nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, de procedure
inzake de vaststelling van de standaardpremie als grondslag voor de zorgtoeslag
te vereenvoudigen en dat daartoe wijziging van de Wet op de zorgtoeslag nodig
is;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 4 van de Wet op de zorgtoeslag komt te luiden:
Artikel 4
Onze Minister stelt uiterlijk 15 dagen, voorafgaande aan het berekeningsjaar,
bij regeling een bedrag vast, dat wordt gevormd door de geraamde gemiddelde
premie voor een verzekerde voor een zorgverzekering in het berekeningsjaar
te verminderen met het geraamde gemiddelde bedrag dat een verzekerde naar
verwachting in het daaropvolgende jaar terug ontvangt ingevolge artikel 22
van de Zorgverzekeringswet. Het vastgestelde bedrag geldt als standaardpremie
voor het berekeningsjaar.
ARTIKEL II
Artikel 2.5.8, tweede lid, van de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet
komt te luiden:
2. Indien het deel van de premie voor een ziektekostenverzekering
of een andere verzekering dat prestaties als bedoeld bij of krachtens artikel
11 van de Zorgverzekeringswet dekt voor de toepassing van het eerste lid niet kan worden vastgesteld, bedraagt dat deel het bedrag van de standaardpremie,
bedoeld in artikel 4 van de Wet op de zorgtoeslag.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari
2006.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
De Minister van Financiën,
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,