nr. 17
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VERBURG EN VAN HIJUM
Ontvangen
12 oktober 2006
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I. Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 10a wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Met betrekking tot degene die op grond van het eerste lid additionele
werkzaamheden verricht, beoordeelt het college na een periode van 9 maanden
na de aanvang van die werkzaamheden of het verrichten van die werkzaamheden
een adequate voorziening is, dan wel of een andere voorziening op grond van
artikel 7, eerste lid, onderdeel a, de voorkeur heeft. Indien een andere voorziening
op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, naar het oordeel van het
college de voorkeur heeft, wordt het verrichten van de additionele werkzaamheden
twaalf maanden na aanvang van die werkzaamheden beëindigd en aansluitend
die andere voorziening op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, aangeboden.
II
Artikel II. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 38 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Met betrekking tot degene die op grond van het eerste lid additionele
werkzaamheden verricht, beoordeelt het college na een periode van 9 maanden
na de aanvang van die werkzaamheden of het verrichten van die werkzaamheden
een adequate voorziening is, dan wel of een andere voorziening op grond van
artikel 34, eerste lid, onderdeel a, de voorkeur heeft. Indien een andere
voorziening op grond van artikel 34, eerste lid, onderdeel a, naar het oordeel
van het college de voorkeur heeft, wordt het verrichten van de additionele
werkzaamheden twaalf maanden na aanvang van die werkzaamheden
beëindigd en aansluitend die andere voorziening op grond van artikel
34, eerste lid, onderdeel a, aangeboden.
III
Artikel III. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 38 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Met betrekking tot degene die op grond van het eerste lid additionele
werkzaamheden verricht, beoordeelt het college na een periode van 9 maanden
na de aanvang van die werkzaamheden of het verrichten van die werkzaamheden
een adequate voorziening is, dan wel of een andere voorziening op grond van
artikel 34, eerste lid, onderdeel a, de voorkeur heeft. Indien een andere
voorziening op grond van artikel 34, eerste lid, onderdeel a, naar het oordeel
van het college de voorkeur heeft, wordt het verrichten van de additionele
werkzaamheden twaalf maanden na aanvang van die werkzaamheden beëindigd
en aansluitend die andere voorziening op grond van artikel 34, eerste lid,
onderdeel a, aangeboden.
Toelichting
Dit amendement bewerkstelligt dat 9 maanden na aanvang van een terugkeerbaan
het traject voor een individuele cliënt geëvalueerd wordt. Er kan
dan beoordeeld worden of een cliënt niet beter geholpen is met een ander
reïntegratietraject of bemiddeling naar een reguliere baan.
Verburg
Van Hijum