nr. 22
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 april 2009
Tijdens de behandeling in uw Kamer van het wetsvoorstel tot wijziging
van de Telecommunicatiewet (30 661) heb ik toegezegd u te zullen informeren
over de uitkomsten van het overleg met de branche, over de inrichting en het
beheer van het register en over de verdere planning inzake het wettelijke «bel-me-niet»
register. Door middel van deze brief kom ik die toezegging na.
De uitkomst van het overleg met de branche, vertegenwoordigd in de Stichting
Infofilter, heeft als resultaat opgeleverd dat ik op 29 april jl. de
Stichting Infofilter heb aangewezen als beheerder van het wettelijke «bel-me-niet»
register. De wet zal per 1 oktober 2009 in werking treden. Dit betekent
dat vanaf die datum consumenten die zijn ingeschreven in het wettelijke register
niet meer lastig gevallen mogen worden met ongevraagde verkooptelefoontjes.
Inrichting van het register
De inrichting van het wettelijke «bel-me-niet» register is
tot stand gekomen in overleg met het bedrijfsleven. Dit was wenselijk om de
lagere regelgeving uitvoerbaar te laten zijn en de lastendruk zo laag mogelijk
te houden. Hierbij is optimaal gebruik gemaakt van kennis uit de praktijk
en diverse brancheorganisaties, waaronder de werkgeversvereniging callcenters
(WGCC), de branchevereniging voor dialoogmarketing (DDMA), de werkgeversvereniging
VNO-NCW, de branchevereniging van landelijk wervende goede doelen (VFI), de
vereniging contactcenters Nederland (VCN) en de Stichting Infofilter.
Op basis van deze gesprekken zijn we tot een bruikbare inrichting van
het register gekomen waarbij de toename van de lasten zo veel mogelijk beperkt
is gehouden.
Het overleg heeft geresulteerd in een algemene maatregel van bestuur op
basis van artikel 11.7, dertiende lid, van de Telecommunicatiewet, het Besluit bel-me-niet-register). Dit besluit is eind maart 2009 gepubliceerd
in het Staatsblad1 en treedt op 1 oktober
in werking.
Beheer «bel-me-niet» register
Conform de wens van uw Kamer, is er overleg gevoerd met Stichting Infofilter
inzake het beheer van het wettelijke register. Daarin is gesproken over de
manier waarop de Stichting Infofilter haar rol als beheerder van het wettelijke
register zal invullen. Dit in het belang van een goede «governance»
van de stichting en de wijze waarop zij haar wettelijke taken dient uit te
voeren. Dit is mijn ogen nu goed geregeld. De Stichting Infofilter heeft mij
onlangs laten weten bereid te zijn de aanwijzing als beheerder van het wettelijke «bel-me-niet»
register te accepteren. Ik heb vervolgens de Stichting Infofilter op 29 april
jl. formeel aangewezen als beheerder van het register.
Inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel (30 661) in de Eerste
Kamer is zowel door mij als door de leden van de Eerste Kamer expliciet aangegeven
dat er een reële overgangstermijn in acht dient te worden genomen. Nu
de Stichting Infofilter formeel is aangewezen als beheerder van het wettelijke
register, kunnen de afnemers van Stichting Infofilter de voor de naleving
van deze wet noodzakelijke organisatorische en technische maatregelen treffen,
zoals:
– het aanpassen van hun processen en systemen om inschrijvingen
in het «bel-me-niet» register te kunnen verwerken en om belbestanden
te schonen/ontdubbelen met het «bel-me-niet» register;
– het eventueel aanschaffen en implementeren van nieuwe hardware
en software (indien systemen niet kunnen worden aangepast);
– het inregelen van processen en systemen om inschrijvingen in het «bel-me-niet»
register te kunnen verwerken, voor bijvoorbeeld scripts;
– het instrueren en opleiden van medewerkers voor het op adequate
wijze voldoen aan de nieuwe wettelijke vereisten, zoals het aanbieden en verwerken
van de inschrijvingen;
– het voorlichten van klanten en leveranciers;
– het maken van nieuwe afspraken en het aanpassen van contracten
met klanten en/of leveranciers.
De regelgeving kan pas in werking treden als de beheerder feitelijk klaar
is om zijn taak uit te voeren en als de afnemers van het register voldoende
tijd hebben gehad om de bovengenoemde maatregelen te treffen. Overheid, bedrijfsleven,
maar vooral ook consumenten zijn gebaat bij een goed werkend systeem, waarbij
eventuele kinderziektes nog voor de start zijn geëlimineerd. Hiermee
rekeninghoudend ben ik van mening dat de wet per 1 oktober 2009 in werking
kan treden. Vanaf dat moment moeten bedrijven zich aan de nieuwe regels houden
en kunnen consumenten zich beroepen op hun rechten en kunnen zij zich desgewenst
inschrijven in het register, zodat zij voortaan gevrijwaard blijven van verkooptelefoontjes,
die zij niet meer wensen te ontvangen.
De staatssecretaris van Economische Zaken,
F. Heemskerk