30 597
Toekomst AWBZ

nr. 9
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 mei 2007

In het algemeen overleg van 12 april 2007 (30 800 XVI, nr. 142) over de hoofdlijnen van het VWS-beleid heb ik aangegeven in gesprek te zijn met de Sociaal-Economische Raad (SER) over een adviesaanvraag over de toekomst van de AWBZ. Inmiddels heb ik de SER namens het kabinet verzocht een advies hierover uit te brengen. Ik heb de SER gevraagd hierbij samen te werken met de organisaties die eerder over de AWBZ hebben geadviseerd zodat met meerwaarde kan worden voortgebouwd op de rapportages die zij al hebben geschreven. Hierbij bied ik u een afschrift van de adviesaanvraag aan.1

Gelet op de motie Van der Veen c.s. (30 800 XVI, nr. 55) is aan de SER ook de vraag voorgelegd naar de manier waarop in het door de Raad te schetsen toekomstperspectief het beste kan worden omgegaan met de spanning tussen het recht op zorg en het belang van kostenbeheersing.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Bussemaker


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven