30 650
Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen om gemeenten meer zekerheid te geven dat mensen met een kleine kans op inschakeling in het arbeidsproces met behoud van uitkering gedurende maximaal 2 jaar onbeloonde additionele werkzaamheden kunnen verrichten

nr. 17
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VERBURG EN VAN HIJUM

Ontvangen 12 oktober 2006

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel I. Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd:

Aan artikel 10a wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Met betrekking tot degene die op grond van het eerste lid additionele werkzaamheden verricht, beoordeelt het college na een periode van 9 maanden na de aanvang van die werkzaamheden of het verrichten van die werkzaamheden een adequate voorziening is, dan wel of een andere voorziening op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, de voorkeur heeft. Indien een andere voorziening op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, naar het oordeel van het college de voorkeur heeft, wordt het verrichten van de additionele werkzaamheden twaalf maanden na aanvang van die werkzaamheden beëindigd en aansluitend die andere voorziening op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, aangeboden.

II

Artikel II. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd:

Aan artikel 38 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Met betrekking tot degene die op grond van het eerste lid additionele werkzaamheden verricht, beoordeelt het college na een periode van 9 maanden na de aanvang van die werkzaamheden of het verrichten van die werkzaamheden een adequate voorziening is, dan wel of een andere voorziening op grond van artikel 34, eerste lid, onderdeel a, de voorkeur heeft. Indien een andere voorziening op grond van artikel 34, eerste lid, onderdeel a, naar het oordeel van het college de voorkeur heeft, wordt het verrichten van de additionele werkzaamheden twaalf maanden na aanvang van die werkzaamheden beëindigd en aansluitend die andere voorziening op grond van artikel 34, eerste lid, onderdeel a, aangeboden.

III

Artikel III. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:

Aan artikel 38 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Met betrekking tot degene die op grond van het eerste lid additionele werkzaamheden verricht, beoordeelt het college na een periode van 9 maanden na de aanvang van die werkzaamheden of het verrichten van die werkzaamheden een adequate voorziening is, dan wel of een andere voorziening op grond van artikel 34, eerste lid, onderdeel a, de voorkeur heeft. Indien een andere voorziening op grond van artikel 34, eerste lid, onderdeel a, naar het oordeel van het college de voorkeur heeft, wordt het verrichten van de additionele werkzaamheden twaalf maanden na aanvang van die werkzaamheden beëindigd en aansluitend die andere voorziening op grond van artikel 34, eerste lid, onderdeel a, aangeboden.

Toelichting

Dit amendement bewerkstelligt dat 9 maanden na aanvang van een terugkeerbaan het traject voor een individuele cliënt geëvalueerd wordt. Er kan dan beoordeeld worden of een cliënt niet beter geholpen is met een ander reïntegratietraject of bemiddeling naar een reguliere baan.

Verburg

Van Hijum

Naar boven