30 644
Wijziging van de Wet op de jeugdzorg met betrekking tot jeugdzorg waarop aanspraak bestaat ingevolge de wet in gesloten setting (gesloten jeugdzorg)

nr. 22
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 3 juli 2007

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel III, onderdeel C, wordt «bedoeld in artikel 1, onder aa» vervangen door: bedoeld in artikel 1, onder z.

B

In artikel IV, worden na onderdeel D twee onderdelen toegevoegd, luidende:

E

Aan artikel 29 wordt een lid toegevoegd, luidende:

6. Indien een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling betrekking heeft op een minderjarige die onder toezicht is gesteld, geldt die machtiging als machtiging als bedoeld in artikel 261 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.

F

Aan artikel 32 wordt een lid toegevoegd, luidende:

6. Indien een machtiging op eigen verzoek betrekking heeft op een minderjarige die onder toezicht is gesteld, geldt die machtiging als machtiging als bedoeld in artikel 261 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.

C

In artikel VII, zesde lid, tweede volzin, wordt «artikel 29c van de Wet op de jeugdzorg, heeft een jeugdige» vervangen door: artikel 29c van de Wet op de jeugdzorg, geldt.

D

Na artikel VII wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel VIIa

Indien de Wet van 20 november 2006 (Stb. 2006, 680) in werking treedt en het onderhavige voorstel van wet tot wet wordt verheven en in werking treedt, wordt aan artikel 34a van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen een lid toegevoegd, luidende:

3. Indien een zelfbindingsmachtiging betrekking heeft op een minderjarige die onder toezicht is gesteld, geldt die machtiging als machtiging als bedoeld in artikel 261 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.

Toelichting

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om een aantal technische verbeteringen in het wetsvoorstel aan te brengen.

Van de belangrijkste machtigingen van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen, was al bepaald dat zij gelden als machtiging uithuisplaatsing in het kader van de ots. Bij deze nota gebeurt dit, hoewel de relevantie voor een aantal niet groot is, voor de volledigheid ook ten aanzien van de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling, de machtiging op eigen verzoek en de zelfbindingsmachtiging (onderdelen B en D).

Met de onderdelen A en C wordt een verschrijving recht gezet.

De minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet

Naar boven