30 800 A
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2007

28 679
Regels ter bespoediging en vereenvoudiging van procedures met het oog op het zo spoedig mogelijk vergroten van de capaciteit van een aantal hoofdwegen door middel van een betere benutting en verbreding van die wegen (Spoedwet wegverbreding)

nr. 51
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 februari 2007

Hierbij ontvangt u mijn reactie op de ingediende motie van het lid De Krom (Kamerstuk 30 300 A, nr. 71).

De motie bepleit het achterstallig onderhoud aan de Nederlandse wegen zo veel mogelijk te combineren met een vergroting van de beschikbare rijstroken.

Waar mogelijk worden onderhoudswerkzaamheden gecombineerd met weguitbreidingen. Dit levert een kostenbesparing op en beperkt tevens de verkeershinder. Op drie manieren wordt dit momenteel in de praktijk gebracht.

1. Voor onder andere de aanleg van spitsstroken worden voorbereidende werkzaamheden al met het onderhoud meegenomen. U kunt hierbij denken aan werkzaamheden om de draagkracht voor vluchtstroken bij viaducten te verhogen.

2. De aanbestedingsprocedures voor het aanleggen van spitsstroken worden nu al, onder specifieke condities, doorlopen, nog voordat het wegaanpassingsbesluit onherroepelijk is.

  Hierdoor kan na afronding van de wettelijke procedures voor een tracébesluit of wegaanpassingsbesluit een extra strook snel worden opgeleverd. Over bovenstaande aanpak bij spitsstroken heb ik u geïnformeerd met mijn brief van 24 mei 2006 (Kamerstuknummer 28 679. nr. 51).

3. Daarnaast worden, als de onderhoudsstaat van de weg het toelaat, de onderhoudswerkzaamheden zodanig in de tijd gepland, dat deze samen met de geplande werkzaamheden voor verbreding worden uitgevoerd.

Noodzakelijk op voorwaarde voor het aanleggen van een extra rijstrook is, naast het doorlopen van de wettelijke procedures, de beschikbaarheid van financiële middelen uit het MIT.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Naar boven