nr. 18
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER SANDE EN BUSSEMAKER TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 11
Ontvangen 12 oktober 2006
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I. Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 10a, eerste lid, vervalt «gedurende maximaal
twee jaar».
2. In artikel 10a, tweede lid, wordt «Voor de termijn van twee
jaar, bedoeld in het eerste lid» vervangen door: Voor de werkzaamheden,
bedoeld in het eerste lid.
3. In artikel 10a, derde lid, wordt «Voor de termijn van twee
jaar, bedoeld in het eerste lid» vervangen door: Voor de werkzaamheden,
bedoeld in het eerste lid.
4. Toegevoegd wordt een lid, luidende:
4. Met betrekking tot degene die op grond van het eerste lid additionele
werkzaamheden verricht, beoordeelt het college na elke periode van 9 maanden
na de aanvang van die werkzaamheden of het verrichten van die werkzaamheden
een adequate voorziening is.
II
Artikel II. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 38, eerste lid, vervalt «gedurende maximaal twee
jaar».
2. In artikel 38, tweede lid, wordt «Voor de termijn van twee
jaar, bedoeld in het eerste lid» vervangen door: Voor de werkzaamheden,
bedoeld in het eerste lid.
3. In artikel 38, derde lid, wordt «Voor de termijn van twee
jaar, bedoeld in het eerste lid» vervangen door: Voor de werkzaamheden,
bedoeld in het eerste lid.
4. Toegevoegd wordt een lid, luidende:
4. Met betrekking tot degene die op grond van het eerste lid additionele
werkzaamheden verricht, beoordeelt het college na elke periode van 9 maanden
na de aanvang van die werkzaamheden of het verrichten van die werkzaamheden
een adequate voorziening is.
III
Artikel III. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 38, eerste lid, vervalt «gedurende maximaal twee
jaar».
2. In artikel 38, tweede lid, wordt «Voor de termijn van twee
jaar, bedoeld in het eerste lid» vervangen door: Voor de werkzaamheden,
bedoeld in het eerste lid.
3. In artikel 38, derde lid, wordt «Voor de termijn van twee
jaar, bedoeld in het eerste lid» vervangen door: Voor de werkzaamheden,
bedoeld in het eerste lid.
4. Toegevoegd wordt een lid, luidende:
4. Met betrekking tot degene die op grond van het eerste lid additionele
werkzaamheden verricht, beoordeelt het college na elke periode van 9 maanden
na de aanvang van die werkzaamheden of het verrichten van die werkzaamheden
een adequate voorziening is.
Toelichting
De termijn waarop iemand gebruik kan maken van een participatiebaan dient
niet bij voorbaat gelimiteerd te zijn omdat dit afhankelijk zal zijn van de
individuele situatie van de persoon. Soms is een half jaar adequaat, soms
is een langere periode dan twee jaar noodzakelijk. Aansluitend bij de filosofie
van de Wet werk en bijstand dient het college per individueel geval te bekijken
welke termijn adequaat is. Die termijn dient het college te baseren op de
vraag hoe de persoon het beste terug naar de arbeidsmarkt kan worden toegeleid,
en hoe het principe van wederkerigheid (plicht hebben om naar vermogen maatschappelijk
nuttig werkactiviteiten te verrichten als tegenprestatie voor de uitkering)
tussen uitkeringsgerechtigde en overheid wordt ingevuld. Het college is verplicht
om elke negen maanden te controleren of bovenstaande doelen in dat individuele
geval gehaald worden.
Van der Sande
Bussemaker