claim maar deze wordt wel verdisconteerd bij de aangepaste drempel voor de buitengewone uitgaven.

MinisterZalm

Een van de praktische problemen is dat op het moment dat iemand aangifte moet doen, hij nog niet beschikt over de no-claimopgave. Dat is een heel praktisch argument. De aangifte moet voor 1 april worden gedaan, maar dan is nog geen bericht van de verzekeraar ontvangen over wat al dan niet wordt teruggestort. Overigens is het niet gezegd dat chronisch zieken nooit een no-claimteruggaaf krijgen. Indien je als chronisch zieke je kosten vooral via de huisarts en de medicijnen maakt, ligt het anders dan wanneer je regelmatig naar het ziekenhuis moet. Heel veel chronisch zieken zijn niet onder behandeling bij een specialist maar zitten gewoon bij de huisarts in de "voeding en bewassing". De huisarts is uitgesloten van de no-claim, dus deze groep kan een no-claimbedrag terugkrijgen.

De heerVendrik(GroenLinks)

Dit is geen antwoord op mijn vraag. Er zullen ongetwijfeld een paar chronisch zieken zijn die een klein beetje no-claim terugkrijgen, maar dat is een kleine minderheid. De overgrote groep chronisch zieken heeft per jaar meer dan € 255 zorgkosten en is de no-claim kwijt. Het gaat dus niet om klein bier maar om een grote groep mensen. Wat is de rechtvaardiging om bij die correctie ervan uit te gaan dat iedereen een gemiddelde no-claim van € 91 of € 94 terugkrijgt? Daarmee vindt een correctie plaats die niet overeenkomt met de praktijk.

MinisterZalm

Ik zal een andere aanvliegroute kiezen: de kwestie van de definiëring. In 1995 hadden wij ook al een buitengewone-uitgavenregeling. Destijds maakten bijna 300.000 mensen daarvan gebruik. Inmiddels vallen 2.900.000 mensen onder deze regeling, wat neerkomt op 41% van de Nederlandse huishoudens. In 1995 ging het om een bedrag van ongeveer 300 mln., inmiddels gaat het om 1,6 mld. Deze regeling is zijn doel volledig voorbijgeschoten. Het enige wat wij nog met deze regeling kunnen, is afschaffen. Uit het Wibuz-rapport blijkt dat de huidige systematiek heel rare dingen bevat. Als je € 300 hebt uitgegeven, kun je een aftrekpost van € 2000 creëren via fictieve posten en de vermenigvuldigingsfactor. Er is in het verleden met de beste bedoelingen aan knoppen gedraaid, maar dat heeft geleid tot een krankzinnig systeem. Samen met mijn collega's De Geus en Hoogervorst heb ik hierover verlegd met de CG-Raad, die ook wel inziet dat dit niet kan. Als je nu tussentijds weer gaat draaien aan de knoppen, leidt dat alleen maar tot verplaatsing van de gaten in het vergiet. Je kunt twee gaten dichtmaken en andere groter maken, maar het blijft een vergiet terwijl een trechter nodig is. De regeling moet beter worden toegespitst op de mensen om wie het echt gaat. Dat kunnen er geen 2.900.000 zijn. Het betreft maximaal enkele honderdduizenden mensen.

Alle inspanningen moeten worden gericht op het maken van een goede regeling die ten goede komt aan de doelgroep. Mijn voorlopige oordeel is dat dit geen fiscale regeling moet zijn maar een regeling die wordt verbonden aan de Wmo, zodat beter kan worden beoordeeld wat er met iemand aan de hand is. De bestaande fiscale regeling kan wel worden verbeterd, bijvoorbeeld door de brillen eruit te gooien. Als de vrijkomende middelen vervolgens echter worden aangewend voor het verhogen van forfaits of vermenigvuldigingsfactoren, zorgt dat voor een verdere verstoring van het systeem. Het schrappen van de brillen zorgt enerzijds voor een verbetering, maar anderzijds wordt het systeem slechter door verhoging van forfaits en vermenigvuldigingsfactoren.

Het Wibuz-rapport bevat een aantal varianten. Zelf heb ik dus een voorkeur voor het overbrengen van de regeling van de fiscaliteit naar de Wmo. Er is een groot bedrag mee gemoeid, dat voor een heel groot deel naar de Wmo kan vloeien. Degenen die heel royaal zijn, willen dat het totale bedrag van 1,6 mld. naar de Wmo gaat; zelf vind ik dat een tikje overdone. Het inrichten van zo'n nieuw systeem lijkt me in ieder geval verstandiger dan verder knoeien met de bestaande regeling. Men vroeg: wilt u nooit meer met ons praten als wij met een voorstel komen? Waarop ik zei: ik kan u niet verbieden om toch met voorstellen te komen, maar ik zeg wel hoe huiverig ik ervoor ben om te roeren in een van de andere dubieuze compensaties, dat wil zeggen de forfaits en vermenigvuldigingsfactoren, die echt niet per definitie alleen bij de chronisch zieken terechtkomen. Mijn "first bestoplossing" is een ander systeem, dat echt over chronisch zieken en gehandicapten gaat en niet over 41% van de Nederlandse bevolking is uitgesmeerd. Ik denk dat velen, waaronder u en ik, de desbetreffende aftrekpost niet eens invullen. Als iedereen echt zijn best doet, vermoed ik dat 80% van de Nederlandse bevolking onder de huidige regeling ervoor in aanmerking komt chronisch ziek of gehandicapt te zijn. Ik ken heel veel mensen die geen beroep doen op de regeling, terwijl ik vermoed dat zij er best voor in aanmerking zouden komen als zij goed zouden tellen, zoals de brillen van de kinderen, en de aanschaffingen strategisch zouden plannen. Ik sta dus een beetje in de "freezestand", in afwachting van de betere regeling waarvan de contouren in het rapport zijn geschetst. Bij de formatie moet het besluit vallen of wij die kant opgaan; anders heb ik medelijden met mijn opvolger als staatssecretaris van Financiën als deze binnen de fiscaliteit moet proberen dit weer tot een goed product te maken.

De heerVendrik(GroenLinks)

De buitengewonelastenaftrek is een fiscale vuilnisbak, waar van alles in zit. De 41% van de belastingplichtigen die hiervan gebruikmaken zijn lang niet allemaal chronisch ziek of gehandicapt. De ziektekostenpremies vallen daar ook onder. De aftrek daarvan geldt voor iedereen, niet alleen voor chronisch zieken. Verder vallen begrafeniskosten eronder en de kosten van de zorg voor kinderen ouder dan 27 jaar, uitwonend en thuiswonend. Er zit dus van alles in. Waar het om gaat is, dat het niet zo vreemd is dat het beroep dat chronisch zieken en gehandicapten op de buitengewonelastenaftrek doen is vergroot, omdat er meer kosten direct in rekening worden gebracht. Er is willens en wetens, door dit kabinet en ook door de CDA-fractie hier in de Kamer, regelmatig voor gepleit dat, als dit gebeurt, dit voor de groep voor wie de pijn het grootst is wordt gecompenseerd. Voor een deel is dat gebeurd. Het is niet een ideaal vehikel, maar het gebeurt wel. Nu wordt ineens vastgesteld dat de compensatie niet deugt. Dat vind ik een vreemde redenering. Dan moeten wij teruggaan naar de vraag waar dit probleem vandaan komt. Waarom is het zo dat een toenemend aantal chronisch zieken en gehandicapten gebruikmaakt van deze regeling om een aantal eigen betalingen daarin fiscaal te presenteren? Dit heeft te maken met besluiten over een groter aantal eigen betalingen die dit kabinet heeft genomen. Die besluiten zouden wij dan ook moeten terugdraaien.

Ik heb zojuist een voorstel gedaan om de buitengewonelastenregeling minder toegankelijk te maken, namelijk door de hypotheekrenteaftrek niet meer met het verzamelinkomen te verrekenen. Daardoor wordt de drempel hoger en trekken wij huurders en kopers gelijk. Dat het verzamelinkomen zo laag is vormt een belangrijke reden waarom sommige groepen, onder de grote groep die de minister te groot vindt, heel gemakkelijk aan de 11,5% komen. Laten wij dit corrigeren en de burgers gelijk behandelen. Ik kom daarbij ook nog even specifiek terug op de bril. Wij hebben met de voorganger van de minister een heel uitvoerig debat gevoerd over de vraag wat specifieke kosten zijn. De enige betwiste post is de bril. Ten aanzien van de overige specifieke kosten op de lijst kan ik niet zeggen dat de regeling niet voldoet. Dit zijn geen kosten die mensen zomaar fiscaal kunnen presenteren; daarvoor moet je echt chronisch ziek of gehandicapt zijn. Wat is er mis met mijn voorstel? Kan de minister hierop reageren?

MinisterZalm

Het probleem is dat niemand weet hoe je het begrip "chronisch ziek" of "gehandicapt" moet definiëren. Ook de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland weet dat niet.

De heerVendrik(GroenLinks)

Daarover hebben wij al jaren gesproken en er is een oplossing gevonden door te zeggen: wij hebben geen indicatiestelling. Wij gaan ook niet langs de lijn van uitkeringen kijken, bijvoorbeeld of men in de WAO zit of in de Wajong. Dat is allemaal geprobeerd, zelfs nog onder Paars. In communis opinio is besloten dat wij dit allemaal niet doen. De enige manier om mensen als chronisch ziek of gehandicapt fiscaal in beeld te krijgen is via de kosten die zij maken. Als de minister zegt dat hij een probleem heeft met die bril, zijn wij het met elkaar eens. Van mij mag die bril eruit, dat heb ik zojuist gezegd, want dat is een oneigenlijk element. Dan blijft er een limitatieve lijst van specifieke kosten over. Ik vraag iedereen, en zeker de minister, wat daar vreemd aan is. Als mensen die kosten hebben en daarmee boven de drempel van € 311 komen, zijn zij chronisch ziek. Ik daag iedereen uit om te zeggen dat dit niet het geval is en dat iedereen in Nederland daarvoor in aanmerking kan komen. Dat is een onjuiste weergave van de zaken.

MinisterZalm

U zegt dat wij de bril eruit kunnen halen. Dat betreft echter maar 5% van die 1,6 mld. Dan is er nog 95% over. Wij weten allemaal dat het niet zo kan zijn dat in 41% van de Nederlandse huishoudens een chronisch zieke of gehandicapte leeft en dat die 1,6 mld. tegemoetkoming via de fiscus moeten krijgen. Met die 80 mln. gaan wij op zich de goede kant op. Als dat echter vervolgens weer wordt verspijkerd door verhoging van allerlei forfaits en vermenigvuldigingsfactoren, wordt het paard achter de wagen gespannen. Ik laat het liever even zoals het nu is in afwachting van een betere regeling. Als wij nu allemaal dingen gaan uitdelen die wij straks weer moeten terugnemen, krijgen wij ook weer problemen.

Ik ben niet zo'n status-quoman, want ik ben van een hervormingspartij. In dit geval zit ik echter met overtuiging op de lijn van de status quo. Straks komt er een volledig hervormd systeem van tegemoetkomingen voor chronisch zieken en gehandicapten dat veel dichter bij de burger zal moeten liggen. Het zal ook met veel meer beoordeling gepaard moeten gaan om te bepalen wat de daadwerkelijke situatie is in plaats van het puur via fiscale kostencategorieën berekenen van een aftrekpost.

De heerIrrgang(SP)

Ik denk dat wij het eens zijn over de analyse dat de uitgaven enorm zijn gegroeid en dat een deel van de mensen die nu voor de aftrek in aanmerking komen deze niet zou moeten krijgen. Er is een voorstel gedaan om daar iets aan te doen, namelijk om de bril eruit te halen. Dan is het wel raar dat u dat niet wilt doen. Een van de voorstellen van de CG-raad is om de vermenigvuldigingsfactoren te verlagen. Kunt u daar nader op ingaan?

In het artikel van minister Hoogervorst uit de krant staat dat de buitengewonelastenaftrek een soort draak is geworden en u suggereert dat ook min of meer. Laten wij wel wezen: u hebt daar zelf aan meegewerkt. U hebt deze aftrek gebruikt als doekje voor het bloeden voor de gevolgen van allerlei maatregelen van dit kabinet, zoals de pakketverkleining en de no-claim. Nu wordt er meer uitgegeven aan de buitengewonelastenaftrek en nu zegt u ineens dat het allemaal zo is toegenomen. Dat was ook het doel van uw beleid. U kunt daar nu niet ineens de chronische zieken en gehandicapten de schuld van geven.

MinisterZalm

Ik geef de chronisch zieken en gehandicapten hier uiteraard de schuld niet van. Dat zijn degenen die ik nu juist wel wil bedienen, in plaats van de 41% van de Nederlandse bevolking die nu in de bestaande aftrekregeling zitten. Het is dus echt een uit de hand gelopen regeling, de Wet op de investeringsrekening is er niets bij. Wij kunnen dit niet zo laten.

De regeling heeft ook bizarre effecten. Iemand heeft bijvoorbeeld een huisaanpassing van € 350 gedaan. Er ontstaat dan een aftrekbare kostenpost € 1551, want er is een vermenigvuldigingsfactor van 2,13. Daarnaast krijgt iemand automatisch € 800 fictieve kosten toebedeeld als hij eenmaal over die grens van € 350 is, het zogenaamde forfait. Dat wordt echt niet beter als wij de CG-raad volgen. Die stelt namelijk voor om het forfait erbij te tellen voor het vermenigvuldigen. Dan krijg je dus eerst de € 350 echte kosten, daar wordt € 795 bijgeteld en vervolgens wordt dit bedrag vermenigvuldigd met twee. Dan is er dus inmiddels een aftrekpost van € 2290, terwijl de werkelijke kosten € 350 bedroegen. Dat is dus een slecht voorstel, hoe je het ook wendt of keert. Het heeft niets meer te maken met de werkelijkheid.

De heerVendrik(GroenLinks)

U moet de rekensom dan wel afmaken. Er is dan een aftrekpost van ongeveer € 2200. Die wordt vergolden tegen een marginaal tarief van ongeveer 35% tot 40%, dat wisselt een beetje per jaar. Van die € 2000 houdt iemand ruim een derde over, dus € 750. De veronderstelling is – daar hebben wij heel vaak over gesproken – dat als iemand een huisaanpas­sing doet en de kosten daarvan fiscaal worden aanvaard, de kans tien tegen een is dat de persoon in kwestie ook nog andere kosten heeft die nergens vergoed kunnen worden. Daar komen die forfaits vandaan. Dat is niet zonder reden. Dat is niet uit de lucht gegrepen om maar cadeaus uit te kunnen delen. Het forfait is een manier om iets te doen voor mensen met veel verborgen kosten, zoals voor energie, voeding en kleding. In rapporten die de afgelopen jaren zijn uitgebracht, staat meer dan voldoende bewijs voor deze stelling. Dat wordt fiscaal nergens gepresenteerd. Zo werkt het systeem nu.

MinisterZalm

De heer Vendrik kan echt geloven dat er in Nederland 2,9 miljoen chronisch zieken en gehandicapten zijn en dat 41% van de Nederlandse huishoudens in die categorie valt, maar ik geloof dat niet. Het betreft zeker niet de categorie speciale behoeftigen waaraan wij op deze manier geld moeten spenderen. Het systeem is zo rot als een mispel en mijn heilige overtuiging is dat wij een nieuw systeem moeten maken. Dat moet toegespitst worden op degenen die echt gehandicapt en chronisch ziek zijn. Wij kunnen hen dan ook beter bedienen dan met het huidige systeem.

De heerVendrik(GroenLinks)

De suggestie wordt gewekt dat de specifieke kosten, die fiscaal gepresenteerd worden, op basis waarvan soms wel en soms niet het chronisch ziekenforfait wordt verkregen, de grote groep betreft van 41%. Dat is echter onjuist. Ik heb in een eerdere interruptie al gezegd dat daar van alles bij zit. Ook die kosten worden gepresenteerd en die hebben niets te maken met chronisch zieken en gehandicapten.

MinisterZalm

Ik stel het zeer op prijs om een keer met de Kamer van gedachten te wisselen over het rapport. Dat kan in de demissionaire periode. Dat rapport hebben wij al enige tijd geleden naar de Kamer gestuurd. Volgens mij kunnen wij geen van allen tevreden zijn over het huidige systeem. Dit staat ook in dat rapport. Soms is er sprake van overcompensaties, alsook van een veel te groot bereik dat te weinig op de doelgroepen is toegespitst. Uiteraard staat het de Kamer vrij om vooruitlopend op die bespreking amendementen in te dienen die ertoe strekken dat de vergoeding van bijvoorbeeld een bril eruit gaat of een forfait met een vermenigvuldigingsfactor verhoogd wordt. Dat raad ik de Kamer echter wel af. Door het aanbod om apart over het rapport van gedachten te wisselen, wil ik het de Kamer overigens niet onmogelijk maken om amendementen in te dienen. Ik vind het wel echt de moeite waard om hierover een zekere nationale consensus te bereiken in plaats van voort te hobbelen met een regeling waarbij het, zoals iedereen ziet, de spuigaten uitloopt. Ik heb al gezegd dat het een vergiet is in plaats van een trechter. Wij moeten het vergiet echt inruilen voor een trechter.

De heerCrone(PvdA)

Ik denk dat wij het voorstel van de minister moeten volgen om een debat over het rapport te voeren. Er zijn ook mensen ouder dan 65 jaar met een laag inkomen die een dure bril hebben. Als er onderdelen worden geschrapt, worden zij daardoor getroffen. Ik kan het geheel niet overzien. Misschien is zo'n wijziging goed, maar dat kan ook niet het geval zijn. Ik heb dus behoefte aan een wat bredere afweging samen met de minister in het kader van de vervanging van het vergiet door een trechter. Ik weet natuurlijk niet waar wij dan terechtkomen, maar dat zien wij dan wel.

De voorzitter:

Ik stel voor, dat de commissie het Wibuz-rapport op uitnodiging van de minister agendeert. Daarover kan dan met de minister gedebatteerd worden.

De heerIrrgang(SP)

Ik ben het ermee eens dat er een apart debat over dit rapport gevoerd wordt. Ik stel het wel op prijs dat de minister tot die tijd niet meer de suggestie doet dat fiscaal 41% van de Nederlanders als chronisch ziek wordt gekwalificeerd met specifieke kosten. Dat is namelijk niet waar.

De heerVan der Vlies(SGP)

Ook ik wil graag een gesprek met de minister over dat rapport hebben. Dat lijkt mij niet alleen goed, maar ook nodig, want bij de Wmo komen wij onszelf wel een keer tegen. Daarbij wordt er namelijk gedecentraliseerd en daarbij zullen wij een zekere minimumvereiste moeten meegeven waaraan gemeenten moeten voldoen. Het is dus goed dat wij het geheel scherp in het vizier krijgen om de groep die wij echt willen bedienen, te kunnen bereiken. Dat zijn namelijk de werkelijk chronisch zieken en gehandicapten, over wie de minister ook sprak. De generieke maatregel van nu neemt daaromheen immers te veel mee.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Ook ik sluit mij aan bij de suggestie van de minister om over het rapport van gedachten te wisselen om het geheel goed te kunnen bekijken. Wij zien dan wel waar wij uitkomen, zoals de heer Crone ook heeft opgemerkt.

De heerVendrik(GroenLinks)

Hier word ik echt een beetje giftig van. Nu gaan wij weer terug naar zes jaar geleden. Ik herinner mij nog de debatten met staatssecretaris Bos. Die waren precies dezelfde. Daarbij ging het om de definitie van chronisch zieken en gehandicapten. Ik moet constateren dat opeenvolgende kabinetten er in zes jaar tijd niet in geslaagd zijn om die vraag over de definitie adequaat te beantwoorden. Wij hebben nu inderdaad een second best systeem. Nu wordt er gezegd dat het debat weer gevoerd moet worden over de definitie van chronisch zieken en gehandicapten. Ik herhaal dat wij teruggaan naar zes jaar geleden. Die vraag is dus nog nooit beantwoord. Dit vind ik nu een manier om van een probleem af te komen zonder het werkelijk op te lossen. Als wij werkelijk willen dat chronisch zieken en gehandicapten in het inkomensbeleid op een fatsoenlijke manier worden behandeld, was deze kwestie allang opgelost. Via de Wmo lossen wij die niet op en daarom dumpen wij haar bij gemeenten met de mededeling dat die het verder maar moeten uitzoeken. Deze manier van politiek bedrijven, staat mij tegen. Ik vraag dan ook om een amendement. Eerlijk gezegd, vind ik dat dit rijksbeleid hoort te zijn. De regeling is niet perfect, maar kan beter. Bovendien verdient de Kamer het om hier een uitspraak over te doen. Ik dien hierover dus een amendement in, want zo kan het echt niet.

De heerVan der Vlies(SGP)

Ik wil niet dat mij verweten kan worden dat ik de chronisch zieken en gehandicapten loslaat, want ook de inzet van de SGP-fractie is op dit punt onmiskenbaar helder. Wij veranderen de regeling voor het komende jaar dus niet. De zogeheten overcompensatie blijft gewoon een jaar gelden. Wij gaan een inhoudelijk debat aan om na te gaan of er termen zijn om de zaak te preciseren en om meer maatwerk te leveren. Als die er blijken te zijn, zal er een formatieonderhandelingspunt ontstaan of hoe het ook verder wordt vormgegeven, en is de Kamer er weer bij. Dan is er waarschijnlijk een nieuw kabinet. De huidige wet blijft toch gewoon voortbestaan?

MevrouwDezentjé Hamming(VVD)

Ik begrijp de heer Vendrik niet. Hij zegt dat wij terug naar het verleden gaan, omdat het systeem niet deugt, maar dat wij nu een second best hebben. Wij hebben geen second best, maar een second bad. Wij hebben een zeer slecht systeem. Wij hebben belastingplannen gehad met een vijfde termijn, omdat wij er niet in slaagden te definiëren wat "chronisch ziek" was. Wij zijn daar nog niet uit. De grafieken in het rapport dat wij voor ons hebben liggen, zijn schrikbarend. Ook mijn fractie is er alles aan gelegen dat mensen worden gecompenseerd en er wordt gezorgd voor de mensen die het echt nodig hebben, niet meer dan dat. Ik snap werkelijk niet waarom de heer Vendrik aan een slecht systeem wil sleutelen. Ik roep hem op om mee te werken aan een fundamentele, goede herziening van dit systeem.

De heerVendrik(GroenLinks)

Als er een oplossing voor al deze problemen voorhanden was, was een fundamentele herziening gemakkelijk te realiseren. Die hadden de toenmalig staatssecretaris Bos of de toenmalig staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mevrouw Vliegenthart, dan alleen zes jaar geleden wel voorgesteld. Wij hebben dit debat met opeenvolgende kabinetten gevoerd. Elke keer, ook in het debat met minister Hoogervorst over compensatie en maatregelen als de eigen bijdrage, die de chronisch zieken niet mogen raken, kwam dit probleem weer op tafel. Ik constateer dat wij dus niets beters hebben. Nu wordt gesuggereerd dat het huidige systeem is ontspoord en wij naar een systeem gaan waarin wij wel kunnen definiëren wat een chronisch zieke is. Dat vind ik een oneigenlijke voorstelling van zaken. Ik heb nog geen enkel voorstel voor een betere definitie van chronisch zieken en gehandicapten gezien dan de definitie die wij nu hanteren. De minister zegt heel duidelijk dat hij afscheid van het systeem neemt, terwijl er nog niets nieuws voor in de plaats is gekomen, sterker nog: er is zes jaar lang niets nieuws gebeurd. Als het niet zo'n groot probleem was geweest, hadden wij dat kunnen oplossen. Kennelijk is dat niet gebeurd. Ik weiger inderdaad om afscheid te nemen van dit systeem.

MinisterZalm

Wij nemen in dit Belastingplan geen afscheid van het systeem. Het systeem blijft in 2007 precies zoals het in 2006 was. Dat heeft de heer Van der Vlies heel goed samengevat. Destijds is met de door mij zo bewonderde staatssecretaris Bos natuurlijk vooral gediscussieerd over de manier waarop chronisch zieken en gehandicapten in de fiscaliteit konden worden gedefinieerd.

De heerVendrik(GroenLinks)

Ja, zeker, maar toen is ook al de vraag aan de orde geweest of een definitie uit een ander systeem kon worden overgeheveld naar de fiscaliteit.

MinisterZalm

Een andere kwestie is natuurlijk of het mogelijk is om in de Wmo een indicatiestelsel te ontwikkelen. Dat kan per definitie niet in het belastingstelsel, want wij hebben geen belastinginspecteurs die kunnen beoordelen of iemand chronisch ziek of gehandicapt is, los van het pure boekhoudersbeginsel van tellen, van bonnetjes.

Afgelopen vrijdag heb ik het in een telefoongesprek met de voorzitter van de Stichting van de Arbeid over het WGA-verhaal gehad. Men wist dat het verhaal ging over nettoloon. Dat stond in een eerder stuk dat is voorgelegd aan de Stichting van de Arbeid. Daarop is commentaar gekomen, maar niet op dit punt. Dat erkent men nu ook. Men dacht eerst dat iets raars gebeurde, maar men wist het al van tevoren.

Laat ik vooropstellen dat het kabinet zelf geen enkele behoefte heeft aan verhaal op de werknemers. De mogelijkheid is op verzoek van de Stichting van de Arbeid geopend, maar wij hebben er vrede mee dat de WGA-premie gewoon een werkgeverspremie is. Zo staat het ook in de boeken. Als wij praten over lastenverlichting voor werkgevers en over koopkrachtplaatjes, dan is dat vanuit de veronderstelling dat de werkgever volledig de WGA-premie betaalt. Wij hebben niet de behoefte om op enigerlei wijze te stimuleren dat de premie op de werknemer wordt verhaald. En heel diep nadenkend, waarom zou de vakbeweging er iets voor voelen? Het is niet dat zij graag haar leden premie laat betalen, maar de enige reden is dat zij dan een titel heeft op grond waarvan zij mede kan bepalen bij wie de verzekering wordt ondergebracht. Maar dat kan men ook los van het verhaal in de cao regelen. Als het moet, zou ik eerder aan een verbod op verhaal denken dan aan het introduceren van een brutoverhaal in de wet. Maar dan lopen wij natuurlijk de sociale partners voor de voeten.

Er is ook een heel praktisch punt. Als wij in tegenstelling tot wat wij hebben afgesproken en wat de werkgevers en werknemers wisten, toch van brutoverhaal uitgaan, legt dat een behoorlijk budgettair beslag. Het hangt natuurlijk af van het aantal werkgevers dat gaat verhalen, maar bij maximaal verhaal is het een bedrag van bijna 300 mln., dat vervolgens ook als aftrekpost kan gelden. Overigens heeft de heer Crone wel een punt, als hij zegt dat in termen van zuiverheid het brutoverhaal zeer verdedigbaar is. Het is alleen niet de manier waarop wij erover hebben gesproken. Er is ook een drempel om te gaan verhalen op de werknemers, omdat de rekening voor het bedrag dat netto is verhaald, weer in brutolooneisen terugkomt. Dat mag je tenminste aannemen. Ik hoop nog te horen van de Stichting van de Arbeid. Als er nog iets nieuws uit komt, zal ik voor de plenaire behandeling op woensdagavond de Kamer berichten. Wij hopen het allemaal een beetje bij elkaar te brengen.

Overigens doet zich ook nog de complicatie voor dat wij tegen de werkgevers hebben gezegd dat wij de rentehobbel zullen compenseren. Dat weten de werknemers natuurlijk ook. Waarom zouden de werkgevers de rentehobbel moeten verhalen op de werknemers, als zij daarvoor compensatie van de overheid hebben gekregen? Als je praat over het premiedeel exclusief rentehobbel, praat je over heel weinig en kan het nooit enig betekenend koopkrachteffect hebben. Er wordt op dit moment nog wat gecijferd, ook met de deskundigen van de sociale partners. Wellicht kunnen wij alsnog voor woensdag in pais en vree een bericht sturen. Dus als men de broedende kip nog even wil laten zitten, zou dat prettig zijn.

De heerCrone(PvdA)

Ik heb vrijdag ook contact gehad met de Stichting van de Arbeid. Er zou in het weekend een brief komen, maar daar is kennelijk het weekend op maandag nog niet afgelopen want ik heb nog geen brief gezien. Ik hoef geen broedende kip te storen, maar ik ben wel verantwoordelijk voor de fiscaliteit. In de fiscaliteit wil men de omkeerregeling eenzijdig veranderen. Ik vind dat een raar principe. U erkent dat ook. Ik zou het sowieso niet willen. Jaagt u dus de broedende kip maar op: laat merken dat zij dat niet moet willen en dat u daaraan ook niet wilt meewerken.

Hoe komt het vervolgens dat het zoveel kost? Het gaat uiteindelijk om de netto-opbrengst die naar de verzekeringsmaatschappij gaat. Als het een nettoaftrekpost wordt, kost het de fiscus geld, want dan wordt de loonbelasting lager. In het andere geval wordt precies dezelfde premie een aftrekpost voor de vennootschapsbelasting, want dan betaalt de ondernemer het. In beide gevallen ligt het in de orde van grootte van 30% tot 40%. Het kan dus nooit ontzettend veel schelen. Voor de werknemers gaat het wel heel veel uitmaken want voor de werknemers, zeker voor de eigenrisicodragers en de mensen in een sector waarin relatief veel arbeidsongeschiktheid voorkomt, kan het enkele tienden tot zelfs 0,7% van de koopkracht schelen. Dat moet het kabinet toch wat waard zijn, want dan gaat het koopkrachtplaatje met het zuur en zoet nog verder onderuit. Of sociale partners het met elkaar eens worden, is hierbij niet zo relevant. Wij moeten zeggen wat onze richtlijnen zijn.

MinisterZalm

Er is geen strijd met de omkeerregel omdat wij dit als een volledige werkgeverspremie hebben gekwalificeerd. Er is geen wettelijk aandeel van de werknemer. Er is wel een mogelijkheid tot verhaal. Dat is iets anders dan dat het wettelijk geregeld is. Er is geen sprake van dubbele heffing. Het is iets dat zich afspeelt tussen de werknemer en de werkgever. Het is een werkgeverspremie die volledig ten laste van de werkgever komt. Als die werkgever iets wil verhalen, moet hij maar zien hoe hij aan zijn geld komt. Dit zit niet in het wettelijke systeem.

Er is gevraagd of het iets uitmaakt, omdat de ene aftrekpost omgeruild wordt voor de andere aftrekpost. Het maakt inderdaad wel iets uit omdat het gemiddeld effectieve loonbelastingtarief hoger is dan het gemiddeld effectieve Vpb-tarief. Er ontstaat dus een gat, respectievelijk een deel van de premie valt buiten de Vpb-plichtigen. De overheid bijvoorbeeld betaalt geen Vpb. Daar gaat het dus maar één kant op. Als het helemaal verhaald zou worden en het zou helemaal aftrekbaar gesteld worden, praten wij in eerste orde over een effect van 290 mln. met nog een inverdieneffect via de Vpb van 90 mln. Dan zijn wij toch voor 200 mln. nat. Naar de mate waarin verhaal plaatsvindt, kan die 200 mln. lager worden. Het gaat echter wel om behoorlijke bedragen. Wij als overheid vinden het helemaal niet zo nodig dat er verhaal plaatsvindt op de werknemers en wij de werkgevers moeten faciliteren. Het is al mooi genoeg dat wij de mogelijkheid openen, maar fiscaal faciliteren met alle ingewikkeldheden van dien voor de uitvoering lijkt ons niet nodig. Hoe moet je bijvoorbeeld berekenen wat er verhaald mag worden? Stel dat het een eigenrisicodrager is. Hoe bepaal je of het juist is wat hij vraagt? Er zitten allerlei complicaties aan dat verhaal die ook voor de Belastingdienst weer veel werk betekenen. Er moet gekeken worden of iemand niet te veel of te weinig verhaalt, enzovoorts. Het is een heel lelijk onderwerp. Als de heer Crone per se niet wil dat er verhaald wordt, heb ik nog liever dat hij amendeert dat er helemaal geen verhaal mogelijk is dan dat hij een potentieel gat in mijn begroting slaat omdat hij terugkomt op een afspraak die wij eerder met werkgevers en werkgevers gemaakt hebben.

De heerCrone(PvdA)

Laat ik zo'n amendement maar gauw voorbereiden, voorzitter, want de minister gaat mij links inhalen, die gaat de werkgevers de kosten laten betalen.

Het gat is kleiner als de Vpb-aftrek wordt meegeteld. Vervolgens is de vraag of alles verhaald wordt. Een aantal werkgevers zal het inderdaad niet verhalen omdat zij hierover in het totale cao-pakket niet moeilijk willen doen. Als de helft het wel doet, kost het maar de helft van 200 mln. De minister heeft gezegd dat hij nog telefonisch contact heeft. Ik zal afwachten of zij het helemaal niet verhalen. Als het wel gebeurt, moet het bruto aftrekbaar zijn. Dat geldt toch voor alle particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekeringen? Het zijn verzekeringen en die zijn aftrekbaar. Los van de getallen wil ik dat hoofdprincipe vasthouden. Het is óf omdat het niet mag óf omdat het bruto wordt.

MinisterZalm

In mijn wijze van zien is het geen bijdrage aan de sociale verzekering, maar een bijdrage van de werknemer ter ondersteuning van zijn werkgever. Qua sociale verzekering betaalt de werkgever.

De heerCrone(PvdA)

Het is een bijdrage aan een verzekering. Als het geen verzekering voor arbeidsongeschiktheid is, is er ook geen titel om het te verhalen. Het zit in het kader van de WGA; het is een verzekeringspremie die herverdeeld wordt. Men kan daar natuurlijk voor of tegen zijn, maar het is een aftrekbare post net als een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering.

MinisterZalm

Het is geen premie. De werkgever wordt aangeslagen voor de premie. Dat is de wettelijke grondslag. Het verhaal is weer iets anders. De werkgever betaalt de arbeidsongeschiktheidsverzekering. De werkgever is daar wettelijk toe verplicht gesteld.

Voorzitter. De heer Van der Vlies heeft scherpzinnig opgemerkt dat een deel van de lastenverlichting 2007 al besloten was bij het Belastingplan van 2004. Dat klopt, in die zin dat wij toen een lastenverzwaring hebben toegepast met het oogmerk deze later terug te draaien. Het is dus geen irrelevante belastingverlaging geworden. Integendeel, het zijn tariefsverlagingen die voelbaar zijn in de portemonnee en die spiegelbeeldig zijn aan de verzwaring die wij uit hoofde van het "noodprogramma" in 2004 hebben moeten toepassen. Een ander deel van de lastenverlichting valt daarbuiten. De AWf-premie werknemers was natuurlijk nog niet voorzien. Deze is toch ook erg interessant voor de bevolking.

De heer Van der Vlies zegt dat er voor de AWBZ-premie een verhoging wordt toegepast met 0,1%. Dat heeft te maken met hogere zorgkosten. Aan de andere kant is er een verschuiving zichtbaar van de AWBZ naar de Wmo. Per saldo lopen we wel iets in wat het tekort betreft. Ook in de komende jaren zal de verhouding inkomstenbelas­ting/AWBZ-premie mede worden gebruikt om ervoor te zorgen dat de ontwikkeling van de AWBZ-positie redelijk blijft. Die twee premies zijn uitwisselbaar. Ze worden door iedereen betaald, zowel door ouderen als door jongeren, en vallen onder de tarieven 1a en 1b. Dus dat is vrij eenvoudig via uitruil te doen. Beide exploitatietekorten, zowel het rijkstekort als het AWBZ-tekort, zitten in het EMU-saldo. Dat maakt het ook overzichtelijk. Het gaat uiteindelijk om het totale tarief in de eerste schijf.

De heerVan der Vlies(SGP)

Ik had mijn vraag toegespitst op het geraamde tekort in 2007 van 0,6 mld. Naar mijn mening zou daar, aangezien het nu al wordt geraamd, een beleidsreactie op moeten komen.

MinisterZalm

De redenering is dat wij in vier stappen het tekort willen inlopen. Wij lopen nu al in, maar het gaat geleidelijk. Je zou hetzelfde in één klap kunnen bereiken door een shift van 0,5 mld. van de AWBZ naar de ib. Blijkbaar is hier de redenering toegepast dat alles ook op zijn pootjes terechtkomt als het geleidelijk aan gebeurt.

Voorzitter. Dan kom ik bij de milieuvragen. Mevrouw Dezentjé vraagt naar het traject voor de afschaffing van de BPM. Een van de grote fabels die rondgaat, is dat Nederland in Europa een uitzonderlijke positie inneemt vanwege de BPM. Ik meen dat er acht Europese landen zijn die geen vergelijkbare belastingheffing hebben en dat er zeventien Europese landen zijn die een belastingheffing hebben die sterk lijkt op onze BPM. In Denemarken wordt de prijs van de aanschaf van de auto verdubbeld via de belastingen. Er zijn dus landen die er een schepje bovenop doen. Vanuit Europese optiek bezien, zijn wij absoluut niet genoodzaakt om de bpm af te schaffen. Door de kilometerheffing zien wij echter mogelijkheden om over te gaan tot een afbouw van de bpm, hoewel dat op zichzelf vrij ingewikkeld is. Mensen die een auto hebben, hebben ooit bpm betaald. Alleen de nieuwkomers op de automarkt hebben dus voordeel van het afschaffen van de bpm. Dat is een ingewikkelde kwestie, maar daar zullen wij te zijner tijd wel naar kijken. De introductie van de kilometerprijs wordt niet eerder verwacht dan 2012. Wij hebben het dus over een traject dat geleidelijk zal worden ingevoerd. De motorrijtuigenbelasting is natuurlijk veel gemakkelijker om te zetten in een variabele heffing: het slaat op hetzelfde jaar en het is geen bedrag ineens. Hoe dan ook, er is een hele kabinetsperiode beschikbaar om een goed plan uit te werken.

