nr. 22
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel III, onderdeel C, wordt «bedoeld in artikel 1, onder
aa» vervangen door: bedoeld in artikel 1, onder z.
B
In artikel IV, worden na onderdeel D twee onderdelen toegevoegd, luidende:
E
Aan artikel 29 wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Indien een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling
betrekking heeft op een minderjarige die onder toezicht is gesteld, geldt
die machtiging als machtiging als bedoeld in artikel 261 van Boek 1 van het
Burgerlijk Wetboek.
F
Aan artikel 32 wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Indien een machtiging op eigen verzoek betrekking heeft op een
minderjarige die onder toezicht is gesteld, geldt die machtiging als machtiging
als bedoeld in artikel 261 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.
C
In artikel VII, zesde lid, tweede volzin, wordt «artikel 29c van
de Wet op de jeugdzorg, heeft een jeugdige» vervangen door: artikel
29c van de Wet op de jeugdzorg, geldt.
D
Na artikel VII wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel VIIa
Indien de Wet van 20 november 2006 (Stb. 2006, 680) in werking treedt
en het onderhavige voorstel van wet tot wet wordt verheven en in werking treedt,
wordt aan artikel 34a van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen
een lid toegevoegd, luidende:
3. Indien een zelfbindingsmachtiging betrekking heeft op een minderjarige
die onder toezicht is gesteld, geldt die machtiging als machtiging als bedoeld
in artikel 261 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.
Toelichting
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om een aantal technische verbeteringen
in het wetsvoorstel aan te brengen.
Van de belangrijkste machtigingen van de Wet bijzondere opnemingen in
psychiatrische ziekenhuizen, was al bepaald dat zij gelden als machtiging
uithuisplaatsing in het kader van de ots. Bij deze nota gebeurt dit, hoewel
de relevantie voor een aantal niet groot is, voor de volledigheid ook ten
aanzien van de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling, de machtiging
op eigen verzoek en de zelfbindingsmachtiging (onderdelen B en D).
Met de onderdelen A en C wordt een verschrijving recht gezet.
De minister voor Jeugd en Gezin,
A. Rouvoet