30 800 XV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2007

nr. 76
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juli 2007

In artikel 6, lid 7 Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen ’45 (BBA) is bepaald dat de Centrale organisatie Werk en Inkomen (CWI) aan mij verslag uitbrengt over de wijze waarop de bevoegdheid tot het verlenen van toestemming tot het beëindigen van de arbeidsverhouding is uitgeoefend. Hierbij dient de CWI verslag uit te brengen betreffende: het aantal gevallen waarin toestemming – zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid BBA – is gevraagd, het aantal gevallen waarin toestemming is verleend onderscheidenlijk is geweigerd en de termijnen waarin bedoelde beslissingen zijn genomen.

Zoals te doen gebruikelijk ontvangt u ter kennisneming de jaarpublicatie 2006 met de door CWI verstrekte gegevens over de bij hen in 2006 ingediende en afgehandelde ontslagaanvragen.1

Daaruit blijkt ondermeer dat het aantal bij de CWI ingediende ontslagaanvragen ten opzichte van 2005 met 35% is gedaald naar 48 610. Bij de categorie ontslagaanvragen wegens arbeidsongeschiktheid is het aantal ten opzichte van 2005 met 38% verminderd.

De verleende ontslagvergunning had in 69% van de gevallen betrekking op bedrijfseconomische redenen. Van alle aanvragen om bedrijfseconomische redenen werd 16% via de zogeheten verkorte procedure afgehandeld. Voorts is in 6% van de afgehandelde aanvragen door CWI geen ontslagvergunning verleend.

Over de ontbindingsverzoeken via de rechtbanken blijkt uit het overzicht dat het aantal ten opzichte van 2005 is gedaald met 20% en dat naar schatting 98% van de ontbindingsverzoeken bij de rechtbanken wordt gehonoreerd.

Tevens doe ik uw Kamer hierbij ter informatie toekomen het eindrapport van het onderzoek Ontslagkosten van werkgevers.1 Dit onderzoek is zeer recentelijk door het Hugo Sinzheimer Instituut uitgevoerd in opdracht van de ministeries van Financiën, Economische Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het onderzoek is uitgevoerd om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de kosten die verbonden zijn aan het beëindigen van arbeidsrelaties. De kosten van het onderzoek bedragen€ 120 000,– (incl. BTW): het onderzoek is extern uitgevoerd omdat de hiervoor noodzakelijke expertise niet op de departementen aanwezig is.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven