30 655
Invoering van de Pensioenwet (Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet)

30 413
Regels betreffende pensioenen (Pensioenwet)

nr. 19
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 24 januari 2007

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft op 19 december 2006 overleg gevoerd met minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over:

– de concepten van de ministeriële regelingen parameters pensioenfonds en toeslagenmatrix (30 655, nr. 18);

– de uitkomst van het overleg tussen het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Nederlandsche Bank en de Stichting van de Arbeid op 11 december jl. over de reactie van de Stichting van de Arbeid op deze concepten (30 413, nr. 92).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Depla (PvdA) wijst erop dat via het amendement-Depla/Bibi de Vries (30 413, nr. 83) in de nieuwe Pensioenwet is opgenomen dat de informatieverstrekking aan (potentiële) deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden over de toeslagverlening eerlijk, toegankelijk en begrijpelijk dient te zijn en hun inzicht dient te bieden in de mate waarin hun pensioenregeling inflatiebestendig is en de mate waarin daarover zekerheid bestaat. De indexatiematrix werd daarvoor niet geschikt geacht. Vandaar dat de Kamer heeft gekozen voor een label als communicatie-instrument dat een indicatie geeft van de toeslagverlening en wordt gecontroleerd door de Autoriteit Financiële Markten (AFM), maar geen juridische verplichting behelst jegens (potentiële) deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden. Het label moet per 1 januari 2008 worden ingezet. In de voorliggende ministeriële regeling blijkt de indexatiematrix evenwel vanaf die datum rechtstreeks een rol te spelen bij de informatieverstrekking aan de betrokkenen over de toeslag. Blijkens de brief van 12 december (30 413, nr. 92) dienen de pensioenfondsen zich vanaf 1 januari 2008 letterlijk te houden aan de formulering in de laatste kolom van de matrix. De regeling lijkt in strijd met de Pensioenwet, zoals die luidt na aanvaarding van het amendement. Kan de minister verklaren waarom de ministeriële regeling volgens hem wel in de wet past?

Is het een vergissing dat in de brief alleen wordt gemeld dat pensioenfondsen per 1 januari 2008 over een indexatielabel moeten beschikken, terwijl dat in het amendement ook voor verzekerde regelingen geldt? Positief is dat in 2007 nog niet behoeft te worden gecommuniceerd via de letterlijke tekst van de indexatiematrix. Het is logisch dat de Nederlandsche Bank (DNB) erop toeziet dat de premietoezegging en de financiële positie bij elkaar passen en dat op basis daarvan eerlijk moet worden gecommuniceerd. Hoe verhoudt de indexatiematrix zich tot het label? Ze hebben een verschillende rol: het label legt verband met de prijsontwikkeling en de laatste kolom van de matrix legt verband met de verwachting die is gewekt. Hoe verhoudt zich het geven van een wettelijke status aan de laatste kolom van de indexatiematrix tot de wet? Wat gaat de minister tot 1 januari 2008 doen om te bereiken dat er op dat moment aan de ene kant een mooi label is voor de communicatie en aan de andere kant een goede indexatiematrix die DNB kan gebruiken voor het toezicht op de pensioenfondsen en verzekeraars. De amendering van de ontwerp-Pensioenwet strekte ertoe de (potentiële) deelnemers en gepensioneerden te informeren over de mate waarin het pensioen naar verwachting zal meegroeien met de prijsontwikkeling.

De heer Omtzigt (CDA) kan instemmen met de parameters van de MFTK (Matrix Financieel Toetsingskader). Er is sprake van een breed gedragen compromis met vrijwel alle partijen in het veld. Wel is een aantal veronderstelde rendementen aan de hoge kant. Naar zijn verwachting zal het advies voor de volgende ministeriële regeling over drie jaar prudenter zijn. Het is bevreemdend dat de indexatiematrix die op 1 januari 2008 verplicht wordt, in 2007 op vrijwillige basis wordt ingevoerd. Is het niet beter de matrix en het label gelijktijdig in te voeren en tussen beide een verband te zien? Immers, er moet een samenhang zijn tussen de in de matrix uitgesproken indexatieverwachtingen en het indexatielabel. De heer Omtzigt wil voor 1 april a.s. worden geïnformeerd over de samenloop van beide communicatievormen en de indruk die deze op de deelnemers maken. Liefst ziet hij ook de begrijpelijkheid ervan getest.

