30 800 VIII
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007

nr. 181
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 september 2007

In mei van dit jaar heb ik de tijdelijke Commissie Leraren ingesteld. U bent hierover in een brief geïnformeerd (Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 30 800 VIII, nr. 125). Vandaag heeft de voorzitter van deze commissie, Alexander Rinnooy Kan, aan mij het advies «LeerKracht!» aangeboden. Hierbij zend ik u het advies van de Commissie Leraren1. In dit advies waarschuwt de commissie voor het kwantitatieve en kwalitatieve tekort dat op ons afkomt. Ik deel deze analyse. Ik waardeer het dat de Commissie Leraren in zo’n kort tijdsbestek de bouwstenen heeft kunnen leveren voor het beleid op de lange termijn. Hoe we het komende lerarentekort kunnen aanpakken, hoe we de kwaliteit en positie van de leraar kunnen verbeteren, dat zijn de kernpunten waar het de komende jaren om draait. Ik wil dit advies gaan uitvoeren. Dit zal veel inzet kosten, maar ook geld. Wat in de loop van decennia is gegroeid kunnen we niet binnen een paar jaar oplossen, maar in deze kabinetsperiode moeten grote stappen worden gezet. Ik ga nu de hoofdelementen van het advies bestuderen op uitvoering en maatvoering. Eind oktober kom ik met een beleidsreactie.

Samen met het advies van de Commissie Leraren ontvangt u het advies van de Onderwijsraad over de positie van de professional in goed bestuur: «Leraarschap is eigenaarschap». De Commissie Leraren heeft de aanbevelingen van de Onderwijsraad meegenomen in het advies.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven