30 800 VI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2007

nr. 133
MOTIE VAN HET LID ZIJLSTRA

Voorgesteld 6 september 2007

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het optreden tegen haatzaaiende, radicale dan wel radicaliserende imams tekort schiet;

van oordeel, dat ten aanzien van de onderhavige problematiek in het huidige tijdsgewricht niet enkel preventieve, maar juist ook repressieve maatregelen moeten worden ingezet;

constaterende, dat blijkens artikel 6 van de Grondwet aan de vrijheid van godsdienst een grens is gesteld, te weten «behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet»;

constaterende, dat haatzaaiende, radicale dan wel radicaliserende imams vaak in het bezit zijn van een dubbele nationaliteit;

van oordeel, dat een oplossing voor deze groep is het intrekken van de Nederlandse nationaliteit en vervolgens het uitzetten van deze imams;

constaterende, dat het Europese Nationaliteitsverdrag en het Verdrag betreffende beperking van het aantal gevallen van stateloosheid aan een staat, de ruimte laten om van subjecten de nationaliteit in te trekken indien sprake is van gedrag dat de essentiële belangen van de staat ernstig schaadt;

verzoekt de regering op korte termijn te komen met een wetsvoorstel dat het mogelijk maakt om bij gevaar voor de openbare orde en veiligheid van gebedsdienaren met een dubbele nationaliteit de Nederlandse nationaliteit in te trekken en hen het land uit te zetten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zijlstra

Naar boven