In de matrix staat: «U ontvangt bijna altijd c%». Dat is blijkens de toelichting het worst case-scenario, het percentage dat men krijgt wanneer alles misgaat. Dat geldt voor de 5% slechtste gevallen. Uit deze zin in de matrix kan ook worden opgemaakt dat men op een enkele uitzondering na, elk jaar een verhoging met het vermelde percentage krijgt. Is getest of mensen deze zin begrijpen? Het is immers de bedoeling dat mensen hun pensioenoverzicht kunnen begrijpen. Indien AFM de begrijpelijkheid van het Nederlands heeft getoetst, kan de Kamer dan de beschikking krijgen over het advies? Als na «bijna altijd» de woorden «ten minste» worden opgenomen, is duidelijk wat er wordt bedoeld. Het is niet ondenkbaar dat in de 5% slechtste gevallen rechtenkorting plaatsvindt in geval van (bijna) onderdekking.

In de week nadat de Pensioenwet door de Eerste Kamer is aangenomen, heeft DNB de kritiek geuit dat pensioenfondsen met een hoge indexatiekwaliteit onvoldoende compensatie ontvangen bij waardeoverdrachten. Heeft DNB deze kritiek eerder aan de regering laten weten? Welke actie gaat de minister vanwege deze kritiek ondernemen richting pensioenfondsen en DNB?

De heer Omtzigt wenst, zo mogelijk voor 9 januari aanstaande, een reactie te ontvangen op zijn motie over het vragen van een SER-advies over arbeidsongeschiktheidspensioenen (30 413, nr. 73) evenals informatie over de portabilityrichtlijn na verwijdering van artikel 6 en over de visie van DNB op hedgefunds en vergelijkbare instellingen.

Antwoord van de minister

De minister merkt op dat de indexatiekwaliteit vanaf 1 januari 2008 conform de wens van de Kamer zal worden gecommuniceerd in de vorm van een indexatielabel waardoor de deelnemer in één oogopslag kan zien waar hij aan toe is. In de loop van 2007 zal worden bekeken wat dit precies betekent voor de teksten in de matrix. Label en matrix moeten naadloos op elkaar aansluiten. Ook in 2007 moeten de fondsen conform de wet de deelnemers informeren over de verwachte indexatie en de onzekerheid daaromtrent. DNB zal aan de hand van de teksten van de matrix beoordelen of de communicatie consistent is. In 2008 worden de teksten van de voorwaardelijkheidsverklaring verplicht. Dat het label vanaf 1 januari 2008 leidend zal zijn bij de informatie aan de deelnemers over de verwachte toeslagverlening en de onzekerheid daarover, maakt de matrix niet op voorhand overbodig. De matrix is primair bedoeld om helderheid te scheppen tussen de toezichthouder en de pensioenfondsen over wanneer een toezegging voorwaardelijk is en wanneer niet. Dat is bepalend voor de omvang van de buffer. De matrix behelst de consistentie tussen financiering, gewekte verwachtingen en te verwachten realisatie. Het element gewekte verwachtingen heeft uiteraard met communicatie te maken. Er wordt naar gestreefd om in het indexatielabel zoveel over communicatie en consistentie op te nemen dat de zelfstandige betekenis van de laatste kolom van de matrix vervalt. Wordt dit ideaal niet bereikt, dan zijn wellicht nog aanvullende teksten in de zin van de matrix nodig. Als het label tot stand is gekomen, zal het aan de Kamer worden voorgelegd, evenals de conclusies die eruit zijn getrokken voor de matrix. Het lijdt geen twijfel dat het label als het er eenmaal is richtinggevend kan zijn voor de praktijk in 2008.

Ook de verzekeraars zullen op 1 januari 2008 moeten beschikken over een indexatielabel.

De minister meldt dat op advies van communicatie-experts van de AFM bij de teksten in de matrix is uitgegaan van taalniveau B2: taalgebruik dat de gemiddelde Nederlander kan begrijpen. In reactie op de bij interruptie door de heer Omtzigt gemaakte opmerking dat 40% van de Nederlanders dit niveau niet haalt, zegt de bewindsman niet te weten of het bij een lager taalniveau dan B2 mogelijk is om exact genoeg te communiceren. Hij heeft er geen bezwaar tegen de inhoudelijke toets van de AFM, zo die openbaar is, met de brief over de toeslagenmatrix mee te zenden naar de Kamer. In ieder geval kan de concluderende brief van de AFM worden toegezonden. Het indexatielabel zal ook aan een communicatietoets worden onderworpen en dat label wordt uiteindelijk met de deelnemers gecommuniceerd.

Getracht zal worden dit helder te verwoorden op het laagste taalniveau dat in dezen verantwoord is.

DNB heeft ooit eerder gesteld dat pensioenfondsen met hoge indexatiekwaliteit onvoldoende compensatie krijgen bij waardeoverdrachten. De achterliggende vraag is of bij waardeoverdracht ook de eventuele reserveringen voor indexatie moeten worden meegegeven. Daartoe is niet besloten, omdat dan een voorwaardelijke toezegging in feite onvoorwaardelijk zou worden. Het staat fondsen overigens vrij om ook buffers over te dragen. De fondsen denken daarover na. In reactie op een interruptie van de heer Depla stelt de minister dat ook onder de huidige wetgeving het door DNB geschetste probleem zich kan voordoen, zodat hij geen directe relatie ziet met het Pensioenwetgevingsproces. De deelnemer is niet verplicht mee te werken aan waardeoverdracht in het geval dat een flinke indexatieverwachting niet door het nieuwe pensioenfonds wordt overgenomen. De heer Omtzigt wijst er bij interruptie op dat de kern van de kritiek van de DNB is dat mensen zullen proberen over te stappen van niet-geïndexeerde regelingen naar geïndexeerde regelingen en van middenloonregelingen naar eindloonregelingen en dat daardoor goed geïndexeerde fondsen problemen zullen krijgen doordat ze te weinig overgedragen krijgen. Aangezien de overdraagbaarheid in de wet is geregeld, zal volgens hem de minister de wet moeten wijzigen, indien de fondsen met een voorstel over de overdraagbaarheid komen. De bewindsman stelt hierop dat de waardeoverdracht en het geschetste probleem al langer bestaan. Dit punt is overigens ook in de nota naar aanleiding van het verslag aan de orde geweest. Potten fondsen geld op zonder indexatieverwachting voor de deelnemers, dan zullen deelnemers overstappen naar fondsen die wel een indexatieverwachting hanteren. Het lijkt dan ook verstandig dat fondsen met elkaar regels afspreken over de overdracht van buffers.

In januari 2007 krijgt de Tweede Kamer het verslag van de laatste vergadering van de Sociale Raad met informatie over de portabilityrichtlijn. De bezwaren inzake de waardeoverdracht hebben onder het Finse voorzitterschap geleid tot aanpassing van de richtlijn. Het komende Duitse voorzitterschap wil als uitgangspunt nemen dat een werknemer die pensioenpremie heeft betaald zijn pensioenaanspraken behoudt, ook als betrokkene van werkgever verandert en ongeacht het land waar hij verblijft. Dit principe is stevig verankerd in de Nederlandse wetgeving en zal de Europese arbeidsmarkt op positieve wijze bevorderen. Meer informatie kan de minister pas geven na de behandeling van de richtlijn in de Sociale Raad van maart of juni aanstaande.

DNB zal hem voor 1 juli 2007 rapporteren over het toezicht op de hedgefunds.

Omdat het gaat om de inhoudelijkheid van de regelingen is in afwijking van het verzoek in motie 30 413, nr. 73, niet de SER maar de Stichting van de Arbeid om advies gevraagd over het nabestaandenpensioen en arbeidsongeschiktheidspensioenen. Dit advies zal voor 1 juli 2007 worden uitgebracht en daarna aan de Kamer worden toegezonden.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Smeets

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Esmeijer


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Van Gent (GroenLinks), Verburg (CDA), Bussemaker (PvdA), Blok (VVD), Ferrier (CDA), ondervoorzitter, Van Vroonhoven-Kok (CDA), Nicolaï (VVD), Smeets (PvdA), voorzitter, Van Hijum (CDA), Luijben (SP), Ulenbelt (SP), Verdonk (VVD), Ortega-Martijn (ChristenUnie), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Koppejan (CDA), Bosma (PVV), Spekman (PvdA), Heerts (PvdA), Bouchibti (PvdA), Karabulut (SP) en Gesthuizen (SP).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Vendrik (GroenLinks), Omtzigt (CDA), Jacobi (PvdA), De Krom (VVD), Jan Jacob van Dijk (CDA), Kortenhorst (CDA), Weekers (VVD), Depla (PvdA), Hessels (CDA), Irrgang (SP), Lempens (SP), Zijlstra (VVD), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Biskop (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Schinkelshoek (CDA), Fritsma (PVV), Hamer (PvdA), Tichelaar (PvdA), Bouwmeester (PvdA), De Wit (SP) en Gerkens (SP).

Naar boven