Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 maart 2016
Met deze brief informeer ik u over de voortgang met betrekking tot de implementatie
van het Europees octrooipakket.
Het Europees octrooipakket bestaat in de eerste plaats uit de oprichting van het Eengemaakt
Octrooigerecht (EOG) door middel van een verdrag. Het EOG is één rechtbank voor deelnemende
EU-lidstaten waar partijen terecht kunnen voor de beslechting van geschillen inzake
Europese octrooien. Daarnaast wordt, door middel van Europese verordeningen, het Europees
octrooi met eenheidswerking geïntroduceerd waarmee octrooibescherming in 25 EU-lidstaten
kan worden verkregen via één procedure.
Het wetsvoorstel tot goedkeuring van de Overeenkomst betreffende een eengemaakt octrooigerecht
(Rechtspraakverdrag) (Trb. 2013, 92 en 2016, 1), op grond waarvan het Europees octrooipakket voor Nederland in werking kan treden,
is op 17 februari jl. aan uw Kamer aangeboden.
Wetgevingstraject
Gelijktijdig met deze goedkeuringswet is ook een wetgevingstraject gestart voor een
voorstel van rijkswet tot wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995, waarmee in verband
met het Rechtspraakverdrag en de Europese verordeningen de wet op enkele onderdelen
wordt aangepast. Hoewel vanwege de rechtstreekse werking van het Rechtspraakverdrag
aanpassing van de Rijksoctrooiwet 1995 juridisch niet noodzakelijk is, is aanpassing
ervan wel wenselijk zodat de nationale wetgeving in lijn is met de Europese regelingen.
Met name het bedrijfsleven heeft aangegeven dat, vanuit het oogpunt van rechtszekerheid,
het zeer gewenst is dat dit gebeurt.
Dit wetgevingstraject is nog niet afgerond. Om te voorkomen dat Nederland en het Nederlandse
bedrijfsleven pas op een later moment kunnen profiteren van het nieuwe Europese octrooisysteem,
is het wetsvoorstel tot goedkeuring van het Rechtspraakverdrag nu separaat ingediend.
Via het EOG kan straks bij één instantie een uitspraak worden verkregen ten aanzien
van de geldigheid van of inbreuk op een Europees octrooi met werking in vrijwel heel
Europa. Als gevolg daarvan hoeft een octrooihouder niet langer in iedere lidstaat
afzonderlijk te procederen en worden parallelle procedures vermeden. Van deze efficiëntere
rechtspleging zal het bedrijfsleven veel profijt hebben.
Daarnaast biedt de introductie van het Europees octrooi met eenheidswerking de mogelijkheid
met één registratie octrooibescherming te verkrijgen in vrijwel alle lidstaten van
de Europese Unie. Een octrooihouder die voor deze mogelijkheid kiest, zal niet meer
geconfronteerd worden met nationale validaties en de daaraan verbonden administratieve
verplichtingen en vertaaleisen. Dit maakt octrooibescherming in Europa voor het bedrijfsleven
eenvoudiger, efficiënter en goedkoper.
Tijdige ratificatie brengt mee dat Nederland kan deelnemen aan de besluitvorming over
de toekomstige inrichting van het EOG. Daarbij moet met name worden gedacht aan de
vaststelling van het procesreglement, de griffierechten en de maximum proceskostenvergoedingen,
en de benoeming van (Nederlandse) rechters en sleutelfunctionarissen van het EOG.
Deze besluiten zullen naar verwachting vanaf medio 2016 genomen worden en van grote
invloed zijn op de inrichting en het functioneren van het EOG. Het is om deze reden
van groot belang dat Nederland, als belangrijk octrooiland, van aanvang af kan deelnemen
aan deze besluitvorming. Voorts is tijdige ratificatie nodig voor de instelling van
een lokale divisie van het EOG in Nederland.
Om de bovenstaande redenen is de goedkeuringswet op de lijst spoedeisende wetsvoorstellen
geplaatst die uw Kamer op 11 december jl. is aangeboden (Kamerstuk 34 300, nr. 67).
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
M.H.P. van Dam