30 650
Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen om gemeenten meer zekerheid te geven dat mensen met een kleine kans op inschakeling in het arbeidsproces met behoud van uitkering gedurende maximaal 2 jaar onbeloonde additionele werkzaamheden kunnen verrichten

nr. 15
AMENDEMENT VAN HET LID BUSSEMAKER

Ontvangen 12 oktober 2006

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I. Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 10a, eerste lid, komt te luiden:

1. Het college kan ter uitvoering van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, degene die algemene bijstand ontvangt en voor wie de kans op inschakeling in het arbeidsproces gering is en die daardoor vooralsnog niet bemiddelbaar is op de arbeidsmarkt, additionele werkzaamheden met een brutoloon tot ten hoogste het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag laten verrichten gedurende maximaal twee jaar.

II

Artikel II. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 38, eerste lid, komt te luiden:

1. Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van artikel 34, eerste lid, onderdeel a, degene die uitkering op grond van deze wet ontvangt en voor wie de kans op inschakeling in het arbeidsproces gering is en die daardoor vooralsnog niet bemiddelbaar is op de arbeidsmarkt, additionele werkzaamheden met een brutoloon tot ten hoogste het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag laten verrichten gedurende maximaal twee jaar.

III

Artikel III. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 38, eerste lid, komt te luiden:

1. Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van artikel 34, eerste lid, onderdeel a, degene die uitkering op grond van deze wet ontvangt en voor wie de kans op inschakeling in het arbeidsproces gering is en die daardoor vooralsnog niet bemiddelbaar is op de arbeidsmarkt, additionele werkzaamheden met een brutoloon tot ten hoogste het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag laten verrichten gedurende maximaal twee jaar.

Toelichting

Dit amendement stelt gemeenten in de gelegenheid mensen die werken op een participatie c.q. terugkeerbaan te betalen volgens het minimumloon. Het gaat hier immers om volwaardige arbeid, waar betaling tegenover mag staan.

Bussemaker

Naar boven