30 800 XVI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2007

nr. 111
MOTIE VAN HET LID OUWEHAND C.S.

Voorgesteld 18 januari 2007

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat wetenschappelijk onderzoek leert dat ongewervelde dieren over geheugen en leervermogen beschikken en dat er op grond van hun gedrag en de aanwezigheid van opioïden in hun lichaam ernstig mee rekening gehouden moet worden dat zij pijn kunnen ervaren;

constaterende, dat in diverse landen, zoals Groot-Brittannië, Australië, Noorwegen en Nieuw-Zeeland in wetgeving aan ongewervelde dieren expliciet dezelfde status wordt toegekend als aan gewervelde dieren;

constaterende, dat de Wet op de dierproeven geen betrekking heeft op ongewervelde dieren en dat derhalve het aantal dierproeven op deze dieren verricht niet wordt geregistreerd;

overwegende, dat een zorgvuldige behandeling van ongewervelde dieren, vergelijkbaar met die van gewervelde dieren, geboden is;

verzoekt de regering de proeven op ongewervelde dieren te inventariseren naar soort en aantal en openbaar te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ouwehand

Van Velzen

Vendrik

Naar boven