De grondwaterbelasting is een van de belastingen waar veel op aan te merken is. Dat geldt overigens voor de meeste belastingen, maar zodra je in de milieuhoek komt, moet je bewijzen dat het goed is. Als ik loonbelasting hef, vraagt niemand waar het goed voor is. Dat is in ieder geval niet goed voor de lonen, maar het is ook niet goed voor de werkgelegenheid. Ik moet echter wel aan mijn geld komen.

De heerCrone(PvdA)

Vandaar dat de PvdA die belasting altijd wil verlagen.

MinisterZalm

Wij hebben al verwezen naar een rapportage over de grondwaterbelasting. De crux zit hem niet alleen in het milieubelang. Wij willen geleidelijk de grondslag van de belastingheffing verbreden naar verbruiksbelastingen, maar dat is een meer algemene filosofie. Overigens wordt die belasting niet alleen geheven bij de industriële onttrekkers, maar ook bij de waterleidingbedrijven en de landbouw. De verschijning van die rapportage is wellicht een goed moment om te bezien of deze belasting kan worden voortgezet of dat er een alternatief voor moet komen. Voorlopig kan ik die belasting niet kwijt, zonder een gat in de begroting te veroorzaken.

De heerSlob(ChristenUnie)

Ik heb mijn zorgen uitgesproken over wat er in de papierindustrie gebeurt. Ik heb een voorbeeld genoemd van een bedrijf dat inmiddels is omgevallen. Ik heb gezegd dat de relatie niet een-op-een is te leggen, maar deze belasting heeft er wel mede toe geleid. Ik vraag daar nadrukkelijk uw aandacht voor. Wij kunnen er later altijd naar kijken, maar op dit moment is de situatie zeer urgent, zeker in de kwetsbare gebieden waar de werkgelegenheid niet voor het oprapen ligt.

MinisterZalm

Als mij een alternatief wordt aangereikt, dan ben ik beschikbaar voor een gesprek. Ik kan niet zomaar zeggen dat wij deze vervelende belasting wegdoen. Ik zeg wel toe dat wij serieus zullen ingaan op de rapportage van de werkgroep over de grondwaterbelasting. Zodra de rapportage er is, zal ik met conclusies komen.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Er bestaat onzekerheid over de opbrengst van de grondwaterbelasting. Sommigen zeggen dat het 30 mln. is en anderen zeggen dat het 7 mln. is. Dat is nogal een verschil, vooral als je besluit om er iets aan te doen.

MinisterZalm

Ik heb het bedrag niet paraat, maar ik zal het voor de tweede termijn opzoeken.

Voorzitter. De redenering is dat de lagere overheden worden opgezadeld met hogere lasten door het vervallen van het voordeel van het grijze kenteken. Wij hebben hier al over gesproken tijdens de behandeling van het Belastingplan 2005. Toen was duidelijk dat wij het ondernemerschap als criterium zouden gebruiken. Er zijn wel ondernemende waterschappen, maar in de reguliere belastingdefinitie vallen ze niet onder ondernemerschap. Wij hebben gezegd: je moet ondernemer zijn in de zin van de omzetbelasting, de auto moet meer dan bijkomstig worden gebruikt et cetera. Het is evident dat overheden en waterschappen niet aan die criteria voldoen.

Ik kan overigens nu al het antwoord geven op de vraag over de grondwaterbelasting. In totaal gaat het om 170 mln., waarvan 140 mln. van de waterleidingbedrijven en 30 mln. van de industrie.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Ik vraag het, omdat de industrie zelf zegt dat het 6 mln. is.

MinisterZalm

Dan zou je kunnen zeggen: waar zeuren ze over. Ik vermoed dat u niet het bedrag voor de hele industrie hebt. Dit zijn de gegevens waarover ik beschik. Ik krijg dat geld toch echt binnen, tenminste dat hoop ik.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Misschien van de verkeerden.

MinisterZalm

Als ze 24 mln. meer betalen dan ze hoeven te betalen, dan ben ik ze daar erkentelijk voor.

De heerVan der Vlies(SGP)

Het bedrag klopt, want Slob had het ook in de kantlijn staan.

De heerSlob(ChristenUnie)

Wij hadden het al uitgezocht. Ik moet het helaas bevestigen.

MinisterZalm

Het is ook mogelijk dat die cijfers uit dezelfde bron komen. Het is dan leuk dat je elkaar bevestigt, terwijl je een gemeenschappelijke bron hebt.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Het komt allemaal uit de grond.

MinisterZalm

Wat het grijze kenteken betreft, meen ik dat mevrouw Dezentjé iets anders voor ogen heeft dan wij hebben afgesproken. Vroeger kon je als gehandicapte een auto met grijs kenteken kopen. Dat voordeel dreigde weg te vallen. Op dat punt hebben wij de regeling aangepast. Wij hebben hiermee nooit beoogd, dat iemand die een gewone personenauto – die nooit een grijs kenteken heeft gehad – inricht als gehandicaptenauto, ook zijn bpm kan terugkrijgen. Dat is waarop zij doelt. Wij krijgen inderdaad wel eens mensen die zeggen: ik heb een personenauto waar ik de banken uit heb gegooid om hem als gehandicaptenauto te gebruiken en nu wil ik dus een grijs kenteken voor die auto. Zulke mensen zijn teleurgesteld als zij het niet krijgen, maar wij hebben het regime voor de bestelauto gecontinueerd en voor de personenauto nooit geïntroduceerd. Naar mijn gevoel doet de Belastingdienst het op dit punt gewoon netjes. Als er een misverstand is over waarop de regeling slaat, kan men natuurlijk niet de Belastingdienst daarop kritisch toespreken. De regeling is ruim geformuleerd en wordt naar mijn oordeel ook ruimhartig toegepast. Als er concrete klachten zijn, ontvang ik die graag, maar het voorbeeld dat mevrouw Dezentjé noemde, rook naar inrichting van een gewone personenauto ten behoeve van een gehandicapte om vervolgens vrijstelling te vragen.

MevrouwDezentjé Hamming(VVD)

Het was niet mijn vraag, maar ik ben blij dat u hem hebt beantwoord, want ik geef toe dat ik hem ook had kunnen stellen.

MinisterZalm

Neem me niet kwalijk. U hebt gelijk.

De heerCrone(PvdA)

Ik neem dit punt wel serieus. Het gaat niet om personenauto's, maar om kleine bestelauto's. De Belastingdienst zegt dat een Citroën Berlingo er niet onder valt. Het gaat om een geval waarin de banken achter uit de auto moesten, opdat de gehandicapte met z'n elektrische rolstoel achterin kan zitten. De Belastingdienst zegt: dat is niet goed, want u moet naast de bestuurder zitten.

Dit is een uit het leven gegrepen reactie van de belastinginspecteur. Ik zal u de brief straks geven, niet speciaal vanwege deze persoon maar als voorbeeld. Iedereen zegt: gelukkig neemt deze persoon geen grotere bestelauto, want dat wordt alleen maar duurder. Betrokkene neemt de kleinst mogelijke bestelwagen en die wordt niet geaccepteerd. Ik zie u knikken. Als deze lijn vaker door de inspectie wordt gehanteerd, verwacht ik dat u ons dat meldt en dat die lijn via voorschriften of welke beleidsmiddelen dan ook wordt aangepast.

MinisterZalm

Zeker. Wij zullen er een kennisgroep voor opzetten.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Wij gaan ervan uit dat de minister het zelf oplost, want anders zijn wij nog verder van huis en komen wij helemaal in een grijs gebied terecht.

MevrouwVan Oudenallen(Groep Van Oudenallen)

Er zijn een heleboel sportvrijwilligers die met een auto met grijs kenteken reden vanwege alle sportspullen die zij moesten meenemen. Is er wel eens bij stilgestaan dat er een categorie is die geen ondernemer is, maar zeer belangrijk is voor de sport? Kan er, indien dat nog niet is gebeurd, bij stilgestaan worden?

MinisterZalm

Voorzitter. Je hebt bij belastingheffing altijd te maken met zo'n 16 miljoen Nederlanders die daar direct of indirect door geraakt worden. Wij hebben een uitzonderingsregel gemaakt voor ondernemers en gehandicapten en wat mij betreft houden wij het daar ook bij. Er zijn tal van andere groepen die je het wat graag zou gunnen dat ze goedkoper een auto kunnen rijden, maar die vallen nu eenmaal buiten de scope van deze regeling, dus ook degenen die pro Deo in een auto rijden om voetballers weg te brengen. Die kunnen dan wel een bus aanschaffen, maar die is dan niet vrijgesteld van bpm, tenzij die bus natuurlijk door de zaak is aangeschaft en hoofdzakelijk zakelijk wordt gebruikt. Dan valt die natuurlijk weer wel onder deze regeling.

Dan de bijtelling voor de auto van de zaak en de differentiatie daarin. Ik moet zeggen dat daar veel over is gesproken en ik het toch geen gelukkig voorstel vind. Ik wil proberen uit te leggen waarom. Wat is de redenering van het bijtellen? Iemand wordt in het genot gesteld van een auto van de zaak. Dat moet worden gewaardeerd op basis van de kosten van een dergelijke auto en voor een bepaald percentage wordt dat gezien als behorend tot jouw inkomen. Daar zit dus al in de bpm, zelfs voor een bestelauto. Als je gaat differentiëren in de bpm, wat wij nu al doen – tot en met € 6000 korting voor de schone auto – dan heb je in die 22% bijtelling automatisch al dat voordeel van die € 6000. Als je een vervuilende auto hebt, is er sprake van een extra bpm van € 570 en dat is ook verrekend in die 22%. Als je dat niet gedifferentieerd genoeg vindt, dan ligt het voor de hand om nog scherper te gaan differentiëren in de bpm en niet alleen voor mensen die in een auto van de zaak rijden. Afgezien van de vraag of het al dan niet gedifferentieerd genoeg is, vind ik het vehikel niet goed, want waarom zou je alleen voor leaserijders die prikkel introduceren? Het doet een beetje denken aan aparte alcoholaccijns voor een personeelsfeestje omdat je tegen alcoholgebruik bent.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Dat zou ik dan niet alleen doen voor personeelsfeestjes!

MinisterZalm

Mijn stelling is ook dat je het dan in zijn algemeen zou moeten doen!

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Als een particulier een auto koopt, kijkt hij zeer zorgvuldig naar de kosten en houdt hij er rekening mee dat een bepaalde categorie duurder is dan een andere. Als hij die auto koopt, vindt hij in die prijs terug de volle 100% vanwege het energiezuinige en het milieuvriendelijke karakter van de auto. Als hij een Hummer aanschaft, vindt hij ook dat enorme bedrag aan bpm terug, ook 100% van het geheel! Bij auto's van de zaak merkt men daar maar voor 22% iets van terug. Dat is dus een veel mindere prikkel dan voor een particulier die een auto aanschaft. Om daar ook enig milieubewustzijn aan te scherpen, zien wij graag een duidelijkere prikkel ingebouwd om een keuze mogelijk te maken. Je kunt voor een auto van de werkgever kiezen die je wilt, maar dan moet je er wel rekening mee houden dat als je een milieuonvriendelijke auto neemt, je in je bijtelling meer betaalt – bijvoorbeeld voor 22% van een nog hogere catalogusprijs – dan de particulier. Dat is de kern van de zaak!

De heerCrone(PvdA)

Ik heb al gezegd dat dit toch niet al per 1 januari kan en dat ik die afweging dan ook graag nog wat nader onderbouwd zou willen zien. De vergelijking met de alcoholaccijns voor personeelsfeestjes is overigens wel een gevaarlijke, want als je dan het pilsje van de baas krijgt, is het aftrekbaar voor de Vpb. Het scheelt dan toch en het is dan veel goedkoper om het pilsje van de baas te drinken dan om het zelf te betalen, zeker als je het netto-netto zou uitrekenen. Maar, ik zal hier het advies van de Stichting van de Arbeid over vragen.

Het voordeel van het tariefpercentage is dat mensen eenmalig dat verlies moeten nemen. Natuurlijk heeft de minister gelijk als hij zegt dat een energiezuinige auto al goedkoper is, maar de auto van de zaak is ieder jaar opnieuw duurder of goedkoper. Ik vind dat die prikkels juist meer in de variabele kosten zouden moeten zitten, want die heb je ieder jaar weer.

MinisterZalm

Het leidt wel tot vervuiling van het loonbegrip. De vraag is nu immers niet langer wat die beloning in natura waard is, maar hoe wij milieupolitiek kunnen bedrijven via het loonbegrip. Dat is levensgevaarlijk, want je begeeft je daardoor op een hellend vlak. Ik vind dat wij de inkomsten- en loonbelasting zuiver moeten houden.

De heer De Nerée merkt terecht op dat differentiatie van de bpm ook doorwerkt in de berekening van die 22%. Hij zegt echter dat het maar 22% is, maar dan wijs ik hem er wel op dat iemand die een auto koopt, na betaling van de volle 100% in het eerste jaar, niets meer hoeft te betalen. Na vijf jaar zit je met dat 22%-tarief wel op 110%. Het werkt dus langer door.

Je kunt de vraag ook omdraaien: als de differentiatie onvoldoende is, waarom kiest u dan niet voor aanscherping van de differentiatie binnen de bpm? Dat is toch zeker de koninklijke route? Je slaat dan twee vliegen in één klap, want je beïnvloedt het aankoopgedrag van gewone particulieren en mensen die een leasebak uitzoeken. Waarom wilt u toch dit aan de loon- en inkomstenbelasting wezensvreemde vehikel benutten om energiezuinige auto's te bevorderen? Mijn bezwaar is dus vooral principieel fiscaal.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

De vergelijking van een particulier met de auto van de zaak is onzinnig en dan vooral de opmerking dat het na vijf jaar 110% zou zijn. Iemand kiest natuurlijk voor die 22%, omdat hij dan geen kosten hoeft te maken voor benzine en onderhoud.

Leasemaatschappijen die auto's ter beschikking stellen, moeten zich bewust worden van het feit dat ook zij het gebruik van milieuvriendelijke auto's moeten bevorderen. Gelukkig is het roetfilter inmiddels voor nieuwe auto's voorgeschreven, maar ik kon mij indertijd toch ook voorstellen dat deze maatschappijen verplicht zouden worden om dit soort auto's aan te schaffen. In een motie van mijn fractiegenote Spies wordt de regering gevraagd om te onderzoeken of daarbij gebruikgemaakt moet worden van fiscale prikkels.

MinisterZalm

Ik heb alle begrip voor uw motivering. Mijn probleem heeft betrekking op het feit dat je leasemaatschappijen niet moet stimuleren door het loonbegrip in de inkomstenbelasting aan te passen.

De heerVendrik(GroenLinks)

De minister suggereerde een alternatief. De differentiatie binnen de bpm is echter een differentiatie binnen een bepaalde klasse. Door differentiatie kun je dus alleen maar bereiken dat mensen binnen de categorie Hummer kiezen voor de milieuvriendelijkste Hummer. Dat wil zeggen de Hummer die 1 op 4 rijdt in plaats van 1 op 2! Met oud-staatssecretaris Wijn heb ik heftig gedebatteerd over deze relatieve bevoordeling van auto's binnen een bepaalde klasse. Mijn fractie was in dat debat een voorstander van een absolute stimulans voor zuinige en milieuvriendelijke auto's. Zegt de minister nu dat hij eigenlijk ook vindt dat wij hadden moeten kiezen voor absolute stimulering in plaats van voor relatieve stimulering binnen klassen?

MinisterZalm

Ik moet een klein beetje voorzichtig zijn. Ik kan natuurlijk wel zeggen dat ik een stuk groener ben dan mijn ambtsvoorganger, maar dat is gevaarlijk. Ik ben in ieder geval blauwer. Wat nu voorligt, is uitvoerig besproken met de branche. Een probleem, dat ook in Europees verband aan de orde is, is dat iedereen een eigen invulling geeft aan stimuleringsmaatregelen. Er worden dus 26 verschillende auto-ontwerpen gemaakt om precies te voldoen aan de voorwaarden van de fiscale regeling. Ik zie het liefst of het mogelijk is om in Europees verband tot harmonisatie te komen, niet zozeer ten aanzien van de tarieven, maar ten aanzien van de indelingen. Het ordinaire criterium van benzine per kilometer vind ik daarbij buitengewoon interessant. Laat ik toezeggen om over de milieudimensie van de auto, inclusief het Europese aspect, een notitie naar de Kamer te sturen. Het onderwerp speelt geen rol in het Belastingplan, maar dan doe ik vast wat voorwerk voor mijn ongetwijfeld zeer groene opvolger.

De heerSlob(ChristenUnie)

Mijn fractie stelt een dergelijke notitie zeer op prijs. Mijn fractie heeft vorig jaar zelfs een motie hierover ingediend die helaas door een meerderheid van de Kamer werd verworpen, inclusief de tegenstem van de CDA-fractie. Als wij hiermee een jaar later verder kunnen komen, dan is dat natuurlijk heel plezierig.

MinisterZalm

Waarschijnlijk wist mijn ambtsvoorganger beter hoe gecompliceerd het onderwerp was en heeft hij het aannemen van de motie daarom ontraden. Ik ben zo'n nieuweling die er opnieuw induikt. Laten wij kijken of dat vruchten afwerpt.

De heerSlob(ChristenUnie)

Deze reactie was niet de bedoeling van mijn interruptie. Het lijkt mij goed om dit nog eens nader uit te werken en te bezien of wij hierin verdere stappen kunnen zetten. Ik begrijp dat het ingewikkeld is, maar wij lopen toch niet weg voor ingewikkelde zaken neem ik aan.

De voorzitter:

De minister heeft de notitie toegezegd. Deze maakt uiteraard nu nog geen onderdeel uit van de beraadslagingen. Die komt een volgende keer aan de orde.

De heerVendrik(GroenLinks)

Een dergelijke notitie lijkt mij schitterend. De vraag is in hoeverre aandacht wordt gegeven aan de differentiatie binnen klasses. Ik vind dat namelijk gepeuter. Ik ben voorstander van een robuust en knalhard systeem. Een auto die 1 op 30 rijdt of zuiniger, hoeft wat mij betreft geen bpm meer te betalen. Dat signaal is heel helder voor de industrie.

MevrouwVan Oudenallen(Groep Van Oudenallen)

Ik ben blij dat u mij steunt.

