30 687
Noordvleugel Randstad

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VERKEER EN WATERSTAAT EN VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 augustus 2006

Hierbij bieden wij u de Noordvleugelbrief aan1 waarin het Kabinet de koers voor de Noordvleugel van de Randstad schetst. In deze brief worden tevens de overwegingen gegeven, die voor deze koers bepalend zijn. Daarmee wordt ook aan de regio duidelijkheid geboden en wordt de regio in staat gesteld om uitvoering te geven aan hun taken bij het realiseren van de ambities en opgaven met betrekking tot de Noordvleugel.

Bij brief van 26 april 2006 (TK 2005–2006, 29 435 en 29 283, nr. 164) hebben wij u het Structuurdocument Noordvleugel toegezonden. Het Structuurdocument bevat de ambitie van het Kabinet voor de Noordvleugel en feitelijke informatie over de acht projecten die tot het Programma Noordvleugel horen. In het Structuurdocument is aangekondigd dat het Kabinet mede op basis van de daarin opgenomen informatie en op basis van overleg met regionale overheden en maatschappelijke organisaties tot samenhangende besluitvorming over het Programma Noordvleugel zal komen.

Het Kabinet is van mening dat de internationale concurrentiepositie van de Noordvleugel een impuls nodig heeft. Het Kabinet heeft in nauw overleg met het decentraal bestuur onder meer keuzes gemaakt over de verstedelijking van Almere, de gebiedsontwikkeling van de Haarlemmermeer-Bollenstreek, verstedelijking en infrastructuur in de regio Utrecht en de verdere ontwikkeling van de natuur- en watergebieden («Groen-Blauw») in de Noordvleugel.

Het Kabinet heeft een eerste keuze gemaakt uit de alternatieven/varianten, die in aanmerking komen voor de oplossing van de capaciteitstekort op de weg op de corridor Schiphol–Amsterdam–Almere. De Planstudie Schiphol–Amsterdam–Almere zal worden voortgezet door een afweging van de resterende alternatieven, te weten het Verbindingsalternatief, het Stroomlijnalternatief en het Locatiespecifieke alternatief. In de Noordvleugelbrief zijn de criteria opgenomen, die op een gelijkwaardige wijze bij de afweging zullen worden betrokken. Daarnaast wordt een planstudie openbaar vervoer in de Noordvleugel gestart.

In de bijlage bij deze brief zijn de belangrijkste besluiten uit de Noordvleugelbrief opgenomen.

De beschrijving van de projecten is beknopt gehouden: voor een meer uitgebreide beschrijving wordt verwezen naar het eerder aan de Tweede Kamer toegezonden Structuurdocument.

U ontvangt zo spoedig mogelijk een gedrukte versie van de Noordvleugelbrief.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

S. M. Dekker

BIJLAGE BELANGRIJKSTE BESLUITEN UIT DE NOORDVLEUGELBRIEF

• Het kabinet acht het van groot belang dat alle betrokken partijen in de Haarlemmermeer en de Bollenstreek zich inspannen voor het aanpassen van de bestaande woningbouwbeperkende randvoorwaarden zodat de ruimte voor woningbouw uit de gebiedsuitwerking daadwerkelijk kan worden gebruikt. Het kabinet heeft daartoe de eerste stap gezet door Hoofddorp-West vrij te geven voor woningbouw. Hiermee ontstaat nu al meer ruimte voor de benodigde woningbouw in de Haarlemmermeer. Dergelijke stappen verwacht het kabinet ook van de decentrale overheden in Noord- en Zuid-Holland.

• Gestreefd wordt naar een groei van 60 000 woningen in Almere in de periode 2010–2030. Rijk en regio zullen de ontwikkeling van de west- én oostzijde van Almere nader onderzoeken. Onderdelen van dit onderzoek zijn: het mogelijk maken van de groei van Almere, integrale ontwikkeling van Pampus binnen- en buitendijks, Hout en Spiegelhout, aanleg van een IJmeerverbinding en een adequaat voorzieningenniveau en optimale woonkwaliteit voor de stad als geheel.

• Er komt een samenwerkingsverband van onder meer het rijk, de gemeenten Amsterdam en Almere, de provincies Noord-Holland en Flevoland, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer om een lange termijnvisie voor het IJmeer/Markermeer te ontwikkelen. Tegelijk wordt een pilotproject in uitvoering genomen om vast te stellen welke investeringen in natuurontwikkeling het grootste effect hebben. Het Rijk stelt voor het pilotproject financiële middelen ter beschikking (€ 25 miljoen).

• De bereikbaarheid per auto wordt verbeterd door maatregelen in het kader van de Planstudie Schiphol–Amsterdam–Almere. Het Rijk reserveert hiervoor € 4,5 mld., uitgaande van een woningbouwtaakstelling van 45 000–60 000 woningen voor Almere. Een deel van deze € 4,5 mld. wordt gebruikt voor de bekostiging van een pakket van groen-blauwe maatregelen.

• Op basis van de tussenresultaten van de Planstudie Schiphol–Amsterdam–Almere komt het Kabinet tot de conclusie dat de maaiveldvarianten van het Stroomlijnalternatief en de bovengrondse/verdiepte varianten van het Verbindingsalternatief komen te vervallen. De Planstudie zal worden voortgezet waarbij, gebaseerd op voor- en nadelen, een verdere afweging wordt gemaakt tussen de resterende gelijkwaardige alternatieven te weten: het Verbindingsalternatief, Stroomlijnalternatief en het Locatiespecifieke alternatief. Daarbinnen zijn nog optimaliseringsvarianten mogelijk.

• Voor de verbetering van het woon- en leefklimaat, natuur, waterhuishouding en recreatie kiest het kabinet voor investeringen in groen-blauwe projecten. Gekozen is voor een pakket van investeringen ter grootte van € 150–300 mln. (afhankelijk van de keuze uit de planstudiealternatieven) met daarin de volgende elementen: het aquaduct bij Muiden, de kruising van de Natte As met de A1, de uitvoering van een eerste fase van projecten uit de Groene Uitweg (natuurboulevard, waterberging Horstermeer, recreatieve vaarverbinding, fietspaden en -bruggen, verhoging van de recreatief-toeristische aantrekkelijkheid van de stelling van Amsterdam/Nieuwe Hollandse Waterlinie, maatregelen tot behoud weidelandschap). De daadwerkelijke realisatie van dit pakket zal plaatsvinden nadat de hoofdkeuze over de Planstudie is gemaakt.

• Er wordt een planstudie Openbaar Vervoer gestart om in beeld te brengen wat de knelpunten op middellange en lange termijn zijn en welke kansrijke en kosteneffectieve oplossingen er zijn.

• Het kabinet houdt rekening met een «overloop» van 10 000 à 15 000 woningen vanuit Utrecht naar Flevoland (na 2020).

• Voor (delen van) de Ring van Utrecht en voor de driehoek Amersfoort–Hilversum–Utrecht (A1, A27, A28) wordt een planstudie gestart.


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven