30 639
Wijziging van de Wet milieubeheer ter uitvoering van verordening (EG) nr. 2216/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 december 2004 inzake een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU L 386) (Uitvoeringswet EG-verordening register handel in broeikasgasemissierechten)

nr. 6
VERSLAG

Vastgesteld 27 september 2006

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag volgt de opbouw van de memorie van toelichting en behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.

1. Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij hebben daarbij de volgende vragen en opmerkingen.

De leden van de VVD-fractie onderschrijven de invoering van een EU-systeem van verhandelbare broeikasgasemissierechten. De technische uitwerking van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten is opgenomen in de EG-registerverordening. Kan de regering aangeven op welke wijze andere EU-lidstaten de EG-registerverordening concretiseren in hun nationale recht? Hoe gaan andere lidstaten om met de aanwijzing van de bevoegde autoriteit en de praktische invulling daarvan?

2. Aanwijzing bevoegde autoriteit

De leden van de VVD-fractie vragen of de regering kan aangeven uit hoeveel fte de emissieautoriteit zal bestaan en uit hoeveel personen het bestuur van de emissieautoriteit zal bestaan.

3. Artikelsgewijs

Artikel 1 onderdeel F

De leden van de VVD-fractie merken op dat geannuleerde «overtollige» emissierechten uit de planperiode 2005–2007 in 2008 kunnen worden vervangen, indien de lidstaat daartoe heeft besloten. Nederland heeft besloten niet tot vervanging van ingetrokken emissierechten uit de periode 2005–2007 over te gaan. Deze leden vragen hoe andere lidstaten omgegaan zijn met deze mogelijkheid tot vervanging.

De voorzitter van de commissie,

S. Buijs

De griffier voor dit verslag,

Van der Leeden


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), van Gent (GL), Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), van Oerle-van der Horst (CDA), van den Brink (LPF), van Bochove (CDA), Duyvendak (GL), Huizinga-Heringa (CU), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Spies (CDA), van Lith (CDA), van der Ham (D66), van Velzen (SP), Fierens (PvdA), ondervoorzitter, Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA), Samsom (PvdA), Hermans (LPF), Veenendaal (VVD), Lenards (VVD), Krähe (PvdA) en Vacature (algemeen).

Plv. leden: Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Halsema (GL), Örgü (VVD), Dubbelboer (PvdA), Hessels (CDA), Vacature (LPF), Knops (CDA), Vendrik (GL), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Vergeer (SP), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Koşer Kaya (D66), Vacature (SP), Boelhouwer (PvdA), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), Van Heteren (PvdA), Roefs (PvdA), Varela (LPF), Oplaat (VVD), Van der Sande (VVD) en Crone (PvdA).

Naar boven