De heerVendrik(GroenLinks)

Dat type robuustheid heeft veel meer zin in relatie tot het koopkrachtgedrag van consumenten, ook op de tweedehandsmarkt die volgt op de markt voor nieuwe auto's, dan € 1000, € 1200,€ 1400 of € 1600 aan bpm.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Als de minister op korte termijn met een notitie komt waarin de totale problematiek wordt meegenomen, dan wordt ook grotendeels tegemoetgekomen aan de intentie van de motie van mijn fractiegenoot Spies.

MevrouwDezentjé Hamming(VVD)

Mag ik de suggestie doen om daarover met de sector te overleggen?

De heerVendrik(GroenLinks)

Laat die notitie dan maar zitten.

De voorzitter:

Met "de sector" wordt de milieubewe­ging bedoeld.

MevrouwVan Oudenallen(Groep Van Oudenallen)

Ik dacht toch even dat collega Vendrik helemaal voor de auto's ging. Hij weet immers ook van alles over Hummers. Concreet is mijn vraag of bij de beoordeling ook het aspect van de grootte van een auto kan worden meegenomen. Het moet niet alleen om het benzineverbruik gaan, maar ook om de grootte van de auto.

De voorzitter:

Deze suggesties worden door de minister meegenomen. De druk is nu zo opgelopen dat ik de vergadering voor enkele ogenblikken schors.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

MinisterZalm

Voorzitter. In 2004 is een Europese richtlijn inzake energiebelastingen geïmplementeerd. Dat is op een beleidsarme manier gebeurd, zonder gold-plating of het introduceren van nieuwe vrijstellingen. Bestaande vrijstellingen zijn gelaten voor wat ze zijn, als de richtlijn niet noopte tot aanpassingen. De mineralogische industrie genoot geen vrijstelling en er was ook geen reden om die alsnog te verlenen. De richtlijn heeft ook niet geleid tot een lastenverzwaring voor deze industrie. Enkele lidstaten belasten de betreffende procedés niet, wat een verstoring van het level playing field kan veroorzaken. Voor heel veel andere terreinen geldt echter hetzelfde. Er zijn ook andere gebieden waarop Nederland energiegebruik zwaarder belast dan andere lidstaten. Daar staan echter andere, voor het bedrijfsleven gunstige, belastingregimes tegenover, bijvoorbeeld bij de Vpb. Nederland heeft gekozen voor een relatief groen belastingstelsel, hoewel het de heer Vendrik nog lang niet groen genoeg is. Die keuze heeft zijn uitwerking op de belasting op energie.

De vrijstelling van de heffing op aardgas en elektriciteit voor de mineralogische industrie betreft 30 mln.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

De keramische industrie bestrijdt dit en zegt dat het gaat om 6 mln.

MinisterZalm

Het kan zijn dat de industrie een cirkeltje trekt dat heel moeilijk te handhaven is. De definities binnen de fiscaliteit van wat wel of niet mineralogisch is, komen niet per definitie overeen met de organisatievorm van de industrie. Mijn gegevens duiden op een bedrag van 30 mln., maar ik zal het nog eens nakijken.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Wellicht kan de Kamer daarover een brief krijgen voor de plenaire afronding.

MinisterZalm

Ik zal proberen om uit te zoeken waarin het verschil zit.

De heerSlob(ChristenUnie)

Net leek het of de minister en ik uit dezelfde bron hadden geput want ik kwam met dezelfde bedragen. Mijn bron was in ieder geval Het Financieele Dagblad.

MinisterZalm

Ik denk dat die 6 mln. betrekking heeft op alleen de baksteenindustrie. Mineralogie is echter breder. Hierop kom ik nog terug.

Voorzitter. Sommige bewoners in de grensstreek met België hebben te maken met een dubbele heffing van energiebelasting. Het gaat om mensen die hun elektriciteit krijgen van een Belgische elektriciteitsmaatschappij. Electrabel heft namelijk ten onrechte Belgische energiebelasting bij levering aan Nederlandse afnemers. Het bedrijf is alleen verplicht om te heffen bij levering op Belgisch grondgebied. Dit probleem speelt tussen de afnemer en de leverancier, wat betekent dat het niet gemakkelijk in de fiscaliteit kan worden opgelost. Ik zal bezien of ik via mijn Belgische collega enig cliëntelisme kan bedrijven, want daar is men daar heel sterk in.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Dat is volstrekt herkenbaar.

MinisterZalm

Dit was uiteraard een grapje. Ik zal bekijken wat ik eraan kan doen. Het is niet iets wat de Belgische overheid veroorzaakt maar een onjuiste toepassing van de regels door Electrabel.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Electrabel is er nog niet zo van overtuigd en men loopt daar voortdurend tegen een muur aan. Ik dank de minister dat hij hieraan iets wil doen.

MinisterZalm

Dan gaan wij voor de afwisseling nu over naar de artiesten en de administratieve rompslomp daaromtrent. Ik heb de indruk dat de kunstenaarsbonden en andere gremia die wij hebben geconsulteerd tevreden zijn over de huidige regeling. Dit geldt ook voor de FNV, die graag het loonbegrip erin wil houden, onder andere om redenen van sociale zekerheid. Dit betekent wat de administratieve verplichtingen betreft een vergelijkbare situatie met de zelfstandigenstatus van de zzp'ers.

De vraag is wat wij kunnen doen om de situatie nog verder te verbeteren. Ik stel voor dat wij de regels met de betrekking tot de wijze van identificeren van leden van een buitenlands gezelschap – waarbij het gaat om de vraag of het wel of geen verdragspartners betreft – uit de wet halen en er een delegatiebevoegdheid van maken. Voor de eerder in het debat genoemde voorbeelden is een efficiëntere regeling denkbaar dan het kopiëren van het paspoort en dergelijke. Ik kom dus op dit punt met een nota van wijziging, die de ruimte geeft voor wat meer maatwerk, binnen het algemene principe dat op een of andere manier moet worden gegarandeerd dat het personen uit een verdragsland betreft.

Er zijn in totaal 78 verdragen; 63 landen hebben een verrekeningsmethode en 15 landen hanteren een vrijstellingsmethode. Hierbij dreigt het vacuüm te ontstaan. Wij gaan die laatste 15 landen op korte termijn per brief benaderen met de mededeling dat wij op dit punt graag een verdragswijziging zouden willen. Het gaat om België, Bosnië-Herzegovina, Bulgarije, Estland, Hongarije, Luxemburg, Marokko, Montenegro, Noorwegen, Oostenrijk, Servië, Spanje, Thailand, Turkije en Venezuela.

De voorstellen zijn afgestemd met de artiesten- en beroepssportersorganisaties. Er hoeft geen loonheffing meer te worden ingehouden en er hoeft dus ook geen loonadministratie te worden gevoerd. Daardoor is de administratieve rompslomp voor artiesten en sporters al sterk verminderd. Het enige wat buitenlandse artiesten en sporters nog moeten doen is een kopie van het identiteitsbewijs overleggen en hun naw-gegevens verstrekken. dat wil zeggen naam, adres en woonplaats. Wij denken dat wij de zaak aldus op een nette manier hebben weten in te perken.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Denkt u dat hierdoor het aantal sportevenementen in Nederland zal toenemen, inclusief hippische evenementen?

MinisterZalm

Dat denk ik niet; het geeft alleen wat minder gedoe. Ik heb niet de illusie dat iedereen nu plotseling hier toernooien komt spelen. Het gaat echt om het wegnemen van ergernis. Ergernis wegnemen is ook wat waard.

Dit speelt overigens niet alleen bij voetbaltoernooien. Het gaat wel voornamelijk om teamsporten, zoals voetbal, hockey en tennis met landenteams. Bij individuele optredens is meestal een normale overeenkomst van toepassing, zoals bij tennis en golf. Het verschil met internationale toernooien voor teamsporten, is dat de teamsporters meestal niet zelf kunnen beslissen waar zij spelen en individuele sporters wel. Monaco is geen verdragsland, dus iemand uit Monaco wordt gewoon belast. Moet je maar niet in Monaco gaan zitten. Er is ook nog geen VVD-afdeling Monaco.

Er werd gevraagd of een dj een artiest is. Volgens vaste rechtspraak is iemand een artiest als hij voor een publiek optreedt en daarbij een artistieke prestatie levert. Wij denken dat dit ook voor dj's kan gelden, als hij er tenminste een beetje een leuk nummer van maakt en niet alleen plaatjes opzet. In de meeste gevallen is naar mijn mening de dj een artiest, tenzij hij niets zegt. Mijn standpunt wordt gevolgd door de Belastingdienst.

De heerIrrgang(SP)

Het gaat wel om een serieus onderwerp. Er bestaat onduidelijkheid bij dj's. In de praktijk blijkt dat de Belastingdienst de vraag of een dj als artiest kan worden aangemerkt de ene keer anders beoordeelt dan de andere. Het zou goed zijn als u hier duidelijk zou uitspreken dat dj's gewoon artiesten zijn.

MevrouwVan Oudenallen(Groep Van Oudenallen)

Dat heeft hij gedaan.

De heerIrrgang(SP)

Ik had begrepen dat hij nog een slag om de arm hield.

De voorzitter:

Voor zover ik heb begrepen, heeft de minister gezegd dat zij artiest zijn. Hij voegde er nog aan toe dat de Belastingdienst hem zal volgen.

MinisterZalm

Waarbij ik opmerk dat iemand die alleen maar plaatjes opzet en verder niets zegt, geen dj is. Dat is dd, een diskdraaier, geen diskjockey.

De heerIrrgang(SP)

Ik kwam vroeger regelmatig bij dj Gerkens langs in de Korsakoff in Amsterdam. Daar kon je altijd vragen om een plaatje, dus dan praatte zij al terug.

U ging van de buitenlandse artiesten naar de dj's. U sloeg een onderwerp over. Binnenlandse artiesten, geen dj's, die geen zelfstandig ondernemer zijn, moeten voor elk optreden een kopie van hun paspoort en een gageverklaring inleveren. Dat is een probleem.

MevrouwVan Oudenallen(Groep Van Oudenallen)

Kunnen daar de sporters ook bij worden meegenomen?

MinisterZalm

Wij komen daar in de tweede termijn op terug.

De voorzitter:

Er is geen tweede termijn. U kunt daar aan het einde van uw betoog op terugkomen.

MinisterZalm

Er is een aantal vragen gesteld met over tot btw, waaronder met betrekking tot hobbydieren, sporten in de open lucht en cd-roms. Op btw-gebied zijn wij beperkt door Europese richtlijnen. Die zijn leidend. Wij proberen hierbinnen op een verantwoorde manier de ruimte te benutten, als deze er is. Dat doen wij alleen als wij dat zelf willen, uiteraard. Het is niet altijd zo dat wat in een ander land gebeurt, automatisch in Nederland is toegestaan. Vaak zijn er bij onderhandelingen over toetreding uitzonderingen bedongen die soms alleen voor een land gelden. Een bekend voorbeeld is kinderkleding tegen het nultarief in het Verenigd Koninkrijk en Ierland. In de rest van Europa valt kinderkleding onder het tarief waar alle kleding onder valt. Dit kan dus ook spelen bij andere btw-achtige onderwerpen.

Ik weet dat dit voor de paarden in Frankrijk speelt. Dit betreft een eerder voor Frankrijk bedongen uitzondering en daar kunnen wij geen aanspraak op maken. Dit gebeurt ook in Duitsland, maar dat is volgens ons contra legem, net als bij ons. Wij hebben inmiddels een infractieprocedure aan onze broek. Die procedure is al ingeleid. Ik vind dat wij er geen goed aan doen om, als wij weten dat dit geen haalbare zaak is, ons toch voor het Hof te laten dagen en het daar op een nederlaag te laten uitlopen. Dat verzwakt onze positie bij punten waarbij wij werkelijk menen dat wij in ons recht staan. Tegen deze achtergrond wil ik aanvaarding van het desbetreffende amendement afraden. Ik begrijp wel de sympathie voor de hobbydieren. Als je echter echt van een dier houdt, blijf je er wel van houden, ook als het onder een hoog btw-tarief valt.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Met ons amendement willen wij dit onderdeel uit het Belastingplan halen om er op een nader te bepalen tijdstip uitgebreid over te praten mede in het licht van de situatie in Duitsland en Frankrijk. Tevens willen wij graag kijken naar de mogelijkheden van de zesde richtlijn voor bepaalde uitzonderingen. Wij kunnen dat niet doen in het kader van het Belastingplan. Vandaar ons amendement om dit onderdeel uit het Belastingplan te halen.

MinisterZalm

De Europese Commissie verwacht van ons dat wij het in het Belastingplan opnemen. Wij hebben dit dan ook gedaan. Daarmee zijn wij loyaal aan de interpretatie van de richtlijn door de Europese Commissie. Frankrijk, Ierland en Luxemburg hebben andere regimes bedongen. Die landen hebben indertijd namelijk een overgangsrecht bedongen. Dat overgangsrecht is soms semipermanent. De meeste landen hanteren voor paarden het algemene, hoge tarief of zij hebben de situatie van de tweedeling, zoals bij ons, in het Belastingplan. Daarmee voegen wij ons bij de mainstream binnen Europa. Nogmaals, ik kan de Kamer niet aanraden om een onhoudbare zaak, die ik nu wil corrigeren, eruit te halen met als argument om daarover diepgaand van gedachten te wisselen. Er is namelijk niet zoveel te bespreken, als de Europese richtlijn ons zoiets niet toestaat. Per 14 april 2006 is de infractieprocedure tegen Nederland ingeleid. Ik heb aan de Europese Commissie gemeld dat ik voornemens ben om voor te stellen om de wet per 1 januari 2007 op dit punt te wijzigen. Ik hoop toch dat dit door de Kamer gevolgd kan worden.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Ik heb eerder het voorbeeld van de fokdieren genoemd. Die vallen onder het tarief van 6%. Er is een meningsverschil over de beantwoording van de vraag in hoeverre die in de voedselketen terechtkomen. Mede in het licht van het feit dat er in andere landen andere regimes gelden, willen wij rustig overleggen en naar aanleiding van de uitkomst ons standpunt bepalen. De minister heeft gedaan wat hij kon in de richting van de commissie. De Kamer neemt in dezen evenwel haar eigen verantwoordelijkheid. Wij proberen dan ook een meerderheid te verkrijgen voor het amendement dat ertoe strekt om dit onderdeel uit het Belastingplan te halen.

MevrouwDezentjé Hamming(VVD)

Hier heb ik weinig aan toe te voegen. Ik wil alleen nog benadrukken dat de paardensport de tweede grote sport is na voetbal. Daarmee is ook een heel groot maatschappelijk belang gemoeid. Mede om die reden geven wij er de voorkeur aan om dit onderdeel nu uit het Belastingplan te halen om dat nader te bespreken.

De heerVendrik(GroenLinks)

Begrijp ik het goed dat de minister zegt dat er haast geboden is om dit punt te regelen en dat wij er bovendien niet onderuit komen? De minister heeft, meen ik, gezegd dat er een grote zekerheid is dat het fout gaat, als wij niets doen. Betekent dit dat het eigenlijk niet anders kan? Wij moeten het nu dus bij het Belastingplan regelen en niet op een later moment, dat nog bepaald moet worden. Het moet dus echt nu geregeld worden?

MinisterZalm

Toen de Europese Commissie in april de infractieprocedure inleidde, heb ik gezegd dat ik voornemens was om wetgeving op te stellen, zodat dit per 1 januari 2007 in orde was. Er is geen speld tussen de redenering van de Europese Commissie te krijgen. Mijn juristen, btw-deskundigen en ik menen dat de Europese Commissie op dit vlak gelijk heeft. Ik wil mij ook netjes gedragen. Of ik al dan niet liefde voor de paardensport heb, heeft daarmee niets te maken. Ik vind de paardensport prachtig. Ik ben ook een grote vriend van Mongolië waar ze niets anders dan paarden hebben. Bovendien lijkt het mij hartstikke leuk om een paard te hebben. Ik kan mij dat alleen niet permitteren, zelfs niet met een laag tarief. Ik doe in ieder geval een beroep op de Kamer om bestuurlijke verantwoordelijkheid te tonen. In dit geval is dat in mijn ogen echt aan de orde.

MevrouwVan Oudenallen(Groep Van Oudenallen)

De minister noemde Frankrijk en mijn collega net Duitsland. Gaat Duitsland niet mee, terwijl het ook zo'n paardenland is?

MinisterZalm

Duitsland – mag je aannemen – krijgt ook een procedure aan zijn broek. De drie landen die wel het recht hebben om een andere benadering te kiezen, zijn Frankrijk, Luxemburg en Ierland. Ik noemde ze net al. Zij hebben dat recht indertijd bedongen. Duitsland, Oostenrijk en Nederland passen het wel toe, maar ten onrechte. Zeker gezien onderwerpen op fiscaal terrein als de R&D-box, om maar eens iets marginaals te noemen, en de rentebox, een ander marginaal iets, die wij van Brussel moeten regelen, lijkt het mij niet verstandig om op dit vlak te provoceren en het tot het Hof te laten komen. Dit is ook niet goed voor de verhoudingen. Naar het oordeel van sommigen balanceren wij op het randje van wat mag. Het lijkt mij een goed signaal als wij laten zien dat wij vinden dat wij in het verleden over het randje zijn gegaan en dat wij ons tijdig aanpassen in plaats van pas na een veroordeling door het Hof.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Hier staat dat wij het niet in het Belastingplan willen hebben, maar dat wil niet zeggen dat wij daar later niet op terug kunnen komen en alle aspecten van deze zaak willen bestuderen. Daar kan niemand bezwaren tegen hebben. Al heeft iemand er bezwaren tegen, het blijft het recht van de Kamer om zeer goed en gedegen op dit soort voorstellen in te gaan door na te gaan of er al dan niet oplossingen mogelijk zijn.

De voorzitter:

De minister betwistte het recht van de Kamer ook niet; hij gaf alleen advies over een amendement dat u hebt ingediend.

MinisterZalm

Het is mij duidelijk dat ik de heer De Nerée tot Babberich en mevrouw Dezentjé Hamming niet heb overtuigd, maar ik heb toch nog goede hoop op een Kamermeerderheid, althans, voor de verkiezingen. Daarom moet dit echt voor de verkiezingen worden geprobeerd.

De heerSlob(ChristenUnie)

Ik heb via een amendement gevraagd of de minister argumenten kon aandragen, zodat wij eventueel vóór konden stemmen. Dat heeft hij niet gedaan. Los daarvan heb ik hem gevraagd of ik goed heb begrepen dat op grond van de regeling die van kracht wordt, voor de levering van een paard in de opfokfase het verlaagde tarief geldt. Verder heb ik hem gevraagd of bij de beoordeling van waar het dier voor is bestemd, primair het door de koper beoogde gebruik doorslaggevend is of evenzeer diens hoedanigheid. Het luistert bij dergelijke dingen erg nauw, dus ik krijg daar graag een antwoord op. Als het om het laatste gaat, is het denkbaar dat een manegehouder een paard eerst verder opfokt om het later voor zijn manege te gebruiken. Dan krijg je dus veel discussie over het tarief waaronder het paard in kwestie valt.

