30 673
Wijziging van de Wet sociale werkvoorziening in verband met een betere realisering van de met die wet beoogde doelen

nr. 11
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 8 oktober 2007

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel A, onder 2, wordt «hoofdstuk 4 en de artikelen 13, vierde lid, en 14, eerste lid,» vervangen door: de artikelen 8, 9, 13, vierde lid, en 14, eerste lid,.

b. Het in onderdeel H, voorgestelde artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1°. Het derde lid komt te luiden:

3. De vergoeding, bedoeld in het tweede lid, bedraagt per kalenderjaar:

(A / B) x C

waarbij:

A staat voor de uitkering, bedoeld in artikel 8, eerste lid aan de gemeente waarvan de betrokkene ingezetene is;

B staat voor het op grond van artikel 8, tweede lid, vastgestelde aantal bij de uitkering, bedoeld in artikel 8, eerste lid, behorende minimumaantal arbeidsjaren voor de gemeente waarvan de betrokkene ingezetene is;

C staat voor het aantal door de ingezetene gerealiseerde arbeidsjaren in dat kalenderjaar berekend op honderdsten nauwkeurig waarbij vijfduizendste of meer naar boven wordt afgerond op een honderdste.

2°. Onder vernummering van het vierde lid tot het vijfde wordt een lid ingevoegd, luidende:

4. Iedere maand wordt bij wijze van voorschot 1/12 van de naar het oordeel van het college van de gemeente waarmee de betrokkene zijn dienstbetrekking heeft te verwachten vergoeding betaald. Indien in de loop van het kalenderjaar de te verwachten vergoeding naar het oordeel van dat college wijzigt wordt het voorschot daarop aangepast.

c. In onderdeel I wordt in het voorgestelde artikel 12, vierde lid, onderdeel a, na «aanvaardt» ingevoegd: of arbeid gaat verrichten in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep.

2

In artikel IV, onderdeel B, onder 2, wordt «verzekerde» vervangen door: jonggehandicapte.

3

In artikel VIII, onderdeel D, onder 2, wordt de aanduiding «2.» voor het toe te voegen lid vervangen door: 4.

Toelichting

Onderdeel 1, onder a

In het voorgestelde artikel 1, tweede lid, van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) is geregeld dat indien bij een gemeenschappelijke regeling de uitvoering van deze wet volledig is overgedragen aan het bestuur van een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8 van die wet, dat openbaar lichaam voor de toepassing van de Wsw in de plaats treedt van de betrokken colleges van burgemeester en wethouders doch niet voor zover het betreft de toepassing van hoofdstuk 4 en de artikelen 13, vierde lid, en 14, eerste lid, van de Wsw. Beoogd is daarmee te regelen dat de betaling van de uitkering voor de uitvoering van de hoofdstukken 2 en 3 ook in die gevallen wordt overgemaakt aan het college van individuele gemeenten en die gemeenten ook de betrokken verantwoordingsinformatie aan het Rijk leveren om daarmee invulling te geven aan het versterken van de gemeentelijke regiefunctie en daarbij behorende financiële verantwoordelijkheid van individuele gemeenten. Artikel 10, dat ook in hoofdstuk 4 van de Wsw is opgenomen, betreft evenwel de onderlinge relatie van gemeenten waarop die uitzondering niet van toepassing dient te zijn. Om deze reden wordt in het voorgestelde artikel 1, tweede lid, van de Wsw «hoofdstuk 4» vervangen door «de artikelen 8 en 9».

Onderdeel 1, onder b

In het voorgestelde derde lid van artikel 10 van de Wsw wordt geregeld dat als een geïndiceerde ingezetene is van een gemeente, de uitkering van deze gemeente is vastgesteld op basis van onder meer deze persoon en betrokkene een dienstbetrekking heeft bij een andere gemeente (of een openbaar lichaam waarin de woongemeente niet deelneemt), de gemeente waar betrokkene ingezetene is een vergoeding moet verstrekken aan de gemeente (of het openbaar lichaam) waar betrokkene een dienstbetrekking heeft. In het oorspronkelijk voorgestelde lid wordt de hoogte van deze vergoeding gelijkgesteld aan de uitkering per arbeidsjaar; oftewel het gemiddelde budget per Wsw-plaats. Dit wordt gewijzigd om te voorkomen dat een gemeente het volledige gemiddelde budget voor een Wsw-plaats moet overdragen in de situatie dat betrokkene niet het hele kalenderjaar een volledige Wsw-plaats heeft vervuld. In plaats hiervan wordt geregeld dat de vergoeding die een gemeente moet overdragen gelijk is aan het budget dat is gemoeid met de realisatie van de Wsw-plaats (uitgedrukt in arbeidsjaren).

Daarnaast is op verzoek van gemeenten een lid toegevoegd waarmee wordt geregeld dat de vergoeding maandelijks verstrekt wordt.

Onderdeel 1 , onder c

In het voorgestelde vierde lid, onderdeel a, van artikel 12 wordt geregeld dat als geïndiceerden een gewoon dienstverband aangaan de (her)indicatiebeschikking komt te vervallen. Dit impliceert immers dat iemand ook zonder inzet van de schaarse Wsw-middelen aan de slag kan komen. In aanvulling hierop wordt geregeld dat ook in het geval een geïndiceerde als zelfstandig ondernemer aan de slag gaat, de (her)indicatiebeschikking komt te vervallen.

Onderdelen 2 en 3

Het betreft hier redactionele verbeteringen van het wetsvoorstel.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb

Naar boven