30 800 C
Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2007

nr. 4
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 28 november 2006

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties¹ belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst vragen met de daarop gegeven antwoorden. Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Noorman-den Uyl

Adjunct-griffier van de commissie,

Hendrickx

1

Waar is het bedrag van ruim € 9 mln. voor de natuurbeschermingswet en de Flora- en Faunawet op gebaseerd?

De toevoeging van € 9 miljoen aan het provinciefonds is gebaseerd op ramingen van het ministerie van LNV. De ramingen betreffen de kosten die provincies naar verwachting zullen maken voor de verlening van ontheffingen op grond van de Flora- en Faunawet en voor de verlening van vergunningen op grond van de Natuurbeschermingswet. Het bedrag van € 9 miljoen is inclusief de kosten voor toetsing- en handhavingsactiviteiten.

2

Welke stad is geen bevoegd gezag geworden en waarom niet? Zijn gemeenten in dat geval per saldo meer geld kwijt aan het uitoefenen van deze taak dan er wordt gecompenseerd met de 3 fte per gemeente? Is deze vergoeding van 3 fte’s bij 29 gemeenten gelijk aan de € 5,213 mln. die wordt uitgenomen uit het provinciefonds?

De gemeente Lelystad heeft aangegeven niet in aanmerking te willen komen voor de status van bevoegd gezag Wbb, mede omdat het aantal verontreinigingen in haar gebied beperkt is en kan worden aangestuurd door de provincie.

Voor de periode 2002 tot en met 2004 is de vergoeding van de apparaatskosten die met de status van bevoegd gezag Wbb samenhangt in overleg met IPO en VNG overeengekomen. De generieke compensatie van 3 fte bleek gemiddeld genomen voldoende voor het uitoefenen van de Wbb-taken. In sommige gevallen echter niet, aangezien dit afhankelijk is van de mate van de problematiek van de bodemverontreiniging in de steden. Met de evaluatie van de apparaatskosten in 2004, conform afspraak met de interdepartementale Rijksmilieuhygiënische Commissie, is het gemiddelde aantal fte per jaar waarvoor het rijk de vergoeding toekent voor gemeenten verhoogd van 3 fte naar 3,73 fte. Het bedrag per fte is verhoogd van € 68 067,– naar € 77 000,– per fte.

Op basis van de evaluatie van de apparaatskostenvergoeding in 2004 hebben de 29 gemeenten voor de periode 2005 t/m 2009 een voor iedere gemeente specifiek berekende vergoeding ontvangen. Hiermee is een jaarlijks totaalbedrag gemoeid van € 7,180 mln. Het verschil met de € 5,213 mln, die structureel vanaf 2005 uit het provinciefonds wordt genomen, is gelegen in het feit dat de provincies toch een regie- en adviseursrol blijven vervullen voor de 29 gemeenten.

---

1 Samenstelling:

Leden: Kalsbeek (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), voorzitter, Van Beek (VVD), ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Wilders (Groep Wilders), De Pater-van der Meer (CDA), Eerdmans (Groep Eerdmans-van Schijndel), Duyvendak (GL), Spies (CDA), Sterk (CDA), Van der Ham (D66), Algra (CDA), Haverkamp (CDA), Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (Groep Nawijn), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Hermans (LPF), Griffith (VVD), Nijs (VVD), Irrgang (SP), Meijer (PvdA), Özütok (GL), Wagner (PvdA), Vacature (SP) en Vacature (VVD).

Plv. leden: De Vries (PvdA), Fierens (PvdA), Weekers (VVD), Slob (CU), Szabó (VVD), Rambocus (CDA), Vacature (LPF), Van Gent (GL), Çörüz (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Koşer Kaya (D66), Eski (CDA), Knops (CDA), Van Bochove (CDA), Van Hijum (CDA), Hamer (PvdA), Hermans (LPF), Leerdam (PvdA), Wolfsen (PvdA), Vacature (VVD), De Vries (VVD), Van der Sande (VVD), Kant (SP), Tjon-A-Ten (PvdA), Halsema (GL), Dijsselbloem (PvdA), De Wit (SP) en Balemans (VVD).