MinisterZalm

Als de ene fokker een paard aan een andere fokker verkoopt om dat verder te fokken en het paard dus nog steeds in de fokfase zit, is de andere fokker nog geen eindgebruiker. De afrekening van een paard dat een fokkerij verlaat, hangt af van het gebruik dat ervan wordt gemaakt. Heb ik dat zo goed gezegd?

De heerBek

Het gebruik van het paard is in de nieuwe regeling doorslaggevend. De nieuwe regeling luidt: dieren die bestemd zijn voor voedingsmiddelen dan wel voor landbouwgebruik, vallen onder het lage tarief. Zolang het in de landbouwsfeer blijft, blijft het paard onder het lage tarief vallen. Achter de termen maneges en opfokken ligt een geweldige wereld van casuïstiek, waarbij ik niet in één woord elke casus kan duiden.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Dat is precies de reden dat wij er nog eens apart over willen spreken.

MinisterZalm

Dan kom ik bij de cd-roms. Het verlaagd boekentarief mag. Dat is er ook in Nederland voor alle boeken tot en met de tijdschriften. De meest zwoele tijdschriften vallen in het verlaagd tarief. Voor cd-roms is een verlaagd tarief niet toegestaan op grond van de Zesde btw-richtlijn. Als zij samen worden geleverd, wordt het boek belast volgens het lage tarief en de cd-rom volgens het hoge tarief. Het is as simple as it goes. Op zich is dat ook niet onlogisch. Het is alleen mogelijk een cd-rom laag te belasten, als de waarde van de cd-rom zeer ondergeschikt is aan de kostprijs van het boek. Dat is in Nederland in het algemeen niet het geval, omdat de kostprijs van het cd-romdeel in Nederland ongeveer een kwart van de totale prijs is. Dan geldt het niet meer als verwaarloosbaar. De meeste andere lidstaten hebben overigens dezelfde benadering als Nederland. Op dit punt heeft het Verenigd Koninkrijk ook weer een prachtig overgangsrecht bedongen met een nultarief. Dat is indertijd bij de toetreding gebeurd.

Een amendement zou strijdig zijn met de richtlijn. Dan krijgen wij ook hier een procedure en moeten wij het samen met de paarden weer terug nemen.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Het is mogelijk dat een cd-rom of een dvd dezelfde inhoud heeft als een boek, want tegenwoordig verschijnt niet alles meer in drukvorm. Je kunt van een dvd de delen uitprinten die je van belang vindt. Wat rechtvaardigt dan nog het verschil in btw-tarief tussen een cd-rom of dvd, waar niets anders op staat dan het boek zelf, en het btw-tarief van een boek?

MinisterZalm

Het enige wat het rechtvaardigt, is dat het ene een cd is en het andere een boek. Zo zit de btw-regelgeving in elkaar. Die maakt onderscheid tussen de verschillende soorten informatiedragers. Dat is inhoudelijk misschien niet geheel logisch, maar het is wel de indeling die thans in de btw-richtlijn wordt gevolgd.

De heerCrone(PvdA)

Hier geldt waarschijnlijk ook dat je het niet bij amendement kunt regelen. Wij kunnen het kabinet wel vragen om dit soort punten in Brussel bij de regelmatige btw-besprekingen aan de orde te stellen.

MinisterZalm

Dat zeg ik u graag toe, want misschien kunnen cd-roms voor educatieve doeleinden onder het lage tarief worden gebracht. Dat lijkt mij iets wat bij mijn collega's in Brussel op sympathie zou kunnen rekenen.

MevrouwVan Oudenallen(Groep Van Oudenallen)

Begrijp ik hieruit dat de minister zich ook hardmaakt voor het gesproken boek op cd?

MinisterZalm

Dat vind ik wel een mooie. Dat nemen wij meteen mee.

MevrouwDezentjé Hamming(VVD)

Ik ben heel blij met deze toezegging, want dat was ook inderdaad mijn verzoek aan deze minister. Ik neem aan dat het ook geldt voor het inlenen van leerkrachten, verpleegkundigen en dergelijke, waarvoor ook verschillende btw-tarieven gelden afhankelijk van de constructie waaronder zij worden ingehuurd, particulier of niet-particulier. Ik denk dat wij dit alles moeten vatten onder modernisering van de btw-richtlijn. Ik pleit ervoor om dit ook mee te nemen.

MinisterZalm

Op een paar punten zouden ook wij het prettig vinden als de richtlijn verandert. Niet geschoten is altijd mis, geldt hier niet. Als je met een schot hagel probeert een groot aantal btw-punten even te regelen, krijg je er meestal niet een. Ik moet dus even over de tactiek en strategie nadenken. Het zou best kunnen dat iedereen op dit punt gemakkelijk meegaat en dat je het als soort bypass even kunt regelen, zeker als het onderwijs daarin betrokken wordt.

Er zijn meer wensen op btw-gebied. Wij zullen kijken wat het meest praktisch is. De arbeidsintensieve diensten staan natuurlijk hoog op ons lijstje als het gaat om het continueren van het 6%-btw-tarief.

MevrouwVan Oudenallen(Groep Van Oudenallen)

Hoog op uw lijstje?

MinisterZalm

Jazeker. Ik heb nog nooit anders gedaan.

MevrouwVan Oudenallen(Groep Van Oudenallen)

Ik heb een collega van de minister toch wel andere dingen horen zeggen in Europa. Het is niet voor niets dat ik in 1993 de schoenen van de Kamerleden poetste om op te komen voor de 6%-btw-regeling. Het is al twaalf jaar een heikel punt. Ik ben blij met deze toezegging.

MinisterZalm

Ik heb het de eerste keer samen met staatssecretaris Vermeend geregeld als experiment. Vervolgens heb ik samen met staatssecretaris Wijn de continuering geregeld. Ik geloof dat alleen staatssecretaris Bos niets gedaan heeft op dit punt.

De heerCrone(PvdA)

Onder Bos ging het goed, toen had je een laag Bostarief.

MevrouwVan Oudenallen(Groep Van Oudenallen)

Waarschijnlijk is het hier en in Europa goed geregeld, maar de branche is nog steeds zeer onzeker. Dat is de reden waarom ik het heb genoemd.

MinisterZalm

Wij zitten helemaal op één lijn.

De Nederlandse wet kent een verlaagd omzetbelastingtarief voor het geven van gelegenheid tot sportbeoefening. Dat is de formule. Er staat niets in de wet over binnen- of buitensport. De Nederlandse rechter heeft gezegd dat ook openluchtsportbeoefening zoals de Nijmeegse vierdaagse, onder het verlaagde tarief kan vallen. Daarbij heeft hij overwogen dat de bewoordingen van de Nederlandse wet net wat ruimer zijn dan die van de wetgeving van de Europese Unie. Dat lijkt een probleem. De rechter zegt namelijk dat hij de Nederlandse wetgeving laat voorgaan op de richtlijn. De zaak ligt nog voor bij de Hoge Raad. Het kan zijn dat de Hoge Raad zegt dat dit iets te ruim is geïnterpreteerd, respectievelijk dat de rechter rekening had moeten houden met het feit dat achter deze Nederlandse wetstekst ook nog een Europese richtlijn zit. Die wetgeving van de Europese Unie zegt dat je een verlaagd tarief mag hebben voor "het recht om gebruik te maken van sportaccommodaties". Onder sportaccommodaties worden wel stadions verstaan ook als de sport daar in de openlucht plaatsvindt, maar als er een zwerftocht op de Veluwe wordt georganiseerd, wordt de Veluwe niet gezien als sportaccommodatie. De Europese Commissie heeft naar aanleiding van die rechterlijke uitspraak over de vierdaagse een inbreukprocedure tegen Nederland in gang gezet. Wij overleggen met het NOC*NSF over de precieze begrenzing. Ik loop nog niet vooruit op de conclusies, maar er is wel een grens vanuit Europa voor het begrip"sportaccommodaties". Het is heel moeilijk om heel Nederland aan te wijzen als één sportaccommodatie, althans dat zal niet snel worden geaccepteerd.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Het zijn puur nationale zaken en die werken niet concurrentieverstorend. Het staat inderdaad in de zesde richtlijn. Bij het Grondwettelijk Verdrag zijn hele discussies geweest over de vraag waarmee Brussel zich ten onrechte wel of niet bemoeit. Ik meen dat dit subsidiariteitskwesties zijn, waarin een land zelf moet kunnen bepalen wat al dan niet gedaan wordt, voor zover dit niet marktverstorend werkt. Is dit geen reden om dit soort zaken in Brussel op te brengen en erop te wijzen dat dit enorm veel irritatie oproept? Ik begrijp dat de Commissie erachteraan gaat want zij doet verder niets meer dan inbreukprocedures uitlokken en dan naar het Hof gaan. Het nemen van initiatieven om de interne markt echt open te krijgen, ligt redelijk moeilijk.

MinisterZalm

Ik ben het inhoudelijk niet met de heer De Nerée oneens, hoewel de vierdaagse misschien wel internationaal concurrerend is. Dat neemt niet weg dat wij te maken hebben met de bestaande richtlijnen. Wanneer er een nieuwe richtlijn was gekomen en wij hadden dit geweten, dan hadden wij gesteld dat "sportaccommodaties" een te eng begrip is en dat het überhaupt niet nodig is om rond de sport btw-richtlijnen te maken, zeker niet als het gaat over amateursport.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Kan de minister dit niet voorstellen in Brussel?

MinisterZalm

Dan kom je voordat je het weet terecht in een algemeen debat over de btw. De heer Bolkestein heeft overigens een poging gewaagd om dit aan de orde te stellen, ook vanuit de benadering om alles los te laten als er geen sprake is van grensoverschrijdende concurrentie. Daarmee heeft hij tegen verschillende zere benen geschopt. Er zijn anderen die veel Europeser denken, die vinden dat in Europa alles gelijk moet zijn tenzij wordt beslist dat het niet zo is. Er zijn dus heel wat verschillende benaderingen. Op dit punt wordt bepaald niet snel een unanieme positie in Europa bereikt, nog even los van het feit dat de Commissie voorstellen ter zake moet doen. Ik ben echter graag bereid om in de voorbereiding op de algemene btw-discussie in Europa na te gaan of er wat dat betreft een goede aanvliegroute te vinden is. Vervolgens zal ik als second bestoplossing kijken of er voor de echte knelpunten een kortere weg mogelijk is, zodat wij niet hoeven te wachten op het algemene principiële debat. Dat kan namelijk nog heel lang duren.

De heerCrone(PvdA)

Ik heb dit punt naar voren gebracht uit overwegingen verband houdend met het sportbelang en ook uit een oogpunt van ongelijke behandeling. Het is niet uit te leggen dat een terrein dat is afgezet voor sportdoeleinden in feite ook een sportaccommodatie is. Het is dus geen kwestie van binnen of buiten. Ik zie een paar hoofdpunten waarom die discussie wel zinnig is in Europa: het algemene subsidiariteitsbeginsel, het beginsel van vaak moeilijk uit te leggen gelijke of ongelijke gevallen. Daarnaast vind ik dat zaken die wij willen bevorderen, zoals sportbeleving, goedkoper mogen worden belast dan andere zaken. Dat zijn overwegingen die een beleidshandleiding kunnen zijn.

MevrouwVan Oudenallen(Groep Van Oudenallen)

Ik wijs in dit verband op de Elfstedentocht die al jaren traditie is. Mijns inziens hebben wij toen de btw-regelgeving aangenomen werd, op Europees gebied vergeten om heel duidelijk te stellen dat er op landelijk gebied bepaalde uitzonderingen zijn. Elk land heeft daarmee te maken. Ik denk dat minister Zalm wat dat betreft zal scoren voor elk land dat dezelfde materie opwerpt.

De voorzitter:

De minister heeft toegezegd dat hij dit aan zal kaarten. Ik neem aan dat hij daarbij alle suggesties die hier gedaan zijn meeneemt.

MinisterZalm

Ik zou er overigens graag 19% btw voor over hebben als er weer eens een Elfstedentocht kwam, maar dat terzijde.

De heer De Nerée vraagt naar de mogelijkheden om uitzonderingen te maken in de btw-sfeer als het gaat om energiezuinige producten.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Bijvoorbeeld spaarlampen.

MinisterZalm

Dat is niet het geval. De Zesde btw-richtlijn definieert bepaalde groepen goederen die al dan niet onder het verlaagde tarief mogen vallen. Het doet er daarbij voor de classificatie niet toe of dat dan biologisch mooi gekweekte spullen zijn of dat het energiezuinige of milieuvriendelijke producten zijn. Er is dus geen mogelijkheid om via btw-differentiatie het milieu of de energiezuinigheid te dienen. Dat zal dan echt via andere instrumenten moeten.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Ik kwam met het voorbeeld van spaarlampen. In allerlei milieurichtlijnen worden er uitzonderingen gemaakt voor bepaalde producten. Dat geldt ook voor energie-intensieve industrie, voor zover er convenanten tegenover staan. Waarom is het niet mogelijk die mogelijkheid te creëren binnen de btw? Waarom komt er geen verlaagd tarief om dit soort producten te stimuleren? Dat werkt ook niet concurrentieverstorend. Het zou goed zijn als u dat meeneemt in de discussie. Het is op het ogenblik zo versnipperd over diverse richtlijnen dat niemand door de bomen het bos nog ziet.

MinisterZalm

Dat is een iets andere vraagstelling. De vraag in hoeverre dat wenselijk is, kunnen wij meenemen in de algemene btw-discussie.

Voorzitter. Op de vraag over de energienota en het commissionairsmodel heb ik een kort antwoord. Wij hebben een alternatief voor het commissionairsmodel ontwikkeld, waar overigens niet iedereen gebruik van wil maken. Misschien is het beter als ik deze vraag verder schriftelijk beantwoord. Het is een vraag voor de iets langere termijn dan dit Belastingplan en het is vrij ingewikkeld.

Alle thuiszorg heeft een vrijstelling, als er een indicatie voor thuiszorg is. Dat staat los van de vraag wie de thuiszorg verstrekt. Ik denk dus dat de vraag op een misverstand berust.

De heer Slob heeft ingewikkelde vragen gesteld over Charles Tijmens. Hij vroeg hoe het zit met een woning die ook onderdeel is van het bedrijf en hoe je een verbouwing meeneemt in de grondslag. Verbouwingskosten moeten normaal gesproken volledig in de heffingsgrondslag worden meegenomen over het jaar waarin de kosten worden gemaakt. Voor een zeer kostbare en ingrijpende verbouwing is er een termijn van tien jaar, omdat er dan als het ware een nieuwe woning is ontstaan. Ik hoop dat dit antwoord aan de vraag van de heer Slob tegemoetkomt.

De heerSlob(ChristenUnie)

Dit heeft alles met mijn vraag over de meerjarige herzieningstermijn te maken. De discussie ging over de vraag of het onder de termijn van één jaar of de termijn van tien jaar zou vallen. U hebt hier een heel duidelijk antwoord op gegeven, dus ik ben zeer content. Soms valt het mee en soms valt het tegen, maar nu valt het mee.

MinisterZalm

Daar ben ik blij om. Mijn ambtenaren hebben uw vraag beter begrepen dan ik.

De heerSlob(ChristenUnie)

Ik neem aan dat dit ook geldt voor de kostbare diensten. Als u nu gewoon ja zegt, dan zijn wij daar ook uit.

MinisterZalm

Dit behoeft enige nuancering. Dus ik geef het woord aan de heer Bek.

De heerBek

In het verhaal van de minister zat de nuance dat verbouwingskosten worden meegenomen in het jaar dat ze gemaakt worden, tenzij de verbouwing zodanig ingrijpend is dat er min of meer een nieuw goed ontstaat. Dat geldt ook voor de kostbare diensten, zoals de heer Slob ze noemt. Dat begrip is opgenomen in het constructiewetsvoorstel dat nog bij de Kamer ligt. Als ze gekapitaliseerd worden door de ondernemer en afgeschreven op de dienst, dan zou de termijn van vijf of tien jaar gelden. Als ze niet gekapitaliseerd worden en het lopende uitgaven betreft, dan geldt die termijn van één jaar. Met die nuance klopt het wat de minister zegt.

De heerSlob(ChristenUnie)

Ik ben blij met de verwijzing naar het wetsvoorstel dat hier nog steeds ligt en dat niet verder in behandeling wordt genomen. Daar heb ik zelf ook aan gerefereerd. Dat zou natuurlijk ook meer duidelijkheid hebben gegeven. Met dit antwoord kan ik echter goed leven.

MinisterZalm

Er is een amendement ingediend dat tot doel heeft het bedrag van 1 mld. voor de voorfinan­ciering in 2009 daadwerkelijk terug te storten in het FES. Ik neem nu een iets bredere aanvliegroute. Dit slaat natuurlijk op een volgende kabinetsperiode. Of dit amendement wordt aangenomen, is van betrekkelijk belang. Straks bij de kabinetsformatie worden er bepaalde afspraken gemaakt over de komende kabinetsperiode. Dat kan tot gevolg hebben dat dit amendement weer geheel van tafel wordt geveegd. Ik kijk even naar de verschillende verkiezingsprogramma's en de ruimtesom van het CPB. De Kamer moet zich realiseren dat die som een all-inberekening is, dus inclusief alle FES-ruimte. Als u die 6,5 mld. in uw verkiezingsprogramma helemaal heeft belegd met mooie plannen en dat programma ook nog wordt uitgevoerd, is er geen ruimte meer in het FES. Bij aanvaarding van het amendement krijgt u dus niet bovenop het bedrag in uw verkiezingsprogramma nog 1 mld. nieuwe ruimte. Ik weet niet of alle politieke partijen zich hebben gerealiseerd dat de ruimte die het CPB heeft becijferd een all-inruimte is inclusief FES. Ik geloof niet dat alle partijen – en ik druk mij zorgvuldig uit – voor een miljard of zeven gecumuleerd FES-waardige projecten in hun programma hebben, zelfs de VVD niet. Er zal sowieso iets met het FES moeten gebeuren na ommekomst van de verkiezingen en de start van de formatie. Deze kleine "onthulling" wilde ik even doen voor het geval u zich dat niet allen realiseerde. Ik zie overigens blikken van een aantal politici waaruit blijkt dat zij het al wisten.

Ik vind het amendement dus nogal betrekkelijk, want wat bewerkstelligt het behalve een symbool? Beleefdheidshalve laat ik het oordeel over het amendement aan de Kamer over. Ik weet niet precies wat de betekenis is van het al dan niet aanvaard worden van dit amendement.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Er is geen regeling getroffen voor wat er naderhand gebeurt. Bij de berekening van de voeding van het FES van 40,2 mld. is 1 mld. bedoeld voor de lastenverlichting 2007. Het enige wat wij met dit amendement doen, is zeker dat het geld weer in het FES terechtkomt, vermeerderd met rente, op het moment dat het geld uit Brussel komt door de vermindering van onze afdrachten. Wat er dan verder met de FES-gelden gebeurt, is natuurlijk afhankelijk van beslissingen van het nieuwe kabinet. Het is iets anders of je het in de algemene middelen laat opgaan dan wel in het FES stopt in de wetenschap dat er dan nog een extra beslissing moet worden genomen over de bestemming van de gelden. Dat is de symboliek van het amendement.

