30 650
Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen om gemeenten meer zekerheid te geven dat mensen met een kleine kans op inschakeling in het arbeidsproces met behoud van uitkering gedurende maximaal 2 jaar onbeloonde additionele werkzaamheden kunnen verrichten

nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID VAN GENT

Ontvangen 11 oktober 2006

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I. Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 10a. wordt, onder vernummering van het tweede en het derde lid tot het derde en het vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:

2. Gedurende de termijn van maximaal twee jaar, bedoeld in het eerste lid, ontvangt degene die additionele werkzaamheden verricht een vergoeding van ten minste € 173,00 per maand.

2. Onder plaatsing van de aanduiding «1.» voor de bestaande tekst wordt een punt ingevoegd, luidende:

2. In artikel 31 wordt in het tweede lid een onderdeel s toegevoegd, luidende:

s. een vergoeding als bedoeld in artikel 10a, tweede lid.

II

Artikel II. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 38 wordt, onder vernummering van het tweede en het derde lid tot het derde en het vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:

2. Gedurende de termijn van maximaal twee jaar, bedoeld in het eerste lid, ontvangt degene die additionele werkzaamheden verricht een vergoeding van ten minste € 173,00 per maand.

III

Artikel III. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 38 wordt, onder vernummering van het tweede en het derde lid tot het derde en het vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:

2. Gedurende de termijn van maximaal twee jaar, bedoeld in het eerste lid, ontvangt degene die additionele werkzaamheden verricht een vergoeding van ten minste € 173,00 per maand.

Toelichting

Dit amendement regelt dat mensen die aan het werk gaan in een terugkeerbaan, hier met een (bescheiden) financiële vergoeding voor worden beloond. De gedachte hierachter is dat werk, ook als dat additionele arbeid is, moet lonen. Bovendien maken mensen in een terugkeerbaan onkosten, zoals bijvoorbeeld representatiekosten en uitgaven voor woon-werkverkeer. De bedoelde vergoeding is geen loon in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting. Ook worden de inkomsten niet gekort op de uitkering, zo regelt de wijziging van artikel 31.

Het bedrag van € 173,- is gebaseerd op vrijlatingsregeling in artikel 31 van de huidige Wet werk en bijstand. Gemeenten hebben verschillende mogelijkheden voor financiering. Zo kunnen zij aan de organisatie waar de additionele werkzaamheden worden verricht, een inleenvergoeding vragen. Ook kunnen zij de vergoeding betalen uit het W-deel van de WWB.

Van Gent

Naar boven