30 635 Octrooibeleid

32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 december 2020

In mijn brief van 9 november 2018 waarin ik u informeerde over de uitkomsten van de periodieke Beleidsevaluatie intellectuele eigendom1, heb ik aangegeven dat ik met name kleinere ondernemingen (mkb en startups) en individuele uitvinders beter in staat wil stellen om van het nationale octrooisysteem te profiteren. In bijgaande beleidsnota «Modernisering Rijksoctrooiwet 1995» deel ik de beleidswijzigingen die ik voor ogen heb om dat te bereiken2.

Het octrooisysteem is een belangrijk instrument om innovatie te stimuleren en draagt daarmee bij aan de Nederlandse welvaartsgroei. Als bedrijven de door hen ontwikkelde kennis effectief kunnen beschermen, zullen zij bereid zijn hierin te (blijven) investeren. Investeringen die nodig zijn om tot innovatieve oplossingen te komen voor maatschappelijke uitdagingen. Tegelijkertijd faciliteert octrooibescherming de verspreiding van kennis. Een octrooihouder kan via licenties beschermde kennis al dan niet onder voorwaarden beschikbaar stellen voor anderen. In toenemende mate komen zo innovaties tot stand in de samenwerking met andere bedrijven en/of kennisinstellingen. Met name het innovatieve mkb is gebaat bij een hoogwaardig en efficiënt nationaal octrooisysteem, opdat het een sterke positie heeft bij het sluiten van licentieovereenkomsten en het aantrekken van financiering.

Zoals aangekondigd in het kader van het rapport Brede Maatschappelijke Heroverwegingen – Innovatie Samenleving3 wil ik het nationale octrooisysteem langs twee lijnen moderniseren: de waarde en rechtszekerheid van verleende octrooien vergroten en de toegankelijkheid verbeteren. Om het eerste doel te bereiken heb ik het voornemen om een optionele toetsingsprocedure in te voeren. Dit houdt in dat op verzoek van een aanvrager Octrooicentrum Nederland de octrooiaanvraag toetst op de vereisten van nieuwheid, inventiviteit en industriële toepasbaarheid. Toetsing biedt zowel octrooihouders als derden meer zekerheid over de waarde van het octrooi, wat onder meer behulpzaam kan zijn bij het vermarkten van de uitvinding. Door het optionele karakter blijft de toegankelijkheid van het octrooisysteem intact. Naast de (uitgebreide) toetsingsprocedure wil ik bovendien een laagdrempelig alternatief bieden in de vorm van een nieuwe schriftelijke opinie. Verder beoog ik de waarde en rechtszekerheid van rijksoctrooien te vergroten door de positie van licentienemers bij handhaving te versterken en door de introductie van een oppositieprocedure voor nationale octrooien. Via een oppositieprocedure kan op laagdrempelige wijze bij Octrooicentrum Nederland worden voorkomen dat ongeldige octrooien van kracht blijven.

Ter verbetering van de toegankelijkheid van het octrooisysteem wil ik de omgang met vormvereisten versoepelen en procedures klantvriendelijker inrichten. Een goed voorbeeld is het openstellen van de zogenoemde PCT-NL route. Dat wil zeggen dat het mogelijk wordt om internationale octrooiaanvragen die voortvloeien uit het Patent Cooperation Treaty (PCT) tegen beperkte kosten direct voort te zetten als nationale octrooiaanvraag.

Met dit samenhangende pakket kan het nationale octrooisysteem zijn toegevoegde waarde behouden als alternatief voor of als opstap naar het Europese systeem of, in de toekomst, het unitair octrooi. Nederland loopt daarmee in de pas met ontwikkelingen in andere Europese landen, waar eveneens ingezet wordt op een sterk nationaal octrooisysteem ten behoeve van het mkb.

De implementatie en uitvoering van de voorziene beleidswijzigingen zullen extra capaciteit vragen bij Octrooicentrum Nederland. Met name de toetsings- en oppositieprocedure vereisen beschikbaarheid van voldoende adviseurs en expertise bij Octrooicentrum Nederland. De implementatie- en uitvoeringskosten die gemoeid zijn met de wetswijziging bekostig ik uit de opbrengsten uit octrooitaksen. De taksen die ondernemers betalen om jaarlijks hun octrooi in stand te houden, komen zo weer ten bate van het octrooisysteem. De wetswijziging zal ook extra communicatie en voorlichting vragen over het vernieuwde octrooistelsel aan alle innoverende partijen die gebruik maken van intellectueel eigendom als onderdeel van hun innovatiestrategie. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan een communicatiecampagne over de nieuwe voorzieningen, aanpassing van reguliere voorlichtingsdiensten en individuele gesprekken met klanten.

Een wetsvoorstel waarmee ik de beoogde beleidswijzigingen wil effectueren wordt thans voorbereid. Ik zal deze gelegenheid tevens aangrijpen om de Rijksoctrooiwet 1995 en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving waar nodig te actualiseren en technische verbeteringen door te voeren. Gelet op de gevolgen van de aanpassingen voor het mkb, zal voorafgaand aan het toesturen van het wetsvoorstel aan uw Kamer een mkb-toets uitgevoerd worden, bestaande uit een panelgesprek over de uitgewerkte voorstellen met mkb-bedrijven. In het mkb-panel komen onder andere de werkbaarheid en regeldrukeffecten van de voorstellen aan de orde. De uitkomsten van de mkb-toets betrek ik bij het opstellen van het wetsvoorstel.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Kamerstuk 30 635, nr. 5.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Kamerstuk 32 359, nr. 4.

Naar boven