De heerCrone(PvdA)

In het algemeen geldt voor bijna alles wat wij hier beslissen dat een volgend kabinet andere tarieven en dergelijke kan vaststellen. Nu ook de rente erbij moet worden gevoegd, geef ik graag steun aan het amendement. Ik geef de minister toe dat het meer een politieke uitspraak is dat het geld teruggaat in het FES en nu even is geparkeerd voor lastenverlichting. Ik maak het niet zwaarder dan het is, want hij heeft gelijk dat het allemaal anders kan uitpakken.

MinisterZalm

Ik zou met mij eigen woorden in strijd komen als ik hierop nog verder inging.

Ik stap dan ook over op het punt van de heer Van der Vlies over de financiering van het miljard aan lastenverlichting. De afdrachtkorting op onze contributie gaat in 2007 in, maar omdat de ratificatieprocedure tijd vergt, komt dat geld pas in de kas in 2009. In dat jaar krijgen wij het miljard voor 2007, het miljard voor 2008 en het miljard voor 2009 in de kas. Het was ook denkbaar geweest om te zeggen: op transactiebasis heb ik dat miljard en laat de kas maar even gaan. Er is immers structureel dekking. Wij hebben er een toefje degelijkheid aan toegevoegd door voor de zekerheid te doen aan voorfinanciering uit het FES, omdat het theoretisch mogelijk is dat de ratificatie misloopt. Wij hebben dan in ieder geval voor 2007 en 2008 een dekking beschikbaar, geen mooie, maar wel een dekking. Ik ben natuurlijk altijd heel gevoelig voor kritische opmerkingen van de heer Van der Vlies. Ik bedoelde dan ook aan te geven dat het ietsjes degelijker in elkaar steekt dan hij op het eerste gezicht dacht. Ik hoop dat althans aannemelijk te hebben gemaakt.

De heerVan der Vlies(SGP)

Dat had ik zo wel begrepen. Vandaar dat het amendement mij ook wel uitkwam, want als je tijdelijk iets uit het FES financiert, moet dat geld weer in het FES terug zodra je het krijgt. Dat laatste moet nog gebeuren en het perspectief daarop is wel positief, maar de minister zei terecht dat je niet weet wat er nog weer eens fout kan lopen. Ik heb daaraan toegevoegd dat het dan ook een andere kabinetsperiode is. Je weet niet wie dan aan de knoppen zit, welke prioriteiten dan gelden en welke bestemmingen worden aangereikt en moeten worden bevochten. Dat was een beetje het onzekere klimaat waarin ik die opmerking maakte.

MinisterZalm

Ik dank de heer Van der Vlies voor deze reactie.

Ik kom op de heffingsrente. De heer Crone vroeg of de Belastingdienst de heffingsrente achterwege kan laten, vooral als de Belastingdienst zelf er medeschuldig aan is dat iets is misgegaan. Dat kan, zij het dat het wel altijd op verzoek moet zijn van de desbetreffende belastingplichtige. Het systeem zelf brengt automatisch heffingsrente in rekening. Wij konden daarom ook tegemoetkomen aan de redelijkheid waarmee de Ombudsman ons op dit punt aansprak, maar dan moeten belastingplichtigen wel zelf opkomen tegen in rekening gebrachte heffingsrente. Dat is ook de lijn die wij proberen te volgen bij het uitvoering geven aan de aanbevelingen van de Ombudsman.

De heerCrone(PvdA)

Ik heb er juist ook op gewezen dat dit vooral gebeurde nadat het nieuwe stelsel was ingevoerd. Normaal gesproken geldt zoals mevrouw Van Vroonhoven dat zo ferm zei: regels zijn regels, betalen! Maar bij een nieuw stelsel vind ik juist dat je moet bezien of er wel voldoende informatie is geleverd, of de Belastingdienst optimaal is georganiseerd en optimaal heeft gefunctioneerd en ervoor heeft gezorgd dat het systeem goed werkte. Het is nu duidelijk dat dit alles niet het geval is geweest, dat op alle punten tekort is geschoten: voorlichting, individuele afhandelingsgevallen. De Ombudsman zei dat sommige mensen een dubbele heffingskorting hebben gekregen terwijl de Belastingdienst toch uit het eigen computersysteem wist dat de combinatie met het partnerinkomen niet klopte. Ik vind het dan wat zuur dat mensen zelf moeten weten dat zij in beroep mogen gaan, want zij denken natuurlijk dat zo de regels zijn en dat ze moeten betalen! Op welke titel kunnen zij dan in beroep gaan? Ik zou graag zien dat in de sfeer van de voorlichting de mensen waarom het hier gaat duidelijk werd gemaakt dat zij ertegen in beroep kunnen gaan. Eigenlijk zou generiek moeten worden besloten om die heffingsrente niet te gaan innen.

MevrouwVan Oudenallen(Groep Van Oudenallen)

Voorzitter. Heel vaak wordt achteraf gezegd dat men in beroep had moeten gaan op het moment dat die heffingsrente in rekening werd gebracht. Mag men in dit geval wel achteraf in beroep gaan, of vervalt dat recht omdat men niet gelijk heeft gereageerd?

De heerCrone(PvdA)

Als nog uitgezocht moet worden wat er allemaal kan, is dit misschien wel een mooi punt voor het plenaire debat!

MinisterZalm

De algemene lijn is dat als mensen een verzoek doen tot kwijtschelding van heffingsrente vanwege het feit dat zij ongevraagd die heffingskorting uitbetaald hebben gekregen, dat verzoek wordt gehonoreerd. Dat is de algemene lijn, ook als dat verzoek nu wordt gedaan. Vanaf 2004 wordt op het aangiftebiljet ook een specifieke vraag rond die heffingskorting opgenomen. Ook zullen wij graag in de voorlichting meer aandacht besteden aan de mogelijkheid tot kwijtschelding van die heffingsrente.

Voorzitter. DIGD!

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Komt de minister nog op grensarbeiders?

MinisterZalm

Neen, dat was niet mijn bedoeling!

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Welnu, daarvoor geldt hetzelfde. Sommige grensarbeiders hebben een aanslag over hun inkomsten gekregen in België. Daarna bleek dat een te hoge aanslag te zijn geweest en België heeft die dan ook verlaagd. Daarna heeft Nederland een aanslag opgelegd tot een hoger bedrag dan aanvankelijk en daar is heffingsrente over verschuldigd. De zaak zou rondgelopen hebben als België ook een heffingsrente zou kennen, namelijk over de betaling die te hoog was geweest en een vergoeding van heffingsrente, maar dat is niet het geval. Die mensen worden geconfronteerd met een hoge heffingsrente, terwijl de Belastingdienst in het verleden tegen hen gezegd schijnt te hebben dat ze zich geen zorgen hoefden te maken. Ik hoop dat ik deze mensen niet hoef aan te raden om naar de Ombudsman te stappen.

MinisterZalm

Ik kom hier schriftelijk op terug.

Voorzitter. De heren Crone en Irrgang hebben vragen gesteld over DigiD. Meer in het bijzonder vroegen zij of de ontheffing ook geldt voor sociale raadslieden en vakbondsmensen die helpen bij het invullen van de belastingaangifte. Kunnen ouderen die zelf geen DigiD hebben aangevraagd, toch digitaal aangifte laten doen? Het is overigens wel het uitgangspunt dat alle particulieren die via het internet aangifte willen doen, over DigiD moeten beschikken.

De invulhulp van de FNV en de hulp van sociale raadslieden en ouderenbonden vallen net als de hulp bij aangifte onder de vrijstelling van de verplichting tot gebruik van DigiD. Ik kan dus alle ouderen geruststellen die gebruikmaken van een erkende hulporganisatie voor belastingaangiftes, zoals een ouderenbond: zij kunnen gewoon gebruikmaken van hun bestaande code in plaats van van DigiD. Als ze geen gebruikmaken van zo'n hulpinstantie, moeten ze net als andere Nederlanders via hun DigiD inloggen.

De heerIrrgang(SP)

Geldt die ontheffing ook voor een belastingadviseur?

MinisterZalm

Het heeft echt alleen betrekking op organisaties als ouderenbonden, vakbonden en sociale raadslieden. Verder geldt het ook voor mensen die hun hulpvraag bij de Belastingdienst neerleggen. Het geldt dus niet voor commerciële belastingadviseurs.

De capaciteit voor controle en toezicht is in 2006 uitgebreid. De Belastingdienst werft daarvoor mensen en ook in de komende jaren zullen wij extra aandacht besteden aan het toezicht.

Mevrouw Dezentjé Hamming vraagt mij naar mijn ideeën over successierechten. Wij stellen nu een heel bescheiden verandering voor. Je komt namelijk alleen uit op een percentage van 68 voor de successierechten als je buiten de eerste lijn, neven en nichten, schenkt. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een vriend of een vriendin. Wij willen hiermee symbolisch aangeven dat het moeilijk te rechtvaardigen is om via de belasting meer dan twee derde van een bedrag af te pakken. Dat is de reden dat wij het toptarief hebben afgeschaft en van 68% naar 63% zijn gegaan. Vanaf nu mag de fiscus dus in het slechtste geval nog maar iets minder dan twee derde van je afpakken.

Dit kabinet zal verder geen voorstellen meer doen voor veranderingen van het successierecht. Sommige partijen hebben hierover overigens wel iets opgenomen in hun verkiezingsprogramma's. Het is dus aan een volgend kabinet om met nieuwe voorstellen te komen.

De heer Irrgang heeft gesproken over het ESB-artikel van de heer Van Denderen. Hij heeft een beschouwing gegeven van de mogelijke opbrengsten van successierechten. Dat is natuurlijk nog niet in 2011 aan de orde. Nalatenschap is voor een deel een sociaal-cultureel verschijnsel. Laat iemand zijn nabestaanden wat na of wil hij met ongeveer hetzelfde vermogen vertrekken als hij is binnengekomen? Voor een deel zijn de financiële markten bij het onderwerp betrokken; zijn deze in staat om vermogen dat nu niet te liquideren is, toch te liquideren? Daarin doen zich ook innovaties voor. Het is dan ook moeilijk om voorspellingen te doen over wat mensen in 2040 nalaten. Wat is dan de norm en de standaard en wat is er dan inmiddels veranderd, zowel in de sociaal-culturele sfeer als in de sfeer van de financiële producten? Mensen die nu weten dat zij niet al te lang meer te leven hebben, kunnen op een bepaalde manier het vermogen dat zij hebben liquide maken. Zij doen dat ook, zeker als zij geen nabestaanden hebben. Dat zijn ontwikkelingen die van grote invloed zijn op de uiteindelijke erflating en op het successierecht. Ik durf dus niet, zoals bij de normale loonbelasting of AOW-premie, becijferingen te maken op een punt dat zo gevoelig ligt. Betrokkenen hebben dat zelf in de hand. Dit is wat werd bedoeld met het antwoord dat voorzichtig moet worden omgesprongen met het extrapoleren van kasrealisaties in de toekomst.

De heerIrrgang(SP)

In het artikel wordt een aantal structurele factoren genoemd waarmee aannemelijk wordt gemaakt dat de opbrengst van de successieheffing wel eens flink zou kunnen stijgen. Er komen steeds meer mensen waarvan de kinderen niet erven, omdat er meer mensen zonder kinderen zijn, en de vermogensopbouw groeit. Dat is toch wel redelijk aannemelijk. Ook de verwachte sterftecijfers kunnen worden geëxtrapoleerd. Misschien is het vanuit budgettair belang verstandig om daar nader naar te kijken in plaats van het onderwerp op deze manier af te doen. De cijfers zijn redelijk indrukwekkend.

De heerVendrik(GroenLinks)

Het Centraal Planbureau heeft bij de vergrijzingsstudies aangenomen dat zich in de loop van de komende decennia een zekere belastingmix voordoet waaruit belastingopbrengsten tevoorschijn komen. Dat is allemaal van invloed op het houdbaar­heidstekort. De discussie die Irrgang aansnijdt, past daar naadloos in. De fiscaal specialisten van Financiën zouden dat nog eens moeten bekijken. In het kader van de verdieping van het vergrijzingsdebat en de kennis daarover zou ik het zeer waarderen als Financiën daartoe een poging wil wagen. Hoe ziet die belastingmix eruit? Wat gaan de verschillende samenstellende delen van de belastingopbrengsten doen in de komende decennia? Wat is de verwachting? Laat de financieel specialisten de kennis daarover verdiepen en de Kamer en het CPB daar deelgenoot van maken. Een deel van de ambtenaren is blij gemaakt met die Hummernotitie en nu is misschien het andere deel aan de beurt om blij gemaakt te worden met prachtig intellectueel werk.

MevrouwVan Oudenallen(Groep Van Oudenallen)

Een x-aantal mensen wijkt uit naar België voor heel kleine bedragen. Er is sprake van een kapitaalvlucht uit Nederland. Als de minister dan toch bezig is met een notitie, misschien moet dan ook berekend worden om welke bedragen mensen verdwijnen en wat de invloed daarvan is op de economie?

De voorzitter:

U doelt op de financiële asielzoekers.

MinisterZalm

Iedereen lijkt er positief over dat ik de handschoen opneem om hierop eens wat dieper in te gaan. Om daar alvast een voorschotje op te nemen: niet alle factoren wijzen op meer opbrengsten uit successierechten. Er zijn inderdaad meer mensen zonder kinderen. Hun nalatenschap zal hoger worden belast, maar het gaat daarbij natuurlijk juist om mensen die minder de neiging zullen hebben om iets na te laten. Met behulp van allerlei financiële producten, zoals het kopen van lijfrentes, kunnen zij ervoor zorgen dat zij uiteindelijk niets nalaten. Een hoog tarief over een bedrag van 0 blijft natuurlijk 0. Verder leidt de stijging van de levensverwachting ertoe dat er minder te erven valt, omdat men dan langer inteert op het vermogen. De heer Irrgang noemde drie ontwikkelingen die kunnen zorgen voor een hogere opbrengst. Daar heb ik nu iets tegenover gezet, zodat hij vanavond niet naar bed gaat met het idee dat de gouden bergen vanzelf naar ons toe komen. In het ESB-artikel is overigens een wat ongelukkig basisjaar gekozen. 2005 was het jaar van de grote inhaalslag op het gebied van successierechten. De kasopbrengst was daardoor in dat jaar uitzonderlijk hoog.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

De minister heeft gezegd dat allerlei financiële instrumenten worden gebruikt om te voorkomen dat successierechten worden betaald. Deze instrumenten zorgen echter ook voor gelden om het vergrijzingsprobleem aan te pakken, bijvoorbeeld doordat mensen vaker hun eigen huis opeten als zij geen kinderen hebben. Kan de minister dat in zijn studie meenemen?

MinisterZalm

Wij zullen de notitie breed opzetten en daarbij kijken naar zowel de grondslag als het tarief. De grondslag is vooral een ramingstechnisch verhaal. Mevrouw Van Oudenallen heeft gevraagd naar de internationale verhoudingen en het risico dat mensen bij een hoog Nederlands tarief naar België vertrekken voordat er iets te erven valt. Dit gebeurt overigens vooral bij nv's. Deze twee aspecten zullen wij proberen te splitsen. Zeker op het punt van de beleidsmatige consequenties kan ik uiteraard niet vooruitlopen op de keuzes die tijdens de formatie van het nieuwe kabinet worden gemaakt.

MevrouwDezentjé Hamming(VVD)

Het gaat misschien wat ver in het kader van deze notitie, maar er kan ook een berekening worden gemaakt van het bedrag waarmee de successierechten kunnen worden verlaagd indien ervoor wordt gekozen om de totale inkomsten te bevriezen.

MinisterZalm

Dat is een interessante dimensie. In het kader van de toegeeflijkheid zal ik dat dan ook maar toezeggen.

De heerVendrik(GroenLinks)

Dan weet ik er ook nog wel een paar.

MinisterZalm

Die hoor ik graag. Het aantal ambtenaren moet toch enorm worden ingekrompen, dus dan kunnen zij dat ter voorbereiding op hun wachtgeld gaan uitzoeken.

De heerVendrik(GroenLinks)

Uit de toelichting van de minister begrijp ik dat hij aan zijn ambtenaren vraagt om een toekomstgerichte notitie te maken die wordt toegespitst op de successierechten. In het vergrijzingsdebat is de breedte van het probleem juist het meest interessant. De notitie kan breder worden gemaakt door te kijken naar verschillende varianten en naar wat er met de opbrengsten kan worden gedaan.

MinisterZalm

Ik wil de notitie graag beperken tot de successierechten. Die berekening van mevrouw Dezentjé is met de pink te doen. Indien je de grondslagontwik­keling bij een ongewijzigd tarief kent, weet je ook welk bedrag er beschikbaar is voor verlaging. Ik zal dat dan maar in een voetnoot zetten, om de heer Vendrik niet tezeer te verstoren.

De bedrijfsoverdrachten zitten een beetje in dezelfde sfeer als de successierechten. De heer De Nerée heeft mij gevraagd om snel een brief te schrijven in reactie op de brief van LTO Nederland. Ik heb de brief nog niet, maar zodra ik deze heb, zal ik proberen hem zo snel mogelijk te beantwoorden. Ik heb begrepen dat de brief bij de vaste commissie is gearriveerd en zal worden doorgeleid. Ik zal schriftelijk reageren.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Ik heb u zojuist de notitie gegeven die wij ook allemaal hebben gekregen.

MinisterZalm

Dan is het misschien het meest ordentelijk dat wij de hele kwestie rond de bedrijfsoverdrachten nog eens bezien naar aanleiding van mijn reactie op de notitie. Meerderen uwer hebben al geconstateerd dat wij in de loop der tijd al veel goeds hebben verricht op het gebied van de bedrijfsoverdrachten. Het kabinet heeft altijd sympathiek gestaan tegenover dit soort zaken.

De heerSlob(ChristenUnie)

Een heikel punt is de discussie over de vraag wat direct of indirect overheidsingrijpen zal zijn. Dit heeft te maken met de inkomstenbelasting. De Hoge Raad heeft hierover een uitspraak gedaan, maar de Belastingdienst legt die eigenlijk naast zich neer.

MinisterZalm

Daar kom ik nog op, maar het staat volgens mij los van de bedrijfsoverdracht; het heeft te maken met de bedrijfsverplaatsing.

Tegen de heer Van der Vlies zeg ik dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Successiewet niet alleen voor erfopvolging in de rechte lijn gelden. Ik vermoed dat er sprake is van een misverstand. Het gaat om een faciliteit waarvoor iedereen die ondernemingsvermogen erft of geschonken krijgt in aanmerking kan komen, ook als er geen familieband is. De regeling is veel ruimer dan de heer Van der Vlies meende. Aan zijn wens is dus eigenlijk al voldaan, namelijk dat de erfopvolger in zijn algemeenheid voor de faciliteiten in aanmerking komt.

De heerVan der Vlies(SGP)

Zijn de percentages en de niveaus dan ook hetzelfde?

MinisterZalm

De driekwart vrijstelling geldt voor iedereen, maar over het andere kwart worden de verschillende tarieven berekend.

Dan kom ik nu op de stakingswinst, door de heer Slob zelfs schijnwinst genoemd. Stakingswinst is winst die steeds onder water is gebleven voor de heffing van de vennootschaps- of inkomstenbelasting, bijvoorbeeld door onderwaardering van activa of overwaardering van passiva dan wel onderwaardering van voorraden. Als het moment van de grote afrekening daar is, komt eindelijk die winst boven water. Dat noemen wij stakingswinst. Er is dan eigenlijk heel lang geen belasting over betaald, dus dat wordt wel eens tijd. Het is zeker geen schijfwinst. Het zijn echte winsten, die al eerder zijn gerealiseerd, maar nog nooit voor belastingheffing in aanmerking zijn gebracht. Dat dit alsnog gebeurt bij de staking van de onderneming is op zichzelf genomen niet onredelijk. Wij zijn op dit vlak aan heel veel wensen van de heer Slob tegemoetgekomen. De mkb-winstvrijstelling is ook van toepassing op de stakingswinst, ook als in het desbetreffende jaar niet aan het urencriterium is voldaan. Dat hebben wij naar aanleiding van een eerdere discussie over werken aan winst besproken. In drie van de vijf jaren voor de staking moet wel aan het urencriterium zijn voldaan; er moet dus wel sprake van zijn dat er ondernomen is. De stakingsvrijstelling geldt ook als men door overlijden of ziekte een tijdje niet aan het criterium heeft voldaan en men binnen twee jaar de onderneming staakt. Als de regeling volstrekt ongeclausuleerd wordt gemaakt zodat altijd 10% korting wordt verleend op de heffing, zoals bij de mkb-winstvrijstelling het geval is, betalen ondernemers die nooit aan het urencriterium hebben voldaan en die op een of andere manier eigenaar zijn geworden van een onderneming bij liquidatie een laag percentage voor de stakingswinst. De verborgen winst kan dan met 10% reductie worden afgerekend. Dat staat haaks op de gedachte achter de regeling.

Wij zijn er sowieso niet op uit om ondernemers hun onderneming te laten staken, want wij willen het liefst dat zij doorgaan. De faciliteit is echt bedoeld voor actieve ondernemers of mensen die dat zijn geweest. Ik denk dat wij de echte knelpunten hebben opgelost, de kennelijke onredelijkheden. Als iemand bijvoorbeeld door ziekte niet meer voldoet aan het urencriterium is het allemaal mooi geregeld. Verder moeten wij niet gaan.

De heerSlob(ChristenUnie)

Ik ben op zich blij met de stappen die er in de afgelopen weken zijn gezet op dit terrein. Het lijkt ons niet onredelijk om een algehele korting van 10% op het tarief voor de stakingswinst toe te passen als in dat jaar voor iemand de mkb-vrijstelling niet geldt. Dan komen wij op een tarief uit dat bijna vergelijkbaar is met het bijzondere tarief dat tot 2001 gold; het zit er ietsje boven.

MinisterZalm

Zo ongeclausuleerd als u voorstelt, kan het juist niet. Als ik morgen een onderneming koop en die overmorgen liquideer, heb ik omdat ik geen ondernemer was in dat jaar geen winstvrijstelling genoten vanwege het urencriterium. Als er vervolgens verborgen winst naar boven komt en ik die als stakingswinst presenteer, wordt echter wel een verlaagd tarief toegepast. Dat is niet de bedoeling van deze regeling. Voor de echte problemen zijn oplossingen gevonden. Ik zie ook geen andere reële problemen meer. Het ongeclausuleerd altijd 10% korting op stakingswinst gaan geven kan tot onbedoelde effecten leiden die ook u volgens mij niet voor ogen hebt. Wij moeten toch proberen om het toe te spitsen om de doelgroep waar het echt om gaat.

U vroeg hoe indirect overheidsingrijpen ook onder de uitvoering van de Wet IB 2001 kan worden gebracht. De in de wet omschreven vormen van overheidsingrijpen wijken af van die in de oude wet uit 1964. De Hoge Raad heeft beslist dat onder overheidsingrijpen ook moeten worden begrepen bepaalde vormen van indirect overheidsingrijpen. Als wij een uitbreiding in de uitvoeringssfeer zouden doen, komen wij op gespannen voet te staan met de wettekst. Ik ben wel voornemens om binnenkort een beleidsbesluit te nemen. Ik ga mij er dus nog nader in verdiepen en ik zal u nog meedelen hoe wij daar binnen de bestaande wet- en regelgeving verder mee kunnen omgaan op een zo sympathiek mogelijke manier. Ik geloof niet dat onze intenties op dit vlak uiteenlopen.

De heerSlob(ChristenUnie)

Welke termijn hebt u daarbij voor ogen? Dit probleem speelt immers al een behoorlijk lange tijd. De uitspraak van de Hoge Raad ligt er ook al een paar jaar.

MinisterZalm

Ik heb een termijn van enkele weken voor ogen.

Er waren vragen over de sluiting van de EIA en de MIA. Dat de sluiting van deze regelingen gekwalificeerd wordt als onbetrouwbaar optreden van de overheid, vind ik bizar. Iedereen weet dat deze regelingen gebudgetteerd zijn. Ik heb echt tot het laatste moment gewacht met het sluiten ervan. Op grond van de cijfers van augustus hadden wij al het vermoeden dat wij dreigden te overschrijden. Wij hebben de regelingen toen nog even het voordeel van de twijfel gegeven. In september kwam de melding dat er inmiddels aanvragen waren gedaan voor een totaalbedrag van 1,6 mld. in één maand terwijl het totale jaarbudget was gebaseerd op investeringen van 1,2 mld. Als bewaker van het budget ben ik gehouden om dan de regeling te sluiten. Ik heb wel afgesproken met de collega's van EZ, LNV en VROM dat ik deze overschrijding niet ga verhalen op het budget voor 2007. Op zich is dit al een gebaar, want normaliter verhaal ik dat op een later jaar. Hiermee wordt dus als het ware de groene kant van de minister van Financiën zichtbaar. Per 1 januari gaat de regeling ook weer open. Wel moeten wij rekening houden met de commentaren en kritieken die er zijn geweest. Een daarvan is: wij hebben misschien liever een lager percentage, als wij maar zeker weten dat de regeling in de loop van het jaar niet dichtgaat. In december moeten de percentages vastgesteld worden. In ieder geval wordt het budget niet gekort: dat gaat op 1 januari gewoon weer open.

Bij een gebudgetteerde regeling ben ik evenals mijn collega's eraan gehouden om het budget te bewaken. Ik moet wel zeggen dat ik het op dit punt niet goed gedaan heb. Natuurlijk kon niemand voorzien dat er in een maand aanvragen kwamen van in totaal 1,6 mld., terwijl 100 mln. gebruikelijk was. Niemand kan daar dus verbaasd over zijn.

Het is ook maar net hoe je er tegenaan kijkt. Je kunt ook als volgt redeneren. Er is in 2006 enigszins onbedoeld een enorme extra investeringsimpuls op groengebied tot stand gekomen en laten wij ons daarover verheugen. Laten wij ons er ook over verheugen dat het budget voor 2007 precies gelijk is gebleven. Dit is een positieve in plaats van een negatieve benadering.

De heerVendrik(GroenLinks)

In mijn bijdrage wilde ik de vinger niet zozeer leggen bij de vraag of de overheid al dan niet onbetrouwbaar is. Dit is het grote verschil met de MEP: iedereen in de markt had namelijk kunnen weten dat dit een gebudgetteerde regeling is. Dat wisten wij ook. Ons punt was echter een andere. De EIA is daar een prachtig voorbeeld van. Die regeling probeert investeringen uit te lokken die in de visie van mijn fractie superbelangrijk zijn. Je kunt denken dat het zeker bij zo'n regeling, die tot doel heeft om energiebesparing in het bedrijfsleven te bevorderen, niet sec om een budgettair besluit gaat, waar je op een boekhoudkundige manier naar kijkt. Je kunt namelijk onmiddellijk een veel breder perspectief kiezen, en wel onder andere beweging in het bedrijfsleven en in de markt tot stand brengen om het tempo van energiebesparing te verhogen en om op duurzame energie over te stappen. Dat grote vraagstuk moet eigenlijk centraal staan bij de beantwoording van de vraag hoe wij verdergaan met deze regeling. Mijn kritiek was vooral dat ik daarover niets terugvind in de stukken. Het lijkt dus een puur budgettaire beslissing te zijn, terwijl het er volgens mij vooral om gaat om het grote doel dichterbij te brengen. De genoemde twee faciliteiten zijn slechts onderdeel van een breder geheel. Hoe gaat het in december verder?

MinisterZalm

Het was inderdaad een wat sobere toelichting. Ik ben dan ook blij dat ik het nu nog wat kan uitdiepen. De investeringen die voor energie-investe­ringsaftrek in aanmerking komen, zijn aanzienlijk hoger uitgevallen dan iemand ooit gedacht had. Eerlijk gezegd, is het de vraag of dat is toe te schrijven aan de EIA. Misschien zijn de hoge energieprijzen ook een stimulans geweest. De idee van de energie-investeringsaftrek is dat die iets te maken heeft met onrendabele toppen. Bij de huidige olieprijs zijn de onrendabele toppen kleiner dan voorheen. Dat zou ook consequenties kunnen hebben voor de redelijkheid van het percentage energie-inves­teringsaftrek dat wordt vastgesteld. Immers, als de markt haar werk doet, is het subsidie-instrument minder nodig. Voor hetzelfde geld was de redenering geweest: bij het huidige niveau van de olieprijs kunnen wij stoppen met enigerlei subsidie op dit gebied en kunnen wij de EIA helemaal afschaffen en sluiten. Dat is niet gebeurd. Toch moeten wij kijken of wij voor 2007 bij de inrichting en de percentages rekening kunnen houden met de bestaande hoge energieprijzen. Ik denk aan het veel grotere volume van energiebesparende investeringen voor 2007. Daarmee hangt samen dat er minder grote onrendabele toppen via de EIA gecompenseerd hoeven te worden. Ik vind dat wij het vrij netjes hebben gedaan. Mijn collega's waren redelijk blij, want normaal gesproken wordt een overschrijding in het ene jaar op het jaar erna verhaald. Dat achterwege laten, is een daad van grote, groene betekenis.

De heerVendrik(GroenLinks)

Als de minister graag een compliment wil ontvangen, wil ik het hem best maken. Ik neem wel aan dat de redenering en de overwegingen die de minister net ten beste gaf, in december in een brief aan de Kamer zullen landen. Mijn punt blijft dat er een hoger doel is. Wat willen wij dat er in de markt op het terrein van energiebesparing geschiedt en welk tempo moet er worden aangehouden? Deze kwesties vallen af te leiden uit de grotere klimaat- en milieudoelstellingen. Een koppeling daarmee zie ik graag. Welke plek heeft de EIA-nieuwe stijl, 2007, gegeven de nieuwe olieprijzen die al dan niet een structureel niveau hebben, in het grotere geheel? Ik hoop dat de brief van de minister daar helderheid over biedt.

MinisterZalm

Ik zal die proberen te bieden.

De heerIrrgang(SP)

In de reactie van de minister hoor ik doorklinken dat hij goed naar dat percentage gaat kijken. Hij heeft natuurlijk gelijk dat het verschil met de MEP is dat daar nooit van tevoren een budgettering is aangekondigd, maar in de praktijk is het in het investeringsklimaat voelbaar dat een regeling die er leek te zijn, plotseling niet meer beschikbaar was. Dat is volgens mij een extra argument om na te gaan of het beter is om volgend jaar een lager percentage aan mensen te bieden, die milieuvriendelijke investeringen of investeringen in zuinigheid willen doen. Dan bied je zekerheid, hetgeen ten goede van het investeringsklimaat komt. Dit speelde bij de MEP ook zo'n rol.

MinisterZalm

Ik vind dat zonder meer een verstandige opmerking. De heer Irrgang zal het met mij eens zijn dat wij niet onnodig grote subsidiestromen naar het bedrijfsleven moeten laten gaan als een kleinere subsidiestroom ook werkt. Ik neem nota van de goede opmerking van de heer Irrgang, maar dat wil niet zeggen dat ik er een volstrekte openeinderegeling van wil maken. Wij moeten alleen opnieuw bestuderen welke verwachtingen ten aanzien van energiebesparende investeringen worden gekoesterd. Ook moeten wij nagaan of het noodzakelijk is dat de overheid stimulansen biedt. Zodoende kunnen wij met een wat lager percentage een groter investeringsvolume faciliteren. Dat zal de uitkomst ervan moeten zijn. Dan worden er ook veel meer energiebesparende investeringen gedaan, overeenkomstig de wens van de heer Vendrik, niet alleen in 2006, maar ook in 2007.

Over het verschil met de wijkontwikkelingsmaatschappijen kan een van mijn ambtenaren beter iets vertellen. Ik weet in ieder geval dat wij het netjes hebben gedaan.

De heerVan Pelt

Vorig jaar is het op grond van informatie over onroerende zaken van voor 2003 en naar aanleiding van het amendement van de heer Crone op zo'n 4,5 mln. geraamd. Aan de hand van nieuwe informatie hebben wij nog een keer gekeken. Nu zijn er vier stapjes van 1 mln. Dit zijn nieuwe ramingsinzichten. Daardoor is het getal ook anders.

De heerCrone(PvdA)

Nu blijkt maar weer dat ik het toen al goed had nagerekend. Ik ben blij dat mijn fractie alsnog gelijk krijgt.

MinisterZalm

Krijgt de heer Crone ook eens gelijk. Dat doet mij ook plezier, vooral als het zo weinig kost.

Over de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid heeft de heer De Nerée een moeilijke vraag gesteld. Hij zegt dat er wordt uitgegaan van 13.000 gevallen en dat intussen de meewerkaftrek van 40.000 als irrelevant wordt beschouwd. Op het ministerie hebben wij wel zitten puzzelen op die startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid. Wij hebben ons afgevraagd of wij het zo moesten "finetunen" dat ook voor deze groep een speciale urenregeling enzovoorts moest worden gemaakt. Ons hart werd wel zo warm bij de idee om het voor gehandicapten die niet helemaal aan het urencriterium voldoen, mogelijk te maken om als ondernemer te starten – in die zin is het anders dan de algemene meewerkaftrek – dat wij de ingewikkeldheden van een nieuwe startersregeling voor lief hebben genomen.

De heerVendrik(GroenLinks)

Deze groep gehandicapten is ook verder goed af te bakenen?

MinisterZalm

Ja, die groep is goed af te bakenen. Bovendien is er voor deze groep niet echt een alternatief. In de man-vrouwverhouding kan men in plaats van de meewerkaftrek tot een reële arbeidsbeloning overgaan, als er echt arbeid wordt geleverd. In het evaluatierapport werd ook geconstateerd dat eigenlijk onduidelijk is waarom men de meewerkaftrek nog gebruikt. Waarschijnlijk is het uit een soort van gemak. Als de partner reële arbeid in de onderneming verricht, mag daarvoor ook een reële beloning worden gegeven.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Ik heb ook een warm hart voor de startersaftrek voor gehandicapten, maar het viel mij op dat 40.000 weinig werd genoemd terwijl u zelf zegt dat u met 13.000 het doel bereikt.

MinisterZalm

De heer Van der Vlies vroeg waarom de startersregeling alleen voor 65-minners geldt. Dat is de meer algemene startersregeling waarop hij doelt. Ik heb goed nieuws voor hem. Tot nu toe gold die, evenals de zelfstandigenaftrek, alleen voor 65-minners. Wij hebben in een moeite door in de nota van wijziging ter uitvoering van de motie-Blok, die inhoudt dat er een halve zelfstandigenaftrek komt, ook voorgesteld om ze een halve startersaftrek te geven. Als 65-jarige mag je niet alleen zelfstandig blijven, maar je mag ook als ondernemer starten. Misschien is dat iets voor oud-ministers!

MevrouwVan Oudenallen(Groep Van Oudenallen)

Is er geen leeftijdslimiet?

MinisterZalm

Nee, je mag op je 90ste nog een onderneming starten.

De heerVendrik(GroenLinks)

Het feit dat het de helft is van de reguliere zelfstandigenaftrek/startersaftrek heeft te maken met de bestaande regeling voor de arbeidskorting? Het is daarnaar gemodelleerd?

MinisterZalm

Nee. Het heeft ook te maken met het feit dat iemand die 65 wordt, ten opzichte van 65-minners voordelen heeft, zoals een AOW-uitkering en een laag tarief in de eerste schijf. Iemand van 65 of ouder heeft dus niet de volledige zelfstandigenfaciliteit nodig.

De heer Vendrik heeft steeds gedacht dat Werken aan winst iets was om Nederland louter in stand-still te houden. Dat was natuurlijk niet de bedoeling, wij willen Nederland vooruithelpen. Wij zijn niet van de stilstand, maar van de vooruitgang.

De heerVendrik(GroenLinks)

Het ging niet over de stilstand, maar over het level playing field. Dat zijn twee verschillende dingen.

MinisterZalm

Met Werken aan winst zijn wij erop uit om de positie van Nederland te verbeteren, om Nederland op te stoten in de vaart der volkeren en te stijgen op de lijst van internationaal concurrerende landen. Het is niet louter defensief in de zin dat wij moeten proberen anderen in te halen, omdat zij op ons vooruit gaan lopen. Dat geldt natuurlijk ook voor de grondslagverbreding, die wij een goede zaak vinden en de R&D-box. Dergelijke zaken helpen een kleine, open economie goed vooruit. Wij zijn daar ook trots op. Ook tegenover mijn collega's ben ik er trots op dat wij dit voor elkaar krijgen en dat wij ze eruit concurreren dankzij alle goede hervormingen, dankzij alle goede belastingtarieven en dankzij de administratievelastenverlaging. Nederland vooruit, dat is de bedoeling van Werken aan winst.

Over de kinderopvang zijn ook vragen gesteld. De heer De Nerée heeft gevraagd hoe het zit met de bonus. Na afloop van het kalenderjaar mocht een bonus worden ingezet als werkgeversbijdrage voor de kinderopvang. Je mag natuurlijk niet oververgoeden. Inmiddels betaalt de werknemer op zijn allerhoogst een derde van de kosten van de kinderopvang. De bonus kan in ieder geval niet verdergaan dan dat, anders wordt deze gewoon belast.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Ik neem aan dat als de werkgever beneden een zesde of een derde zit en de bonus wordt aangewend om het aan te vullen in het jaar daarvoor, deze dan onbelast is. Dat staat echter niet in de overgangsregeling, vandaar dat daarover vragen worden gesteld.

De heerVan Pelt

Er is geen overgangsregeling gemaakt. In de huidige regeling kan de bonus benut worden om de kinderopvang te betalen. De bonus kan dan onbelast worden gegeven. In het nieuwe systeem zijn de kosten anders verdeeld. In het systeem dat voor 2007 geldt, is geen ruimte om een bonus voor 2007 nog onbelast te gebruiken.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Het is mij nog niet duidelijk. Het ging over een bonus in 2007 die gebruikt wordt om de kinderopvangbijdrage voor 2006 te verhogen. De vraag was of die bonus belastingvrij is, voor zover deze beneden het maximum blijft.

De heerVan Pelt

Daarvoor is geen overgangsregeling opgenomen.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Dat is in strijd met de huidige praktijk. Ik dring erop aan dat daarvoor wél een overgangsregeling opgenomen wordt.

De heerCrone(PvdA)

Ik sluit mij daarbij aan.

MinisterZalm

Ik zal dat even bezien.

De heffing jaarlijks kostendekkend vaststellen, lijkt mij wel de regel. De opslag is nu 0,28%. Dat is naar huidige inzichten kostendekkend voor 2007. Uiteraard kan een nieuw kabinet zijn eigen premiepolitiek voeren. Het lijkt mij voor de hand liggend dat wanneer gekozen is voor deze benadering, de werkgevers daarop blijvend worden aangesproken. Als het helemaal uit de algemene middelen gaat, speelt het punt niet. In de voorgestelde methodiek vind ik het wel logisch.

De heer Crone vraagt aandacht voor de administratieve rompslomp die ontstaat als werkgevers volgens cao nog een bijdrage boven de maximumuurprijs geven. Wij denken dat die administratieve problemen niet kunnen ontstaan, want volgens de overgangsregeling die al in de wet is opgenomen, hoeven de werkgevers alleen het meerdere uit te betalen. Dat geldt evenals voor eventuele andere extra's die de huidige regelingen mogelijk kennen, gewoon als belastbaar inkomen. Overigens vermoed ik dat de sociale partners heel snel de bestaande regelingen zullen aanpassen.

De heerCrone(PvdA)

Die aanpassing komt zeker, maar er zijn natuurlijk cao's die de komende maanden of misschien nog wel een jaar doorlopen. Cao's kunnen niet zomaar tussentijds aangepast worden. Dan zit je toch in de bijtelling. Het wordt dan een soort loon in natura. Ik ben daar principieel niet tegen, maar misschien kan daar nog even naar gekeken worden.

MinisterZalm

Wij zullen daar even naar kijken samen met het punt van de bonus.

De heer Van der Vlies wijst op het zelfstandige karakter van de kinderopvang en vraagt zich af of hiervoor niet een afzonderlijk wetsvoorstel had moeten komen in plaats van dat dit punt is opgenomen in het Belastingplan 2007. Dat dacht ik nu precies over de mantelzorgers vorig jaar! Het is een beetje plagerij, mijnheer Van der Vlies. Het had inderdaad afzonderlijk gekund. Het heeft ook even zo voorgelegen. De enige commissies die tempo weten te maken in de Tweede en in de Eerste Kamer zijn die voor Financiën. De enige manier om er zeker van te zijn dat iets per 1 januari ingaat, is een regeling via het Belastingplan en niet via de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Zo ordinair is het. Kinderopvang is wel onderdeel van het financiële bouwwerk rondom werkgeverslasten, koopkracht et cetera. Wij vonden het essentieel dat dit tijdig zou meegaan.

De heerVan der Vlies(SGP)

Ik had niet zo'n haast. Dat is het enige verschil.

MinisterZalm

Ik begrijp de heer Van der Vlies precies.

De heer Van der Vlies vroeg zich ook af, of dit voorstel wel evenwichtig is en meent dat een kindgebonden budget veel evenwichtiger is omdat iedereen daaraan meebetaalt en er voordeel van heeft. Dit is een faciliteit die niet louter ziet op kinderen. Het is een tegemoetkoming voor kinderopvang voor mensen die aan het werk gaan. Er is een koppeling met het werken. Daarover hebben wij bij de algemene financiële beschouwingen van gedachten gewisseld. Ik kan de redenering van de heer Van der Vlies volgen en hij de mijne, maar wij zijn het niet met elkaar eens.

De heerVan der Vlies(SGP)

Met deze nuance, dat niet de suggestie moet blijven bestaan dat mensen die geen beroep doen op de formele kinderopvang niet ook een arbeidsparticiperende bijdrage kunnen leveren. Dat is vaak wel het geval.

MinisterZalm

Dat ben ik met u eens. Dan kom je weer terecht in de discussie over informele en formele zorg, niet alleen voor kinderen maar bijvoorbeeld ook voor zieken. De kwestie van de mantelzorg versus de formele thuiszorg en de formele verpleeghuiszorg. Ook daar accepteren wij dat het ene vergoed wordt en dat daarvoor veel kosten worden gemaakt, terwijl de financiering van de mantelzorg fundamenteel anders is.

De heer Vendrik wenst de huidige voorstellen te zien als een eerste stap op weg naar iets veel mooiers. Ik hoop dat wij tot iets nog mooiers komen, maar dan niet het moois van de heer Vendrik. Dat had hij waarschijnlijk ook niet verwacht. Hij mag het zo zien. Als dat zijn geweten kan sussen zodat hij voor dit Belastingplan gaat stemmen, doet mij dat veel genoegen.

De zelfstandigen krijgen hetzelfde als werknemers. Eigenlijk is dit wel wat pikant. Voor werknemers wordt door de werkgevers over de loonsom betaald. De zelfstandige is dus betrekkelijk goed af in verhouding tot de werknemer. Hij betaalt hetzelfde als de werknemer, terwijl er geen werkgever is die voor hem een bijdrage in de pot heeft gedaan.

De heerVendrik(GroenLinks)

Ik ben heel gelukkig met deze uitkomst. Zelfstandigen profiteren eindelijk ook eens ergens van, hoewel wij langs fiscale weg ook heel leuke dingen voor zelfstandigen doen. Dus ik moet het niet overdrijven. Dan blijft echter de principiële vraag waar de grondslag op gebaseerd is, nu het een collectieve heffing wordt en niet meer een verplichte/vrijwillige werkgeversbijdrage.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Ook mijn vraag heeft betrekking op de kostendekkendheid van de premie. Wat is kostendekkend? Welke groepen worden daarmee bediend? De werkgevers betalen voor de werknemers, maar het is de vraag of zij ook nog een premie aan hun broek krijgen voor zelfstandigen. Dat zou ik onterecht vinden. Dat zou uit de algemene middelen moeten worden bekostigd.

MinisterZalm

De zelfstandigen worden niet bediend via de loonsomheffing. De zelfstandigen worden bediend uit het overheidsbudget. Voor deze grondslag is gekozen om dezelfde reden waarom sociale verzekeringen het loon als grondslag kennen. Het zijn rechten die werknemers toevallen. Dus is dat ook de heffingsgrondslag. Dat is de redeneerlijn. Je zou ook kunnen beredeneren, zoals de PvdA-fractie en waarschijnlijk uw fractie ook doet, dat dit niet gezien moet worden als een werknemersrecht waar ook een zelfstandige toegang toe krijgt, maar als een algemeen recht, een basisvoorziening. Dan kom je uit op de financiering uit de algemene middelen en dan wil je niet meer weten wie het betaalt. Dat is niet de redeneerlijn van het kabinet. Het kabinet baseert dit nog steeds op de tripartiete financiering, waarbij werkgevers mee blijven doen aan de financiering: werkgevers een derde, werknemers een derde en de overheid een derde. Het kabinet wil het alleen niet meer overlaten aan de welwillendheid van de werkgever om die betaling te doen. Het wordt nu netjes omgeslagen. Deze gedachtegang komt dus voort uit de tripartiete financieringsformule en niet uit de formule van de algemene middelen.

De heer De Nerée heeft een vraag gesteld over het bedrag van 6 mln. Het bedrag van 6 mln. betreft alleen de baksteenindustrie. Je hebt echter ook nog glas-, tegel-, beton- en cementfabricage en dan praat je over 30 mln.

Ook is gevraagd of binnenlandse artiesten een kopie van het paspoort moeten inleveren. Het antwoord op die vraag is: ja, dat moeten zij nog steeds doen. Er moet loonheffing worden ingehouden. De opdrachtgever moet dan natuurlijk wel weten met wie hij te maken heeft. Overigens is hier op uitdrukkelijke voorspraak van de vertegenwoordigers van binnenlandse artiesten voor gekozen. Zij willen hun status voor de werknemersverzekeringen houden. Als je één dag in de kas werkt, moet je dat ook doen. Wij proberen de administratieve lasten zo beperkt mogelijk te houden, maar je kunt niet de werknemersstatus behouden en vervolgens niet voldoen aan de registratie die daarvoor nodig is. Wij hebben in dit geval overigens meer gekozen voor de werknemers dan voor de werkgevers. Dat zal de heer Irrgang aanspreken.

De heerIrrgang(SP)

Die sociale premies moeten natuurlijk betaald worden. Het is misschien niet gemakkelijk, maar het is wel mogelijk om een oplossing te vinden. Het gaat bijvoorbeeld om mensen die vijf optredens doen. Daarvoor moeten zij vijf keer met hun paspoort en hun sofinummer komen opdraven. Dat betekent enorm veel administratief gedoe.

MinisterZalm

Ik heb daar wel een oplossing voor. Je kunt als artiest in één keer tien kopietjes draaien en ze in je binnenzak meenemen. Dan ben je zo klaar. Het is wezenlijk om te identificeren wie het is. Het gaat hierbij niet alleen om de premieheffing. De UWV-administratie wordt gevuld vanuit de Belastingdienst. Voor de UWV-administratie is het noodzakelijk om te weten welk individu een recht heeft opgebouwd, bijvoorbeeld voor de WW. Anders zou je het voordeel missen van die ene informatiestroom die via de Belastingdienst loopt. Als een persoon niet bekend is in de UWV-administratie, dan is hij ook niet verzekerd voor de WW. Bij het UWV gaat men er dan van uit dat hij freelancer of zelfstandige is.

De heerIrrgang(SP)

Ik zal hier omwille van de tijd woensdag op terugkomen. Dan zal ik ook een suggestie doen voor een oplossingsrichting. Er speelt wel iets meer dan de minister suggereert. Natuurlijk heeft hij gelijk dat die mensen geregistreerd moeten worden. De vraag is alleen of het niet wat eenvoudiger kan.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Ik heb over de regeling dienstverlening aan huis gevraagd of er een goede overgangsregeling is getroffen voor de witte werksters. Enkele bedrijven hebben zich daarin gespecialiseerd en die worden nu geconfronteerd met een abrupt einde.

De heerVan der Vlies(SGP)

Ik zou het op prijs stellen als de minister in dit debat iets zei over de mantelzorgkorting. Ik ben al een paar jaar bezig geweest om die in de fiscaliteit te krijgen. Ik heb begrepen dat er redenen zijn om daar een ander voertuig voor te organiseren. Dat is de Wmo. In november worden de contouren daarvan duidelijk. De behandeling van de begroting van het ministerie van VWS staat voor december op de rol, maar dan is het kabinet demissionair. Wij spreken er nu voor het eerst in het openbaar over en ik zou graag zien dat de minister toezegt dat de randvoorwaarden voor die switch door het kabinet in volle sterkte worden aanvaard. Die toezegging zou ik op z'n minst willen hebben.

MinisterZalm

Er is in overleg tussen de staatssecretaris van SZW en de branchevereniging een overgangsregeling getroffen voor de dienstverlening aan huis en bij mijn weten is de "wittewerkstersclub" daar tevreden over.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Ik heb de informatie gekregen dat niet de gehele sector zich heeft neergelegd bij de uitkomst. Als u daar nog eens naar wilt kijken, vind ik het prima.

MinisterZalm

Er zullen altijd wel klagers zijn bij een overgangsregeling.

De contouren van de heer Van der Vlies voor de mantelzorgkorting spreken mij zeer aan. Hij wil dat de 65 mln. in 2007 daadwerkelijk wordt besteed aan de doelgroep, dat er geen andere dingen mee worden gedaan, dat er geen andersoortig beleid wordt gevoerd en dat er geen geld aan de strijkstok blijft hangen. Dit alles zal vorm moeten krijgen in de regeling die VWS gaat maken. Ik kan hem niet zeggen: als u daarmee niet tevreden bent, heb ik wel een fall-back voor u. Het enige wat de Belastingdienst eigenlijk kan doen, is van iedereen die roept dat ie mantelzorger is, aannemen dat dit het geval is. Je komt dan als je niet uitkijkt uit op een algemene heffingskorting. Uiteraard de nette mensen daargelaten die niet roepen dat zij mantelzorger zijn. Je vernevelt dan 65 mln. over 10 mln. belastingplichtigen en zit dan op € 6 algemene heffingskorting. Dat was ook de financieringsbron. Het alternatieve vehikel dat ik voor de heer Van der Vlies heb, is dat het weer in de heffingskorting gaat, onder het motto: iedere Nederlander wordt geacht mantelzorger te zijn. Dat is natuurlijk niet de bedoeling van de heer Van der Vlies. Ik zet mij er, ook als lid van het kabinet, graag voor in om mee te helpen om de punten die hij heeft genoemd zo goed mogelijk in de mantelzorgregeling opgenomen te krijgen.

De invoeringsdatum is dan natuurlijk 1 januari 2007, maar hierbij kan uiteraard een zekere mate van terugwerkende kracht van toepassing zijn, omdat je in de loop van het jaar 2007 de uitkering over dat jaar kunt verschaffen. Daarnaast meen ik dat de mantelzorg zodanig breed wordt ondersteund, dat ook een demissionair kabinet dit moet vatten onder al die dingen die het moet doen in 's lands belang.

De heerVan der Vlies(SGP)

Het was natuurlijk iets wat in de wet zat, daar uitgaat en ergens anders wordt neergelegd. Eigenlijk zou je dan gelijk willen oversteken, maar dat nieuwe traject moeten wij in november nog krijgen. Dat geeft politiek-bestuurlijk een bepaalde onzekerheid. Ik kan daarmee leven, maar vind wel dat de minister moet erkennen dat er een resultaatsverplichting ligt voor het kabinet en geen inspanningsverplichting. Het verschil daartussen kent hij goed genoeg om te weten wat ik hiermee heb gezegd.

MinisterZalm

Het is wél in de wet opgenomen via de begroting van VWS. Het is dus een begrotingsvoorziening in plaats van een fiscale voorziening. Het is inderdaad een resultaatsverplichting, met dien verstande dat tot het onmogelijke niemand is gehouden. Ik vind dat wij erop in moeten zetten, het ernaar te leiden dat het ook is wat u als randvoorwaarden hebt genoemd. Ik kan natuurlijk niet in the blind zeggen dat het allemaal eenvoudig zo wordt geregeld. Mijn inzet is gericht op het verkrijgen van dat resultaat.

De heerVan der Vlies(SGP)

Over de switch valt na te denken, maar het gaat om een vorig jaar nagenoeg Kamerbreed aangenomen amendement. Er was slechts een fractie tegen. Het kan natuurlijk niet zijn dat de Kamer uiteindelijk met lege handen het nakijken heeft. Dat kunnen wij elkaar niet aandoen.

MinisterZalm

De Kamer is nog tot daaraan toe, maar de heer Van der Vlies zeker niet.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Mogen wij het een voorwaardelijke resultaatsverplichting noemen, net zoiets als een voorwaardelijke opzet?

De voorzitter:

Ik maak de leden erop attent dat het er nu naar uitziet dat de plenaire afhandeling aanstaande woensdagavond niet om half tien, maar om tien uur is. Dat hangt uiteraard samen met de agenda.

Ik concludeer dat de minister nog kijkt naar de overgangsregeling kinderopvang en bonussen en dat hij in het kader van de ib komt met een beleidsbesluit, dat niet direct hiermee hoeft samen te hangen. Er komt nog een schriftelijke reactie van de minister over bedrijfsoverdracht in het kader van de hem niet bekende brief van het LTO die hem hier is overhandigd.

De kwestie van het Wibuz-rapport is aan de commissie zelf. Dat geldt ook voor de Europese milieudimensie inzake de auto. Er is op dat punt geen samenhang met de behandeling van dit Belastingplan.

De minister komt nog voor aanstaande woensdag met een brief waarin de mineralogieheffing wordt verduidelijkt.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Daar is al antwoord op gegeven!

MinisterZalm

Dat heb ik mondeling al gedaan.

De voorzitter:

Die toezegging kan dan worden geschrapt.

Dan krijgen wij van de minister voor woensdag nog de nota van wijziging in verband met de artiestenregeling.

De btw-tarieven voor cd's, boeken en cd-roms stelt de minister in Europees verband nog aan de orde en staan niet in relatie tot dit Belastingplan.

De minister zal ook nog het commissionairmodel in de energiesector schriftelijk toelichten.

In het kader van de grensarbeiders komt de minister nog met een schriftelijke reactie.

Ten slotte heeft de minister nog een studie toegezegd over successierechten, maar ook dat onderwerp heeft niets te maken met dit Belastingplan.

MinisterZalm

Inderdaad!

De voorzitter:

Als ik dit alles zo correct heb samengevat, kan ik de vergadering sluiten.

De heerSlob(ChristenUnie)

Ik dacht dat de minister binnen enkele weken ook nog met een notitie over bedrijfsverplaatsing zou komen.

MinisterZalm

Een beleidsbesluit!

De voorzitter:

Dat wordt dan nog aan de lijst toegevoegd.

Na dit alles dank ik de minister voor zijn toelichtingen.

Sluiting 18.04 uur.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Crone (PvdA), Bakker (D66), Hofstra (VVD), De Haan (CDA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Halsema (GroenLinks), Kant (SP), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Smits (PvdA), Herben (LPF), Tichelaar (PvdA), voorzitter, Koopmans (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), De Nerée tot Babberich (CDA), Fierens (PvdA), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Heemskerk (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Omtzigt (CDA), Van Egerschot (VVD), Irrgang (SP) en Willemse-van der Ploeg (CDA).

Plv. leden: Rouvoet (ChristenUnie), Koenders (PvdA), Dittrich (D66), Balemans (VVD), Kortenhorst (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Van Gent (GroenLinks), De Krom (VVD), Atsma (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Mosterd (CDA), Jan de Vries (CDA), Hermans (LPF), Mastwijk (CDA), Stuurman (PvdA), Schippers (VVD), Blom (PvdA), Douma (PvdA), Bibi de Vries (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Van Beek (VVD), Gerkens (SP) en Rambocus (CDA).

Naar boven