nr. 102
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 mei 2007
Hierbij zend ik u de jaarrapportage van de VROM-Inspectie over 2006, getiteld «Samenwerken,
beter handhaven».1 Dit motto is het uitgangspunt
geweest voor de taakuitvoering van de VROM-Inspectie in 2006 en dit uitgangspunt
zal in de komende jaren nog verder worden ingevuld. De uitvoering van het
toezicht maakt een ontwikkeling door. Naast de maatschappelijke opdracht is
er een sterkere focus op het terugdringen van de toezichtlasten, het investeren
in de kwaliteit van het toezicht en het verder versterken van de effectiviteit
en efficiency in het toezicht. Langs deze weg krijgt de modernisering in het
toezicht verder gestalte.
De jaarrapportage 2006 levert een overzicht van projecten en activiteiten
die de VROM-Inspectie in het afgelopen jaar heeft uitgevoerd. Projecten die
op basis van een risicoanalyse zijn geselecteerd en waar het rendement van
het toezicht het grootst is. Zo is prioriteit gegeven aan die onderwerpen
waar de naleving van de regelgeving niet op orde is en/of waar sprake is van
een risico voor de leefomgeving. Op basis van deze aanpak heeft de VROM-Inspectie
in 2006 onderzoeken uitgevoerd, zoals naar de veiligheid van vervallen complexen,
de verrommeling van het Groene Hart, internationale transporten van elektronisch
afval, de naleving in de vuurwerkketen en de brandveiligheid van cellencomplexen
die in unitbouw zijn gerealiseerd. Uit de VI-onderzoeken blijkt dat een goede
naleving en uitvoering van de VROM-regelgeving niet vanzelfsprekend is. Het
vergt een gemeenschappelijke inspanning van alle betrokkenen om de naleving
en uitvoering te verbeteren en zo de risico’s voor onze gezondheid,
veiligheid en duurzaamheid alsmede de sociale risico’s in te perken.
Dit is zeker niet uitsluitend de verantwoordelijkheid van de Inspectie. Toezicht
vormt het sluitstuk van een keten, waarin alle betrokken partijen hun verantwoordelijkheid
dienen op te pakken, zoals burgers, bedrijven, brancheorganisaties en de decentrale
overheden.
In de verdere modernisering van het toezicht staat het woord «samenwerking»
centraal. Samenwerking tussen de rijksinspecties, samenwerking met
de decentrale overheden en ook samenwerking met het bedrijfsleven. Deze inzet
op samenwerking krijgt onder meer zijn invulling via het rijksbrede project «Eenduidig
toezicht». Dit project kent een domeingerichte aanpak, waarbinnen de
activiteiten van de inspectiediensten worden afgestemd op de specifieke kenmerken
van de bedrijven in het domein. Daarbij is het onder meer de inzet om per
domein frontoffices in te stellen, zodat bedrijven met slechts«één
herkenbaar gezicht» te maken hebben op het terrein van toezicht. De
frontoffice heeft een regisserende rol ten opzichte van de betrokken inspecties
binnen het domein. De frontoffice stuurt op een gemeenschappelijke informatie-uitwisseling,
op een gezamenlijke risicoanalyse en op één integraal inspectieprogramma.
Maar daarnaast worden per domein in samenspraak met het bedrijfsleven voorstellen
ontwikkeld om de toezichtlasten substantieel te verminderen, om toezicht meer
vanuit vertrouwen uit te voeren en om het toezicht effectiever en efficiënter
in te richten. In het kader van het project eenduidig toezicht, heeft de VROM-Inspectie
tot opdracht om het toezicht opnieuw in te richten voor de domeinen afvalverwerkende
enverzamelende industrie, chemische industrie, nucleaire industrie en buisleidingen.
Momenteel wordt overleg gevoerd met de bedrijven in deze branches. In de tweede
helft van 2007 zal ik u infomeren over de vernieuwing in het toezicht binnen
deze domeinen.
Naast het project «Eenduidig toezicht» zal de VROM-Inspectie
ook op andere sporen investeren in de verdere modernisering van het toezicht.
Dit betreft ondermeer het professionaliseren van de informatiegestuurde handhaving
en de vergroting van de transparantie in het samenspel tussen de beleidsdirecties
en de VROM-Inspectie. De vernieuwing van het interbestuurlijk toezicht krijgt
mede vorm naar aanleiding van het advies dat de commissie Interbestuurlijk
Toezicht medio 2007 aan het kabinet uitbrengt. Tevens zal de VROM-Inspectie
samen met de andere rijksinspecties bewerkstelligen dat het toezicht vanuit
een cultuur van vertrouwen plaatsvindt. De toezichthouder als bondgenoot van
de samenleving, die het bedrijfsleven de ruimte geeft om te ondernemen en
de eigen verantwoordelijkheid voor de naleving van regelgeving in te vullen.
Het is de opdracht aan inspecties en bedrijfsleven om daar samen in te slagen,
zodat het toezicht selectiever kan worden ingevoerd. Toezicht is een waardevol
instrument voor het realiseren van de beleidsdoelen van regelgeving, voor
het in nationaal en internationaal perspectief borgen van een level playing
field voor het bedrijfsleven en tevens uit oogpunt van een geloofwaardige
en betrouwbare overheid. Maar de inzet en uitvoering van het toezicht zal
de komende periode verder worden vernieuwd, waarbij als uitgangspunt geldt «Meer
effect, met minder last».
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer