nr. 74
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2007
Bijgaand treft u de Voorjaarsrapportage cao-afspraken 2007 aan zoals deze
door mijn ministerie is opgesteld1. In deze rapportage
wordt voor het jaar 2006 de stand van zaken gegeven ten aanzien van diverse
cao-afspraken. Daarnaast geeft de rapportage inzicht in de eerste ontwikkelingen
in 2007. De rapportage behandelt de volgende onderwerpen: contractlonen, onderkant
van het loongebouw, loondoorbetaling bij ziekte en arbeidsongeschiktheid,
levensloopregeling, (re-)integratie, employability en werkgelegenheid.
Tevens stuur ik u ter informatie de volgende onderzoeksrapporten met betrekking
tot de thema’s cao en algemeen verbindend verklaren van cao-bepalingen:
– Kwaliteit representativiteitsgegevens bij avv-verzoeken; Stand
van zaken 2006;1
– Evaluatie vereisten algemeen verbindend verklaarde cao-fondsen;
(vorm)vereisten avv’de cao-fondsen en jaarverslagen boekjaar 2005;1
– Algemeen verbindend verklaarde cao-fondsen in 2005: Baten, Lasten
en Reserves;
– Ervaringen van werkgevers met de cao en avv1.
De eerste drie rapporten ontvangt u jaarlijks ter informatie. Het algemene
beeld dat uit het eerste rapport naar voren komt is dat er verbeteringen in
de kwaliteit van de representativiteitsopgaven zichtbaar zijn. Cao-partijen
raken steeds beter bewust van de verplichting om de onderliggende brongegevens
te bewaren. Anderzijds wordt duidelijk dat er nog ruimte is voor verbetering,
met name wat betreft de kwaliteit van de door cao-partijen gehanteerde onderzoeksmethodiek.
Uit het tweede en derde rapport blijkt dat de inzichtelijkheid van de jaarverslagen
van cao-fondsen aanzienlijk is verbeterd.
Het vierde onderzoek is een herhaling van een onderzoek in 2003 (Tweede
Kamer, Niet-dossierstuk 2003–2004, szw0400169). Dit onderzoek geeft wederom een positief beeld over de instrumenten cao en avv. Dispensatie
van algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen blijkt geen belangrijk onderwerp
te zijn voor werkgevers. De aanleiding van het onderzoek is gelegen in de
wijziging van de regels omtrent dispensatie van algemeen verbindend verklaren
van cao-bepalingen, zoals opgenomen in het Toetsingskader AVV. Omdat deze
wijziging in 2009 wordt geëvalueerd kunnen we dit onderzoek als «nulmeting»
beschouwen. Het onderzoek is uitbesteed omdat dit type onderzoek niet intern
kon worden verricht. De met dit onderzoek gemoeide kosten bedragen€ 88 168,–.
De wijziging van de dispensatieregels is met u besproken op 20 december
2006 (Tweede Kamer, 2006–2007, 30 800 XV, nr. 66).
Voor een overzicht van de onderzoeksresultaten verwijs ik u naar de samenvattingen
die in de rapportages zijn opgenomen.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner